Het halfvolle glas van Occupy
Sinds 15 oktober zijn media in de ban van het occupy-gebeuren, dat op talloze plekken op aarde mensen weet te verenigen om kritiek te uiten op het heersende economische systeem. In veel gevallen gaat het ook verder dan kritiek en ondernemen mensen directe actie. Het bezetten van pleinen vond massaal navolging nadat het eerst in mei 2011 in Spanje van de Arabische opstandelingen was gekopieerd, en vervolgens op 17 september bij Wall Street in New York.(uit de nieuwe uitgave van de krant klasse!)
Op 15 oktober kwamen de Europese en de Noord-Amerikaanse bewegingen bij elkaar en werd er onder het motto ‘occupy everything’ wereldwijd actie gevoerd. Op het Amsterdamse Beursplein kwamen zo’n 2000 mensen bijeen en ontstond maandenlang een permanent kamp. Honderden van dergelijke kampen ontstonden, waarvan een tiental in Nederland. Ze werden veelal weggelachen en kregen al snel een lawine van kritiek over zich heen omdat er van alles en nog wat verkeerd aan zou zijn.
Hoon en smaad voor occupy
De occupyers werden van alle kanten aangevallen, onder andere omdat ze vaag en verward zouden zijn en niet zouden weten wat ze willen of eisen. Er zijn ook genoeg redenen voor kritiek. De vraag is echter of de ‘beweging’ alweer afgeschreven zou moeten worden. Want waar vind je dan wel een ontwikkeling die in staat is om de heersende economie te bestrijden en er wat beters voor in de plaats te zetten?
De kritiek op occupy beslaat grofweg twee gebieden. Er zijn natuurlijk talloze betweters die vinden dat ze naïef zijn, niets van economie af zouden weten en vooral: zelf geen alternatief zouden hebben. Er zwerft inderdaad van alles tussen de geluiden die occupy vormen, waaronder tenenkrommende complotgedachtes en rechtse of Stalinistische ideeën. Een overgroot deel van de mensen weet daarentegen heel goed wat er aan de hand is, en opvallend veel van hen bestempelen zichzelf als anti-kapitalist.
De kroon op het gebied van ‘ideologische kritiek’ werd in Nederland misschien wel gespannen door de zelfbenoemde publicist Marco Visser, vroeger bekend van het zweversblad Ode. In een ingezonden stuk in NRC betitelt hij occupy eerst als ‘de lieveling van de gevestigde orde’. Vervolgens onthult hij zelf een groot aanhanger van het heersende kapitalistische systeem te zijn, waar hij echter zelf weer weinig van begrijpt (het zou opgekomen zijn ‘doordat zittende machthebbers er niet in slaagden het tegen te houden’). Volgens Visser zou dit systeem dan ook niet tegengewerkt moeten worden (laat staan met ‘modern geneuzel over grenzen aan de groei’) maar zou er ‘een systeem bedacht moeten worden dat nóg beter is dan het kapitalisme’. Dergelijke lariekoek is kenmerkend, al blijft het de vraag waarom zo’n krant zoiets afdrukt.
De tweede stroming negatieve meningen gaat over de strategie. Ook daar is vaak geen klare lijn te onderscheiden. Het lijkt er vaak op dat er van alles en nog wat geprobeerd wordt, en er overheerst vaak een hippieachtige houding die confrontaties uit de weg wil gaan. Dat kan, zoals in de Amsterdamse situatie, zelfs doorslaan in het structureel verdedigen van het ‘wettig gezag’. Daar staat tegenover dat het niet altijd zinnig is – en zeker niet effectief – om je op te laten jutten door confrontaties met de politie. Dat spel werd bijvoorbeeld bij Zucotti Park, het ‘plein’ van Occupy Wallstreet vakkundig gespeeld door de demonstranten. Zij trapten niet in hevige provocaties door de politie, zoals het zonder aanleiding met pepperspray aanvallen van volkomen vreedzame demonstranten. En ze waren vervolgens ook in staat om massale demonstraties en bezettingen uit te voeren, en een inspirerend spervuur aan kleinere acties te ontketenen.
Maar ook lauweren en wierook
Tegenover alle kritiek staat ook een minstens even grote lading aan positieve woorden en daden. Allerlei progressieve academici en kunstenaars hebben op de pleinen opgetreden en zijn in het geweer gekomen voor de occupy-beweging. Dit is vooral in de VS het geval, waar de beweging zich misschien ook steviger ontwikkeld en gemanifesteerd heeft. Hieronder staan een paar voorbeelden daarvan. Uiteindelijk is het een klein wonder dat vanuit het ogenschijnlijke niets, in ieder geval niet vanuit gevestigde organisaties en ngo’s, een tsunami aan actie is ontstaan die ook nog eens intens internationaal verbonden is. Over de hele wereld hebben mensen een ingang gevonden naar een praktijk van zelforganisatie. Wie had verwacht dat de methodes die we tien jaar geleden alleen bij de activisten van de globaliseringsbeweging zagen, zoals massale vergaderingen met consensus besluitvorming en gebarentaal, blokkades en bezettingen, ineens mainstream zouden zijn? Waar het nu om gaat is deze kansen te benutten om inhoudelijk en strategisch vooruit te komen en verder te ontwikkelen. Zoals met alles, zal dat alleen gebeuren als je daar zelf wat aan doet, niemand gaat het voor jou doen.
——————————————–
Noam Chomsky, speech bij Occupy Boston
(flarden, de gehele toespraak is op globalinfo.nl terug te vinden)
Het is spijtig dat Howard Zinn (eminente linkse historicus die in 2010 overleed, klasse!) die er niet meer is om deel te nemen aan deze beweging, en haar te inspireren. Het was de droom van zijn leven en zijn werk ligt aan de basis ervan. Een overwinning komt nooit zomaar aanwaaien, en alleen als de bijeenkomsten, en de verbonden die nu worden gesmeed, volgehouden kunnen worden over een lange en zware periode die voor ons ligt, dan zouden de Occupy-protesten een keerpunt kunnen vormen in de Amerikaanse geschiedenis.
Nooit eerder zag ik iets dat qua omvang en karakter vergelijkbaar is met de Occupy-beweging, in de VS noch elders in de wereld. De Occupy-voorposten proberen coöperatieve gemeenschappen op te zetten die heel goed de basis zouden kunnen vormen voor de organisaties die nodig zijn om de recente klappen, en de hindernissen en tegenslagen die voor ons liggen, te overwinnen.
De jaren 70 betekenden een keerpunt voor de VS. Sinds het ontstaan van de VS ontwikkelde de samenleving zich, niet altijd op fraaie wijze, maar in het algemeen gericht op industrialisering en rijkdom. Ik ben net oud genoeg om me de ‘Grote Depressie’ te herinneren. In de jaren 30 was het leven veel zwaarder dan tegenwoordig, maar er heerste een vertrouwen dat het beter zou worden. Een radicale arbeidersbeweging organiseerde bedrijfsbezettingen, slechts één stap verwijderd van het overnemen en zelf besturen. Deze druk leidde tot de New Deal. Er was hoop.
Tegenwoordig overheerst het gevoel van hopeloosheid, zelfs wanhoop. In de jaren dertig had men de hoop dat er weer werk zou komen. Als je nu je baan kwijtraakt, kan dat betekenen voor altijd, dankzij het huidige beleid. De omslag vond plaats in de jaren 70, toen productie steeds meer werd overgeheveld naar andere landen en de financiële sector steeds prominenter werd, met politici die steeds afhankelijker werden van het grote geld. Als tegenprestatie werd Wall Street beloond: deregulering en belastingverlaging. Ineenstorting werd onvermijdelijk. In 2008 schoot de regering wederom Wall Street te hulp, met bedrijven die ‘too big to fail’ en leiders die ‘too big to jail’ waren.
De historische omslag van hoop naar wanhoop tekent de tendensen die misschien wel onomkeerbaar zullen zijn. Het is voor het eerst met de Occupy-protesten dat deze dynamiek veranderd kan worden. Een grote, actieve basis in de bevolking is cruciaal. Het is noodzakelijk om naar buiten te treden, zodat mensen begrijpen waar Occupy om draait – wat de mensen zelf kunnen doen, en wat de gevolgen zijn van niets doen. Dat vereist vorming en activisme. Vorming betekent niet aan mensen vertellen wat ze moeten geloven – het betekent van hen leren, en met hen leren.
(Lees de hele toespraak op www.globalinfo.nl)
——————————————————————-
Anarchistische wortels
Antropoloog David Graeber beschrijft op de website van Al Jazeera ‘De Anarchistische wortels van Occupy’
“Hoe kan je iets bereiken als je weigert een leiderschapsstructuur op te zetten of een praktische eisenbundel op te stellen? En wat is al die anarchistische nonsens – consensus, de opgestoken vingers? Besef je niet dat al die radicale praat de mensen zal afschrikken? Met dit soort dingen zullen jullie nooit in staat zijn de gewone Amerikanen te bereiken!”
Indien men een plakboek zou samenstellen van de slechtste raadgevingen ooit, dan zou dit soort van opmerkingen een ereplaats innemen. Want, laten we wel wezen, sinds de financiële crash van 2007, zijn er tientallen pogingen geweest om een nationale beweging tegen de plunderingen van de financiële elites op te starten die de zaken aanpakten zoals deze journalisten aanbevelen. Al deze pogingen faalden. Het was pas op twee augustus, toen een kleine groep van anarchisten en andere antiautoritairen opdoken op een meeting van één van die groepen en iedereen overhaalden om de geplande mars en bijeenkomst te verlaten en een echte democratische vergadering, op basis van in wezen anarchistische principes, te organiseren, dat de weg vrij was gemaakt voor een beweging die Amerikanen van Portland tot Tuscaloosa wilden omarmen.
(Zie gehele vertaalde stuk hier)
—————————-
Chris Hedges
de Amerikaanse schrijver en journalist Chris Hedges gaat het verst in het prijzen van ‘occupy’ en noemt ze ‘de beweging die het systeem op de knieën zou kunnen dwingen’. Volgens Hedges is dat hard nodig omdat ‘de bedrijven een staatsgreep hebben gepleegd’ en wij een met de huidige economie een koers van ‘onherroepelijke zelfvernietiging’ ingeslagen zijn.
www.globalinfo.nl/Achtergrond/twee-keer-chris-hedges-over-occupy.html
Voor verzamelde artikels en veel links over occupy zie https://www.globalinfo.nl/tag/occupyeverything/
———————–