Ga naar de inhoud

Veroordeelde agenten G8-rellen Genua bevorderd

Herinnert u zich nog de bloedige dagen van de anti-G8-demonstraties in Genua? Twee agenten die jaren na hun daden veroordeeld werden omdat ze bewijsmateriaal tegen gearresteerde demonstranten hadden vervalst, zijn zojuist bevorderd.

3 min leestijd

In juli 2001 werd de G8-wereldleiderstopconferentie in de havenstad Genua gehouden. (zie verzameling verslagen hier, en eerdere berichten op globalinfo hier). Berlusconi zwaaide toen de scepter in Italië, en Gianfranco Fini, een fascist, was minister van binnenlandse zaken. Ze lieten hun politie en andere ‘veiligheids’ diensten een ongekend bloedbad aanrichten onder de honderdduizenden demonstranten die naar Genua waren gekomen om de neoliberale economie waar we nu mee zitten te proberen een halt toe te roepen. Duizenden demonstranten raakten gewond, en velen werden tot zware gevangenisstraffen veroordeeld.

Een van de toppunten van repressie, en ik ken mensen die er nog steeds letterlijk nachtmerries van hebben, was een volstrekt illegale en zeer gewelddadige overval door politie op de Diaz-school, die onder meer dienst deed als alternatief mediacentrum en waar honderden demonstranten een slaapplaats hadden. Bij de inval zijn veel aanwezigen zwaar gewond geraakt, sommige mensen zijn half dood geslagen. Om die overval te legitimeren, hadden twee agenten brandbommen met zich meegebracht, die dan bij de overval ‘aangetroffen’ hadden moeten worden. Dit kwam uit, en de twee betreffende agenten werden daarvoor veroordeeld. Maar nu blijkt dat die twee criminelen zojuist door Minister van Binnenlandse Zaken Luciana Lamorgese en hoofd van de politie Franco Gabrielli bevorderd zijn naar een leuke positie. Amnestie Intrnational Italië heeft aan de alarmbel getrokken:

Een vertaling van hun verklaring:

Politieagenten die zijn veroordeeld voor de gebeurtenissen in Genua in 2001 worden bevorderd. Amnesty International Italië drukt “ontzetting” uit.

Amnesty International Italië heeft “ontzetting” geuit over de bevorderingen, waartoe op 28 oktober is besloten door minister van Binnenlandse Zaken Luciana Lamorgese en hoofd van de politie Franco Gabrielli, van twee ambtenaren die definitief zijn veroordeeld in verband met de zeer ernstige schendingen van de mensenrechten die zich in 2001 in Genua hebben voorgedaan.

De promoties naar het kantoor van de adjunct-commissaris betroffen Pietro Troiani en Salvatore Gava, die definitief werden veroordeeld tot drie jaar en acht maanden plus vijf jaar ontzetting uit het openbaar ambt voor de gebeurtenissen in Genua: Troiani voor het binnenbrengen van twee benzinebommen in de Diaz-school, Gava voor het geven van gelogen verklaringen over hun ‘vondst’, zodat dit scenario een rechtvaardiging kon vormen voor de bloedige overval op het gebouw in een reconstructie die aan de media moest worden verstrekt.

“Het is verontrustend dat politieagenten die veroordeeld zijn voor schendingen van de mensenrechten in dienst blijven en zelfs worden bevorderd naar andere functies”, aldus Gianni Rufini, directeur-generaal van Amnesty International Italië.

“In een tijd van grote spanning, waarin zij het doelwit zijn van gewelddadige acties in de Italiaanse straten, moeten de politiediensten zich inzetten voor het bewaken van de openbare orde in overeenstemming met de internationale normen op het gebied van de mensenrechten. Hun leiders moeten alles in het werk stellen om de vertrouwensrelatie tussen burgers en politiediensten in tijden als deze te versterken. Beslissingen zoals die van 28 oktober dreigen die te verzwakken,” voegde Rufini eraan toe.

“Aan de vooravond van de twintigste verjaardag van de zeer ernstige gebeurtenissen in Genua en bij het voortdurend ontbreken van wettelijke remedies voor een van de oorzaken die hen bevoorrechten, namelijk het ontbreken van identificatielabels voor de politiediensten, een maatregel waar Amnesty International Italië al jaren om vraagt, klinken deze promoties als een belediging voor de honderden mensen die gearresteerd, willekeurig vastgehouden en gemarteld werden in die zwarte bladzijde van de Italiaanse geschiedenis,” concludeerde Rufini.