Gekaapt door het kapitaal, Mirjam de Rijk
Mirjam de Rijk schrijft al jaren leesbare en kritische artikelen over economische zaken, onder andere in De Groene. Ze is een van de weinige economische journalisten die niet bang is om ook de grote trends te onderzoeken, en die kapitalisme en diens praktijken bij naam noemt. Nu heeft ze een nieuw boek over hoe ‘investeerders’ allerlei voorheen publieke voorzieningen hebben gekaapt om er winst uit te slaan.
Gekaapt door het kapitaal bestaat uit drie delen. Het eerste deel beschrijft vakkundig wat er aan de hand is. Deel twee probeert te schetsen hoe het mogelijk is geworden dat de in deel 1 onthutsende voorbeelden nu bon ton zijn geworden. En deel drie probeert antwoorden te schetsen. Het laatste deel komt minder uit de verf, maar de eerste twee zijn zeker geslaagd.
Hoewel zeer deskundig en goed ingevoerd in haar materie – ze heeft tenslotte ook anderhalf jaar onderzoek gedaan – heeft de schrijfster de verleiding weerstaan om de lezer te overladen met getallen en statistieken. Wat bij economische aangelegenheden vaak gebeurt, en de lectuur daardoor onleesbaar maakt. Mirjam de Rijk heeft goed leesbare hoofdstukken gemaakt over de tamelijk abstracte praktijken van ‘private equity’ en je hebt als lezer het idee dat je na lezing snapt wat daar gebeurt en hoe het zo gekomen is. De voorbeelden zijn dan ook bepaald flabbergasting. Door de niet economistische aanpak zijn de voorbeelden een beetje anekdotisch, dat is natuurlijk de andere kant van de medaille.
Het boek beschrijft de ontwikkelingen in een viertal (semi)publieke gebieden: zorg, onderwijs, wonen en kinderopvang. En eigenlijk ook nog op het gebied van bedrijven in het algemeen, want vreemd genoeg slaat het kapitaal ook daar toe en doet daar hetzelfde als bij die andere terreinen: de boel opkopen om te gelde te maken door ze weer door te verkopen of leeg te schudden.
Maar die bedrijven zullen ons wellicht misschien minder aan het hart gaan. Zorg, wonen, onderwijs en kinderopvang daarentegen hebben we allemaal nodig. En daar is de laatste jaren opgekocht, uitgehold en weer uitgespuugd door ‘investeerders’ die niet zozeer belangstelling hadden voor de activiteiten van de buit, alswel voor de kans om er winst uit te slaan. Mirjam de Rijk geeft op rustige toon verbluffende voorbeelden, die we deels al in de kranten voorbij hadden zien komen. Maar die nu in een kader komen te staan. Neem het fenomeen ‘kralen rijgen’ dat bij veel opkoopwoede een rol speelt. Het gaat de investeerder daarbij om een lucratieve ketting te maken van gelijksoortige onderdelen, en die dan weer door te verkopen. De ketting levert veel meer op dan de afzonderlijke onderdelen hebben gekost. Maar het betekent ook dat de onderdelen in een management-keten terecht komen, hun eigenheid inleveren en vaak stukbezuinigd worden. Tegelijkertijd wordt het product dat er geleverd werd, door monopolievorming, juist duurder. En er verdwijnt steevast veel overheidsgeld in, dat niet meer naar een kleine onderneming gaat, maar naar de aandeelhouders of andere eigenaren van het kapitaal. Waarom dit werd toegestaan door ‘de politiek’ beantwoordt Mirjam de Rijk ook: die vonden het meestal niet zo belangrijk, of zaten te slapen. Sommigen werden er zelf beter van.
Een ander fenomeen bij het opkopen door investeerders, is kersenplukken. Ze kopen de lucratieve delen op, en de rest, daar waar bijvoorbeeld ggz-patiënten veel zorg en begeleiding nodig hebben, laten ze zitten. Ze halen daar wel het zorgpersoneel weg, waardoor er lange wachtlijsten ontstaan en de zorgverlening achteruit gaat. Het gebeurt ook bij de ouderenzorg, of de tandartsen en huisartsen. Er ontstaat een geprivatiseerde niche in gebieden die dat voorheen niet hadden (zbc’s, zelfstandige behandelcentra). Officieel mag je in Nederland geen winst maken met medisch specialistische zorg, maar daar vinden ze – vaak met hulp van een van de vele juristenbureaus op de Zuidas, wel een truc voor. Onderaannemers mogen bijvoorbeeld weer wel winst maken. Digitale verwijssystemen waarmee huisartsen werken, elektronische patiëntendossiers, adviseurs voor hulpmiddelen, al die activiteiten kunnen uitgemolken worden en zijn nu bezit van – veelal buitenlandse – private equity fondsen. Ze verdienen onder andere aan krapte op de arbeidsmarkt, legt Mirjam de Rijk uit. Die heeft geleid tot een oerwoud aan bemiddelingsbureaus en detacheringsondernemingen die vast personeel verleiden om zzp’ers te worden. Neem zorgdetacheerder TMI, in bezit van Bain Capital uit de VS. Opgericht door de rechtse republikein Mitt Romney. Bain Capital bezit in Nederland ook het adviesbedrijf Argonaut dat beslist of mensen in aanmerking komen voor een indicatie voor de Wet Langdurige Zorg. De Rijk merkt op dat het merkwaardig is dat daar ook kapitaal in zit afkomstig van Nederlandse pensioenfondsen.
De zorg is maar een voorbeeld, over de hoofdstukken onderwijs vallen zo mogelijk nog dramatischer verhalen te vertellen. Ook het populaire tv-programma van Lubach bracht in beeld hoe daar het lesmateriaal ‘verzorgd’ wordt door raiders die oude uitgeverijen als Malmberg en Noordhoff hebben opgekocht.
En wederom: particuliere scholen zul je niet aantreffen, zeker niet in het basisonderwijs. Maar aanpalende zaken zijn dikke handel geworden: bijles, personeel, onderzoek (!) bedenk hier hoe dat beïnvloedt welk onderzoek wel en niet plaatsvindt. En dit soort marktpraktijken sijpelt nu ook het basisonderwijs binnen.
Wonen is de laatste tijd beter belicht door media, omdat de wooncrisis zo alomtegenwoordig is. Maar ook hier zorgt het boek voor toelichting en kader. En veelzeggende voorbeelden. Private equity heeft het nu bijvoorbeeld voorzien op onderhoudsbedrijven die in opdracht werken van woningcorporaties. Want die geven daar veel geld aan uit. En met de verduurzaming voor klimaat in het verschiet, zal dat alleen maar meer worden. De effecten zullen onder meer zijn dat er de gebruikelijke marktmacht optreedt, en bijbehorende prijsverhogingen, achteruitgang van de dienstverlening en arbeidsomstandigheden.
Interessant is ook dat er zo weinig onderzoek wordt gedaan, door het CBS en andere instellingen, naar deze ontwikkelingen. Dat komt ook omdat de situatie zeer ondoorzichtig is door de ‘kerstbomen aan bv’s’ van bedrijven die alleen in Nederland ingeschreven zijn om belastingheffing te ontgaan.
Wat je verder leert in het boek is hoe private equity in de praktijk werkt. Het is vaak niet zo dat ze eigen en andermans kapitaal investeren. Ze steken zich in de schulden en speculeren dus met geleend geld. En ze kopen eigen aandelen op. Tot in de jaren tachtig was dat gezien als speculatie en in de VS verboden. Het is vreemd dat politiek en instellingen als de ACM (Autoriteit Consument en Markt) het allemaal slapend hebben toegelaten. Want de schade is groot. “Ongekende bedragen vloeien weg naar aandeelhouders in plaats van ingezet te worden voor bijvoorbeeld investeringen.” (…) Het maakt bedrijven kwetsbaar door de hoge schulden die aangegaan worden , en het lijdt tot prijsopdrijving.
Bij het tweede hoofdstuk over hoe het zover heeft kunnen komen, benadrukt De Rijk (naast allerlei andere factoren) op het grote ‘stuwmeer van kapitaal’ (en dus bij de oplossingen een hoofdstuk later over hoe dat stuwmeer aangepakt moet worden) en hoe die is ontstaan. Onder andere door de groter wordende ongelijkheid, ook mondiaal, die voor gebrek aan koopkracht zorgt. En door het belastingbeleid (en ook op dat gebied worden weer oplossingen aangedragen in hoofdstuk 3. De Franse econoom Piketty wordt aangehaald met zijn berekening dat het heffen van meer vermogensbelasting en erfbelasting iedereen op 25-jarige leeftijd een startkapitaal van 138.000 euro zou kunnen geven). En door de neoliberale deregulering van kapitaal. En doordat politici het allemaal wel best vonden, of dom waren. Maar gedeeltelijk was het ook bewust beleid, van bijvoorbeeld sociaaldemocraten als Wouter Bos die als minister van Financiën in 2008 de vennootschapsbelasting voor wooncorporaties instelde. “De grote vermarktingsoperatie die begon onder het kabinet-Kok in de jaren negentig”.
Maar helaas wordt er verder niet veel ingegaan op de historische ontwikkelingen van het neoliberalisme en welke krachten daar aan meededen. En vooral heeft Mirjam de Rijk geen oog voor tegenkrachten. Want de hele strijd van de toenmalige globaliseringsbeweging (eind jaren ‘90) ging precies hierover en heeft geprobeerd om tegen te houden dat er geliberaliseerd en geprivatiseerd kon worden. Ergens merkt Mirjam de Rijk op dat de watersector als een van de weinige niet geliberaliseerd werd en volgens haar kwam dat omdat minister Pronk dat besloot. Maar in werkelijkheid was dat mogelijk omdat er een felle strijd door basisbewegingen en NGO’s werd gevoerd, tegen privatisering van water in het algemeen en dus ook in Nederland. Denk aan de ‘water wars’ in Cochabamba, Bolivia, en vele andere plekken. Bovendien is privatisering van water in Nederland dan voorkomen, maar kunnen Nederlandse publieke waterbedrijven wel geprivatiseerde bedrijven in het buitenland opkopen.
Deze blinde vlek van de schrijfster, die wellicht voortkomt uit het feit dat ze nauw verbonden is aan de partij Groen Links, waarvan ze voorzitter was en daarna ook wethouder in Utrecht (link naar haar cv) heeft ook zijn weerslag op het beschrijven van oplossingen voor de ellende waar we in leven en die ze goed schetst. Het zijn op zich steekhoudende voorstellen op het gebied van belastingheffing, herwaardering publieke structuren, opbouwen van alternatieven en dergelijke. Maar het lijkt teveel een verkiezingsprogramma. Nergens wordt ingegaan op de noodzaak van bewegingen en hun strategieën om het programma ook uitgevoerd of ingevoerd te krijgen. Ook gloedvolle voorbeelden van tegenmacht uit binnen en buitenland (zoals de huisartsen in Engeland die voor behoud van de NHS vechten en zich collectief hebben geweerd tegen het opkopen van de praktijken, bijvoorbeeld) vallen zo buiten beeld. En het is de vraag of de oproep aan de overheid om er wat aan te doen, wel zoden aan de dijk zet, merkt ook Sjarrel Massop op op de website Solidariteit De overheid zelf is immers ook gekaapt door het kapitaal…
Maar voor een goede beschrijven van de cowboypraktijken die er tegenwoordig in de Nederlandse voormalige publieke sectoren heersen, is het boek van harte aanbevolen.
Gekaapt door het kapitaal, Mirjam de Rijk, Uitgeverij Pluim, 196 pp, 12,90