Ga naar de inhoud

Eén klasse, verenig de strijd

Occupy: niet bij blokkades alleen Verenig de strijd: één voor allen en allen voor één “We weten dat we niet op de parlementaire poppenkast, de politici en de bureaucraten kunnen vertrouwen, dat smeekbedes aan de elite om ‘naar ons te luisteren’ tevergeefs zijn.” “De paradox van het reformisme: een oproep voor economische blokkades.” Ik weet … Continued

10 min leestijd
Placeholder image

Occupy: niet bij blokkades alleen
Verenig de strijd: één voor allen en allen voor één

“We weten dat we niet op de parlementaire poppenkast, de politici en de bureaucraten kunnen vertrouwen, dat smeekbedes aan de elite om ‘naar ons te luisteren’ tevergeefs zijn.”

“De paradox van het reformisme: een oproep voor economische blokkades.”
Ik weet niet precies wat er bedoeld wordt met “de paradox van het reformisme”, maar als ik het wel begrijp zijn economische blokkades in het verleden wel effectief geweest, maar dat was in de 19e eeuw toen het kapitalisme nog niet geconfronteerd werd met een historische crisis. Toen was het mogelijk om iedere kapitalist, iedere kapitalistische onderneming afzonderlijk onder druk te zetten door onder andere een blokkade van het bedrijf. De diverse individuele kapitalistische bedrijven zijn nu echter verenigd onder de staat en het staatskapitalisme is nu de dominante vorm van overheersing was van het kapitalisme. En niet iedere afzonderlijke kapitalist op zich.

“De oproep van de Britse Solidarity Federation, pleit er voor om het niet bij symbolische protesten te laten, waarbij we slechts een smeekbede aan de politici en bazen vragen richten, maar om daadwerkelijk druk te zetten op het enige waar ze om geven: hun winsten. De ASB sluit zich bij deze oproep aan en pleit er voor om een dergelijke praktijk ook hier in Nederland te ontwikkelen om zo de daad bij het woord te voegen.(….) De essentie van het idee is om de blokkades op economisch significante zaken te richten, van winkelcentra tot transport-knooppunten en depots om zo een economische impact op hun winsten vergelijkbaar met een staking te hebben. Om doeltreffend te zijn, moeten deze als massa-acties uitgevoerd worden… .”
Het idee van een economische blokkade berust op een op zich zeer juist idee: de arbeidersklasse maakt gebruik van haar centrale plaats die ze bezet in de productie. Het proletariaat produceert bijna het geheel van de rijkdom dat de bourgeoisie, in haar rol van wezenlijke parasitaire klasse, toeeigent. Dus, door middel van de staking of de blokkade zijn de arbeiders in potentie kin staat om de hele productie te blokkeren en de economie lam te leggen.
Tijdens de gebeurtenissen in mei 1968 in Frankrijk en die in augustus 1980 in Polen, hebben reusachtige stakingen het hele land lamgelegd waardoor zelfs gebrek aan …… benzine werd veroorzaakt. Maar de blokkade was voor de arbeiders geenszins een doel op zich, bovendien was het land sowieso al verlamd. Als we deze twee begingen als historisch beschouwen en in ons geheugen gegrift blijven, dan is dat omdat de arbeidersklasse een krachtsverhouding in haar voordeel heeft weten op te bouwen door middel van de zelforganisatie en de massaliteit van haar strijd. Toen de arbeiders de strijd in eigen hand namen, groepeerden ze zich spontaan in algemene vergaderingen om te debatteren en collectief besluiten te nemen over de acties die gevoerd moesten worden. Ze gingen actief op zoek naar solidariteit bij hun klassebroeders door hen op te zoeken en door hen te proberen in de strijd te betrekken. Uitbreiding van de strijd is een intuïtieve behoefte en een praktijk van de uitgebuiten die geconfronteerd worden met het kapitaal.
Tijdens deze tweegrote bewegingen hebben de stakers vooral geprobeerd om de economie onder hun eigen beheer te brengen, in dienst van de strijd en haar behoeften. In 1968 bijvoorbeeld hebben de machinisten de treinen laten rijden op de bevolking in staat te stellen om zich naar de manifestaties te kunnen begeven. In 1980 ging het in handen nemen van de productiemiddelen nog veel verder. Het Groot Stakingscomité (het MKS) had “alle voorrechten om de strijd te leiden. Ze formeerde werkcommissies – onderhoud, informatie, begeleiding van de journalisten die ter plaatse waren, veiligheid – en besloot dat bepaalde bedrijven door moesten gaan om de basisbehoeften van de stakers te verzekeren. De raffinaderij produceerde, in slow-motion, de noodzakelijke benzine voor het transport, de bussen en de treinen reden. De voedingsindustrie gingen de hoogste normen (vooraf vastgesteld door de bureaucraten) te buiten om de bevoorrading van de bevolking te kunnen verzekeren. De ‘drie steden’ (de havens aan de Pathische Zee: Gedans, Gdynia, Sopot) leefde in het ritme van de staking, in het ritme dat door de stakers was besloten” Op het moment dat de beweging het sterkst was, had het stakerscomité de ravitaillering van de stakers en de hele bevolking door te controleren en door te laten draaien de eklectriciteits– en de voedingsbedrijven.

Een voorbeeld van economische blokkade waren “De blokkades van de Franse arbeiders tijdens de protesten tegen de bezuinigingen in 2010”
De economische blokkades van de Franse arbeiders tijdens de protesten tegen de bezuinigingen in 2010” is niet alleen een heel ongelukkig voorbeeld, het laat ook zien hoe de bourgeoisie blokkades tegen de strijd van de arbeidersklasse kan gebruiken. Want in het najaar van 2010 waren het niet de arbeiders die aanstuurden op blokkades, maar was het vooral de CGT die de strijd in die richting dreef.
Waar de bourgeoisfracties het meest voor beducht waren, was dat de arbeiders uit het keurslijf van de vakbonden zouden breken en dat zij zichzelf zouden organiseren. Dit is wat de secretaris-generaal van de CGT, Thibault op 10 september zei, als een manier om ‘een boodschap over te seinen’ aan de regering: “Met kan afsteven op een blokkade, op een omvangrijke sociale crisis. Het is mogelijk. Maar wij zijn niet diegenen die dat risico hebben genomen”. (…) “Wij hebben zelfs een KMO (een kleine onderneming) gevonden zonder vakbond, waar 40 van de 44 arbeiders in staking gegaan zijn. Dat is een signaal. Hoe meer de onverzettelijkheid overheerst, hoe meer de geesten gewonnen worden voor de verlenging van de stakingen”.
Dat is duidelijke taal: als de vakbonden er niet zijn, dan gaan de arbeiders zichzelf organiseren en dan gaan ze niet alleen werkelijk beslissen over wat zij willen doen, maar dreigen dat op een massale wijze te gaan doen. Om die reden hebben de vakbondscentrales, en in het bijzonder de CGT, zich met voorbeeldige ijver ingespannen het terrein te bezetten, (en) elke werkelijke uiting van arbeiderssolidariteit op het arbeidsterrein te verhinderen. (…) De blokkade van de raffinaderijen is er een van de meest duidelijke voorbeelden van. De arbeiders van deze sector, wier strijdbaarheid zeer levendig was, wilden steeds duidelijker hun solidariteit betuigen met de hele arbeidersklasse in haar strijd tegen de hervorming van de pensioenen. Bovendien waren ze zelf geconfronteerd met drastische maatregelen op het vlak van vermindering van personeel. De CGT slaagde er echter in om onder deze arbeiders deze geest van solidariteit om te vormen tot een ‘opzichtige’ staking. Zo werd de blokkade van de raffinaderijen nooit beslist op echte algemene vergaderingen, waar de arbeiders hun werkelijke standpunt tot uiting konden brengen. Er werd echter toe besloten na manoeuvres, waarin de vakbondsleiders specialisten zijn, die de arbeiders door middel van ‘verrotte’ discussies, steriele acties deden aanvaarden. (….) globaal genomen zaten zij gevangen in de fuik van de ‘blokkade tot het bittere einde’. De meerderheid van de arbeiders van de raffinaderijen zaten in de valstrik van de vakbondslogica van opsluiting in de fabriek, een werkelijk gif dat werd ingezet tegen de uitbreiding van de strijd. Inderdaad, ook al was het de bedoeling van de arbeiders van de raffinaderijen om de beweging te versterken en er een van de sterke armen van te worden om de regering te doen toegeven, de blokkade van de olieopslagplaatsen, (…) werd vooral een wapen van de bourgeoisie en van de vakbonden tegen de arbeiders.
De bourgeoisie wist niet alleen de arbeiders van de raffinaderijen te isoleren, maar hun staking ook onpopulair te maken door te dreigen met een algemene benzineschaarste teneinde een paniekstemming te scheppen. (…) Maar de arbeiders van deze sector werden daarnaast ook fysiek geïsoleerd. Terwijl zij door hun solidaire strijd hun steentje wilden bijdragen tot het opbouwen van een krachtsverhouding ten gunste van intrekking van de hervorming, heeft vooral de blokkade zich tegen hen gekeerd en tegen hetgeen zij oorspronkelijk voor ogen hadden.
Zoals in een pamflet van de ‘AG Interpro’ (Algemene Interprofessionele Vergaderingen) van het Station-Oost (Parijs), van 6 november staat geschreven: “De kracht van de arbeiders schuilt niet alleen in de blokkade van een olieopslagplaats hier en daar of zelfs van een bedrijf. De kracht van de arbeiders berust in het samenkomen op de werkplaats, over de grenzen van de beroepen, de ondernemingen, de categorieën en de vestigingen heen en samen te beslissen…” .

“Het gaat allemaal om de balans van klasse-krachten. Het is vooral een machtsstrijd, geen moreel argument.”
Helemaal akkoord dat het gaat om de balans van de klasse-krachten. En dat het vooral een machtsstrijd is, maar de moraal is niet onbelangrijk. Als we spreken over verzet, dan spreken we ook over verzet tegen de onmenselijke benadeling door het kapitaal die ons, als we nog werk hebben als citroenen uitpers, en als we geen werk meer hebben ons uiteindelijk tot een stelletje slobbers veroordeeld, niet waardig om nog langer deel te nemen aan het normale maatschappelijke leven, maar eerder als een stel paria’s. En die verdediging van onze menselijke waardigheid vormt een essentieel element van onze strijd, waar we niet zomaar aan voorbij kunnen lopen. Het is niet toevallig dat de strijders op de Puerta del Sol zich de veront-waardig-den noemden.

“…. anders is het voor de politie, die bedreven is in de arrestatie van individuele activisten, erg makkelijk om zoiets te breken.”
Zijn jullie ervan overtuigd dat acties van minderheden, die blokkades in de plaats van de klasse uitvoeren sowieso uit den boze zijn, omdat zoiets ruikt naar substitutionisme? Of zijn jullie van mening dat economische blokkades als massa-acties uitgevoerd moeten worden, alleen maar omdat de politie tegenwoordig te bedreven is om acties van kleine groepen te breken? Met andere woorden: is de keuze voor massa-acties een principiële of een tactische kwestie? Wat denken jullie hiervan? Ik denk dat jullie daar eigenlijk wel duidelijk over zijn als ik de woorden van kameraad Ravachol goed heb ingeschat. Maar ik denk tegelijkertijd dat dit standpunt nog niet goed verankerd is in de groep, in de ASB als geheel en dat het zo af en toe weer vergeten wordt, of oude reflexen weer boven komen drijven.

Wat ten alle tijden de kracht van de beweging uitmaakt is eerst en vooral de versterking van de actieve solidariteit in de strijd. Door de rangen te sluiten, door heel nauw samen te werken, door in te zien dat eendracht macht maakt kond bijvoorbeeld geconstateerd worden toen de studenten (en scholieren) in het voorjaar van 2006 een oude leuze van de arbeidersbeweging in praktijk omzetten: “Eén voor allen en allen voor één”! Zo konden ze het personeel van de universiteit meekrijgen (leraren en administratief personeel), die op hun beurt ook algemene vergaderingen hielden. Bovendien stelden studenten van de faculteiten van Île de France (de Parijse regio) hun algemene vergaderingen open voor hun werkende ouders en voor andere arbeiders en zelfs voor gepensioneerden (met name bij Paris 3-Censier). Hen werd gevraagd het woord te voeren en hun mening te geven. Deze ‘ideeënbus’, die de ‘stembus’ van de beweging was, ging snel de ronde, op straat, in algemene vergaderingen, in supermarkten, op de werkvloer, op internetsites en zo verder. Dat was de manier waarop de meest bewuste en vastberaden bataljons van de beweging de solidariteit van de arbeidersklasse tot leven wekken en hun strijd over heel de arbeidersklasse uitbreiden!

Arjan de Goede