Woningnood in Nederland, niets nieuws
Soms wordt er gedaan alsof woningnood iets van de laatste jaren is, maar dat is niet waar. De woningnood is al veel eerder begonnen, lang geleden.
(Door bij krapuul foto: rijtje slooppanden in Conradstraat in Amsterdam 1951, IISG/CC2.0/Flickr)
Industrialisatie en revolutiebouw
Na de tweede helft van de 19de eeuw kwam de industrialisatie in Nederland ook op gang. Dit had tot gevolg dat mensen van het platteland naar de steden trokken, in de hoop op een beter leven. Of misschien wel gewoon een leven.
Helaas was het een armzalig bestaan. Huizen in steden werden afgebroken om plaats te maken voor fabrieken. Voor deze huizen kwamen armzalige, kleine krotjes in de plaats. Uiteraard moest men er wel een godsvermogen voor betalen. Met meerdere families op een etage, anders was het niet te betalen. Lange dagen zwoegen in onveilige fabrieken, onder zware omstandigheden, om thuis te komen in een krot zonder voorzieningen. Maar wel de hoofdprijs betalen.
Vanaf 1870 konden investeerders hypotheken krijgen voor huizenbouw, helaas leverde dit revolutiebouw op. Het mocht niets kosten, maar moest wel veel opleveren. Sommige huizen stortten al in voor ze klaar waren. Inferieur materiaal en te snel moeten bouwen, zorgde voor levensgevaarlijke situaties. Er waren geen regels en de bouwers deden maar wat.
Gezondheidswet en woningwet
Er waren nog andere risico’s die dit soort bouw met zich mee brachten. Geen sanitair, heel veel mensen dicht op elkaar. Dat is vragen om problemen. In 1886 brak er cholera uit in steden. Hierdoor begon een aantal mensen toch te beseffen dat het zo niet langer kon. Er moesten regels komen.
“In 1896 bracht de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen een rapport uit over de situatie. Hierin deden ze een oproep tot het nemen van wettelijke maatregelen die de volksgezondheid ten goede zouden komen. Ook vroegen ze om ‘de opheffing van de zedelijke minderwaardigheid der arbeiders’, in welk kader er ook betere woningen voor arbeiders dienden te komen. Dit rapport ging niet onderin de la, maar leidde daadwerkelijk tot nieuwe wetten. Daaronder een woningwet.”
Voor er een Woningwet kwam in 1902, kwam er eerst een Gezondheidswet in 1901. De Gezondheidswet van 1901 pakte de krottenwoningen aan door middel van inspecties, dit leidde er toe dat veel woningen het bordje ‘Onbewoonbaar verklaarde woning’ op de gevel kreeg. Maar dit betekende dus ook dat de mensen uit die krotten, opnieuw een woning moesten zoeken. En de ‘investeerders’ hielden uiteraard de markt krap, want zo konden ze voor minderwaardige huizen, nou ja huizen, nog steeds de hoofdprijs vragen.
Nadat de Woningwet in werking was getreden, kwamen er overheidsregels voor bouw en verbouwen van huizen, en voor uitbreiding van gemeenten en steden. Er moesten voortaan verzoeken ingediend worden, die goedgekeurd moesten worden door de overheid, in dit geval gedelegeerd naar de gemeenten. Dit was een knauw voor het liberale ‘doe maar wat je wilt’. Maar uiteraard bleven investeerders grof geld verdienen aan arme mensen.
Woningbouw na WOII
Dit bleef zo tot aan WOII. Tijdens de bombardementen en beschietingen verdwenen er nog meer huizen. Er waren ca. 90.000 huizen verwoest en ca 50.000 zwaar beschadigd. Plus de bouw had 5 jaar stil gelegen. Dit probleem werd niet direct na de oorlog opgepakt. Eerst moesten beschadigde fabrieken, infrastructuur en bedrijven weer op gang gebracht worden. De export moest weer gaan draaien, er moest geld in het laatje komen van de BV Nederland.
Na de oorlog explodeert de bevolkingsgroei in Nederland, er wordt jong getrouwd en er worden veel kinderen geboren. Heel veel nieuwe gezinnen zijn gedwongen om bij hun ouders in te wonen, zelfs met één of meerdere kinderen.
Tot er een minister komt in 1963, Bogaers, die besluit dat er een einde moet komen aan de woningnood. Het antwoord is, de lucht in! Oftewel hoogbouw zal het antwoord zijn. Het lukt hem om de productie van de woningbouw op te voeren tot 100.000 huizen per jaar.
Zo worden, in een heel snel tempo, onbewoonbare woningen gesloopt en hoogbouw gebouwd.
Maar het probleem was nog niet opgelost. Speculanten kochten panden in steden op en lieten die leeg staan, in de hoop dat ze ze ooit voor heel veel geld zouden kunnen verkopen. Door de groeiende woningnood en het oneerlijke van goede woningen leeg laten staan, is de kraakbeweging ontstaan.
In de jaren ’80 en ’90 stagneerde de hele boel weer. Het tweede kabinet Lubbers wilde af van al dat gesubsidieer van de woningcorporaties. Men moest de eigen broek maar ophouden. Terwijl huizeneigenaren met hypotheken tot op de dag van vandaag nog steeds zwaar gesubsidieerd worden.
“De toenmalige staatssecretaris voor Volkshuisvesting Enneüs Heerma kwam in 1989 met een nota “Volkshuisvesting in de jaren ’90”. Hierin pleitte hij voor verzelfstandiging van woningbouwverenigingen, bevordering van het eigen woningbezit en verkleining van de sociale woningsector. Heerma wilde ook meer doorstroming: mensen moesten gaan wonen in een woning die bij hun inkomen paste. De term “scheefwonen” (wonen in een huis dat te goedkoop is gegeven het inkomen) deed zijn intrede. Sociale huurwoningen waren niet bedoeld voor mensen met een hoger inkomen, aldus Heerma. In de Vierde Nota van Ruimtelijke Ordening uit 1990 werd bepaald dat bij het bouwen op Vinex-locaties maximaal 30% van de woningen in de goedkopere sector mochten horen. De overige 70% waren bedoeld voor duurdere huur- en koopwoningen.”
En zo werden woningcorporaties investeerders en speculanten, in plaats van organisaties die moeten zorgen voor een goed bestand sociale woningen. Dit werd nog verder verergerd door Minister Blok, die in 2013 de Verhuurderheffing invoerde. Dit stagneerde ook de bouw van nieuwe huizen. Durfden woningcorporaties niet of wilden ze niet?
Sociale woningbouw anno nu
Inmiddels is er een tekort aan 80.000 betaalbare sociale huurwoningen. De Federatie Opvang, de organisatie voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen, zegt dat er een nationaal deltaplan voor nodig is om dit probleem op te lossen. Op dit moment komen er mensen op straat, omdat hun woning wordt gesloopt, scheiding, of andere oorzaak en ze moeten jaren wachten op een ander huis. Dat betekent opvang, maar dat is voor veel mensen geen oplossing, plus de opvang zit al nokkie vol.
“Het woningtekort speelt dan ook in het hele land. Neem Richard (50) uit Veenendaal. Hij woonde negen maanden in zijn Suzuki Swift. Een kennis kon dat niet aanzien en regelde tijdelijk een te duur vakantiehuis op een park. De daklozenopvang was Richard eerder ontvlucht omdat hij zich daar te onveilig voelde. Zijn scheiding en de ziekte van Lyme maakten dat Richard in no time dakloos werd. Hij klopte tevergeefs aan bij de woningcorporatie en bij de gemeente voor een sociale huurwoning. Hij kreeg ook geen urgentieverklaring.”
Door dit beleid neemt het aantal zwerfjongeren en kwetsbare mensen dat geen huis meer heeft ook schrikbarend toe, schatting nu zo’n 10.000. Huren rijzen de pan uit, er is weinig betaalbare sociale woningbouw meer in Nederland. Er zijn te veel sociale huurwoningen verkocht de afgelopen jaren of naar de vrije sector gegaan. Huizen zijn nodig en de armen en kwetsbaren betalen weer de rekening. Terwijl de mensen met een koophuis met een hypotheek nog steeds zwaar gesubsidieerd worden.
Koopwoningen
Denk nu niet dat alles opgelost is als iedereen een huis koopt. Helaas, dat is met de nerveus opgedreven prijzen door banken, speculanten (ja, daar zijn ze weer!) onmogelijk voor heel veel jongeren. Overigens ook voor ouderen, want in 1989 werd de term ‘scheefwonen’ bedacht voor mensen die in een sociale huurwoning wonen, maar eigenlijk te veel verdienen, maar hoe zouden deze scheefwoners in deze tijden een huis moeten kopen? Als je net de huur kunt betalen? Er zijn gewoon niet genoeg betaalbare woningen voor starters of herstarters. De markt is verziekt, weer, en ik zit op een zelfde klap te wachten als in 2008. Want die komt er onherroepelijk weer aan en zal weer veel slachtoffers maken.
Bronnen:
Tekort sociale huurwoningen zo groot dat er een deltaplan nodig is
woningbouw Nederland
Andere Tijden: Woningnood
Woningwet
Gezondheidswet
Corporaties zijn klap verhuurderheffing allang te boven
Sociale huurwoningen verdwijnen waarschuwen wethouders