Ga naar de inhoud

Betrouwbare ego-documenten: Varoufakis

De voormalige Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis geeft zijn visie op de Griekse crisis van twee jaar geleden.

7 min leestijd

(Door Tom van Doormaal, oorspronkelijk verschenen bij Sargasso.nl, Foto: Marc Lozano (cc))

Wat is de waarde van memoires en ego-documenten? Kijk er mee uit, leerde ik op college. De schrijvers hebben behoefte hun positie in de geschiedenis te beïnvloeden, hun versie van wat er gebeurde te vertellen, hun aandeel daarin mooier af te beelden of juist kleiner te maken.

Die waarschuwing kreeg de student, toen het aantal historische bronnen veel kleiner was dan tegenwoordig. De leugen groeide toen gemakkelijker: Churchill kon in de oorlog “bodygards of lies” scheppen, om de waarheid te verbergen en te beveiligen.

Dat lukt niet meer tegenwoordig: iedereen filmt en fotografeert en deelt die representatie van de werkelijkheid onmiddellijk via internet. Er is een representatie van de realiteit ontstaan, die mondiaal is. Zelfs als je van nature liegt, wordt het moeilijker, die vastgelegde realiteit te negeren.

Varoufakis

Een fascinerend ego-document is dat van de Griekse minister van Financiën, Yanis Varoufakis. Hoe zat het ook al weer?  Varoufakis had problemen met Jeroen Dijsselbloem: die wilde als voorzitter van de Eurogroep niet steeds hoorcolleges economie van Varoufakis, maar een Griekse regering die braaf deed wat de Troika verlangde. Maar het ging toch over economie?

Na een half jaar was Dijsselbloem wel klaar met de competente en zelfbewuste Griek. Hij vroeg Alexis Tsipras, de Griekse premier, zich van Varoufakis te ontdoen. Mooi beeld: Dijsselbloem wil opstaan en weglopen, maar Varoufakis verspert hem de weg om hem de hand te drukken. Het blijft een ongemakkelijke illustratie van het feit dat ook hoge politiek mensenwerk is, waar karakters een bepalende rol spelen.

In “Adults in the room” schildert Varoufakis vooral het halve jaar dat hij minister was (2015), waarin hij Grexit wist te voorkomen en nieuwe regelingen voor de Grieken tot stand kwamen. In die periode werd ook de rekening voor corruptie en lichtzinnigheid bij de gewone Griek neergelegd. Daar had hij moeite mee: het leidde tot armoede en werkloosheid, stagnerende gezondheidszorg. Maar moralisten als Schäuble en Dijsselbloem waren gewikkeld in een institutioneel gevecht en hadden minder problemen met de gevolgen van streng bezuinigen.

De roep om volwassen mensen in de zaal is een citaat van Christine Lagarde, die in het verhaal van Varoufakis als functionaris en als mens overeind blijft. Alexis Tsipras blijft geacht, maar meer ook niet. Varoufakis vergelijkt zichzelf met Wolfgang Schäuble: zij waren het nergens over eens, maar de chefs waren dezelfde: Angela Merkel en Alexis Tsipras zijn “doormodderaars”.

Politieke theorie

Het verhaal bevat schitterende doorkijkjes naar politieke theorie en speltheorie.

Hij beschrijft een ontmoeting met Larry Summers, oud minister, in Washington. “Je hebt twee soorten politici, insiders en outsiders. De outsiders hechten het meeste waarde aan hun vrijheid om hun versie van de waarheid uit te spreken. De prijs voor die vrijheid is dat ze niet worden gehoord door de insiders, die de belangrijke besluiten nemen. De insiders, op hun beurt, volgen een sacrosancte regel: keer je nooit tegen andere insiders en praat nooit met outsiders over wat insiders zeggen of doen. Hun beloning? Toegang tot inside information en een kans, hoewel geen garantie, op invloed op machtige personen en beleid.”

Daarmee was Summers bij de vraag: “bij welke soort hoor jij, Yanis?” Het antwoord dat Varoufakis geeft is tamelijk genuanceerd. Hij vindt zichzelf van nature een outsider, maar is bereid zijn karakter te wurgen, als dat de Griekse zaak kan dienen. Daarom antwoordt hij niet met het woord outsider, maar met een betoogje, waarmee Summers tevreden lijkt te zijn.

Dit soort anekdotes vind ik prachtig; het onderscheid tussen insiders en outsiders is herkenbaar, daarvoor hoef je Macchiavelli niet gelezen te hebben.

Politiek-economische theorie

Het verhaal staat vol met denkbeelden van de econoom Varoufakis over hoe de crisis moet worden opgelost, hoe de schuldenlast moet worden getaxeerd (ondraaglijk), wat de oorzaak er van is (de euro) en wat mogelijke oplossingen. (schuldsanering) Daarop ga ik niet in.

Spannend is de bredere betekenis, die Varoufakis ziet: men wilde geen geld terug, het Griekse lot moest een signaal zijn naar andere landen, die er iets beter voorstaan dan Griekenland. De euro is verkeerd geconstrueerd en het enige dat ons kan redden is discipline, meent Schäuble.

Boeiend zijn procedurele merkwaardigheden: de instellingen, de positie van IMF en ECB, hun verhoudingen tot de Europese commissie en de Eurogroep. Wolfgang Schäuble wil geen geschreven voorstellen, want die moet hij voorleggen aan de Bundestag. Maar met wie moet ik dán overleggen, als het om politieke keuzen gaat, Wolfgang? Met de instellingen, (IMF, ECB) vindt Schäuble. Maar die zijn niet gekozen, toch? Met technische uitvoerders bespreek je geen politieke keuzen… Verkiezingsuitslagen kunnen geen invloed hebben op het beleid, want dan kun je geen consistente lijn meer volgen, vindt Schäuble. Dat is ook waar: maar daarmee wordt de Euro tot een technocratenproduct.

Boeiend is het eindspel: de Eurogroep draait op unanimiteit. Jeroen Dijsselbloem stelt voor een communiqué op te stellen zonder instemming van de Grieken en wil dan bijeenkomen, zonder de Grieken te inviteren. Die protesteren natuurlijk, waarop een schorsing volgt. Na de schorsing blijkt dat de Eurogroep niet in enige verdragstekst voor komt en dat de voorzitter dus kan doen wat hem het beste uitkomt. In het boek heet paragraaf: de Eurogroep bestaat niet. Het drukt de verbazing van Varoufakis uit over de houtje-touwtje verhoudingen in de ‘deep government’ van de EU: als Dijsselbloem de Grieken wil isoleren, lukt dat zonder dat Varoufakis zich kan beroepen op procedures en spelregels.

Meeslepend

Het boek van Varoufakis leest als een trein, ook als je maar de helft van de inhoudelijk-economische redeneringen kunt volgen. Boeiend is de speurtocht van Varoufakis naar ‘volwassenen in de zaal’. Christine Lagarde scoort hoog bij hem: zij weet waarover het gaat, is betrouwbaar en eerlijk. Dijsselbloem scoort laag: hij wordt neergezet als een intrigant en intellectueel lichtgewicht, die de agenda van Wolfgang Schäuble kritiekloos volgt. Met Schäuble  ligt dat lastiger: aanvankelijk is hij de belichaming van de zuinigheidsmoraal van de Troika, later krijgt Varoufakis sympathie voor de man, zo niet medelijden.

Varoufakis zag alles aankomen. In de loop van het verhaal ontstaan de kriebels, waar ik mee opende. Is de verteller echt zo vooruitziend, zo gecontroleerd? Of speelt ook hier een behoefte aan rechtvaardiging en plooien van het historische beeld? Misschien is dat zo. Maar inconsistenties met mijn herinneringen, Youtube, video’s van gesprekken en colleges, heb ik niet gevonden.

Twee geschiedenissen tonen ook zijn moed. Midden in de nacht wordt hij opgebeld en een onbekende vertelt hoe zijn zoon zich in een café heeft vermaakt en langs welke route hij hoe laat thuis kwam. Dan schakelt de beller naar de mededeling dat hij nog maar eens moet overdenken of hij de juiste tegenstanders koos.

Als hij ergens zit te eten met zijn vrouw, komen een paar proleten binnen om hem te molesteren met gebroken glasflessen. Zijn vrouw omhelst hem als een levend schild. Ze druipen scheldend af. Varoufakis herneemt zijn diner of er niets gebeurd is, belt geen politie. Dan staan ze met enige tientallen voor de deur. De speltheoreticus denkt: ik ga de confrontatie met ze aan en er ontstaat een bizar schreeuw gesprek, midden in de nacht, op straat. Uiteindelijk kunnen ze op de motor naar huis, trillend naar bed, zonder te slapen.

Actualiteit

Het boek is boeiend, het probleem Griekenland bestaat nog. Het probleem van de onstabiliteit van de euro als constructie bestaat ook nog.

Varoufakis is geen minister meer. Maar hij heeft een beweging in Europa opgetuigd, die jongeren bindt aan belangrijke veranderingen, DiEM25. Kritiek is een dingetje, iets doen is nog wat anders. Varoufakis toont aan dat hij geen fraseur is, geen mislukte minister. De euro is een wrakkige constructie en afschaffing is geen optie. Wat wel?