Worstenmakerij TTIP te Den Haag
Afgelopen woensdag 10 september konden we in Den Haag, in de Groen van Prinstererzaal van de Tweede Kamer, een mooi staaltje worstenmaken (*1) aanschouwen. In dit geval konden we meemaken hoe de ingrediënten voor de vervolmaking van het parcours van het vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS (TTIP) werden bereid. Om 12.00 uur stond daar op het programma een zogenaamd Algemeen Overleg van de de Algemene Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.Voor degenen die niet dagelijks het Binnenhof platlopen; dat is een soort tussenoverleg tussen de fractiespecialisten van de 2e Kamer en een minister of staatssecretaris. In dit geval de minister Ploumen, die als hoofd van het Orwelliaanse ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verantwoordelijk is voor het dossier (vrij)handel.
De EU en de VS zijn in de zomer van 2013 begonnen met onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord dat allerlei ‘barrières’ voor handel tussen de twee mogendheden zou moeten slechten. Nu bestonden er al bijna geen importheffingen meer in de handel tussen de twee, dus onderhandelen ze waarschijnlijk vooral over allerlei andere ‘hindernissen’. Zoals wetten en regels – of de mogelijkheid om die in de toekomst in te stellen – die producten/exporteurs onwelgevallig zijn, maar die vaak een heel goede bestaansreden hebben, zoals bescherming van consumenten of arbeiders, milieu, kinderen, dat soort hindernissen dus. Maar we weten niet waar ze over onderhandelen, want dat is allemaal zeer geheim en wordt zorgvuldig afgeschermd. Dat is een (van de vele) redenen waarom burgers in beide mogendheden argwaan hebben en kritisch of zelfs afwijzend zijn.
Wat wel bekend is, is dat er voorgesteld wordt om een geschillenbeslechtingsprocedure in te bouwen (ISDS, Investor-State Dispute Settlement) voor bedrijven. Die kunnen dan overheden aanklagen bij een speciaal voor de zaak te vormen tribunaal, als ze zich benadeeld achten (die bedrijven dan). Dit gaat dan buiten de andere nationale of internationale juridische structuren om. Bij andere vrijhandelsverdragen is het multinationals gelukt om enorme bedragen weg te halen bij overheden, en critici achten ook dat alleen de dreiging daarvan al werkt om bepaalde onwelgevallige wetgeving niet eens in te stellen. Er was een speciaal – en meteen zeer omstreden – onderzoeksrapport gemaakt naar de effecten van zo’n ISDS, dat nu ook op de agenda stond.
Met die kennis, en de ervaringen met andere vrijhandelsverdragen zoals NAFTA als bagage, is het geen wonder dat de weerstand groeit tegen zo’n door het grote bedrijfsleven gelobbyd project, onder de bevolking in de VS en de EU.
Algemeen Overleg
Als toelichting had de minister een heel summier briefje gestuurd, van een kleine pagina, twee dagen voor de bijeenkomst.
En ze had een veel langer stuk in de krant geschreven, die de dag van het overleg uitkwam. Het stuk is typerend voor de p.r. van politici die het akkoord verdedigen en uitventen: een en al gejuich en als het goed gebeurt met “alleen maar winnaars”. Mensen die tegen zijn, zijn volgens haar voornamelijk verkeerd ingelicht door organisaties die “nog op zoek [lijken] naar evenwicht tussen inhoud en verwachtingen van de achterban. Dat evenwicht is natuurlijk lastig in een debat dat vooral op internet meer om emoties dan om feiten draait.” En Ploumen, zo besluit ze haar stuk, wil het liever vooral bij de feiten houden, al mogen we die dan niet kennen.
Ze wil het in ieder geval niet houden bij de feiten van de critici, die in een aanpalend stuk in dezelfde krant stonden en dat vooral op de gevaren van ISDS ingaat. De schrijvers verwijzen daar naar de enige feiten die we kennen omdat ze uitgelekt zijn. Maar die legt de minister in het algemeen overleg naast zich neer omdat ze “niet weet uit welke bron die komen, ik reageer alleen op officiële documenten”. Maar ja, die zijn er dus niet, die krijgen we alleen te zien als het te laat is en alles afgerond is.
De Kamerleden van alle fracties waren aanwezig. Een oudere heer die verder niets inhoudelijks over de hele kwestie te melden had, ook niet toen hij door een van zijn collega’s daarnaar werd gevraagd, was voorzitter; Raymond de Roon, van de PVV. Hij loodste het schip vakkundig door de twee uur durende bijeenkomst, alsof hij al zijn hele leven ambtenaar in Den Haag was geweest. Precies twee uur na aanvang kon de minister bedankt worden voor haar antwoorden en trok iedereen zijn jasje weer aan om koffie te gaan drinken.
Kamerleden
De overige aanwezige Kamerleden, fractiespecialisten of -leiders, kregen als start elk vier minuten om hun verhaal te doen en hadden daar zichtbaar zin in. Het waren, in geografische volgorde van de voorzitter af: Agnes Mulder (CDA), Rene Leegte (VVD), Jasper van Dijk (SP), Kees Verhoeven (D66), Bram van Ojik (GL), Marianne Thieme (Dieren) en Jan Vos (PvdA).
Veel van hun verhalen begonnen met een poging om hun visie op de wereld en de economie uiteen te zetten, daarbij soms onderbroken door hun collega Kamerleden (die elk een keer mochten interrumperen). Dan kwam er een stukje over hoe goed of slecht het TTIP-akkoord wel of niet was en ze sloten dan af met wat vragen aan de minister. Opvallend was daarbij dat die vragen veelal om details ging, of om open doekjes. De linkse Kamerleden waren natuurlijk kritisch, maar Marianne Thieme was de enige die een felle politieke kritiek op het project uitte: ze vond het krankzinnig om nu te gaan inzetten op het vergroten van de handel en gesleep met grondstoffen, terwijl de aarde dat allemaal niet aankan en we al veel teveel produceren. Mooie verhalen over dat het goed is voor de wereld zijn volgens haar dan ook klinklare leugens;”Het gaat er om om onze rijkdom te verdedigen tegen hun armoede, TTIP is alleen voor de grote jongens”. Jasper van Dijk verklaarde als enige dat zijn partij het verdrag in z’n geheel afwijst, en somde wat belangrijke redenen op. En Bram Van Ojik was meer filosofisch ingezet, maar raakte wel een spijker op de kop door de minister te confronteren met haar eigen gedachtekronkel dat de critici niet mogen zeuren omdat ze de feiten niet kennen; dat geldt immers voor de voorstanders ook, inclusief de minister zelf. Dat het allemaal prachtig gaat worden, kan je ook niet stellen en zeker niet garanderen. De minister ging er wijselijk niet op in bij haar antwoorden, net als op de meeste overige vragen trouwens.
De vertegenwoordigers van de regeringspartijen en van CDA en D66 waren, ook heel voorspelbaar, positief “maar hadden wel wat vragen”. Vaak ging het over het gebrek aan ’transparantie’ waarvan Ploumen ook al had gezegd dat ze daar “zeker niet blij mee was”. Ze is het zowiezo opvallend vaak “met jullie eens hoor” in haar antwoorden, vooral als ze weer eens net doet of ze op een vraag ingaat om dan te eindigen met de belofte dat ze het ‘in het volgende overleg in Brussel mee zal nemen’. Ze doet niet één harde uitspraak, ook niet als ze daar nadrukkelijk naar gevraagd wordt (bijvoorbeeld of er een punt is dat ze uit de onderhandelingen zou stappen als een van de door haar genoemde ‘zorgpunten’ niet ingewilligd worden). Dergelijke vragen hebben, verklaart ze meermaals ” een hoog als/dan gehalte, we kunnen beter afwachten wat er uit komt”.
Opvallend makkelijk werd er ook over de kritiek op het onderzoek naar ISDS gestapt, door zowel Kamerleden als minister. Wel werd even ingegaan op de beschuldiging dat de opstellers van het rapport bevooroordeeld zouden zijn. Twee van de drie wetenschappers die het rapport hebben gemaakt – en waar uit blijkt dat ISDS geen probleem is, al zijn er wel 17 ‘verbeterpunten’ – worden nota bene zelf vaak ingezet bij ISDS-rechtszaken. Ze hebben er dus belang bij, dat die blijven bestaan en zullen er zeker geen kritiek op hebben. Maar volgens Ploumen kun je best twee petten ophebben, en de Kamerleden vonden het kennelijk verder best. Ook over CETA, dat andere vrijhandelsakkoord met Canada, dat uitonderhandeld lijkt, werden we niet wijzer. Kan daar nu nog aan getornd worden, of is het afgerond en waarom krijgen we dan de inhoud niet te zien? Het bleef een mysterie, kennelijk wist de minister het ook niet en wilden haar drie secondanten haar niet wijzer maken. Wel beloofde ze plechtig dat ze de kamer elke keer als er een nieuwe stap gezet werd, daarover in zou lichten.
Bij Vrijschrift, waar ze het ISDS-rapport uitvoerig hadden bestudeerd en becommentarieerd, hebben ze woedend gereageerd op de achteloosheid waarmee Ploumen met ISDS een onzacht einde dreigt te knopen aan de democratie.
Leegte van de VVD was de enige van de Kamerleden die nauwelijks wist wat er gaande was. Hij las plichtsgetrouw het boodschappenlijstje van VNO-NCW voor en had ook nog een wens: of bedrijven niet alleen schadevergoeding konden krijgen, via zo’n ISDS, maar ook de wet die hun benadeeld had konden laten terugdraaien “want ze willen natuurlijk wel blijven ondernemen, daar zijn het ondernemers voor”. Daar wilde minister Ploumen uiteindelijk wel een duidelijke uitspraak over doen, namelijk dat dat helemaal niet de bedoeling is en ook niet zou kunnen. Het zou trouwens ook meteen het einde van de onderhandelingen zijn, als ze zoiets erin zouden zetten.
U kunt het hele gebeuren trouwens naluisteren want de audiofiles zijn opgeslagen, hier deel 1 en deel 2
Buitenwereld?
Wat opvallend was, zeker voor een minister die ook ‘Ontwikkelingssamenwerking’ behoort te behartigen, was dat er niet over de landen buiten het verdragsgebied gerept werd. Welke effecten er te verwachten zijn voor armere landen, was geen agendapunt. Terwijl het duidelijk is dat als de handel tussen de EU en de VS toeneemt, er ook ergens producenten zullen zijn die hun handel zien afnemen. Om maar een van de effecten te noemen. Verder dreigen allerlei stelsels van voorkeursbehandeling voor arme landen geschrapt te worden in de onderhandelingen. En het is de vraag wat de rest van de wereld ermee opschiet als twee van de rijkste mogendheden de grootste vrijhandelszone van de wereld in elkaar zetten. Maar dat zal wel weer emotioneel zijn.
In haar stuk in de Volkskrant is ook wel duidelijk waar de blik van de minister wel op gericht is: “Als ik als Nederlandse bewindsvrouw ijver voor TTIP, heb ik eerst en vooral drie mensen voor ogen. Eén: de Nederlandse burger. Twee: de Nederlandse consument. Drie: de Nederlandse werknemer.” Nederland dus, zou de VVD droom van het geheel webezuinigen van ontwikkelingssamenwerking stiekem al uitgevoerd zijn?
Ploumen zelf begon een paar keer kort over het onderwerp door te melden dat ze “ervoor zou zorgen dat het een eerlijk verdrag wordt”, maar de Kamerleden vroegen niet door hoe ze dat dan dacht te kunnen bewerkstelligen. De enige plek waar dit punt opgeworpen wordt, is bij het blad over ontwikkelingsvraagstukken Vice Versa . Zie ook dit stuk.
Maar daar ging het dus niet over, en nadat de meeste andere vragen die de Kamerleden hadden gesteld, vakkundig en elegant door de minister waren omzeild, werd iedereen bedankt voor de deelname en konden we met het bekende lege gevoel weer de straat op. Eenmaal buiten hoorden we dat de Europese Commissie had besloten dat een campagne voor een Burgerpetitie over TTIP niet door zal kunnen gaan.
Zie eerste reacties hier.
Dat is niet alleen de enige formele mogelijkheid die burgers van de EU hebben om nog invloed op het proces te hebben, maar het is ook een procedure die de Europese Commissie nota bene zelf ingesteld heeft om de democratie te bevorderen: als er een miljoen handtekeningen opgehaald worden in de EU (in minstens een kwart van de lidstaten) over een bepaalde zaak, moet de Commissie een hearing in het Europees parlement over de kwestie organiseren. Maar niet dus, het gaat niet door vanwege een of andere formaliteit. En omdat ze zo een belangrijke horzel kwijt zijn, want allerlei organisaties maakten zich op om overal handtekeningen te gaan ophalen, wat ook de kritiek op TTIP veel zichtbaarder zou maken.
Dus blijft er niets anders over dan ouderwets actievoeren. Met emoties enzo. Dat kan al op 11 oktober, internationale actiedag tegen TTIP (en twee andere afkortingen). Tenzij je natuurlijk het jubelverhaal van minister Ploumen en haar collega’s gelooft en in het wonderbaarlijke “akkoord met alleen maar winnaars”.
———————–
(*1) “Wetten zijn als worsten. Het is beter niet te weten hoe ze werden gemaakt en wat erin werd gestopt.” Belgische minister Mark Eyskens, die het weer geleend heeft bij Otto von Bismarck, die ook al niet de oorspronkelijke bedenker van deze dijenkletser zou zijn…