Ga naar de inhoud

Spaanse rebelse steden terug naar af

Minder dan een maand geleden werden er in Spanje parlementsverkiezingen gehouden (die nota bene gunstig uitvielen voor Pedro Sánchez en zijn socialistische partij PSOE) en op 26 mei mochten de Spanjaarden alweer drie keer voor verschillende bestuursniveaus hun stem uitbrengen. Deze keer voor Europa, voor de regionale besturen en voor de nieuwe gemeenteraden die om de vier jaar opnieuw verkozen worden. Voor de Spaanse rebelse steden werden deze laatste verkiezingen een zeer belangrijke testcase.

12 min leestijd

(Door Walter Lotens, oorspronkelijk verschenen op uitpers.be) foto: Ada Colau en Manuela Carmena centraal vooraan in 2015, commons.wikimedia.org)

De erfenis van de indignados

 Voor de ciudades del cambio zoals ze in Spanje genoemd worden, begon het allemaal in 2011. Toen was het sociaal protest tegen de huisuitzettingen en tegen de één procent in het algemeen  uitgemond in een sterke indignados beweging – denk maar aan het pamflet ‘Indignez-vous’ van de Franse ouderdomsdeken Stéphane Hessel dat toen verscheen – die de Madrileense Plaza del Sol en andere openbare ruimtes van Spaanse steden en gemeenten, maar ook van andere landen, veroverde. De twee slogans die in Madrid het meest gescandeerd werden – ‘Democracia real YA!’ (Echte democratie nu!) en ‘No nos representan’ (Zij vertegenwoordigen ons niet) – drukten de afwijzing van de representatieve democratie uit en een verlangen naar meer directe democratische omgangsvormen die vrijwel onmogelijk bleken in een Spaanse staat die, na de dood van dictator Franco, voortdurend door twee grote partijen – de Partido Popular (PP) en de PSOE (Partido Solialista Obrero Español) – werd gemonopoliseerd.. Uit de Spaanse indignados beweging van 15-M is niet alleen het linkse Podemos gegroeid, maar ontstond ook de voedingsbodem voor wat achteraf las ciudades rebeldes zullen worden.

De meest frappante uitingen hiervan zijn de miljoenensteden Barcelona en Madrid, die door de ‘alcaldes del cambio’ – Ada Colau en Manuela Carmena – tot ‘rebelse steden’ werden omgevormd. In de lente van 2015 wilde een aantal burgerbewegingen in Spanje ‘de stad teruggeven’ aan haar bewoners. Op de verkiezingsavond gebeurde wat niemand verwachtte: in Barcelona en Madrid hielden hun kopstukken, twee vrouwen die nooit eerder een politiek ambt uitoefenden, een overwinningstoespraak. Naast ‘Ahora Madrid’ en ‘Barcelona en Comú’ kwamen ook in Valencia, Zaragoza, Cádiz, La Coruña, Santiago de Compostela, Pamplona en kleinere gemeentes zoals Lugo en Ferrol in Galicië, Ciempozuelos en Torrelodones bij Madrid, Badalona bij Barcelona en het kleine maar aparte Andalusische Marinaleda burgerbewegingen in het gemeentebestuur.

Municipalisme

Een nieuwe, sociale marea overspoelde Spanje. Zou deze vloedgolf die met 15-M begonnen was standhouden? Zou de geest van de indignados na vier jaar deelname aan het bestuur niet bezoedeld zijn door blootstelling aan de logica van de instituties? Is die rebelse geest blijven verder leven bij die vertegenwoordigers van de burgerbeweging die op de pluche zetels van een stadhuis hebben plaatsgenomen? Hoe de openheid en diversiteit van het sociale protest een plaats geven binnen de structuren van de macht? Of anders gevraagd: hoe kunnen de vertegenwoordigers die van ‘onder’ naar ‘boven’ gaan voldoende tweerichtingsverkeer blijven onderhouden met de beweging waaruit ze gegroeid zijn? Wat met de bewaking van het eigen moreel engagement? Bestaat er geen gevaar voor besmetting met het virus van de politiek van het haalbare? Is een overname van een bestuurslogica onafwendbaar en leidt dat niet tot besparen op transparantie? De vragen waren legio.

Tijdens deze gemeenteraadsverkiezingen konden de burgers volgens de spelregels van de representatieve democratie een signaal geven of de alcaldes del cambio hun ander beleid mochten verderzetten. Waren zij tevreden met dat beleid? Hebben die vier jaar van ander bestuur en van een andere politiek hun vruchten afgeworpen voor de gewone man?

Samengevat: Hoe sterk is het municipalistische verhaal en waar zijn de zwakke maar ook de sterke punten van deze burgerbewegingen, die zich op het onderste bestuursniveau die het dichtst bij de burger staat, inlaten met de vormgeving van de eigen omgeving?

Municipalisme betekent voor mij echter niet dat je alleen naar de stad kijkt om alle problemen van een samenleving aan te pakken. De grondslag van het municipalisme gaat er eerder vanuit dat het stedelijk niveau toelaat om een andere politiek uit te werken en te streven naar andere politieke verhoudingen dan op nationaal niveau. Municipalisme bekijkt de stad ook als een bevoorrechte schaal waar het gaat over politieke participatie.

Een verscheurd land

 De verkiezingsuitslag mag niet alleen geïnterpreteerd worden als een soort van referendum over ‘het municipalisme’, maar moet ook begrepen worden in de sterk gepolariseerde politieke context waarin Spanje zich op dit ogenblik bevindt. Een autoritair nationalisme dat zich via het extreemrechts VOX politiek manifesteert, steekt terug de kop op en het is in dat klimaat dat een rebelse municipalistische politiek heel andere accenten probeert te leggen. En dan is er natuurlijk ook het proces van de eeuw dat op dit ogenblik in het Hooggerechtshof in Madrid gevoerd wordt en waarvan de uitspraak over de verkiezingen heen getild wordt. Het wordt nu al gezien als de belangrijkste rechtspleging sinds het herstel van de Spaanse democratie in 1976. Negen van de twaalf Catalaanse leiders worden beschuldigd van gewapende rebellie. Heel Spanje wordt via de televisie geconfronteerd met die mediatieke show waarin strenge rechters, advocaten, openbare ministerie en negen beklaagden, netjes gerijd in hun strafbank, de hoofdrollen toebedeeld krijgen. Ik was er tijdens een recent bezoek aan Madrid getuige van. Koninkrijk of republiek, links of rechts, het subnationalisme van een Catalaanse minderheid of dat van een Spaanse meerderheid? De Spaanse geesten zijn daarover grondig verdeeld en de vermenging van al die politieke topics kan leiden tot een vreemd stemgedrag waarvan de rebelse steden en hun linkse politiek wel eens het slachtoffer zouden kunnen worden. Dat bedacht ik in de aanloop naar deze verkiezingen. Offeren linkse partijen de municipalistische beweging in Spanje op aan hun separatistische sympathieën? Dat gevaar bestond niet alleen in Barcelona door de houding van de links-republikeinse partij Esquerra Republicana de Catalunya (ERC) van wie Oriol Junqueras de hoofdverdachte is in het proces en 25 jaar gevangenisstraf riskeert, maar ook op andere plaatsen waar de nationale agenda sterker zou kunnen doorwegen. Volgens de Belgische historicus en Spanjekenner Vincent Scheltiens hebben de Catalaanse nationalisten zich al in de eigen voet geschoten door de val van de socialist Pedro Sánchez uit te lokken. ‘Ik snap hun strategie echt niet. Ze doen alsof het niet uitmaakt of er in Madrid een linkse dan wel een rechtse regering aan de macht is. Trouwens, het ten val brengen van de regering-Sánchez was niet alleen schadelijk voor de eigen zaak. Zijn weggestemde begroting brak voor het eerst met het harde besparingsbeleid van de voormalige PP-premier Rajoy. Hogere minimumpensioenen, sociale investeringen, daar kunnen alle Spanjaarden nu naar fluiten.’ (*1)

Manuela Carmena net niet

De PSOE komt als overwinnaar uit de gemeenteraadsverkiezingen. De socialistische partij haalde meer dan 32 procent voor de Europese verkiezingen, voor de autonome regio’s en voor de gemeenteraadsverkiezingen en liet daardoor haar eeuwige rivaal het rechtse PP (Partido Popular) 12 procent achter zich. Deze overwinning laat echter ook een bittere nasmaak want ‘de slag om (het gemeentebestuur van) Madrid’ werd zeer nipt verloren. Manuela Carmena, de uittredende burgemeester – een gepensioneerde linkse magistraat – haalde met haar lijst Más Madrid 19 raadslieden binnen en won daardoor de verkiezingen in de hoofdstad, maar uiteindelijk haalde het rechts blok van PP, Ciudadanos en Vox een absolute meerderheid waardoor José Luís Martínez- Almeida van de PP de nieuwe burgemeester zal worden. Madrid en Pie Municipalista, een linkse afsplitsing van Ahora Madrid met daarin Izquierda Unida, Anticapitalisas en de Bancada Municipalista, geraakte niet boven de kiesdrempel van 5 procent waardoor 40.000 stemmen verloren gingen. Madrid en Pie (Madrid rechtop) onder leiding van onder meer Pablo Carmona,  Rommy Arce en Montserrat Galcerán, ex-medestanders van Carmena –  ontstond kort voor de verkiezingen uit onvrede met wat zij het ‘carmenisme’ noemden.

‘Carmenisme’

 Manuela Carmena wilde het municipalisme vorm geven door burgemeester van iedereen te zijn over partijen en ideologische tegenstellingen heen en dat maakte dat zij overal de scherpe kantjes probeerde af te ronden. Dat werd haar door Madrid en Pie verweten. De confluencia of het samenvloeien van verschillende stromingen waarmee het allemaal is begonnen, begon uiteen te vloeien. Pablo Carmona leverde felle kritiek op wat hij het ‘cesarisme’ noemde van Manuela Carmena omdat zij te weinig rekening zou houden met de verschillende, soms tegengestelde stemmen in de confluencia. Hij vindt ook dat er onder haar bewind te weinig tegenwind is geboden aan de financiële en economische elites waardoor zij tot op vandaag aan de touwtjes blijven trekken in Madrid. Die voorzichtigheidspolitiek werd Carmena door Madrid en Pie niet in dank afgenomen, maar zij geraakte niet boven de kiesdrempel en dat leidde tot behoorlijk wat stemmenverlies voor het municipalisme. Na het bekendmaken van de uitslag was het besluit van Carmena  snel genomen: zij stapt uit de politiek waar zij op haar 71 jaar in terecht gekomen was.

Ook op het hogere niveau van de autonome regio Madrid werd het ‘net niet’. De kandidaat van de PSOE Ángel Gabilondo behaalde met 37 zetels wel een overwinning, maar zal die waarschijnlijk ook niet kunnen verzilveren omdat de steun van Más Madrid met nochtans Iñijo Errejón (de ex-nummer twee van Podemos) en Podemos, niet voldoende blijkt te zijn om de partijen ter rechterzijde af te stoppen. Het wordt dus, nochtans tegen de landelijke trend in, opnieuw PP op de bestuursniveaus van gemeente en regio.

En ook Ada Colau net niet

 Ook in Barcelona, de tweede grootste stad van het land, werd het een net-niet-verhaal. De linkerzijde haalde er een overduidelijke overwinning, maar de uittredende burgemeester, de populaire Ada Colau, eindigde na een nek-aan-nek-race op een zeer ondankbare tweede plaats. De linkse republikeinse separatisten van ERC haalde evenveel zetels als het Barcelona en Comú van Ada Colau, maar ze kregen 5000 stemmen méér waardoor Ernest Maragall de nieuwe burgemeester van Barcelona wordt. De rechterzijde is in Catalonië vrijwel onbestaande – dat ondervond ook de oud-Franse minister Manuel Valls die in 2018 in Barcelona geparachuteerd werd om de independistas af te blokken –  maar het is nu maar zeer de vraag of de ERC verder in de lijn van Barcelona en Comú zal willen besturen of eerder vanuit het stadsbestuur de separatistische kaart tegen het centralistische Spanje zal willen trekken.

Tegen alle verwachtingen in zijn Manuela Carmena en Ada Colau hun burgemeestersambt kwijt geraakt. Voor Carmena is dat het einde van een lange loopbaan, voor Colau misschien niet als zij tenminste opgevist wordt in de nieuwe bestuursploeg van Ernest Maragall. In die zin zijn de Spaanse gemeenteraadsverkiezingen, ondanks een eerder links stemgedrag, toch  ook nog een ‘zwarte zondag’ geworden voor het municipalisme in Spanje en voor heel de wereld die in Barcelona en Madrid voorbeelden zagen van hoe een grote stad op een andere, meer participatieve en rechtvaardige manier kan worden bestuurd.

Alleen in Cádiz, Valencia en Marinaleda heeft die trendbreuk zich niet doorgezet. In Cádiz haalde de populaire José María González alias ‘Kichi’ een absolute meerderheid met de confluencia van Por Cádiz, Sí Se Puede en Ganar Cádiz, en ook in Valencia mag Joan Ribó die in 2018 de eerste Spaanse burgemeester was om de vluchtelingen op de Aquarius te onthalen, het ambt verderzetten. En dan is er ook noch het kleine Andalusische Marinaleda waar de flamboyante burgemeester Juan Manuel Sánchez Gordillo al 40 jaar burgemeester is en die ook nu weer met ‘Adelante’ nipt een absolute meerderheid behaalde, maar dat kan zeker het verlies van Madrid en Barcelona niet goedmaken. Te meer omdat deze twee steden een voortrekkersrol hebben gespeeld voor de municipalistische beweging in heel de wereld.

Daedalus en Icarus

In een document met de zeer duidelijke titel ‘Het municipalisme zal internationaal zijn, of het zal niet zijn’ schrijft Barcelona en Comú (BeC) dat niet alleen de internationale dimensie in het municipalistische debat moet worden binnengebracht, maar ook omgekeerd dat het municipalisme in het centrum van de globale debatten moet komen te staan. Deze tekst werd opgesteld door Kate Shea Baird, Enric Bárcena, Xavi Ferrer en Laura Roth, allen activisten van BeC, van wie Kate Shea Baird de enige is met buitenlandse roots, maar zij is lang niet de enige in Barcelona. Barcelona is immers een aantrekkingspool voor activisten en onderzoekers vanuit de hele wereld die op de voet volgen wat er in deze rebelse stad onder Ada Colau gebeurt.

Kate Shea Baird is een voorstander van het nieuwe municipalisme, maar zij waarschuwt in een belangrijk artikel voor het gevaar van hybris, het Grieks voor hoogmoed of te veel zelfvertrouwen. ‘Municipalisten,’ zo schrijft zij, ‘moeten rekening houden met de waarschuwing in de mythe van Icarus en Daedalus.’ (*2) Omdat Icarus en Daedalus door koning Minos gevangen worden gehouden op Kreta, bedenkt Daedalus een manier om te ontsnappen: hij bouwt vleugels van een houten raamwerk, bezet met veren in een boog vastgezet met was. Omdat de was kan smelten, waarschuwt Daedalus Icarus om niet te hoog en dicht bij de zon te vliegen, maar ook niet te laag, omdat dan de vleugels te zwaar zouden worden van het zeewater. In zijn enthousiasme wordt Icarus echter roekeloos; hij vliegt te hoog zodat de was toch smelt en hij stort neer in de Egeïsche Zee. Daarvoor moet het supra-municipalisme, zoals zij het noemt, ook opletten.

Ik denk niet dat Manuela Carmena en Ada Colau te hoog hebben willen vliegen – zij hebben allebei een moeilijk, maar boeiend Sí, se puede – parcours afgelegd, – maar zij werden wel geconfronteerd met de kwetsbaarheid en limieten van het municipalisme zeker in een Spanje waar de links-rechts tegenstelling doorkruist wordt door centralistische en separatistische tendensen.

° In het najaar van 2019 verschijnt het boek ‘Rebelse plekken’ waarin Walter Lotens uitvoerig ingaat op voorbeelden van municipalisme en commons in Frankrijk, Spanje en Latijns-Amerika.

(*1) Vincent Scheltiens, De N-VA zal niet gauw dezelfde flater begaan als de Catalaanse nationalisten. Knack van 6 maart 2019

(*2) Municipalism: an Icarian warning. (link)