Ga naar de inhoud

Tien jaar globaliseringsbeweging in de polder

Toen (de beweging van) ‘Seattle’ losbarstte, raakte zelfs de Nederlandse polder er enigszins door bevangen. De vraag is wat daar, tien jaar later, van over is.

11 min leestijd
d14_9

(Dit is het tweede deel uit een drieluik over ‘Tien jaar Seattle’. Zie het eerste deel hier.  Een derde deel dat nog komt, probeert te schetsen wat er allemaal bereikt is. Dit stuk verschijnt ingekort in nr. 8 van de krant klasse!)

De laatste tien dagen van 2009 heeft de nationale nieuwszender Radio 1 besteed aan een terugblik op het decennium. Er is een top 100 van ‘belangrijke gebeurtenissen’ van dat decennium samengesteld (1). Geen enkele van de globaliseringsprotesten heeft die top 100 gehaald. Wel werd er een item besteed aan de protesten in Genua van 2001, maar toch is het opvallend dat de ‘beweging’ weer helemaal van de kaart verdwenen lijkt.

In feite piekte het globaliseringsprotest in Nederland vroeg. De grootste gebeurtenis in die categorie voltrok zich in 1997, toen de EU-top in Amsterdam werd gehouden, die een van de eerste grote topprotesten verwekte. Zo’n 50.000 mensen demonstreerden toen en er was ook een uitgebreide tegentop en allerlei acties . Honderden mensen werden – voornamelijk preventief en na jaren procederen bleek: illegaal – opgepakt en dagenlang opgesloten (2). Het rond de EU-top ontstane Platform voor een Ander Europa leefde nog jaren voort en vormde het skelet voor veel van de Nederlandse globaliseringsactiviteiten. Naar de EU en G8-top die in 1999 in Keulen werd gehouden, gingen bijvoorbeeld zeven touringcars vol demonstranten, plus nog een ‘gratis trein’ die aan de grens met Duitsland gestopt werd door ME-ers die met helikopters werden gedropt. Hoogtepunt – qua aantal – waren vermoedelijk de protesten tegen de EU-top in Brussel in december 2001, waar minstens duizend mensen uit Nederland aan deelnamen en waarvoor een speciaal gelegenheidsplatform (D14-nl) voor gevormd werd (3). Ook rond andere toppen (IMF/Wereldbank in Praag, de verschillende G8 en WTO-toppen) was steeds een opleving van activiteiten in Nederland te zien, hetgeen ook zijn weerslag had in de media. Met de wind van Seattle en andere topprotesten als Genua in de zeilen, kregen radicalere groepen in Nederland plotseling meer ruimte. Politici en deskundologen die elkaar jarenlang op plekken als De Balie of de Rode Hoed de bal hadden zitten toespelen, moesten ineens tandenknarsend accepteren dat actievoerders ook weer gingen meepraten en de steun van een groot deel van het publiek hadden.

Achteraf bezien kun je concluderen dat deze periode maar kort duurde. Daarna herstelden de verraste reguliere politieke krachten de oude rust en orde weer. Natuurlijk waren daar ook de aanslagen van de 11e september (2001) en de daaropvolgende mondiale terreur-angst/oorlog, die de atmosfeer flink deed veranderen. Sterke bewegingen hadden dat echter wel kunnen opvangen. In Nederland zijn we grotendeels terug bij af beland.

Permanente structuren

Er werden wel pogingen gedaan om conferenties te organiseren en permanentere structuren te ontwikkelen. Zo werd er tot twee keer toe een bijeenkomst georganiseerd onder de titel ‘De Wereld is Niet te Koop’ waar zo’n beetje alle linkse groepen die op dat moment actief waren aan deelnamen. De eerste was in juni 2001 (4) in de Koppenhinksteeg in Leiden. Na de geslaagde mobilisatie voor de EU-top in Brussel werd – voornamelijk door de marxistische splinterpartijtjes die wel brood zagen in de opbloeiende beweging – geprobeerd de gelegenheidscoalitie D-14 permanent te maken. Maar daar deden de meeste actiegroepen niet aan mee, mede doordat ze slechte ervaringen hadden gehad tijdens de twee conferenties. Met name de Internationale Socialisten lagen slecht, omdat deze tegen de afspraken in door bleven gaan met platte propaganda bedrijven en continu leden proberen te werven. De coalitie De Wereld is Niet te Koop bloedde dan ook al snel dood.

Een tweede poging tot het vormen van een soort overkoepelende structuur, vond plaats onder de paraplu van het Sociaal Forum. In navolging van de succesvolle wereldvariant in Porto Alegre, kwam ook in Nederland een opmerkelijk breed spectrum bijeen om een lokale variant op te zetten. Het eerste Nederlandse Sociale Forum (NSF) werd in november 2004 in de Beurs van Berlage in Amsterdam gehouden en trok zo’n 1000 bezoekers. Een tweede variant vond twee jaar later in Nijmegen plaats (met 3000 bezoekers, popfans op het gratis optreden van de band Zuco 103 meegeteld). Na een ’top van onderop’ in 2007 aan de vooravond van de Rostock-G8-top in Amsterdam was de lucht er uit en besloot de overgebleven stuurgroep de boel ‘in de slaapstand’ te zetten. Het NSF was vanaf het begin een moeizaam gebeuren, mede doordat de deelnemende (en vooral: betalende) grote ngo’s en delen van de FNV er een ouderwets en veel te duur polderproject van maakten. Dat vertaalde zich ook naar de invulling van de forums die voor een deel allerminst kritisch of radicaal was, maar eerder systeemondersteunend (5).

Geen doorbraak media

Bijkomend probleem in de Nederlandse situatie is het volledig ontbreken van gedegen linkse mainstream media. De berichtgeving over kwesties die met economie en globalisering te maken hebben, is werkelijk belabberd geworden. Was er even een doorbraak in het begin van het millennium na Seattle, toen meer kritische geluiden de media binnen wisten te dringen, dan werd ook dit al snel weer hersteld. Opvallend is dat met name media die een progressieve geschiedenis hadden, zoals dagblad de Volkskrant of weekblad De Groene Amsterdammer (6), of de voormalige socialistische tak van de omroepen, zich hebben gestort op het aanprijzen van vrijhandel en de heersende economische instellingen en het schamper doen over activisten. Het is natuurlijk sowieso een probleem dat de economische ellende waar de globaliseringsactivisten tegen strijden, voor een groot deel gedragen en uitgevent worden door (zoals het tijdschrift Turbulence dat noemt) ‘neoliberaal links’ (7). Dat zijn niet alleen de sociaaldemocratische partijen, maar ook de ontwikkelingsngo’s en vakbeweging en dat vertaalt zich ook in de media waar zij invloed op hebben. Het aan de ontwikkelingsngo’s gelieerde maandblad OnzeWereld zat aan het begin van de ‘Seattle-golf’ even op het spoor van de globaliseringsbeweging, maar heeft dat al snel weer verlaten voor een mix van ‘happy’ en hervormingsstrategie, of het onomwonden aanprijzen van multinationals als de oplossing (8). De nieuwe omroep Llink heeft een groot aantal belangrijke documentaires vertoond en bood op de radio af en toe wel ruimte voor acties en radicalere analyses.

happy

Maar voor zover de reguliere media goedwillend ingaan op politieke acties, komen ze voor het overgrote deel uit in de ‘happy’ hoek. Het ‘praktisch (of happy) idealisme’ heeft in Nederland duidelijk op grote schaal school gemaakt en wordt veelal als leitmotiv gebruikt voor ‘hoe het ook kan’. Kenmerkend daarbij is dat systeemkritiek (of eigenlijk kritiek überhaupt) uit den boze is en dat je ook binnen het systeem zoveel goede dingen kunt doen, met de impliciete boodschap dat dat ook wel genoeg is en in ieder geval veel beter dan het ‘negatieve’ en gewelddadige actievoeren van de radicalen. Ook veel voormalige linkse organisaties die onder invloed van subsidies zijn geprofessionaliseerd, zijn die kant op bewogen. Het levert een treurig palet op waar geen strategie meer bestaat en niet meer ingezet wordt op structurele verandering en het alleen nog gaat om af en toe ‘wat goeds te doen’, bijvoorbeeld in samenwerking met een of andere multinational. stoere vrouwenEen mooi voorbeeld zijn de Stoere Vrouwen (9) die in een soort guerrilla-outfit gaan shoppen maar dan alleen ‘fair’ en duurzaam kopen. In een radio-interview vertelden ze eens trots dat ze de hele Kalverstraat gedaan hadden, waarbij het probleem was dat ze niets fairs konden vinden, alleen wat chocola. Het is sowieso opvallend hoeveel consumentacties op chocola gericht zijn. In ieder geval is de boodschap duidelijk: shoppen is op zich geen probleem, het is juist goed, maar probeer af en toe wel ook een wat ‘eerlijk’ in het mandje te doen

In het kielzog van deze golf van positivisme zijn ook nieuwe ngo’s ontstaan, die – in tegenstelling tot de meeste actiegroepen – kunnen rekenen op flinke subsidies en inmiddels tientallen mensen betaald in dienst hebben. Fair Food, Coolpolitics, globalicious… Naast coolklinkende Engelstalige namen, hebben ze gemeen dat ze vinden dat je binnen en met het heersende systeem prima kunt werken, en dat links-rechts-gedoe ouderwets is. Zo hijst coolpolitics (sponsor: Hivos, stichting Doen) bij voorkeur een politicus als Frits Bolkestein op het podium en denkt daarmee iets heel revolutionairs te hebben gedaan. Fair Food (Icco, Ncdo, Cordaid, Oxfam/novib) geeft een soort  koopadviezen voor consumenten in supermarkten en aarzelt daarbij niet om multinationals als Chiquita en Unilver ‘goed’ te verklaren. Eigenlijk zijn deze nieuwe ‘onideologische’ en ‘praktische’ ngo’s de echte winnaars van de Seattle-golf in Nederland. Zij hebben er in ieder geval een goedbetaalde baan uit gesleept.

Wilde wanorde

De radicalere kant heeft geen goed antwoord gevonden op deze ontwikkelingen, en wilde dat gedeeltelijk ook helemaal niet. Kenmerkend voor de radicalere buitenparlementaire sector in Nederland is dat ze al snel wars zijn van het opbouwen van grotere structuren en ideologische discussies daarover. Bovendien was vanaf het begin het thema globalisering besmet verklaard door enkele scherpslijpers binnen de beweging, hetgeen natuurlijk niet bepaald stimuleerde tot deelname. Veel grassroots-organisaties zijn ook onstabiel, of haken onverwacht af na eerste ergens een leidende rol te hebben gespeeld. Het resultaat is dat er een lappendeken van actiegroepjes is die meestal elk op zijn eigen thema actief is, en weinig overleg daartussen. Er gebeurt dus wel van alles, maar zonder uitzicht op structurele opbouw en vaak moeilijk toegankelijk voor ‘buitenstaanders’. Twee pogingen tot het vinden van een soort tussenvariant waren een Nederlandse variant van het internationale dissent-netwerk tijdens de G8-toppen in Gleneagles en Rostock, en het jaarlijkse 2.dh5-festival. Dissent werd weer opgerold na de Rostock-top, na uitgebreide evaluatie waaruit bleek dat de meeste groepjes die aan de G8-protesten deelgenomen hebben, weinig trek hadden in zo’n extra investering. Van 2.dh5 is elk jaar onzeker of er een nieuwe versie van georganiseerd zal worden. Natuurlijk bestaat er nog veel meer, zoals de jaarlijkse Pinksterlanddagen in Appelscha, of het nu opbloeiende ‘Doorbraak‘, de SAP met z’n nieuwe conferentiecentrum, veel goede onderzoeken door ngo’s als somo of CEO, et cetera. Maar wie het vergelijkt met de onstuimige eruptie van zo’n 10 jaar geleden en het gemak waarbij toen plotseling massale campagnes mogelijk waren, kan moeilijk erg optimistisch worden.

Beter dan jaren negentig

Ondertussen is er in vergelijking met de jaren negentig ook veel ten goede veranderd. Vooral internationaal, waar activisten in Nederland dan graag op meeliften, maar zelfs ook hier. Met de alleenheerschappij van de nazaten van Thatcher en Reagan, die het einde van de geschiedenis dachten te vieren en verklaarden dat er geen enkel alternatief was, werd in ieder geval korte metten gemaakt. Daar heeft de financiële crisis uiteraard nog een flinke portie bij geholpen. Het woord (anti-)kapitalisme valt bijvoorbeeld weer af en toe te beluisteren, zelfs bij reguliere media. Het feit dat het na het uitbreken van de crisis echter grotendeels stil bleef aan alternatieve zijde, en niet alleen in Nederland, geeft aan hoe zwak die ‘beweging’ geworden is.

—————
noten
1) Link naar top 100 radio 1
2) Zie het zwartboek (pdf) met een uitgebreid verslag van de gebeurtenissen:
3) Eerder overzicht anti-EU-beweging in Nederland
4) Zie beschrijving in grenzeloos.
5) In het in 2010 verschijnende boek Learning from the Ground Up: Global perspectives on knowledge production and social movements (Edited by Aziz Choudry and Dip Kapoor. New York: Palgrave MacMillan) staat een hoofdstuk over de wederwaardigheden van de Nederlandse en Europese Sociale Formums
6) Een typisch leukig commentaar uit De Groene (30-09-2009) over acties tijdens de G20-top in Pittsburgh: “Ook vermakelijk waren beelden van de ‘rellen’ in Pittsburgh, die er vooral uit bestonden dat opgefokte oproerpolitie door een dichte haag verslaggevers werd belaagd.” In werkelijkeid waren er duizenden demonstranten die op alle mogelijke manieren door politie belaagd werden.
7) Zie ‘Life in Limbo?
8) Ontwikkelingsorganisaties liggen zwaar onder vuur omdat ze hun pretenties van het toewerken naar een eerlijker wereld niet hebben kunnen waarmaken. Inplaats van zich te verdedigen met een ‘linksere koers’ en uit te leggen dat het kapitalistische systeem inderdaad voor onoverkomelijke problemen zorgt waar je met wat ontwikkelingshulp weinig aan kunt veranderen, gebeurde precies het omgekeerde. Het afgelopen jaar zijn er een aantal verbazende conferenties geweest waarin ze aankondigden hun heil te gaan zoeken bij de heersende economische krachten en met name in samenwerking bij multinationals. Zie oa hier.
Ook
9) stoerevrouwen.nl Of zoals de Viva (10-01-2009) het in een reportage over de groep schreef: :”Shoppen is heerlijk, maar doe het als het even kan wel milieuvriendelijk”, De Stoere Vrouwen krijgen subsidie van ICCO, WWF en kledinginzamelaar KICI

Andere opmerkelijke gebeurtenissen die eigenlijk een plek in dit overzicht hadden horen te krijgen:
De ‘Leidse’ Europese vergadering van het PGA-netwerk in 2002.
Twee reusachtige demonstraties tegen de oorlog tegen Irak: oktober 2002 en 15 februari 2003 (beide keren naar schatting 70.000 mensen)