Ga naar de inhoud

‘La belle démocratie’ naar de Franse gemeenteraden

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 behaalde ‘Autrement pour Saillans…tous ensemble’ een klinkende overwinning. Even daarvoor had een burgercollectief de strijd gewonnen tegen de komst van een supermarkt. Dit rustige dorpje in de Vercors met 1.200 inwoners werd ineens bekend in Frankrijk en ook daarbuiten. Een heuse burgerbeweging in het gemeentehuis. Kon dat wel? De democratie heruitvinden? Niet weinig ambitieus. Intussen zijn we zes jaar verder en het voorbeeld van Saillans is inspirerend. Via het netwerk van ‘La belle démocratie’ wordt deze praktijk van ‘municipalisme’ verder verspreid.

23 min leestijd

(Door Walter Lotens, oorspronkelijk verschenen op De Wereld Morgen)

Op 15 en 22 maart zijn er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen in Frankrijk. Zal deze voorzichtige municipalistische trend, zeker in een Frankrijk waar ‘les gilets jaunes’ de laatste jaren een nieuw politiek geluid laten horen, zich doorzetten? La reconquête démocratique passe-t-elle par le local? Dat vraagt de Franse onderzoeknieuwssite Médiapart zich af en dat doe ik ook in deze bijdrage.

Municipalisme

Het nieuwe municipalisme is een exponent van burgerbewegingen van onderuit dat omstreeks de millenniumwissel nieuw leven werd ingeblazen. Burgerparticipatie en burgerbegrotingen zijn intussen buzzwoorden geworden. De Braziliaanse stad Porto Alegre zette daarvoor al vanaf 1989 de toon. Er is wereldwijd sprake van een fameuze opbloei van breed verspreide, vaak spontane en zeer diverse bottom-up-initiatieven, die zich mee in een nieuw maatschappelijk middenveld installeren en die ook het politieke op een niet partijpolitieke manier proberen binnen te brengen in lokale besturen. 

Spanje met haar ciudades del cambio municipalista –  zeg maar’ rebelse steden’ zoals Barcelona, Valencia en Cádiz nu, en voor de laatste verkiezingen  nog een tiental meer, zijn daarvan een mooi voorbeeld. Ook in Frankrijk – bijvoorbeeld Grenoble (160.000 inwoners), Loos-en-Gohelle (7.000 inwoners) en Saillans (1.200 inwoners) – kwamen burgerbewegingen opzetten die het stadsbestuur veroverden en anders probeerden te oriënteren. (1)

De grondslag van het municipalisme gaat er vanuit dat het stedelijk niveau toelaat om een andere politiek uit te werken en te streven naar andere politieke verhoudingen dan op nationaal niveau. Municipalisme bekijkt de stad ook als een bevoorrechte schaalgrootte waar het gaat over politieke participatie. Op de website van Plan C, een anarchistisch geïnspireerd Engels netwerk, vond ik een mooie en bescheiden manier om municipalisme te omschrijven. Volgens hen is ‘municipalisme  zowel de praktijk van zelfbestuur door steden, maar ook kleinere entiteiten (mijn toevoeging) als elk politiek streven dat deze bestuursvorm bepleit.’

Municipalisme betekent dus zeker niet dat je de samenleving fundamenteel kan veranderen enkel vanop het niveau van een stad, wél dat je op stedelijk niveau andere politieke verhoudingen kan uitbouwen dan op nationaal niveau en dat het dus sneller gaat om steden te heroveren dan nationale regeringen. Het municipalisme gaat er ook vanuit dat het lokale niveau beter geschikt is om de kloof tussen zij die besturen en zij die bestuurd worden te verkleinen, waardoor de politisering van de burger kan toenemen.

Franse verkiezingen

Om de zes jaar worden er in 34.970 Franse gemeentes ongeveer 500.000 gemeenteraadsleden en burgemeesters verkozen, en tevens ook de leden van de vele intercommunales. Dat zijn dan zeven zetels voor gemeenten van minder dan 100 inwoners tot 69 zetels voor communes van meer dan 300.000 inwoners. Door de fusie van gemeenten zijn er nu ongeveer 800 gemeenten minder dan in 2014. In gemeenten met 1.000 inwoners of meer moeten de lijsten evenveel vrouwen als mannen bevatten, afwisselend een man en een vrouw. Deze regel geldt niet voor gemeenten met minder dan 1.000 inwoners.

De stemmethode is het twee-ronde proportionele lijstensysteem met een meerderheidsbonus. Als een lijst een absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen krijgt, wordt in de eerste ronde de helft van de zetels toegewezen. Dit wordt de prime majoritair genoemd. De andere helft van de zetels wordt verhoudingsgewijs verdeeld over alle lijsten die meer dan 5 procent van de uitgebrachte stemmen hebben gekregen.

Als geen enkele lijst een absolute meerderheid behaalt, wordt een tweede ronde gehouden. Alleen de lijsten die ten minste 10 procent van de in de eerste ronde uitgebrachte stemmen hebben behaald, kunnen zich herverkiesbaar stellen. Kandidaten die ten minste 5 procent en minder dan 10 procent hebben behaald, mogen zich bij een andere lijst aansluiten.

Binnen die strikte Franse regelgeving probeert dat municipalisme zich een plaats te verwerven. Volgens een recente bevraging van ‘Opinionway’ omtrent de houding van de Fransen in verband met burgerparticipatie bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen blijkt dat 72 procent van de ondervraagden willen stemmen voor een programma dat mee door de burgers is opgesteld.

‘Autrement pour Saillans … tous ensemble’

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 behaalde de lijst ‘Autrement pour Saillans…tous ensemble’ een klinkende overwinning. Saillans of all places werd ineens bekend in Frankrijk. ‘Dans un village de la Drôme, la révolution participative est en marche!’ blokletterde Lisa Giachino in ‘L’Âge de faire’ van 4 september 2014, en Gaspard d’Allens en Lucile Leclair verklaarden in ‘Reporterre’ van 7 mei 2016  ‘Á Saillans, les habitants réinventent la démocratie’.

Tristan Recid is één van de trekkers van het experiment in Saillans. Deze veertiger met een vrolijke en open blik is een van de bezielers van ‘Autrement pour Saillans…tous ensemble’. Hij is directeur van een sociaal centrum in Die, maar duikt ook op in Brussel en andere plaatsen om te spreken over het burgercollectief in het rebelse dorp Saillans. Rechid verkiest liever te spreken over ‘participatieve lijsten’ dan over ‘burgerlijsten’. ‘Ik geloof niet dat het voldoende is om afstand te nemen van politieke partijen om de democratie opnieuw uit te vinden.’ (2)

Nogmaals Rechid: ‘Het is mooi om de principes van een democratische werking voor te stellen, maar dat is niet voldoende. Over democratie moet je niet spreken, je moet ze beoefenen. De belangrijkste politieke schakel in een gemeente is niet de verkozene, maar de inwoner.’ Vandaar dat, zoals in Saillans, pas helemaal op het laatst een lijsttrekker uit de bus kwam ‘pour arrêter de voter pour des sauveurs’, want ‘redders’ hadden ze in Saillans niet nodig. Rechid verwijst daarvoor naar de procedure die tijdens de vorige verkiezingen in Saillans werd gevolgd. ‘Drie weken voor de verkiezingen van 23 maart 2014 vergaderden we met het collectief om een lijsttrekker te vinden. Er werd niet voor een persoon gestemd, maar voor een project waarvan die persoon de verpersoonlijking zou worden.

En wie kwam er uit de bus? Vincent Beillard … die die avond afwezig was omdat hij nachtdienst had in een instelling voor gehandicapten. Het antwoord van Vincent Beillard was eenvoudig: “ Ik heb geen kostuum en ik wens me niet te verkleden.” Dat vonden wij helemaal geen bezwaar – integendeel – en hij werd dus onze lijsttrekker.’ En Vincent Beillard werd effectief burgemeester want 57 procent van de inwoners stemden voor de lijst ‘Autrement pour Saillans … tous ensemble’.

Een ander bestuur

Hoe heeft die nieuwe collectieve meerderheid dat in Saillans tijdens de voorbije zes jaar aangepakt? Rechid herinnert zich die beginperiode nog heel goed. ‘We zijn toen  met 120 burgers – een tiende van de bevolking! – in de polyvalente zaal bij elkaar gekomen.’

Rechid bezit niet alleen de gave van het woord; hij heeft niet alleen veel ervaring in het omgaan met grote groepen, maar heeft ook methodes in de vingers om met grote groepen om te gaan. ‘In het begin van de avond waren er alleen lege flapovers, maar met viltstiften en post-its kwamen die geleidelijk aan vol met voorstellen van allerlei aard. Op het einde van de avond konden we acht werkgroepen oprichten rond milieu, compostering, energiebesparing, circulatie, samenleven, sport, jeugd en onderlinge hulpverlening.

Dat is trouwens de basis geworden van ons programma en volledig in lijn met onze filosofie. De politiek dat is de burger en niet de verkozene. In ons model bestaat de taak van de verkozene erin om de politiek van de burgers tot uiting en uitvoering te brengen.’  Het benadrukken van dat procesmatige karakter om tot een gemeenschappelijk programma te komen lijkt op de manier van werken in het Engelse Frome zoals ze beschreven is door Peter Macfadyen  in ‘The flatpack democracy’. Het gaat in deze benadering dus niet alleen over het ‘wat’, maar zeker ook over het ‘hoe’.

Tristan Rechid benadrukt ook dat réinventer la démocratie’ om een moeizaam proces van veel vallen en weer opstaan gaat. ‘Bovendien moesten wij binnen de mogelijkheden van de Franse wetgeving naar vormen van collectief beheer zoeken. Iemand moest dus de titel van ‘burgemeester’ dragen. Onze verkiezing van een burgemeester zonder kostuum was dus in de eerste plaats een pro forma maatregel.

In elke functie die het collectief mocht invullen, zetten wij bewust een duo. Zo werd de eerste plaatsvervanger van Vincent Beillard Annie Morin, een gepensioneerde onderwijzeres. Ook onze veertien verkozen raadsleden werkten en binôme en de 150 euro per raadslid en de 1000 euro per maand voor de burgemeester werden herverdeeld onder alle participanten. Dat was een symbolische geste, want de politiek is geen beroep.’ Dat moet je volgens overlaten aan des vrais amateurs in de oorspronkelijke betekenis van het woord.

Het hart van de democratie in Saillans klopt het felst tijdens de twee dinsdagen per maand dat het bestuursteam een open werkvergadering houdt – le comité de pilotage public – met alle bewoners van het dorp. Daarnaast zijn er ook de participatieve commissies van burgers per thema waar voorstellen worden uitgewerkt. Een ‘conseil des sages’ kijkt toe of het geheel functioneert volgens de filosofie van Autrement pour Saillans…tous ensemble’.

Ook na zes jaar nieuw bestuur lijkt deze constructie stand te houden. In een digitale lettre d’info municipale lees ik over nieuwe circulatieplannen, over een nieuw fietspad, het opstarten van een autodeelproject, over een nieuwe bestemming voor het gesloten stationnetje, maar ook over een nieuwe reglementering om honden in het centrum van het dorp aan de leiband te houden. Spectaculaire zaken zijn dat niet, maar in het dagelijkse leven van een  klein dorp gaat het  in de eerste plaats ook over gewone zaken zoals van die honden en hun leiband. Daar wordt het kleine verschil gemaakt dat toch niet onbelangrijk is.

La belle démocratie

In de voorbije zes jaar heeft Saillans school gemaakt en daarin speelt Tristan Rechid als woordvoerder Autrement pour Saillans … tous ensemble’ een belangrijke rol. Hij duikt niet alleen in  het buitenland op – ik ontmoette hem onlangs nog in Brussel – maar is ook zeer actief in la France profonde. Met het collectief ‘La belle démocratie’ houdt hij nu al meer dan drie jaar in heel het land ateliers om de concepten van municipalisme  en van collectieve intelligentie toe te lichten waarvoor hij zich baseert op de principes van l’éducation populaire met veel nadruk op het procesmatige karakter van de besluitvorming. Nogmaals Rechid: ‘Ik zie wat in Saillans gebeurt als een katalysator die ook op andere plaatsen inspirerend kan werken om burgerparticipatie te bevorderen.’ Dat gebeurde intussen al in andere gemeenten van de Vercors, maar ook in andere delen van Frankrijk door het organiseren van het festival Curieuses Démocraties.

‘La belle démocratie’ is een platform dat ervoor ijvert dat de inwoners van een gemeente het bestuur ervan mee in handen nemen en daarvoor willen zij met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2020 zoveel mogelijk participatieve lijsten ondersteunen die het ‘label Democratie’ waarvan de krachtlijnen onderaan deze tekst staan, dragen. Er werden ook richtlijnen voor een ‘democratisch kompas’ opgesteld.

Naast ‘La belle démocratie’ opereren ook ‘le Mouvement Utopia’ en Commonspolis die ook uitgaan van ‘la commune est à nous’ en die op hun websites uitvoerig informeren over het municipalisme. (3) ‘Het wordt tijd om een ethische politiek te gaan voeren, om de politiek te vervrouwelijken en om onze collectieve intelligentie te mobiliseren. Daarvoor baseren we ons op instrumenten die een gedeeld gemeentebestuur mogelijk maken, er tevens zorg voor dragend om evenveel aandacht te besteden aan het proces als aan de resultaten. Samengevat: wij willen de democratie radicaliseren en de republiek democratiseren,’ verklaren de twee organisaties.

In heel deze revival van het municipalisme wordt er in Frankrijk, onder meer door de ‘gilets jaunes’ van Commercy, verwezen naar het libertair municipalisme van de Amerikaanse eco-anarchist Murray Bookchin die ook door Ada Colau en de burgerbeweging Barcelona en Comú als inspiratiebron wordt beschouwd.

Er is intussen in Frankrijk een heel netwerk van kleine organisaties van onderuit ontstaan waartoe naast Mouvement Utopia en Commonspolis, ook Action Commune, Open source politics, solucracy, démocratie vivante, démocratie ouverte, het Institut Alinksky, kawaa, créateurs de lieu en Jardinières du nous behoren. Action Commune begeleidt kandidaten die voor de verkiezingen van maart participatieve lijsten willen indienen. Het maakte onlangs bekend dat er 271 participatieve lijsten opgesteld werden, een derde in gemeenten met minder dan 10.000 inwoners, een derde in gemeenten van 10.000 tot 100.000 inwoners en een derde in nog grotere gemeentes.

Vandaag kreeg ik een mail van Action Commune waarin zij meedelen dat er deze week weer 13 gemeentes een burgerlijst hebben ingediend. Alfabetisch geklasseerd zijn dat dan: Besançon, (116.000 inwoners), Blain(9.600), Chaumes-en-Brie (3.300), Droue-sur-Drouette (1.200), Ganges ( 3.900), Le Kremlin-Bicêtre (25.600), Mauges-sur-Loire (18.200), Mondonville (4.500), Morsang-sur-Orge (21.200), Penne (592), Plérin (14.000), Revel (9.900) en Versailles (81.000 inwoners).

In volkswijken waar de meeste inwoners al sinds lang uitgesloten waren van de traditionele politiek wordt er geprobeerd – vaak door jongere kiezers tussen 25 en 35 jaar – om burgerlijsten op te stellen waarvan sommige zelfstandig willen opkomen en andere zich proberen te verbinden met politieke partijen. Dat is onder meer het geval in Aubervilliers (Seine-Saint-Denis), Villiers-sur-Marne (Val-de-Marne) en Cergy (Val-d’Oise).

Thomas Simon, mede-oprichter van Action Commune, geeft toe dat het niet gemakkelijk is om heldere lijnen te trekken in deze toenaderingspogingen tussen burgerbewegingen en politieke partijen. (4) De meeste van die burgercollectieven zoeken aansluiting bij de ecologisten van EELV (Europe Écologie-Les Verts) die geïnspireerd worden door het model van burgemeester Éric Piolle in Grenoble waarover verder meer. (5)

En dan is er ook het La France Insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon waarvan de strategie is om zich op lokaal vlak te verbinden met burgercollectieven. Dat is onder meer het geval in Toulouse (Haute-Garonne) waar La France Insoumise en enkele afgescheurde socialisten zich en cours de route, en niet zonder problemen, hebben verbonden met het burgercollectief Archipel citoyen, die einde vorig jaar een participatieve lijst van 70 kandidaten heeft voorgesteld.

De verdedigers van een radicale visie op de democratie kijken met de nodige reserve naar dat toenaderingsproces tussen burgercollectieven en politieke partijen. ‘Ik stel mij vragen bij dat samengaan met partijen, ook met linkse,’ zegt Tristan Rechid, die waarschuwt voor wat hij ‘citoyennisme-washing’ noemt.

In nogal wat steden verschijnen er immers burgerlijsten die niet meer dan een afspiegeling zijn van sommige politieke partijen. Dat is onder meer het geval in Le Havre (Seine-Maritime) waar Antoine Siffert, een universiteitsprof het collectief ‘Vivre Le Havre’ heeft gelanceerd en dat los zou staan van elke politiek formatie, maar Siffert zelf kwam in 2017 op voor de  PRG (Parti radical de gauche). In Montpellier (Hérault) daarentegen lijkt het burgercollectief ‘Nous Sommes’ , zoals het burgercollectief ‘Barcelona en Comú’ van Ada Colau, een autonome koers te varen. Hun lijst is niet geïnspireerd vanuit een partij, maar vanuit de kandidaten die representatief zijn voor Montpellier.

Gele hesjes

Zoals ook op vele andere plaatsen in Frankrijk hebben ‘gilets jaunes’ met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen zich aangesloten bij of zijn zelfs overgegaan tot het vormen van een burgercollectief. Een jaar na de opkomst van de ‘gilets jaunes’ zijn de verkiezingen van maart 2020 een toetssteen om te zien of die langdurende revolte een nieuwe politieke vertaling zal krijgen.

Volgens de politicoloog Raphaël Challier in gesprek met Médiapart kwamen de Europese verkiezingen van mei 2019 nog te vroeg, maar nu zouden de gemeenteraadsverkiezingen die volgens hem dichter aansluiten bij de ‘sociologie van de ronds-points’ wel eens een goede testcase kunnen worden.In voornamelijk kleine gemeenten zullen zij zeker in een homeopathische dosis aanwezig zijn.

De bekende figuren van de beweging zijn meestal zelf geen lijsttrekker, zelfs Ingrid Levavasseur niet. Deze vrouw uit de zorgsector staat gewoon op een lijst in Louviers, een kleine plaats in de Eure. Zoals zij zullen allicht ook andere gilets jaunes de deelname aan een burgercollectief zonder duidelijk partijpolitiek etiket als een politieke vertaling zien van hun engagement dat onder hun hesje is gegroeid.

De vrees voor recuperatie is echter groot in die kringen. Zeker ook in Commercy aan de Maas. Het is een arbeidersstadje van 5700 inwoners dat kampt met een kwijnende industrie, werkloosheid en heel veel miserie. Tot vorig jaar was Commercy een onbekende plek, ook in Frankrijk, maar toen kwamen daar al die ook onbekende gele hesjes bij elkaar. 75 delegaties van gilets jaunes vanuit alle streken van Frankrijk lieten er hun stem horen met als slogan: ‘Alle macht aan, voor en door het volk!’.

Commercy stond ineens op de kaart, ook van een verontruste overheid. Zeker dan omdat op 26 januari 2019 gele hesjes van over heel Frankrijk voor een volksvergadering naar Commercy kwamen afgezakt waar de ideeën van een libertair municipalisme gretig werden besproken.

‘In de zomer van 2019 trad er bij ons een vermoeidheid op in de mobilisatie,’ vertelt Steven Mathieu, een historische gilet jaune van Commercy aan Médiapart, ‘maar die ervaring van directe democratie was voor ons zeer belangrijk en vandaar dat een aantal onder ons een burgercollectief hebben opgericht voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Grenoble, een model?

Wie over municipalisme in de dagdagelijkse praktijk wat meer wil vernemen, wordt al snel verwezen naar het Barcelona van Ada Colau en het Grenoble van Éric Piol. Inderdaad, de 160.000 inwoners van de Alpenstad Grenoble beleven spannende tijden. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 diende er zich een roodgroene bundeling van burgers, ecologisten en kleine partijen aan met als lijsttrekker Éric Piolle. Deze ingenieur met groene vingers werd een atypische burgemeester met een al even atypische groenrode politiek met veel aandacht voor het sociale luik. Het transitieproces van Grenoble wordt zowel in Frankrijk als in het buitenland met veel aandacht gevolgd. Grandir ensemble, samen groeien, noemt Éric Piolle het in een boek waarin hij dat proces mooi beschrijft.

Loopt alles nu van een leien dakje in het nieuwe Grenoble onder Éric Piolle? Neen, natuurlijk niet. De Franse socioloog Loïc Blondiaux, gespecialiseerd in participatiemechanismen en die uitdrukkelijk refereert aan Saillans en Grenoble, verwijst naar de structurele moeilijkheden waarbinnen die mooie voorbeelden moeten opereren. ‘De Franse politieke cultuur blijft zeer verticaal waarin de verkozene, soms gedemoniseerd maar soms ook gesacraliseerd, een zeer aparte plaats inneemt. In vele steden bestaat er nog steeds een ‘municipalistische monarchie’ met een grote afstand tussen verkozenen en inwoners. De participatieve cultuur komt moeilijk van de grond.

Er wordt veel over gesproken, misschien meer dan elders, maar er bestaat een grote kloof tussen de geafficheerde ambities en de werkelijkheid. In de geesten van vele mensen leeft nog steeds de idee dat specialisten met oplossingen voor de dag moeten komen en geen behoefte hebben aan de expertise van de burgers.’ (6) Daartegen willen Éric Piolle en zijn team ingaan. Voor hen moet er in Grenoble ‘een derde stedelijke revolutie’ op gang komen. Wat zijn daarvan de grote assen ?

Éric Piolle: ‘Wij willen in de eerste plaats de publieke ruimte in de stad tot een werkelijke  ruimte voor de gemeenschap maken. Grenoble werd in de jaren zestig getroffen door het ‘overal auto’s’- principe. De publieke ruimte werd beschouwd als het domein van de automobilisten.

Onze bedoeling vandaag is om meer ruimte te creëren voor voetgangers en fietsers waardoor de stad rustiger wordt en ook minder onderhevig aan verkeersstromen en luchtverontreiniging. In het centrum is ook een 30 km/u limiet ingesteld. Grenoble is een ideale stad voor fietsverkeer: vrijwel plat en slechts 18 vierkante kilometers groot. Het fietstransport is op tien jaar tijd met veertig procent toegenomen en er zijn nu 7.000 Métrovélos in circulatie. Wij hebben ook opnieuw tramlijnen ingezet in Grenoble. Daarnaast willen wij de publieke ruimte ook openstellen voor voedselprojecten, stadslandbouw en groene ruimtes.’

De stedelijke ruimte moet volgens de burgemeester ook geconcipieerd worden volgens de verschillende lagen van de  bevolking die ervan gebruik maken. ‘We moeten daarbij twee klippen trachten te omzeilen: ten eerste dat wij alleen een stad zouden maken voor de blanke, gediplomeerd man van tussen de 30 en 50 jaar. Ten tweede dat wij een conservatieve en ‘totalitaire’ ecologie zouden voorstaan, die zich alleen inzet voor het behoud van groene ruimtes zonder daarbij rekening te houden met de vrijheid van het individu. In de publieke ruimte moet rekening gehouden worden met het geslacht, de leeftijd en ook met de verschillende buurten en het dag/nachtgebruik ervan. Dat is zeker belangrijk in een stad als Grenoble met haar 60.000 studenten.’

In Grenoble loopt dat municipalistische verhaal niet van een leien dakje. Ook burgemeester Éric Piolle wordt niet gespaard van kritiek. Dat bleek in 2018 heel duidelijk op een zomercursus in Grenoble, georganiseerd door het maatschappelijk middenveld (syndicaten, ngo’s, armoede-organisaties, enz) waar hij zwaar op de korrel werd genomen. Hem werd verweten dat de nieuwe transportpolitiek van de stad heeft geleid tot een stigmatisering van de armen, dat in het kader van bezuinigingen een aantal openbare diensten werden opgeheven vooral dan in volksbuurten, dat de elektriciteit werd afgesloten in enkele gekraakte panden, enz. De lijst was lang en het zal zeker geen aangename dag geweest zijn voor de roodgroene burgemeester. (8) De ecologische inspanningen werden geapprecieerd, maar sociaal is er nog heel veel werk aan de winkel.

Éric Piolle slikte die kritiek en kon alleen maar verwijzen naar de bezuinigingsplannen die de Franse steden van overheidswege werden en nog steeds worden opgedrongen. Enkele maanden na zijn verkiezing, in april 2014, kregen de steden van toenmalig eerste-minister Manuel Valls te horen dat de staatsdotaties drastisch zouden verminderd worden om tegemoet te kunnen komen aan de eisen van de Europese Unie om de Franse staatsschuld te verminderen. Voor Grenoble betekende dat voor 2017 20 miljoen minder dan in 2013 en dat op een totaal budget van 290 miljoen euro. Dat kwam overeen met het totale bedrag voorzien voor sport en groene ruimtes. Deze operatie werd door de steden ervaren als een vermomde recentralisatie.

Met deze zeer belangrijke opmerking die zeker niet als een excuus mag worden begrepen, geeft Piolle aan waar de grenzen van het municipalisme liggen. Op het stedelijk niveau is behoorlijk wat mogelijk maar als hogere overheden – regionaal, landelijk, maar ook Europees – niet bereid zijn om die andere politiek te ondersteunen en zelfs vaak openlijk dwarsbomen, blijft de veranderingsmarge van het municipalisme zeer gelimiteerd. Ook in Grenoble waar Éric Piolle weer opkomt als burgemeester. Hopelijk krijgt hij de kans om het roodgroene verhaal dat daar moeizaam geschreven werd, verder en beter te kunnen invullen. La reconquête démocratique passe-t-elle par le local? Dat was de uitgangsvraag. Het antwoord is: ja, maar niet alleen.

Bronnen:

(1) Zie mijn boek ‘Rebelse plekken, over municipalisme en commons’, Gompel&Svacina, 2019

(2) Mathilde GoanecEllen Salvi, Mediacités, Le d’Oc, Le Poulpe et Marsactu, ‘Municipales: les «listes citoyennes» cherchent leur voie’, In : Médiapart van 18 november 2019

(3) www.mouvementutopia.org en www.commonspolis.org

(4) Mathilde GoanecEllen Salvi, Mediacités, Le d’Oc, Le Poulpe et Marsactu, ‘Municipales: les «listes citoyennes» cherchent leur voie’, In: Médiapart van 18 november 2019

(5) Éric Piolle, Grandir ensemble, les villes réveillent l’espoir, Les Liens qui Libèrent, 2019 en ook mijn ‘Rebelse plekken’

(6) Loïc Blondiau, Démocratie participative: ‘Les villes sont devenues les lieux de l’innovation politique’. In : Le Monde van 30 maart 2017

(7) Mathieu Rivat (2017). Ces maires qui changent tout, Le génie créatif des comunes, Domaine du possible, Actes Sud, Arles, p. 217 (eigen Franse vrije vertaling)

(8) Mathilde Goanec, Université d’été: à Grenoble, le mouvement social explore de nouveaux chemins. Médiapart 24 août 2018.

PARTICIPATIEVE LIJST, CRITERIA EN ORIËNTATIES

– Geen kant-en-klaar programma

Het programma is het resultaat van een gezamenlijk denkproces, geanimeerd door professionele personen. Het bevat oriëntaties en projecten die tijdens het mandaat worden aangepakt.

– Geen kant-en-klare kandidaten

Kandidaten worden pas op het einde van een campagne, nadat de missie en kwaliteiten van de toekomstig gekozenen gedefinieerd zijn, volgens een democratisch, open en transparant proces verkozen.

– Autonomie ten opzichte van politieke partijen

De lijst bestaat uit zeer diverse personen en wordt niet beïnvloed door partijen.

– Verkozenen geven andere mandaten op

– Herverkiezing van verkozenen

Bij herverkiezing gaat de voorkeur uit naar wie weinig of geen mandaten heeft gehad.

– Anti-corruptie en ethisch engagement

Alle personen die op een lijst voorkomen ondertekenen een tekst dienaangaande.

– Plaatselijke, democratische ‘grondwet’

De participatieve lijst stelt collectief een lokale ‘grondwet’ op waarin het democratisch functioneren van de gemeente na de verkiezingen beschreven staat. Die ‘grondwet’ wordt tijdens de kiescampagne aan de bevolking voorgesteld.

Gedurende heel het mandaat:

– De politicus(a) is de inwoner, de verkozene zijn/haar vertegenwoordiger

De beslissingen tijdens het mandaat worden genomen volgens het principe ‘de politicus(a) is de inwoner, de verkozene zijn/haar vertegenwoordiger’: ze worden samen met bewoners, verkozenen en ambtenaren opgesteld, beslist en uitgevoerd.

– Rekening houden met en opnemen van verscheidenheid in standpunten

Het gemeentelijk team organiseert en stimuleert informatieve, consultatieve en besluitvormende processen op communaal en intercommunaal vlak.

– Lange termijn werking i.p.v. eerder bruuske beslissingen

– Transparantie

De verkozenen engageren zich om een transparante lokale politiek te voeren door middel van een toegankelijke en gevarieerde communicatie.

– Collegiaal functioneren van gemeentelijk bestuur

Er moet worden gezocht naar een goede verdeling van de opdrachten van de verschillende verkozenen, inclusief die van de oppositie, ervoor zorgend dat de concentratie van macht niet alleen in de handen van de burgemeester terecht komt.

– Waakzaamheid in verband met belangenconflicten

– Vergoedingen en andere voordelen verbonden aan de functie

De vergoedingen voor de verkozenen en andere voordelen verbonden aan de functie moeten eerst besproken worden met de inwoners voor ze toegekend worden.

– Controle-instantie op de democratische kwaliteit

Deze instantie bewaakt het democratisch functioneren zoals vastgelegd in de plaatselijke ‘grondwet’. Zij maakt tijdens het op een totaal onafhankelijke manier positieve analyses vermijdt van het functioneren van het gemeentebestuur. Deze instantie mag geen oordeel uitspreken over de keuze en de projecten van het gemeentebestuur, maar moet alleen aandacht hebben voor de democratische processen.

(mijn vertaling van www. labelledemocratie.fr)