Ga naar de inhoud

Paul Mason: Na Kapitalisme

Behalve een korte inleiding volgt hier en daar een commentaar of toelichting op de uitvoerige bespreking door Irvine Welsh van het boek van Paul Mason “Post Capitalism: a guide to our future”. Ter onderscheiding van de overige tekst staat dat cursief. Het is stevige kost, maar buitengewoon boeiend. De hier gebruikte term “Na Kapitalisme” heeft de voorkeur gekregen boven postkapitalisme.

32 min leestijd

(Door Irvine Welsh (*) oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl)

Linkse politieke partijen en sociale bewegingen, ook in Nederland, beraden zich op de te volgen strategie om de ernstige sociale en politieke effecten van de crisis van 2008 te keren. Een crisis die het resultaat is van de politiek van het neoliberalisme. Die politiek heeft een versterkend effect gehad op andere grote problemen die nog gedeeltelijk in het verschiet liggen, zoals de opwarming van de aarde, de urbanisatie, de uitputting van de grondstoffen, de grote sociale ontwrichtingen en de oorlogen die woeden. Paul Mason schetst op basis van een bijzondere politieke en economische analyse een perspectief voor een samenleving die kan ontstaan na het einde van het kapitalisme. Zijn analyse voorziet in het onvermijdelijke van een ineenstorting met de stelling: het aanpassingsvermogen van het kapitalisme als systeem nadert zijn houdbaarheidsdatum.

Neoliberalisme

Het meest interessante van historische veranderingen is dat zodra een sociaal en politiek systeem zijn hoogste punt bereikt heeft, het verval per definitie onvermijdelijk is. Daarbij is de volgende orde al steevast genesteld in de schoot van de oude. Het arrangement van het democratisch socialisme van na de Tweede Wereldoorlog raakte verstrikt in het tijdperk van de privatisering, toen de rijken besloten niet langer te willen betalen voor de welvaartsstaat. En dientengevolge de ontmanteling van de verzorgingsstaat in werking stelden. Maar al die hebzucht van de macht zou niet kunnen bloeien zonder een steunende ideologie. In dit geval, het ideeëngoed van een op privébezit gebaseerde democratie in een vrije markt, waar bezittingen van de staat – van aandelen in de genationaliseerde industrieën tot gemeentehuizen – beschikbaar kwamen voor individuele consumenten, de kern van het neoliberalisme.

De vrije markt is een ideologische frase van het neoliberalisme, meent Paul Mason. In de fase van het monopoliekapitalisme was dat al heel expliciet aan de orde. Koen Haegens constateert in zijn boek “De grootste show op aarde – De mythe van de markteconomie” ook dat er geen sprake is van een vrije markt. (zie 291 extra 1) Vrijheid betekent geen controle uitoefenen en als het neoliberalisme iets doet, dan is het de boel onder controle houden.

Als deze ontwikkeling van het kapitalisme, misschien wel het systeem dat het beste in staat is zich aan te passen aan de bestaande omstandigheden, hier zou eindigen, was de permanente hegemonie van rechts waarschijnlijk verzekerd. Echter, de menselijke geschiedenis werkt niet zo. Het boek van Paul Mason (de titel “Post Capitalism” suggereert een groter perspectief dan het neoliberalisme), legt ons uit waarom. Hij kijkt niet alleen naar de neergang van het dominante, economische en ideologische paradigma, maar zoekt naar de veranderende, maatschappelijke processen om een beeld te krijgen van wat het failliete systeem kan vervangen.

Einde kapitalisme

De essentie van boek luidt: kapitalisme is een complex en zich aanpassend systeem dat de grenzen van zijn aanpassingsvermogen bereikt heeft. Paul Mason beargumenteert overtuigend dat het neoliberale kapitalisme achterblijft op de dynamische kracht die het bevat, de technologische voorsprong en de groeiende, publieke demonstratie van een machtig intellectueel gedachtegoed.

Als sleutelfactoren voor oorspronkelijk succes identificeert hij ‘fiat money’, de geglobaliseerde onbalans van de valuta en de enorme schulden en valutareserves van de belangrijke landen en bovenal de informatietechnologie. Sleutelfactoren die eerst het neoliberalisme toestonden te bloeien, maar die het nu uiteen gaan rukken.

‘Fiat money’, is geld dat niet gedekt wordt door een tegenwaarde, zoals goud. Loslaten van een dekkingsgedachte stelt private banken in staat alsmaar meer geld te scheppen door het verstrekken van leningen.

Deze factoren creëerden oorspronkelijk de overtuigende fictie in het hart van het neoliberalisme dat alle mensen kunnen deelnemen aan de kenmerkende levensstijl van de westerse consument, zonder dat de lonen zouden stijgen. Mensen kunnen lenen, maar ze gaan nooit failliet. Neem je een hypotheek om een huis te kopen, dan zal de waarde van dat eigendom altijd stijgen. Inflatie is alom vertegenwoordigd, dus een lening afsluiten om een auto te kopen, betekent dat tegen de tijd dat je het vehikel moet vervangen de waarde van de resterende schuld is afgelost, wat je voldoende ruimte laat om meer te lenen.

Maar alles veranderde met de crash van 2008, en fundamenteler met de nasleep ervan, het slappe herstel en het naargeestige lange termijn vooruitzicht van stagnatie. De westerse machten hebben de banken gered door hun slechte schulden over te nemen ten koste van staten die dicht tegen een schuldenlast aanzaten van 100 procent van het bruto nationaal product. Door bezuinigingsprogramma’s werd de pijn verplaatst van de mensen die hun geld dom hadden geïnvesteerd naar de burgers, vaak dezelfden waarvan ze het spaargeld hadden verkwanseld.
Dus verkeren we nu in een economisch en politiek systeem op wereldschaal waar bezuinigingen niet bedoeld zijn als een tijdelijk beleidsinstrument, een reactie op een eenmalige misser. Maar hebben we te maken met een lange termijn strategie voor de rijken om voorrechten te behouden tegenover het systematisch falen van het neoliberale kapitalisme. In de woorden van de schrijver: “het echte bezuinigingsproject bestaat er gedurende tientallen jaren in het westen uit om de lonen en levensstandaarden naar beneden te brengen, totdat ze overeenkomen met die van de middenklassen van China en India in hun weg omhoog.”

Totale dominantie

De denktank van de OESO in Parijs ziet de ongelijkheid met 40 procent toenemen bij een zwakke groei van 2,7 procent per jaar tot aan 2050. Zelfs deze bescheiden groeicijfers bevestigen het optimisme van de neoliberale propaganda. De meeste onafhankelijke experts minachten het. Paul Mason rekent erop dat de groei dichter bij de 0,75 procent zal liggen. Om met zulke rampzalige omstandigheden om te gaan, zouden Europa en de Verenigde Staten 50 miljoen meer immigranten moeten opnemen tussen nu en 2060. Zonder hen zakken de westerse staten af, als gevolg van een verouderende populatie, tot een niet levensvatbaar peil. Met deze immigranten zullen steden als Los Angelos en Londen gaan lijken op Manilla en Mumbai, met sloppenwijken verspreid rond ommuurde centra met vervallen valleien en satellietsteden.

Door de afwezigheid van een oplossing voor een neoliberale crisis blijft de mogelijkheid het meest waarschijnlijk dat dit stelsel bezwijkt onder zijn tegenstellingen. Zelfs degenen die alle intellectuele aannames afwijzen, moeten aanvaarden dat het basisidee achter het systeem: ‘markten corrigeren zichzelf’, moeilijk houdbaar is. Zij menen dat het goed komt door een constante groei, gevoed door informatietechnologie, spanningsvrij kapitalisme en het einde van de ideologie. In het verleden was een dreigende ineenstorting niet altijd aan de orde, maar met het neoliberalisme is dat nadrukkelijk wel zo.

na kapitalisme3
 
Onder het informatiekapitalisme zijn monopolies meer dan een tactiek om de winst te maximaliseren, zij zijn de enige manier waarop een industrie kan functioneren. Paul Mason: “Het kleine aantal bedrijven dat elke sector domineert, is opvallend. In de traditionele sectoren zijn er gewoonlijk vier tot zes grote spelers in elke markt. Vier grote verzekeringsmaatschappijen, vier of vijf grote supermarktgroepen, vier grote fabrieken voor straalmotoren. Maar de karakteristieke merken in de informatietechnologie hebben een totale dominantie nodig. Google moet de enige zoekmachine zijn, Facebook de enige plaats voor de constructie van een ‘online identiteit’, Twitter de plek waar je je gedachten kwijt kan en iTunes om online naar muziek te winkelen. In twee sleutelmarkten – online zoeken en mobiel opererende systemen – is er een strijd op leven en dood gaande die Google beide aan het winnen is.”
In de geglobaliseerde economische orde poogt het neoliberalisme, met zijn grote bedrijven van het informatietijdperk, de free riders die producten maken als Wikipedia in te perken en over te nemen. Ze doen dat door hun markten te zoeken en de mechanismen van prijsstelling te gebruiken om een macht te controleren die niet meer dynamisch voor het neoliberalisme is, maar levensbedreigend: het netwerk.

Golven in de economie

De informatietechnologie verstoort de basiscomponenten van het kapitalisme: prijs, eigenaarschap en lonen. De crisis van na 2008 is het resultaat van bewegingen in het neoliberale economische model dat de exploitatie van nieuwe technologie voorkómt en de lancering van een vijfde ‘lange golf’ uitsluit. De derde industriële revolutie die we nu zouden moeten ingaan, is stilgezet. De schuld geven aan zwak beleid, armzalige investeringen en arrogante financiering is slechts de symptomen inwisselen voor de kwaal. De pogingen om de oligarchische top van de marktstructuren legale normen op te leggen, mist de essentie en ondermijnt de vrijheid.

Paul Mason trekt een belangrijke conclusie die Irvine Welsh in zijn bespreking achterwege laat. Namelijk dat noch het Keynesiaanse model, noch de neoliberale economische theorie in staat is de korte en lange golven in de economie te verklaren. Hetzelfde geldt voor de neo Ricardiaanse theorie en de theorie van het marginale grensnut. Daarvoor is nog altijd de waardetheorie van Karl Marx de noodzakelijke sleutel.

Het uitblijven van de vijfde golf is dus gebaseerd op de economische analyse van Marx. Dat die golf niet optreedt en de economische groei stagneert, zijn processen die voortkomen uit de terugdringing van de levende arbeid uit alle productieprocessen. Dit als gevolg van de verdere globalisering van de economie, de voortdurend toenemende arbeidsproductiviteit en de voortschrijdende technologische ontwikkeling. Deze factoren hebben niet alleen effect op de terugdringing van de fysieke arbeid, maar in de huidige fase van het kapitalisme ook op de terugdringing van de intellectuele menselijke arbeid in productieprocessen. Met als resultaat een verdere proletarisering en een verdergaande precarisering.

Deze ontwikkelingen nopen het kapitaal op zoek te gaan naar nieuwe accumulatiemogelijkheden. Dat kan bijvoorbeeld door de ‘commodificatie’ van de reproductie (gebruikswaarden omzetten in waren, bijvoorbeeld medicijnen), de marktwerking in zorg en onderwijs en de privatisering van overheidstaken. Een andere manier is de verstrekking van consumptiekredieten, met als bijkomend neveneffect dat over die kredieten of schulden rente geheven kan worden. Deze vorm van accumulatie wordt door David Harvey de ‘accumulatie door onteigening’ genoemd. Ernest Mandel maakt in zijn uitleg van de theorie van de golven in zijn “Laatkapitalisme” het onderscheid tussen fasen van expansieve groei en fasen met een ‘stagnerende grondtoon’ (vertraagde groei).

De stagnatie in de vierde lange golf heeft zich rond de jaren zeventig van de vorige eeuw ingezet. Het omslagpunt van neergang naar expansie kenmerkt zich, doordat het kapitaal wegen vindt om te accumuleren volgens het principe van de oorspronkelijke accumulatie, dat wil zeggen nieuwe productieprocessen voor nieuwe producten (computers, I-phones, GPS). Voor deze processen is nauwelijks levende arbeid nodig, met als gevolg dat de oorspronkelijke kapitaalaccumulatie stagneert, omdat de arbeid volgens de waardewet de enige bron van waardevorming is. Met andere woorden, vanwege het uitblijven van expansieve groei (ook China gaat stagnatieverschijnselen vertonen) komt er geen vijfde golf en stevent het kapitalisme als systeem af op zijn eindfase. Zijn er geen aanpassingsmogelijkheden meer over?

Hulp van Marx.

Het is belangrijk ons te realiseren dat het kapitalisme niet altijd heeft bestaan, noch als een economie noch als een waardesysteem. Als we dat doen, zijn we in staat in te zien dat het ook wel eens niet voor altijd standhoudt. Paul Mason stelt voor dat we ons opmaken voor het ‘concept van overgang’, terwijl hij vraagt: “wat wettigt een economisch systeem en hoe biedt het ruimte voor een ander?”
Zijn verkenning van het Na Kapitalisme – met gebruikmaking van de krachtige analyse-elementen van Karl Marx, in termen van zijn kritiek op het kapitalisme, en de beperking van de voorspelling van crises – zou door elke ‘linkse’ econoom en activist zorgvuldig gelezen moeten worden. Wat Mason uiteindelijk tot stand brengt, is meer dan een vernieuwing van de ideeën van Karl Marx. De goede rehabilitatie van Marx, door Paul Mason is gebaseerd op de verlichtende teksten van Marx over machinerie (vooral de technologie van zijn tijd).

Paul Mason verwijst naar een deel van de Grundrisse van Karl Marx met als titel ‘”Fragment on machines”. In dit kader is ook het onderbelichte manuscript dat het zogenaamde zesde hoofdstuk van Het Kapitaal moest worden, “Die Resultate”, bijzonder verhelderend.

Netwerkende individuen

De technologische route van de neoliberale revolutie is in conflict met de sociale inrichting van de samenleving. Technologisch zijn we op weg naar gratis goederen, een exponentiële toename van arbeidsproductiviteit en de extensieve automatisering van fysieke processen. Sociaal zijn we gevangen in een wereld van monopolies, inefficiëntie, de ruïnes van de financieel gedomineerde vrije markt en een uitdijing van wat de antropoloog David Graeber ‘bullshit banen’ noemt.

Of liever, we waren op weg. Paul Mason biedt een ontsnapping: “Een economie gebaseerd op informatie, met zijn tendens naar gratis producten en zwakke eigendomsrechten, kan geen kapitalistische economie zijn.” En dit ontwikkelt zich nu, omdat de opkomst van het neoliberalisme de voorafgaande patronen van het kapitalisme gedurende de laatste vijftig jaar heeft verstoord, daarmee wordt zijn 240 jaar durende levenscyclus bedreigd, het systeem stevent af op zijn einde. Het boek en het concept voor het Na Kapitalisme stellen dat de beweging van schaarste naar overvloed in kennis, onze grootste bron, ons dwingt te kijken naar een theorie van het verlies van iets dat tot hier toe alom vertegenwoordigd en een organisch onderdeel van het publieke leven (kapitalistisch tijdperk) was: het prijsmechanisme.

Mason stelt, in het licht van Wikipedia en Open Source software, dat een economie gebaseerd op informatienetwerken een nieuwe wijze van productie schept voorbij het kapitalisme. Wikipedia, indien gerund als een commerciële site, zou 2,8 miljard dollar winst kunnen genereren. Zoals het nu is, maakt het niet alleen geen winst, zijn bestaan biedt ongekende mogelijkheden tot gratis informatievoorziening die niet te vercommercialiseren is. “Economen willen graag de ouderwetse aard van directieve planning aantonen met gedachtespelletjes zoals ‘ stel je voor dat de Sovjet Unie een soort Starbucks creëert’. Nu is er een meer intrigerend spel: stel je voor dat Amazon, Toyota of Boeing proberen iets als Wikipedia te maken.”

Paul Mason redeneert verder. Verandering kan nadrukkelijk niet plaatsvinden door het oude industriële proletariaat, omdat de samenleving nu zelf een fabriek is. “De arbeider uit het Keynesiaanse tijdperk had een beperkte betekenis: op zijn werk, in de plaatselijke kroeg, in de vereniging, op het voetbalveld, ze waren in essentie dezelfde persoon, de man of vrouw die geëxploiteerd kon worden. Het netwerkende individu schept een meer complexe realiteit: hij of zij leeft parallel aan het werk in een aantal gefragmenteerde subculturen en online. Het is deze nieuwe soort personen, de netwerkende individuen die de dragers zijn van de na kapitalistische samenleving dat zich nu zou kunnen aandienen.”

na kapitalisme5

Optimisme over technologie

Deze netwerkende individuen hebben veel werk te doen, omdat de post kapitalistische samenleving ontworpen moet worden in plaats van te worden gepland. Paul Mason ziet de rol van de staat afnemen in het Na Kapitalisme, deze wordt in zijn vele functies vervangen door de samenleving zelf. In de vorm van een netwerk. In tegenstelling tot de stijl van de sovjet planning moeten verbeelding en meningsverschillen gevoed worden, omdat ze de hoeksteen vormen van het netwerk. Dat wordt het draaipunt; sneller en meer ingebed dan een parlement, sneller en democratischer dan de markt. En dat moet ook, omdat directe actie ondernomen moet worden. Bijvoorbeeld:

  • Een snelle reductie van CO2 emissies om een energiecrisis te voorkomen, zodat de opwarming van de aarde beperkt wordt tot maximaal twee graden Celsius tot 2050. Zo wordt de chaos, veroorzaakt door rampen als gevolg van klimaatverandering, verzacht.
  • De stabilisering van het financiële systeem tussen nu en 2050 door het te socialiseren, zodat de vergrijzing van de bevolking, de klimaatverandering en de dreigende schuldencrisis niet samenkomen en een nieuwe ‘boom bust cyclus’ ontsteken en de wereldeconomie vernietigen.
  • De inrichting van hoge niveaus van zorg en levensstandaard voor de meerderheid van de bevolking, vooral door prioriteit te geven aan informatierijke technologieën om de grootste sociale uitdagingen aan te gaan, zoals gezondheidszorg, welzijn, afhankelijkheid, seksuele uitbuiting en slecht onderwijs.
  • De versnelling van de technologieontwikkeling om het noodzakelijk werk te verminderen om een snelle overgang te bewerkstelligen naar een geautomatiseerde economie. Eventueel wordt werk vrijwillig, worden basisvoorzieningen en publieke diensten gratis. Economisch beleid wordt vooral een kwestie van energie en beschikbare bronnen en niet van kapitaal en arbeid.

Hoe kunnen deze belangrijke doelen gerealiseerd worden? In principe door ons openlijk bewust te worden van de processen die zich al aan het voltrekken zijn, en door er aan te werken om hun potentieel te maximeren. Mason: “Productievormen die niet voor een markt bestemd zijn – het gebruik van de basale menselijke neiging om samen te werken door geschenken te ruilen van niet meetbare waarde – maar wel al bestaan, zij het in de marge van het economische leven. Dit is meer dan eenvoudigweg een balans terugvinden tussen publieke en private goederen: het is een geheel nieuw en revolutionair ding. De uitbreiding van deze niet voor de markt bestemde economische activiteiten maakt het mogelijk om een coöperatieve, sociaal rechtvaardige samenleving te ontwikkelen. We bevinden ons op een punt van nieuwe mogelijkheden: van een gecontroleerde overgang voorbij de vrije markt, voorbij CO2, voorbij dwangarbeid.”

Verbazingwekkend is dat Paul Mason in deze redenering niet betrekt dat ook het kapitaal bezig is de mogelijkheden te verkennen om juist deze activiteiten aan te wenden voor de accumulatie van het kapitaal. Een ander punt is dat Paul Mason erg optimistisch is over de bijna deterministische rol die de technologie kan spelen. Waar Karl Marx onterecht beschuldigd werd van economisch determinisme, daar zou Paul Mason bedachtzamer kunnen zijn en het neoliberalisme moeten zien als een complex stelsel van bepalende factoren in hun onderlinge samenhang.

In meer algemene termen bevat het model van Mason een pleidooi voor hoe het Na Kapitalisme zou ‘moeten’:

1. Eerst modelleren en later handelen.
2. Voortgaan op het ‘Wiki idee’.
3. Uitbreiden van samenwerken.
4. Monopolies socialiseren of onderdrukken.
5. Marktkrachten geforceerd laten verdwijnen.
6. Het financiële systeem socialiseren, inclusief het nationaliseren van de centrale bank.
7. Iedereen een basisinkomen geven.
8. Het (inter)netwerk vrijgeven.
9. De ‘1 procent’ bevrijden.

Mason ziet de welvaart van de elite als fundamenteel disfunctioneel voor haar leden, ze worden uitgesloten van alle aspecten van de samenleving. “De moderne elite van na de ramp van 2008 is een financiële aristocratie die door moet leven alsof de geschetste bedreigingen niet realistisch zijn. En wat gebeurt er met de 1 procent? Ze worden armer en daarmee gelukkiger”, constateert hij optimistisch, terwijl hij zijn boek eindigt met: “door de rijken te vertellen dat het goede nieuws is dat ‘de 99%’ komen om jullie te redden. Het Na Kapitalisme zal jullie bevrijden.”

na kapitalisme6
 
De 99 procent is op weg de ‘Na Kapitalisten’ te redden uit hun omheinde vesting, ze hebben echter nog enkele hindernissen te overwinnen.

Kritiekpunten

Het boek van Paul Mason is baanbrekend, onthutsend in zijn ambitie en briljant uitgevoerd. Het zal noodzakelijkerwijs veel discussie opleveren. In die geest hier een aantal kritische opmerkingen.

1. Het karakter van het neoliberalisme.

Door de technologische veranderingen op de voorgrond te plaatsen, lijkt Mason het strategische gedrag van grote bedrijven te onderschatten in de ontwikkeling van het neoliberalisme. Gedurende de eerste fase van het neoliberalisme, rond 1980, waren winsten meer het gevolg van fusies en acquisities dan van de verovering en de ontwikkeling van nieuwe markten. Oorspronkelijk werd dit gerechtvaardigd door het streven naar efficiëntie, maar het was duidelijk dat bedrijven schaalvoordelen gebruikten om obstakels te elimineren en uit overwegingen van concurrentie op de markt te komen.

Toen private bedrijven groeiden tot de grootte waar hun strategische besluiten de samenleving beïnvloedden, als ook hun eigen toekomst, kwamen de opportunistische zelfoverschatting en de noodzaak tot overleven aan de oppervlakte. Daarnaast bleven de traditionele doelen bestaan om de grotere winsten te halen en de aandeelhouders dividend uit te kunnen betalen. Als bedrijven eenmaal dit strategische niveau bereiken, worden ze voor staten fundamentele grootheden waarvoor risico’s vermeden moeten worden (’too big to fail’). Daarbij maken ze gebruik van hun monopoliemacht en hun invloed op regeringsniveau, onder meer in een lobbysysteem, om het idee van een vrije markt te ondermijnen. Dit zal wellicht uitlopen op een woordenstrijd, maar men zal verbaasd zijn hoe stringent kapitalisten een risicovrij kapitalisme (neoliberalisme) feitelijk opvatten.

Paul Mason ziet het kapitalisme en het kapitaal in hun functioneren los van de arbeid en de ontwikkeling van de verhouding kapitaal en arbeid. Hij ziet teveel de objectieve situatie, het imploderen van het kapitalisme als systeem en de vanzelfsprekendheid van het nieuwe Na Kapitalisme. Daardoor kan hij eenvoudig de slag maken naar een Na Kapitalisme in een netwerksysteem. Dat systeem is echter in dat proces een subjectieve factor, waarin reactionaire gedachten eenvoudig kunnen postvatten.

Voorbeelden daarvan zijn nu al duidelijk aanwezig; racisme, fundamentalisme, barbarij, ze maken allemaal gebruik van netwerk-achtige structuren en vinden daar voedingsbodems voor hun verwerpelijke gedachtegoed. Daarnaast zijn het proletariaat of wellicht het precariaat, dat een drijvende kracht kan worden en wellicht moet zijn, grote materiële en ideologische nederlagen toegebracht. De oorspronkelijke politieke krachten die het kapitalisme probeerden te begrijpen, zijn voor een groot gedeelte verweven (en uiteindelijk verworden) met het systeem dat zijn teloorgang tegemoet gaat. Het kan goed zijn dat het systeem ineenstort en zich niet meer kan aanpassen en aan zijn interne tegenstellingen ten onder gaat. Maar er is geen garantie voor een lonkend perspectief en zonder ‘precariërs aller landen verenigt u in netwerken’, zal het een moeilijk geheel worden. Die gedachten moeten op de agenda van links, de motor voor het Na Kapitalisme.

2. De beperkingen van het ‘Wiki model’.

Een illustratie van een Na Kapitalistische wijze van produceren, is een online encyclopedie gebaseerd op historische informatie uit een pre kapitalistische en kapitalistische fase. Maar slechts enkele producten zijn met zo’n hoge kwaliteit samengesteld dat ze een rol kunnen spelen in de totstandkoming van een Na Kapitalistische samenleving. Door zo’n sterk en dynamisch schematisch model te presenteren voor het Na Kapitalisme, kan Paul Mason ook zijn eigen structurele beperkingen hebben gedefinieerd.

Alle producten komen tot stand in een maatschappelijke context. Ze vertegenwoordigen dan ook een bepaalde maatschappelijke verhouding. Een product is vaak nieuw kapitaal en nergens anders voor bestemd dan om bestaande verhoudingen te bevestigen.

3. Het winst motief en het bezit van de productiemiddelen.

Dit is een lastig kwestie zonder terecht te komen op een erg speculatief terrein. Voor hem pleit dat Paul Mason een rechtvaardig en billijk beloningssysteem suggereert in zijn model van het Na Kapitalisme, maar dit leidt ons vervolgens tot een vooronderstelling van de menselijke natuur en motivatie: hoe bereidwillig en/of omgevingsvriendelijk zijn de mensen in deze veranderingen. Mason weerstaat terecht de verleiding om uit te wijden voorbij de reikwijdte van zijn boek dat uitgebreid en ambitieus genoeg is. Maar de vraag die we kunnen stellen is: kunnen kapitalistische en Na Kapitalistische samenlevingen twee verschillende typen mensen voortbrengen, zo (op zijn minst psychologisch) verschillend van elkaar als de Neanderthalers en de Homo Sapiens waren?
Activisten op de sociale media kunnen concluderen dat dit proces al gaande is. Maar meer prozaïsch, de boerderijen, bossen, fabrieken, olievelden, mijnen en energiecentrales die de essentiële dingen voortbrengen die we nodig hebben, zijn eigendom van mensen die bereid zijn ervoor te betalen. Is een Na Kapitalistische samenleving verenigbaar met privébezit? Hoe kunnen we dit afschaffen?
 
Door de oorspronkelijke strijd tussen kapitaal en arbeid categorisch uit de weg te gaan, manoeuvreert Paul Mason zich in een lastig parket. De oplossing van de strijd tussen kapitaal en arbeid is een resultaat dat ver voorbij de ineenstorting van het oude systeem aan de orde komt. Het is noodzakelijk om daar in de huidige situatie rekening mee te blijven houden en de discussie daarover nu al te starten. De inrichting van een nieuwe, humane samenleving is een zaak waarover de mensen zelf gaan en waarmee ze zich kritisch moeten bezighouden, ongeacht de ontwikkelingsfase van een systeem dat al of niet op instorten staat.

4. Kan schaarste in de Na Kapitalistische samenleving ooit overgaan naar overvloed in alle sectoren?

Ja, we kunnen goederen produceren die tientallen jaren meegaan, zonder dat ze vervangen moeten worden. Aangenomen dat informatie nu de dominante kracht in onze economie is en overvloedig aanwezig. Maar zullen we ooit in staat zijn hetzelfde te zeggen over de hoofdproblemen, de demografische en milieu tijdbommen? Robots zullen in staat zijn ons werk te doen, terwijl we achterover zitten met een goed boek. Maar kunnen ze eten op tafel krijgen?

Anders produceren is ook een trendbreuk in onze houding naar het milieu en de vergrijzing. Het is de balans tussen mens en natuur, vergrijzing is natuurlijk ook een mythe. Het is de vraag hoeveel mensen de aarde aankan met een bepaald consumptiepatroon. Het kapitalisme is en was zeker geen systeem dat aanspoort tot evenwichtige consumptiepatronen. Dat zal een erfenis zijn dat nog geruime tijd zal doorwerken in het Na Kapitalisme.

5. Het ‘iets voor niets’ denken.

Sterker dan de beide waarden die de markt (winst) en het netwerk (delen) ondersteunen, ligt dit type denken aan de basis van de menselijke aard. Het super rationele en substantiële irrationele besef (vanuit het standpunt van de samenleving) dat je ‘iets voor niets’ kunt krijgen, of op zijn minst voor zo weinig mogelijk geld of inspanning. Belastingontduiking door de rijken en grote bedrijven, zoals Google en Amazon, is vanuit het neoliberale paradigma gezien een redelijke strategie om de bedrijfskosten te beperken. En dat terwijl fraude met sociale zekerheid behandeld wordt als ranzig opstandige kleinzieligheid ten opzichte van de mensheid.

Maar de sancties voor de rijke belastingfraudeurs door de neoliberale marionettenregeringen zenden de fabelachtige boodschap uit dat dit allemaal acceptabel is, terwijl de heksenjacht tegen het sociale misbruik draconisch en hypocriet is. Dit tweeslachtig denken illustreert perfect het idee van het Na Kapitalistische ‘zero kosten’ denken. De praktijk blijft dat de leden, multimiljonair, van een rockband hun thuisbasis verplaatsen naar een belastingparadijs om efficiënter met belasting om te gaan. Tegelijkertijd sanctioneert dit systeem het kosteloos genieten, terwijl feitelijk de arme student belemmerd wordt hun muziek (illegaal) te downloaden om de bandleden in staat te stellen zuinig om te gaan met hun spaargeld.

We moeten waarschijnlijk betalen voor voedsel, huisvesting en mobiliteit, maar echt, in deze tijd, waarom zouden we moeten betalen voor bijna al het andere? Mensen die in goede doen leven, hebben al een remedie: rekeningen van het restaurant, thuiskantoren, vliegtickets en treinkaartjes zijn voor zakenmensen al aftrekbaar voor de belasting. Neoliberalisme heeft zeker niet deze psychologie uitgevonden, maar deze mechanismen honoreren persoonlijke hebzucht en uitspattingen op een manier die uiteindelijk zelfvernietigend is. Dit is overigens niet zozeer een kritiek op de stelling van Paul Mason, wel een aanvulling.

Het kapitalisme heeft een vervreemdende werking uitgeoefend op de mensen en hun ideeën over menselijkheid, saamhorigheid, veiligheid, tolerantie en solidariteit. Deze beperkt zich niet tot vervreemding van de arbeid en productie, ook vervreemding van de consumptie speelt een grote rol. En dat zal nog lang na het einde van het kapitalisme als systeem zijn doorwerking hebben, een probleem dat Paul Mason in zijn boek onderbelicht.

Politieke verwikkelingen

“Vijfentwintig jaar neoliberalisme heeft geforceerd dat ons denken over verandering eng geworden is. Maar als we sterk genoeg zijn om ons voor te stellen dat we de planeet kunnen redden, dan kunnen we ons ook voorstellen dat we onszelf kunnen redden van een economisch systeem dat niet werkt. In feite een kritische verbeeldingsperiode.”
Om deze gedachte toe te laten, is het interessant na te gaan hoe dergelijke veranderingen aankomen bij en gevoeld worden door de verschillende politieke sectoren in de westerse samenleving

* Neoliberaal rechts.

Neoliberaal rechts geniet alle hegemoniale macht over alle opgerichte regeringsinstellingen, de zakenwereld en de private media. Echter, met meer mensen zowel vervreemd als buitengesloten van zulke instituties, worden de autoriteiten steeds meer gedwongen de mensen te controleren die niets wezenlijk voor hen te bieden hebben. Dus het probleem dat conservatieven altijd al hadden, iedereen ervan te overtuigen dat hun belangen samenvallen met de rijkste van onze samenleving, wordt nijpender en hangt af van propaganda en fysieke dwang. Verwacht mag worden dat dit intensiever wordt als het kapitalisme in beginsel een versleten scenario van wanhoop wordt, een versleten goedkope uitdrager voor de massa, vastgelopen in het gouden tijdperk van informatietechnologie, met zijn verchroomde en glazen kantoorpanden en omheinde buitenverblijven.

Als het systeem uiteenvalt, zal de tendens van rechts om dit te voorkomen door wanhopige acties bezworen worden. Paul Mason beweert: “al wat nodig is om de hele boel op te blazen, is voor één of meer landen een uitweg te kiezen, door gebruik te maken van protectionisme, manipulatie met de valuta of niet afbetalen van de schulden.” Terwijl de ogen van rechts Europa gericht zijn op landen als Griekenland, zouden ze er goed aan doen ook te kijken naar de andere grote schuldenlanden. In de Verenigde Staten is de Republikeinse partij al overtuigend bezig dit streven uit te voeren.

Op een dieper liggend niveau, waar het oligarchische corporatisme van de neoliberalen de markt in toenemende mate onvrij reproduceert en de democratie negeert, worden rechtse politici minder abstract over vrijheid. Meer en meer bot over de bescherming van de geprivilegieerde elites. Kritische en doordachte mensen op de rechtervleugel moeten zich door de crisis in hun bestaan bedreigd voelen, zoals links dat bijna vijftig jaar geleden heeft meegemaakt met de Sovjet autoriteiten. Was 2008 hun 1956?

* Gematigd rechts

Het meer gematigde rechts, meent de Labour partij van Blair, zou vóór 2008 en vóór de ontwikkeling van een volledig blootgelegd en systematisch afgezwakt neoliberalisme, misschien nog een principiële weldoener kunnen zijn. Dit was bijna het credo van het Nieuwe Labour, de derde weg. Het idee van ‘geen confrontatie politiek’, maar rechts overtuigen enkele van haar bronnen op te geven voor het algemeen welzijn.
Het probleem van de benadering ‘benut de kruimels op de tafel van de rijke man’ is dat sinds 2008 grote veranderingen hebben plaatsgevonden. Zowel de redding van de banken als de overheveling van grote sommen financieel kapitaal – uit de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur en welzijnsinstellingen – naar een situatieafhankelijk fonds dat bestemd is voor de volgende financiële ramp. Nu de logica gevestigd is dat private instellingen (banken) te groot zijn om te vallen, terwijl publieke grootheden (landen als Griekenland) dat niet zijn, is het eenvoudig te zien dat openlijk geld gebruikt wordt om grote bedrijven die in problemen komen van een faillissement te redden.

In de kern is dit wat TTIP is. Het hoofdstuk ISDS staat bedrijven toe alle lokale en nationale overheden te vervolgen als zij menen onterecht uit hun business te zijn gezet (ISDS: Investor Trade Dispute Settlement, de arbitragecommissie bij verboden investeringen die het wettelijke gezag van de overheid ondermijnt). In de Verenigde Staten heeft McDonalds de stad Seattle voor het gerecht gedaagd, het concern claimt dat het nieuwe wettelijke minimumloon van vijftien dollar per uur haar winst aantast. Als het kapitalisme niet alleen zijn economische monopoliemacht, maar ook de staat en de wetgeving gebruikt om risico’s uit te bannen (het veronderstelde kernaspect van de vrije markt) dan wordt het kapitalisme overbodig voor iedereen, behalve voor de superrijken. Deze ontkenning van risico’s, en de consequenties voor het falen van de belangrijkste spelers betekenen dat het kapitalisme de jas van de democratie en het universalisme uitschut. In plaats daarvan bevordert het een corrupte, op de Sovjet stijl gebaseerde kaste, voorbij de wetten waaraan iedereen onderworpen is.

* Links

Dus voor rechts zou Labour, in de polarisatie tussen bezuinigings- en niet bezuinigingsbeleid, eenvoudig zo kunnen zijn dat ze vlucht uit wat de Amerikanen het ‘politieke thuis’ noemen. In wezen kan rechts niet Labour bieden wat de rechtse partijen doen zonder daarvan deel uit te maken. Ze wordt consequent ondermijnd door haar eigen linker vleugel, bijvoorbeeld met de opkomst van Jeremy Corbyn in Engeland die zijn schaduw vooruitwerpt van de Schotse SNP. Het zijn de lessen van PASOK, recent gegeven door Syriza.

Voor links lijkt de stelling van het Na Kapitalisme vreugde te bieden na dertig jaar neergang, maar bevat tevens een lading waarschuwingen. Het betekent vooral dat een aantal heilige koeien begraven moeten worden. Eenvoudig terugkeren naar de Keynesiaanse belasting- en uitgave-economie van na de oorlog is niet langer houdbaar, omdat het in de dezelfde val trapt van het ‘Luddiete’ neoliberale kapitalisme, er is niet voldoende werk voor iedereen. Er is daarom een beperkte belastingbasis, tenzij serieus werk gemaakt wordt van het belasten van de rijken, in plaats van belasting op inkomen. Dit is iets waarover Brits links altijd in verlegenheid is gebleven, omdat het moeilijk uitvoerbaar is.

De Luddieten vernielden begin negentiende eeuw de machines, omdat die hun werk afnamen. Voorstanders van technologische ontwikkelingen zeggen dat het verlies aan werkgelegenheid gecompenseerd wordt door nieuwe technologie. Ze zeggen dus dat de dreiging van structureel verlies van werkgelegenheid een drogreden is. De illusie dat de afbraak van de werkgelegenheid door de toepassing van de technologie opgevangen wordt door nieuw werk dat ontstaat in de technologie, kan eenvoudig worden ontmaskerd. Bijvoorbeeld door het gegeven van de alsmaar stijgende arbeidsproductiviteit.

Hier is iets dat velen op links een anathema (‘banvloek’) zullen vinden, maar opgemerkt moet worden dat het “marxisme een onjuiste visie had over de arbeidersklasse. Het proletariaat was er dichtbij om de verlichtende, collectieve historische factor te worden die de menselijke samenleving ooit voortgebracht heeft. Maar tweehonderd jaar experimenteren is niet verder gekomen dan dat het proletariaat voorbestemd was tot ‘leven ondanks het kapitalisme’, niet om het omver te werpen. Dus, terwijl het netwerk de markt moet vervangen als de dynamische economische macht in het Na Kapitalisme, zo moet ook het geïnformeerde burgerdom het proletariaat verdringen als de principiële agent van verandering. Kortom, de missie van links is waarschijnlijk om de extremisten te matigen en de gematigden te revolutioneren.”

Hier gaat Paul Mason erg kort door de bocht en Irvine Welsh volgt hem gedwee.
In de analyse van Mason kan ik me redelijk goed vinden, de kracht ervan is dat hij het neoliberalisme ziet als een nieuw stadium van het kapitalisme dat het aanpassingsvermogen niet meer tot zijn beschikking heeft en over zichzelf een scenario van ineenstorting uitroept. Het is aannemelijk, zoals Mason aantoont, dat daarmee het economische systeem op zijn laatste benen loopt. En laten we hopen dat deze voorspelling uitkomt, in naam van de sociale en menselijke verhoudingen.

Een ander (Na) kapitalisme impliceert ook een andere tegenstelling tussen kapitaal en arbeid en dus andere kapitalisten en een andere arbeidersklasse. Ook in die redenering kan ik nog meegaan, ze stimuleert links tot zelfkritiek. Het is nodig goed te kijken naar de samenstelling en rol van het precariaat, om daarmee ook het instrumentarium (de wapens) te ontwikkelen om het kapitalisme in zijn doodstrijd genadig te helpen.
Mason zet ook aan tot verder denken en handelen, voor verdere analyse en de noodzaak de vele bedreigde aspecten met elkaar te verbinden. Maar om daarmee de handelende of arbeidende mens zo plotsklaps op de vuilnisbelt van de geschiedenis te gooien, is ook een banvloek. Constructiever is het na te denken hoe we vervreemding kunnen tegengaan en de arbeid anders kunnen gaan verdelen, en hoe moraal en humaniteit met erg veel tolerantie en solidariteit weer een prominente plek krijgen in ons denken en handelen.

Het belang van Na Kapitalisme

Ook in de hier besproken verhandeling van Mason zal het Na Kapitalisme zich in wezen sterker voelen dan de analyse van het falende systeem, dan de voorspelling van wat in de toekomst ligt. Echter, het is het grote krediet en de moed van Paul Mason dat hij een model biedt over hoe een Na Kapitalistische toekomst zou kunnen werken. Zoals het gaat met een dergelijk raamwerk is daarbij eerst en vooral de opdracht om de discussie te openen over onze toekomst zoals die beschreven is door in zichzelf geïnteresseerde private media en een staat die afgedaald is naar een timide irrelevantie. De grote kracht van Masons speculaties is dat ze nooit luchtfietserij zijn, maar altijd gebaseerd zijn op logische verklaringen van fundamentele waarnemingen.

“Post Capitalism” is een mooi geschreven werk, waarin stevige economische analyse gecombineerd wordt met een sterke vertelstijl die baat heeft van de anekdotische ervaringen van Mason tijdens het onderzoek in de arena’s van het neoliberalisme. Dit levert een literair bloed op dat door zijn pagina’s stroomt, het tilt het boek op boven de droge en pijnstillende teksten van academici of economen (vaak spreekbuizen van regeringen of banken).
De betekenis van ervaringen is gewonnen, wanneer Mason de tekst kruidt met anekdotes uit de onderste regionen van het kapitalisme, van de rivier de Dniester bij de Moldavische grens tot Greggs bakkerij in Kirkcaldy High Street. En het is waarschijnlijk de eerste keer ooit dat een schrijver over economie de waarde van een XTC pil gebruikt heeft om het concept van het grensnut uit te leggen.

na kapitalisme9
De rake uitleg die Paul Mason biedt als hij naadloos van het ene idee naar het andere reist, maakt het boek hoogst toegankelijk voor de lezer. Hoewel de theorieën over crisis en golven alle worden uiteengezet – van Kondratieff, Ricardo, Smith, Keynes, Marx tot Drucker – worden de saillante redeneringen van hun visie verklaard alsof je een reis door de tekst maakt. (Verrassend genoeg wordt de Catalaanse socioloog Manuel Castells, waarvan de ideeën over de netwerk theorie verweven lijken, niet genoemd).

Het grote en bereikte doel van “Post Capitalism” is dat het een breed utopisch denken durft te openen en ons bevrijdt van een naargeestige distopie (tegenstelling van utopie) die niets anders biedt dan een volledig ontwikkelde klassenstrijd. Of laten we het zo stellen, dat is het beste waarmee we het moeten doen. Na drie decennia van nihilistische en nietszeggende ‘einde van de geschiedenis’ stellingen is de indringende boodschap dat de menselijke geest springlevend is. En dat vormt een goed uitgangspunt om onze samenleving in vorm te krijgen voor de enorme demografische, milieu bedreigende en fiscale tijdbommen die op ons afkomen.

Dus het boek van Mason is meer dan een behandeling of beschrijving van wat er met ons vandaag gebeurt. Het staat ons als een fundamentele, intellectuele en spirituele dienst voor de gezamenlijke mensheid ter beschikking en het is een ‘GPS’ voor de nieuwe wereld zoals die zich aan ons ontvouwt. Het is zowel visionair als een piketpaal, het belangrijkste boek over onze economie en samenleving dat tijdens mijn leven gepubliceerd is.

Ook op mij heeft het een grote indruk gemaakt. Het is een genot om te lezen, tegelijkertijd is het even verheugend dat meer publicaties de discussie op links losmaken. Denk bijvoorbeeld aan de bijdragen van David Harvey, Thomas Piketty en David Graeber. Het spel komt op de wagen.

(*) Eerder, 3 augustus 2015, verschenen bij Bella Caledonia, bellacaledonia.org.uk, onder de titel “Post Capitalism: a Review. Vertaling en commentaar: Sjarrel Massop. Boek: Paul Mason, Post Capitalism: a guide to our future, juli 2015, Penguin.