Ga naar de inhoud

CETA: Wat NU? -(3): Burghard Ilge bij HaagseMug

Hieronder vind je een verslag van een interview met Burghard Ilge over CETA. Het interview vond plaats op 27 september 2016 tijdens een HaagseMug-avond over dit nieuwe handels- en investeringsakkoord tussen de EU en Canada. Het programma van deze avond en achtergrondinformatie over CETA vind je hier: haagsemug.nl

25 min leestijd

Burghard Ilge is senior beleidsmedewerker bij Both Ends en deskundige op het gebied van internationale handels- en investeringsverdragen. Hij maakte een paar keer als NGO-vertegenwoordiger deel uit van de Nederlandse regeringsdelegaties bij besprekingen van de Wereldhandelsorganisatie WTO. Het interview ging onder meer over de vraag wat een handels- en investeringsverdrag is en hoe het zit met de wereldwijde ontwikkelingen op dit gebied. Maar ook over de achtergronden van CETA, de mogelijke gevolgen ervan, het politieke proces en het verzet in Europa ertegen. Als laatste ging het over het besluitvormingsproces op dit moment en de demonstratie op 22 oktober in Amsterdam. (Verslag en [opmerkingen/weblinks] door Haagse Mug)

In zijn inleiding vertelde Burghard Ilge dat Bothends is opgericht om met name milieubewegingen in ontwikkelingslanden en voormalige Oostbloklanden te ondersteunen. Het is daarbij zijn taak om te kijken naar milieuverdragen en naar internationale handels- en investeringsverdragen.

HaagseMug (HM): Wat is het belangrijkste verschil tussen dat soort verdragen?

Burghard Ilge (BI): Zowel milieuverdragen als internationale handels- en investeringsverdragen hebben gevolgen voor duurzaamheid. Daarbij hebben handels- en investeringsverdragen grote gevolgen voor wet- en regelgeving over duurzaamheid in de genoemde landen en voor de verschillende bevolkingsgroepen aldaar. Dat kan positief uitpakken, maar meestal pakte het negatief uit.

Een ander groot verschil: bij milieuverdragen gaat het vaak om afspraken tussen staten maar zijn er geen sanctiemogelijkheden. Als een land zich bijvoorbeeld niet houdt aan de afspraken van Kyoto kan daartegen slechts worden geprotesteerd. Bij handels- en investeringsverdragen is er vaak een mechanisme voor geschillenbeslechting dat onderzoek mogelijk maakt om te zien of een land de afspraken heeft geschonden. In dat geval kunnen sancties volgen.

Bij de internationale handel bestaan dergelijke mechanismen al, zoals bij de verdragen van de WTO, de Wereldhandelsorganisatie [Wat is de WTO?], die in 1994 is opgericht. De EU verloor een paar keer een WTO-geschil; één keer over GMOs en één keer over hormoonvlees. Als sanctie voor het tegenhouden van GMOs en hormoonvlees aan de Europese grenzen mochten de ´geschade´ uitvoerlanden (zoals Canada) (hogere) invoerheffingen opleggen voor bepaalde Europese producten. Dat was bedoeld als compensatie voor ´niet-geïnde marktopbrengsten´. Met Canada is later achter gesloten deuren een alternatieve deal gesloten, waarbij is overeengekomen dat de EU méér Canadees rundvlees toelaat in ruil voor het weer verlagen van de invoerheffingen van Europese producten.

Voor buitenlandse investeringen zijn er de zogenaamde Investering Bevorderings Overeenkomsten (IBOs – BITs in het Engels), ter bescheming van investeerders. Hierin zijn de rechten voor investeerders opgenomen. Als die rechten worden geschonden, kan de investeerder een schadeclaim indienen via het geschillenbeslechtingsmechanisme, het Investor-to-State Dispute Settlement mechanism (ISDS).

Wereldwijd is er dus een grote onevenwichtigheid tussen regelingen voor sociale rechten (zoals de ILO, verdrag tegen kinderarbeid), milieubelangen en economische rechten. Economische verdragen hebben tanden, maar sociale en milieuverdragen hebben die niet. Bothends vindt dat er in economische verdragen voldoende rekening moet worden gehouden met sociale rechten en milieubelangen.  

HM: De CETA-onderhandelingen tussen EU en Canada zijn nu afgrond en de TTIP-onderhandelingen tussen EU en VS zijn tijdelijk gestopt. Ik heb begrepen dat beide verdragen qua inhoud en werking vergelijkbaar zijn. Wat is het grote verschil tussen enerzijds CETA en TTIP en anderzijds de ´gewone´ handelsverdragen en investeringsverdragen?
 
BI: Even een stapje terug om aan te geven hoe het allemaal is begonnen. Eind 2007 werd het verdrag van Lissabon door de EU goedgekeurd [Van grondwet naar verdrag van Lissabon – Hoe democratisch Europa werkelijk is] Daardoor is de besluitvorming over bepaalde dossiers van de lidstaten overgegaan naar de EU. Eén daarvan is investeringen. Er was ook een nieuw Europees beleid voor investeringen ontwikkeld en twee jaar later kreeg de Europese Commissie het mandaat om te gaan onderhandelen met drie landen – India, Singapore en Canada – over nieuwe vrijhandelsakkoorden. In het mandaat voor die onderhandelingen was investeringsbescherming opgenomen. Die onderhandelingen begonnen rond 2007. Als eerste was er een akkoord met Singapore, daarna met Canada. De onderhandelingen met India liggen inmiddels stil en het is niet duidelijk hoe en wanneer die worden afgerond.

Publieksreactie: Ik las in de krant dat het handelsverdrag met India is opgeheven.

BI: Dat klopt dus niet. Ze zullen zeker doorgaan met onderhandelen, maar op dit moment hebben ze het gevoel dat dat niet veel oplevert.Dus het nieuwe model voor alle toekomstige akkoorden is getoetst aan de hand van deze drie onderhandelingsrondes. In 2013 is besloten dat de EU ook een verdrag met de VS wil op basis van datzelfde model. Dat is TTIP. De tweede informatiebijeenkomst over TTIP in Nederland waar dit al ter sprake kwam was ook georganiseerd door de Haagse Mug [op 21 januari 2014 en ook op 2 december 2014; zie www.haagsemug.nl]

Bij dit verdragsmodel gaat ten eerste om liberalisering van handel in goederen door het afbreken van tariefmuren (´vrije´ handel van goederen, geen heffingen meer aan de grenzen). Ten tweede gaat het om liberalisering van handel in diensten. Denk daarbij aan het hier vestigen van of overnemen van ziekenhuizen, banken, supermarkten, hotels, privéscholen en dergelijke door buitenlandse bedrijven. Een derde onderdeel is marktopening van overheidsaanbestedingen. In Europa besteden overheden jaarlijks 1700 miljard dollar via contracten. Daarbij gaat het ook om aanbestedingen door gemeenten en door instellingen zoals ziekenhuizen en universiteiten als die onder de overheid vallen. Bij elkaar is een redelijk groot deel van de economie dat met belastinggeld wordt betaald. Een vierde onderdeel van TTIP/CETA is de (verdere) liberalisering intellectueel eigendomsrecht zoals patenten en copyright. En een vijfde onderdeel betreft investeringen door buitenlandse bedrijven. Dat gaat enerzijds over het recht op investeren, anderzijds over het beschermingsrecht voor zulke investeringen. Dat laatste moet voorkomen dat een overheid bijvoorbeeld na de bouw van een stuwdam ten behoeve van stroomopwekking zegt: ´Bedankt voor de bouw, maar nu wegwezen, we nemen de boel nu over´.

Dit alles is uit het CETA overgenomen door de TTIP-onderhandelaars. Er werden pas vragen gesteld toen bekend werd dat de VS betrokken is bij de TTIP-onderhandelingen. Dat leverde veel klachten op met name over het investeringshoofdstuk en de Europese Commissie zag zich gedwongen om het onderhandelingsvoorstel aan te passen. Bij CETA was het investeringshoofdstuk in feite al klaar, maar moest het ook worden aangepast onder druk van maatschappelijke organisaties en politiek.

HM: Investeringshoofstukken zijn lange tijd een heikel punt geweest binnen internationale handelsbesprekingen. Eind jaren 80 probeerde de club van rijke landen, de OESO, al om het zogenaamde Multilateral Agreement on Investments in te voeren met de bedoeling om dit daarna wereldwijd aan de ontwikkelingslanden op te leggen. Dankzij verzet binnen en buiten de OESO en dankzij activistencampagnes is dat niet gelukt. Uiteindelijk komt het na tal van tussenstappen in deze vorm terug. We hebben het in elk geval een beetje helpen vertragen.

Een andere vraag is: aan welke algemene principes moeten WTO-verdragen voldoen?

BI: CETA en TTIP moeten ook aan de regels van de Wereldhandelsorganisatie voldoen [Principles of the trading system]. Deze WTO is eind 1994 opgericht. Volgens de Most Favourite Nation-regel van de WTO mag een land geen voorkeursbehandeling geven aan een willekeurig ander land dat lid is van de WTO. Dus elke nieuwe marktopening of tariefverlaging voor een bepaald product of dienst moet gelden voor alle WTO-lidstaten. Een uitzondering op deze regel van ´gelijke behandeling´ geldt voor een groep landen (hier de VS en de EU; en Canada en de EU) die onderling praktisch alle handelsbarrières willen opruimen, zoals bij TTIP en CETA het geval is. [Exceptions to WTO Rules].

Een voorbeeld: Via CETA krijgt de Canadese zuivelsector volledige toegang tot de Europese agrarische markt, want alle invoerheffingen zullen verdwijnen. Door andere regels voor de melkveehouderij in Canada (bijvoorbeeld op gebied van milieu en diergezondheid) kunnen de boeren daar veel goedkoper produceren dan hier. De Europese boeren maken zich daarom veel zorgen over de gevolgen die CETA voor hen zal hebben.

Een andere WTO-regel is die van de Nationale Behandeling. Je mag niet ´discrimineren´ naar herkomst van een product of dienst. Door de grotere concurrentiekracht van de Amerikaanse landbouwsector is de kans groot dat de Europese helemaal uit de markt te wordt gedrukt en verdwijnt. Dat kan betekenen dat veel boerenbedrijven hier moeten sluiten of dat de landbouwmethoden, schaalgrootte en regels uit de VS hier gaan domineren.

Publieksreactie: Iets soortgelijks is toch al eerder gebeurd met ontwikkelingslanden?

BI: Ja, maar dat was na economische hervormingen onder druk van Wereldbank en IMF. Die zeiden dat het voor die landen beter zou zijn om zuivel en andere producten uit het Westen in te voeren in plaats van die zelf te blijven of te gaan produceren.

HM: Betekent de Nationale Behandelingsregel van de WTO dat je geen beleid mag invoeren die alleen de Europese, nationale of Haagse economie en bevolking ten goede komt? Bijvoorbeeld door te eisen dat een deel van de werkgelegenheid lokaal ingevuld wordt.
 
BI: Ja, onder CETA zijn zogenaamde Performance Requirements verboden [Performance Requirements in Investment Treaties]. Dat zijn eisen aan een buitenlandse investeerder om die binnen te laten. Een paar voorbeelden:
– Een ontwikkelingsland met veel bos wil een papierindustrie beginnen en nodigt een buitenlands bedrijf uit om een fabriek op te zetten. Dit land mag echter niet de voorwaarde stellen dat een bepaald deel van dat hout in eigen land wordt gebruikt voor de papierproductie om te voorkomen dat al het gekapte hout wordt geëxporteerd.
– Een land dat een eigen automobielindustrie wil opbouwen, mag niet eisen van een buitenlandse investeerder dat een bepaald deel van de werkgelegenheid wordt ingevuld door arbeiders uit het eigen land.

Maar het is ook verboden om ´discriminierende´ subsidies te verstrekken. Voorbeeld India, dat een eigen zonnepanelenindustrie wil opzetten. Om dat te stimuleren stelde de overheid een subsidieregeling in voor productie en verkoop van panelen in India. De VS klaagde hierover bij de WTO. De VS vond dat als India goedkope zonnepanelen wil, dat die subsidie dan ook open moet staan voor aankoop van goedkope panelen uit de VS. Het kader: nu de olieproductie wereldwijd afneemt, proberen veel landen te voorkomen dat ze in de toekomst (weer) afhankelijk worden van de leveranciers van renewable energie door dit soort industrieën zelf op te zetten. Maar deze pogingen worden bemoeilijkt of geblokkeerd door de WTO-regels (TRIMS-agreement).

HM: Op dit moment zijn groepen landen bezig met onderhandelingen over belangrijke handels- en investeringsverdragen (CETA, TTIP en TPP (tussen VS en Pacifische landen)) en over de liberalisering en privatisering van alle dienstverlening (TiSA). Klopt mijn indruk dat die verdragen na goedkeuring zullen worden opgelegd aan alle andere landen en dat ze daarmee een geheel nieuwe besluitvormingslaag gaan vormen die uitgaat bóven de WTO?

BI: Ja. In 2005 ontstond er een crisis in het multilaterale handelssysteem. Er was toen veel weerstand van ontwikkelingslanden tegen de pogingen van landen als VS, EU, Canada en Japan om te bepalen hoe het verder zou gaan met de WTO. Het verzet richtte zich onder meer tegen de grote druk die zij uitoefenden om een investeringsakkoord in de WTO op te laten nemen. Door deze weerstand besloot de EU een plan B te ontwikkelen door via een omweg toch te komen tot investeringsakkoorden. Op basis van een nieuw handelsbeleid – ¨GlobalEurope, Competing in the World¨ geheten – begon de EU met een groot aantal landen of regio´s te onderhandelen over zg. International Investment Agreements (IIAs) [Een website die dat allemaal bijhoudt is Bilaterals].

Ook de onderhandelingen over dienstenliberalisering binnen de WTO liepen niet goed. Als alternatief besloot een groep van zo´n 50 rijkere landen (zoals de VS, Japan en de EU) samen te onderhandelen over een apart akkoord, het Trade in Services Agreement (TiSA). TiSA moet in december klaar zijn voor ondertekening. Het is de bedoeling van de initiatiefnemers om alle andere WTO-lidstaten (met voorop China, India, Brazilië, Zuid-Afrika, Rusland) te dwingen deze regels ook te aanvaarden zodat TiSA tot een nieuwe wereldwijde standaard wordt.

Door in kleinere groepen onderling een akkoord uit te werken, voorkomen de ontwikkelde landen dat andere landen dwarsliggen of het proces vertragen.

HM: De volgende vraag gaat over aspecten en mechanismen van CETA zoals ik die ben tegengekomen. Kun je daar in het kort wat over uitleggen? Die aspecten zijn:
– afbraak van grenstarieven (NB probleem voor landbouw);
– geschillentribunaal (ISDS, ICS);
– negatieve lijst (sectoren die worden uitgezonderd van liberalisering);
– door ministers bedongen uitzonderingen (maar zijn ze wel houdbaar??);
– regelgevende samenwerking (bedrijven krijgen veel invloed op het schrijven van wetsvoorstellen op alle bestuurlijke nivo´s en bij het bepalen van de houdbaarheid van bestaande wet- en regelgeving) [zie bijvoorbeeld de analyse van de Amerikaanse organisatie IATP over een soortgelijk mechanisme in het TPP: How TPP and trade agreements undermine the Paris climate agreement];
– en CETA als ´levend´ verdrag.
 
BI: Als eerste de volledige liberalisering van handel in goederen: dat betekent niet alleen het weghalen van tariefmuren, maar ook van ´andere barriéres´, de zogenaamde handelsbelemmerende maatregelen. Bij dat laatste gaat het bijvoorbeeld om standaards die gelden voor een productieproces of voor de veiligheid van een product. Ze vormen veelal een belangrijke rem voor de vrijhandel. Het kan gaan om relatief kleine verschillen in crashtests voor nieuwe autos met als vraag moeten er naar boven of beneden ´geharmoniseerd´ worden (te lage veiligheidsstandaards verhogen of te hoge standaards verlagen) [of mag de industrie uitgaan van ´wederzijdse erkenning´ van elkaars verschillende normen?].

Ander voorbeeld: Canada staat de productie van GMOs in de voedselketen toe [How GMOs are defended by distorting the facts], maar in de EU mag dat maar heel beperkt. Er ontstaat via CETA een druk op de EU om GMOs te gaan accepteren.Dan is er nog de chloorkip-dip zaak: anders dan in de EU zijn er in Canada geen hygiënestandaards voor elke afzonderlijke productiestap in de vleesverwerking. Canada gaat er van uit dat het onderdompelen van vlees in een desinfecterende vloeistof voldoende is om alle bacterién en ziektekiemen te doden (net voordat het vlees wordt verpakt). Dit is strijdig met de ketenbenadering die de EU voorstaat, die wil voorkomen dat tijdens het proces van vleesverwerking besmetting optreedt. Achteraf kun je wellicht niet alle bacteriën opsporen en verwijderen. Chloordeeltjes in het vlees kun je verwijderen door verhitting voor het eten, maar het belangrijkste probleem is de eventuele aanwezigheid van bacteriën IN het vlees.

Publieksvraag: Dierenwelzijn heeft daar toch ook daarmee te maken?

BI: Ja, dierenwelzijn is ook een onderwerp binnen CETA. Dat heeft te maken met het verschil in kostenplaatje. Zo noodzaakt de Europese wetgeving voor beperking van de ammoniakuitstoot tot extra maatregelen door boeren en hogere productiekosten. In Canada is dat niet zo.

Publieksreactie: Nog even over die chloorkip. Ploumen beloofde voor de televisie aan Lubach dat er nooit chloorkip naar Nederland zou komen…

BI: Chloorkip heeft te maken met de onderhandelingen over TTIP die nu stil zijn gevallen. Bij CETA hebben ze ingespeeld op de Europese weerstand tegen de chloorkip door te komen met een melkzuurbad in plaats van een chloorbad.

Tussendoor: CETA is een document met 1600 paginas. Het is dus bijna onmogelijk om dat allemaal te lezen. De lijst met alle uitzonderingen omvat 700 paginas. Dat zijn de (deel)sectoren die uitdrukkelijk door de EU-lidstaten en Canada zijn opgenomen in de negatieve lijst om niet te worden geliberaliseerd. Als er dan nog aspecten zijn die we over het hoofd hebben gezien of die later pas naar voren komen, dan hebben we pech gehad. Die kunnen niet meer worden uitgezonderd.

Behalve dit document zijn er ook nog zogenaamde side-letters die een rol spelen. Ik heb dia´s meegenomen van twee van die brieven [zie foto 1 en foto 2, onderaan]. Het gaat om toezeggingen in 2014 van de EU aan Canada en andersom, met als doel om buiten het CETA-verdrag om van de onderhandelingspartner bepaalde dingen gedaan te krijgen. De ene gaat over GMOs. Daarin beloofde de EU alles in het werk te stellen om de invoer van GMOs op de Europese markt te vergemakkelijken. De andere brief gaat over melkzuurkipdip. Daarin erkent Canada dat de EU moeite heeft gedaan om de melkzuurdip-methode te introduceren en dat dit de handel in roodvlees zal bevorderen.
 
Dus, nog voordat het CETA-verdrag inwerking is getreden, paste de EU bepaalde regels aan als gebaar richting de onderhandelingspartner. Dat was ook het geval bij de TTIP-onderhandelingen met de VS. Toen trok de EU een aangekondigde verscherping van grenswaarden voor hormoonverstorende chemicaliën in [EU dropped pesticide laws due to US pressure over TTIP, documents reveal]. En het wetsvoorstel is vervolgens ingetrokken omdat men bang was dat TTIP anders niet door zal gaan.
 
Dit soort side letters zijn niet top-secret, maar je kunt ze normaal gesproken niet vinden. Deze twee zijn uitgelekt. Het is dus in het geheel niet transparant.

HM: Maar je kunt er natuurlijk ook op een andere manier achterkomen dat er deals zijn gesloten als je op zoek gaat naar de bron van nieuwe controversiële wet- en regelgeving die zeer schadelijke gevolgen zullen hebben voor mens, milieu en demokratie.

Publieksvraag: De VS heeft (had) Monsanto, maar wat heeft Canada dan?

BI: Canada heeft zich neergelegd bij de regels van de VS. Zo werd de Canadese boer Percy Schmeiser aangeklaagd door het Amerikaanse bedrijf Monsanto op basis van NAFTA-regelgeving, een vrijhandelsakkoord tussen Mexico-VS-Canada uit 1994 [NAFTA]. Schmeiser zou GMO-zaadgoed hebben gebruikt zonder licenties te betalen. Na een lange procesgang won Schmeiser uiteindelijk [Finally… Solo Farmer Fights Monsanto and Wins], maar de NAFTA-regels voor patentrecht op zaden blijven gelden.

Dat zie je ook bij expliciete CETA-afspraken over autohandel. Daarin staat dat Canada instemt met de nieuwe regelgeving maar alleen zolang deze geen invloed heeft op handel in autos tussen de VS en Canada. Je kunt zeggen dat Canada al heel veel heeft overgenomen van wat de VS de EU via TTIP wil opleggen via het NAFTA-verdrag.

Publieksvraag: Hoe zit het met de cao´s?
 
BI: Onder CETA blijven afspraken over arbeid een nationale zaak. Als een Europees land dan bijvoorbeeld een Canadees bedrijf inhuurt voor een bepaalde opdracht, dan gelden voor de werknemers van dat bedrijf (waar ze ook vandaan komen) de Canadese sociale voorzieningen. Als dat neer komt op lagere lonen en slechtere arbeidsvoorwaarden kun je daaraan niets veranderen ten gunst van die werknemers. Het wordt nog erger dan nu al het geval is in de EU [redactie: denk aan de Dienstenrichtlijn van Bolkestein] omdat er nu in de EU toch nog een paar overkoepelende beschermingsregels gelden, zoals Europa-brede afspraken over minimale werknemersrechten. Maar omdat cao-onderhandelingen van vakbonden en bedrijven een nationaal karakter hebben, kan het zo zijn dat werknemers die van buiten komen onder slechtere voorwaarden en omstandigheden komen te werken, omdat ze dan goedkoper zijn.

Publieksreactie: Ik hoorde dat als CETA getekend en geratificeerd is, we er pas na 15 jaar van af kunnen.

BI: Opzeggen van zo´n verdrag is heel moeilijk, maar theoretisch gezien kan het. Moeilijk is ook om de aanpassing van je economie aan het verdrag weer ongedaan te maken na een opzegging. Stel je economie is na een tijd ingesteld op het aanleveren van een groot visquotum door Canadese vissers waardoor de Europese vissersvloot grotendeels zijn functie heeft verloren. Hoe bouw je die vlootcapaciteit dan weer op na een opzegging?

Maar belangrijker: er is één uitzondering op een verdragsopzegging. Deze geldt namelijk niet voor de gemaakte investeringsafspraken! Zelfs na opzegging van CETA blijven de rechten van investeerders nog 20 jaar overeind.

Publieksreactie: Omdat opzeggen niet echt mogelijk is, opperde laatst iemand als enige mogelijkheid om de negatieve effecten in te perken, het afsluiten van een nieuw en beter verdrag dat boven CETA uitgaat.

BI: Ja, dat klopt. Dat raakt aan het ´levend verdrag´-karakter van CETA. Er zullen [onder CETA] een aantal commissies worden ingesteld die op de diverse onderdelen besluiten gaan nemen, overigens buiten de parlementen om. Het is belangrijk dat we uitzoeken wat daar op de agenda staat, wie er zitting hebben en wat de standpunten zijn, om te proberen te voorkomen dat er beslissingen worden genomen waar wij niet achter staan. Dus in principe kan het veranderd worden. Maar je hebt wel de medewerking van de andere verdragspartij nodig. Als de EU bijvoorbeeld af wil van de invoer van teerzanden maar de Canadesen houden daaraan vast, dan krijg je niet voor elkaar om in het verdrag teerzanden te verbieden.

HM: Betekent een ´levend verdrag´ dat er altijd wat aan kan worden toegevoegd, maar dat er nooit iets kan worden uitgehaald?

BI: Nee, dat is niet zo. Als beide partners een onderdeel willen aanpassen omdat er verbetering mogelijk is met gunstige uitwerking voor milieu, mensenrechten of positie van boeren, dan is dat mogelijk. Maar het tegengestelde is ook mogelijk [lees: een nieuwe maatregel invoeren die een verslechtering van milieu, schending van mensenrechten of verzwakking van de positie van boeren juist in de hand werkt] Het probleem is dat dit verdrag niet is bedoeld om milieu of mensenrechten te  beschermen of om de bestaansgrond van boeren te garanderen, maar om de handel tussen de twee partners te optimaliseren en om investeringen te beschermen. Daarom neigt het verdrag ook naar méér in plaats van minder liberalisering.

Publieksvraag: Stel dat er ooit een Alternative Trade Mandate wordt ingesteld [Time for a new vision: The alternative Trade Mandate], dus een ander verdrag dat uitgaat van hogere milieustandaards voor ondernemingen, zou dat CETA kunnen overrulen?

BI: Dat is in theorie mogelijk, maar ik denk dat het niet zal lukken om dat voor elkaar te krijgen. Maatschappelijke organisaties en parlementariërs zijn nú al niet in staat om goed te volgen waarover precies wordt onderhandeld en om te snappen wat dat precies inhoudt. Hoe kunnen we dan zèlf een alternatief gaan opzetten wat dan nog aangenomen moet worden?

Publieksreactie: Het enige voordeel van CETA en TTP kan zijn, dat na inwerkingtreding duidelijk wordt wat voor grote rotsooi dit eigenlijk is, dat de woede toeneemt en dat er een sterkere tegenbeweging ontstaat.

BI: Maar het is mogelijk dat de gevolgen van die verdragen versluierd worden. Aan de side letters zie je al dat het moeilijk is om er achter te komen dat bepaalde maatregelen afkomstig zijn vanuit de TTIP en CETA-onderhandelingskamers.

HM: Kun je in het kort uitleggen wat Bratislava heeft opgeleverd, waar de minister voor buitenlandse handel informeel bijeen waren om de voorlopige inwerkingtreding van CETA voor te bereiden? [Foreign Affairs Council (Trade) – informal meeting of trade ministers]

BI: Je wilde ook dat ik aangaf hoe het zit met beloftes van Ploumen over uitzonderingen als reactie op kritiek vanuit de samenleving. Ik wil even een paar dia´s laten zien die aantonen dat zogenaamde uitzonderingen geen uitzonderingen zijn.

Een van de thema´s waarover veel zorgen is geuit, is de privatisering van de drinkwaterproductie. Onder druk van civil society is toen artikel 1.9 opgenomen. Parlementariërs zeggen dan over de critici dat die niet weten waarover ze het hebben. ¨Want de tekst van dat artikel is toch heel positief?¨ De eerste twee paragrafen zien er inderdaad goed uit: de erkenning dat water in natuurlijke staat (inclusief in meren en ondergrond) geen goed of product is, het toestaan van bescherming van water en het verbieden van de commercialisering van water. Deze twee paragrafen suggereren dat de afspraken voor dienstenliberalisering en investeringsbescherming daarop niet van toepassing zijn! MAAR lid 3 haalt alles weer onderuit! [foto 3] Dat stelt dat als een van de partners het commerciële gebruik van een specifieke waterbron toestaat, dan moet dit geschieden volgens de afspraken onder het CETA-akkoord. Dit laatste artikellid vernietigd dus de inhoud van de twee voorgaande leden.
 
Als een parlementslid een onderhandelaar of minister zou vragen ¨Hoe staat het met het recht op water?¨. Dan wordt gezegd ¨Daar hebben we voor gezorgd¨ kijk maar hier (en alleen de eerste twee leden van artikel 1.9 worden getoond). Verzwegen wordt dat het derde artikellid de hele boel onderuit haalt.

In dit geval staat de gewraakte bepaling nog in hetzelfde artikel. Maar in andere gevallen zijn belangrijke bepalingen – zoals het bovenstaande artikellid – bijna onvindbaar omdat ze zijn verstopt in het verdrag. Er wordt naar verwezen via omslachtige en bijna onleesbare kruisreferenties. Ik ben de hele tijd bezig om in het document rond te surfen [foto 4] op zoek naar allerlei bepalingen om die naast elkaar te kunnen leggen zodat duidelijk wordt wat er eigenlijk staat.

Nog een voorbeeld: in de zogenaamde Duurzaamheidshoofdstukken in CETA staat bijvoorbeeld dat we niet onze milieustandaards mogen verlagen om investeringen aan te trekken. Heel mooi, maar aan het eind van dat hoofdstuk staat te lezen dat de geschillenbeslechting hiervoor is uitgesloten van de algemene geschillenbeslechting. Dat betekent ondermeer dat je geen sancties kunt toepassen in geval van schending van de duurzaamheidsafspraken. Het enige dat je kunt doen, is vragen om overleg en om een commissierapport. En zelfs als dan zou worden geconcludeerd dat een van de landen in overtreding is, dan heeft dat geen enkel gevolg! En dat allemaal op basis van die laatste zin in dat duurzaamheidshoofdstuk…

HM: Ik wil hierbij aanvullen dat politici als Ploumen dit verdrag er zo snel mogelijk door willen drukken, maar wat ze weigeren te doen is om eerst grondig te laten onderzoek wat de gevolgen zullen zijn van de inwerkingtreding. Wat jij nu hebt gedaan op eigen initiatief zou uitgebreid en grondig gedaan moeten worden via een formele evaluatie.

Publieksvraag: Hoe zit het met de ratificatie door de nationale parlementen?

BI: Normaal gesproken moet een verdrag eerst worden goedgekeurd door de Europese Raad van Ministers, het Europese parlement en de nationale parlementen. Er is echter ruzie over de vraag of de nationale parlementen dat wel moeten gaan doen. Het is nog onbekend wat daar uit zal komen. Verder is er iets dat ¨voorlopige inwerkingtreding΅ heet. Dat betekent dat het akkoord al van kracht wordt voordat de volledige juridische procedure is doorlopen. Dus nog voordat de nationale parlementen zich daarover hebben uitgesproken. Daarover wordt nu flink ruzie gemaakt, ook afgelopen week in Bratislava. De lidstaten willen zelf heel graag dat die voorlopige inwerkingtreding beperkt wordt, terwijl de Europese Commissie het verdrag zo spoedig mogelijk in werking wil laten treden.

Op 16 september werd nog een ingewikkeld document gelekt waarin werd aangegeven wat wel en wat niet zou worden uitgezonderd van een voorlopige inwerkingtreding [foto 4]. Vier dagen later dook een nieuw document op waaruit al deze uitzonderingen verwijderd waren. Daaronder het ISDS, de geschillenbeslechting. [Dit leidde tot grote verwarring. Inmiddels (5 oktober) is document van foto 4 erkend als de correcte versie en is het opgenomen in de database van de EU]

HM: Na felle kritiek op opname van ISDS in het CETA beweerde Ploumen dat er een beter systeem (ICS) [Commission proposes new Investment Court System for TTIP and other EU trade and investment negotiations] voor in de plaats zou komen. En ook dat ISDS in elk geval niet zou worden toegepast tot aan de ratificatie van CETA door de parlementen. Dat Investment Court System (ICS) verschilt volgens de critici echter niet fundamenteel van het ISDS [Laat je niet voor de gek houden, ISDS-claimsysteem in TTIP nog springlevend].
 
BI: Het gaat hier om de concepttekst. De beslissing daarover wordt pas op 12 (of 18) oktober genomen. Dan bepalen de lidstaten of ze het er wel of niet mee eens zijn. Die document-wijziging die ik net aanhaalde zou betekenen dat de keuze is: ja of nee tegen het geheel zonder uitzonderingen. [Op 5 oktober werd bekend dat het document met de uitzonderingen voor de voorlopige inwerkingtreding (foto 4) toch gehandhaafd blijft].

Publieksvraag: Op de 12e besluiten de lidstaten over CETA en waarom gaan wij dan pas op de 22e oktober demonstreren?

BI: De interne besluitvormingsprocedure heeft betrekking op de 12e, maar echt bepalend wordt de 27e oktober als de regeringen de handtekening moeten zetten. In Nederland is er voor gekozen om vlak daarvoor te demonstreren. In Duitsland was dat al eerder, op 17 september. In andere landen was het weer anders. We proberen daar waar mogelijk bewust te maken en waar we kunnen lawaai te maken.

[Meer leesvoer]
– Bothends: To change a bit is not enough
– Politico: Europe nears trade deal with Canada
– OTS: Mahrer: Zusatzerklärungen ändern nichts am CETA-Vertragstext
– Globalino: CETA, wat nu?
– Euractiv: Don’t be fooled by CETA: It’s a wolf in sheep’s clothing
– SP: Bindende verklaringen verhelpen fouten CETA niet
– Council of Canadians: CETA: The Effect of an Interpretative Declaration by Canada and EU Commission
– The News: Poland ponders free trade agreement with Canada
– TTIP Alarm – Over de demonstratie op 22 oktober

[Hieronder zijn de 4 fotos van Burghard te zien]

Foto 1: GMO side letter 24 maart 2014 (NB 3e alinea!) (link naar pdf-versie)

cetarob1

Foto 2: Kipdip sideletter 11 april 2014 (NB 4e alinea) (link naar pdf-versie)

cetarob2

Foto 3: Water (NB artikellid 3)

cetarobfoto3

Foto 4: Uitzonderingen op voorlopige inwerking, 16 sept 2016. In rood wat is uitgezocht door Burghard Ilge.

cetarobfoto4

(Overzicht CETA side letters op Netzpolitik org)