De rooftocht van de kapitalisten dendert voort!
In veel rechtstaten is het eigendomsrecht juridisch vastgelegd. De kapitalisten die winst willen maken en goede rendementen halen, wrijven met een dergelijke constructie in hun handen. Zeker, wanneer er vanuit de samenleving nauwelijks verzet is tegen dit principe. Historisch is deze wetmatigheid alles behalve vanzelfsprekend.
(Illustratie: TT, flickr, CC2.0)
Samenlevingen floreerden onder collectief bezit, zeker waar het ging om de middelen waarmee de arbeid het mogelijk maakte in de noodzakelijke levensbehoeften te voorzien. Nu samenlevingen onder grote druk staan, zal aan de ontwrichtende 0ntwikkeling van de doorgeschoten privatisering paal en perk moeten worden gesteld. Waar liggen de kansen voor solidaire mensen?
Het eigendomsrecht is vastgelegd in artikel 5 van de Nederlandse Grondwet. Er is een jarenlange discussie geweest, niet over wat het eigendom is, maar wat de mogelijkheden zijn om eigendommen ongedaan te maken. Dat is vastgelegd in artikel 14 dat zegt, Onteigening kan alleen geschieden in het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling. Zelden is het bij mensen opgekomen om daarvan gebruik te maken. De tijd is rijp, gezien de ontwrichting van de samenleving, om de kapitalisten te gaan onteigenen.
De ware socialisten zagen in ver vervlogen tijden in dat ze hun klassenstrijd moesten richten op de collectivisering van de productiemiddelen. Mensen, kapitalisten, onteigenen die hun armoede en bestaansonzekerheid veroorzaakten. Dat terugnemen van die middelen, kreeg het etiket van nationaliseren. Dat gaat uit van het idee dat overheden neutraal kunnen zijn, dat is altijd al een illusie geweest. Socialiseren is een alternatief, wat dat precies is, daarover is discussie.
Nationalisering
Vaak hoor ik socialisten, vooral sociaaldemocraten nog niet spreken over grootschalig nationaliseren, ze zijn de discussie over de klassenstrijd nog maar net schoorvoetend aan het afstoffen. Er is lang de illusie geweest dat via de (burgerlijke) overheid sociale politiek gevoerd kon worden, maar de verzorgingsstaat is nagenoeg op zijn einde. Voor een robuuste aanpak van armoedebestrijding, vredespolitiek en klimaatcrisis moeten we niet bij de overheid zijn.
De arbeidersklasse zelf was ook nooit zo enthousiast over die nationalisering. Dat kwam voornamelijk, omdat de onteigening mede als een bedreiging werd gezien. Het is toch prettig en geeft enige zekerheid een eigen huis, een eigen fiets en een eigen auto te hebben. Als het om het gebruik of de koestering gaat, is dat bezit geen enkel probleem. Wie hecht niet aan de ‘eigen dingetjes’ waar anderen met de fikken vanaf moet blijven. Het is een andere kwestie als eigendom er toe dient om nog meer eigendom te krijgen. Dat leidt ertoe dat mensen die toch al weinig hebben of in de problemen zitten, als eersten stevig de klos zijn.
Privatisering
De Hongaarse econoom Karl Polanyi (1886-1964) stelde zich de vraag wat fundamenteel is voor een ‘goede samenleving’. Zijn uitgangspunt was dat het in eigendom krijgen van wat voor het samenleven essentieel is, niet onderhevig mag zijn aan het maken van winst. De analyse van Polanyi over de drie fictieve ‘waren’ van land, geld en arbeid – met daaraan toegevoegd bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg, democratie, huisvesting en voedsel – leert dat de neoliberale, automatische marktcorrectie op wereldschaal een gevaarlijke fantasie is. Zo zijn bijvoorbeeld, geld, land en arbeid wezenlijk in het belang van mensen en moeten ze in collectief bezit blijven, dus niet geprivatiseerd. (E406-3, E407-1, E409-2, E410-3)
Terugkijkend vanaf de tijd vlak na de Tweede Wereldoorlog, kaartte Polanyi deze drie thema’s aan. Inmiddels bevinden zij zich in een ver gevorderd stadium van kapitalistische ontbinding. Het land van de boeren is eigendom geworden van de bank die bovendien uitmaakt hoe ze het bewerken. Het is al lang verleden tijd dat slechts de overheid aan de geldpers mocht draaien, kapitalisten zijn meesters in het met geld meer geld maken. Ook de pensioenenvermogens worden in hoog tempo geprivatiseerd. De arbeid en de arbeidsmarkt lijken geen punt van discussie en de vakbeweging heeft steeds meer het nakijken als het gaat over arbeidsvoorwaarden.
Bij de andere producten zien we vergelijkbare ontwikkelingen. Water wordt in een fles gestopt en verkocht, publieke fondsen voor gezondheidszorg zijn verdwenen, een huurhuis is slechts voor ‘losers’, aan voedsel moeten veel meer mensen verdienen dan alleen de boeren die pretenderen het te produceren. Zelf erger ik me aan copyright. Muziek, illustraties, boeken, films en sport zijn ‘booming business’ geworden. Medicijnen zijn duur, omdat de farmaceutische industrie eraan moet verdienen. Openbaar vervoer wordt volgend jaar met 10 procent verhoogd, studentenhuisvesting is onbetaalbaar, Enzovoort.
Onteigening
Het kapitaal is er meester in geweest de samenleving te onteigenen. Marx noemde het de primitieve accumulatie. Een hek om een stuk land zetten en zeggen ‘dit is van mij’. Hoe werkt die vorm van onteigening?
Het bezit van land gold inclusief de mensen die op het land leefden. Ze mochten er wel blijven wonen, maar dan wel onder de voorwaarde pacht te betalen aan de nieuwe eigenaar of een deel van de opbrengst afdragen aan de landheer. Later is dat vanwege de grotere schaal wat subtieler gegaan, onder andere omdat de overheid er aan meedeed. Die overheid is inmiddels zelf één van de hoofdrolspelers in dit circus door op alle basale levensbehoeften belasting te leggen. Aanvankelijk onder het mom van de verzorging van de infrastructuur en de verdeling van de welvaart, maar dat is al lang achterhaald. Overheid en semi-overheid zijn niet meer vies van winst maken van bezit en functioneren daardoor kapitalistisch door bijvoorbeeld belangrijk werk als de infrastructuur aan te besteden.
David Harvey, sociaal geograaf en hoogleraar in New York, noemde dit proces accumulation by dispossession, groei door onteigening. (E284-2) De centrale gedachte is dat alles waarmee winst kan worden gemaakt, geprivatiseerd of onteigend wordt. Produceren van goederen die geschikt zijn voor mensen en hun samenleving wordt volledig ondergeschikt gemaakt aan het maken van winst.
Omvorming
Deze vorm van onteigening heeft een nieuwe term gekregen: financialisering, de opmaat voor een verdere afbraak van de wereldwijde samenlevingen. Bezit gaat juist een hinderpaal vormen voor de alledaagse samenleving. Een eerste stap is ontgroeien of ‘degrowth’. Economische groei mag niet meer de leidraad zijn voor het veranderen van samenlevingen. Historicus Arthur Berkhout verwoordt het zo: De strijd om hogere lonen op zichzelf zal niet volstaan om de economische machtsverhoudingen in balans te brengen. Dat heeft ook te maken met de extractieve [extractie: onttrekking] aard van het aandeelhouderswaardemodel. Om die extractie duurzaam tegen te gaan, is het noodzakelijk om eigenaarschap te democratiseren en op die manier bedrijven, en het economische leven als geheel, in een fundamenteel andere richting te brengen. (E507-1) Onteigenen dus, maar dan de andere kant op. Een einde aan het door kapitalisten afpakken van wat van de samenleving is. Onteigenen van kapitalisten, wat fundamenteel is voor de samenleving.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het begint met de erkenning dat privaat ondernemen het publieke belang schaadt. Een noodzakelijke stap verder is de verbinding van en tussen mensen en groepen op basis van een gezamenlijk belang. Te illustreren aan de discussie over het gemeenschappelijk belang van de direct bij de overgang naar Groenstaal van Tata betrokken groepen: werkers (arbeidsvoorwaarden), omwonenden (huisvesting) en activisten (klimaat). Aangepakt door democratische controle, afgepakt van de aandeelhouders. Er is immers geld (kapitaal) genoeg, nu het nog sociaal en collectief gaan gebruiken.