Ga naar de inhoud

Welke vrijheid wordt er in Oekraïne verdedigd? – Voorbij de oorlogslogica II

Het eerste deel “Voorbij de oorlogslogica” ging over het kijken naar de imperiale context van de oorlog, dat wil zeggen alles wat je zou kunnen of zelfs moeten weten voordat “het eerste schot” wordt afgevuurd in een oorlog. Dit tweede deel benadert het toneel van de oorlog en onderzoekt de vragen: wat verdedigen de Oekraïners, wat beschermen ze? Wat hebben de Oekraïners gemeen met hun krijgsheren?

12 min leestijd

(Door Wolf Wetzel (Bron: Overton Magazine foto Tatyana Tkachuk, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons)

Noch aan de kant van de pion, noch aan de kant van de koning op het schaakbord van imperiale machten

Oekraïne, oftewel de regering die in 2014 met een staatsgreep aan de macht kwam, wil een pion op het schaakbord van de EU en de NAVO worden/zijn. En Rusland, dat wil zeggen de Russische regering, wil op het schaakbord niet langer pion zijn.

En nog één ding is zeker. Daarvoor hoef je niets te weten van het huidige oorlogsverloop: Duitsland, de EU en de NAVO hebben er geen probleem mee om geweld boven (internationaal) recht te stellen. Ze overtreden al decennia het (internationaal) recht. Wat hen niet bevalt is als anderen dat ook doen, zonder daarvoor hun toestemming te hebben verkregen.

En er is nog iets dat rustig en met zekerheid kan worden gezegd. Noch de Duitse bondsregering, de EU, noch de NAVO beschermen hier en nu (en gisteren) de (Europese) vredesorde. Ze beschermen enkel en alleen hun alleenrecht op wetsovertredingen, op schendingen van het internationaal recht, op verborgen en openlijke oorlogen.

Dit maakt, om te besluiten, de Russische aanvalsoorlog niet tot een “speciale operatie” om Oekraïne te “denazificeren”. Het toont alleen maar aan dat Rusland zich nu sterk genoeg voelt om geen pion meer te zijn op het schaakbord van de anderen.

Maar, en dit is heel belangrijk: wie nu de Russische aanvalsoorlog aan de kaak stelt en in de rij staat van degenen voor wie aanvalsoorlogen en oorlogsmisdaden tot de normaliteit behoren, is niet solidair met de slachtoffers in Oekraïne, maar solidair met een oorlogsbeleid dat ze helpen beschermen.

“Derde Front in de oorlog in Oekraïne”

De Britse minister van Cultuur Nadine Dorries vermeldde dat er naast de twee oorlogsfronten (Oekraïne-Rusland) een “derde front in de oorlog in Oekraïne” was. Die bevindt zich buiten het (directe) oorlogsgebied, d.w.z. daar waar de mensen een beeld van deze oorlog maken, in de EU, in de VS en ook in Duitsland. En dit “derde front” wordt niet gekenmerkt door bommen en doden, maar door alles waaraan men hier gehecht is, wat men hier zou willen verdedigen.

Als ik me niet vergis, is het “derde front” in Duitsland al grotendeels bepaald: degenen die de afgelopen twee jaar het corona-beleid hebben bekritiseerd en hebben ervaren hoe de Duitse bondsregering en haar mediazenders met dit protest omgaan, zijn sceptisch, zeer sceptisch over de huidige beleidslijn van de regering ten aanzien van de oorlog: ze weigeren “Poetin” een gek te noemen en “Oekraïne” een slachtoffer. Dat doen ze niet omdat ze heel nauwkeurige informatie hebben over de oorlog en de daarin genoemde belangen. Ze doen het vooral omdat ze de Duitse regering niet meer geloven, en dus ook niet geloven dat het haar om vrede en gerechtigheid zou gaan.

En degenen die de afgelopen twee jaar het corona-beleid over het algemeen hebben verwelkomd (of zelfs hebben opgeroepen tot meer), die staan ook nu in meerderheid achter het regeringsverhaal van de machtsbeluste, chauvinistische “Poetin”. Ook zij komen niet tot deze stellingname omdat ze de oorlogsmist beter doorzien, maar omdat deze positionering hun houding hier weerspiegelt.

De eigen regering is al vijand genoeg

Al snel wordt men geconfronteerd met het verwijt, ook van vrienden, dat men toch (nu) oog moet hebben voor de slachtoffers van deze oorlog, dat al het andere niet belangrijk is of gewoon niet telt.

Het zou er tenslotte om gaan om de Russische aanvalsoorlog te stoppen en de (Oekraïense) slachtoffers bij te staan. Daarmee wordt benadrukt dat dit nu een stuk belangrijker is dan dat wat we anders belangrijk vinden.

Ze noemen voorbeelden van oorlogsmisdaden die ze op televisie hebben gezien. Ze herinneren aan de vele armen en oude mensen die het weinige dat sinds decennia niet meer wordt, nu ook nog hebben verloren. Deze beelden choqueren me en tranen schieten ook mij in de ogen. En ook deze woorden gaan aan het hart: we hebben toch niets gedaan. We willen gewoon in vrede leven.

Er is geen reden om niet dicht bij deze mensen te zijn.

Er is echter alle reden om achterdochtig te zijn tegenover degenen die deze beelden voor ons selecteren… en niets gemeen hebben met de getoonde mensen in Oekraïne. De mensen die bijna niets hebben en zelfs dat verliezen, spelen meestal geen rol wanneer de ‘good guys’ hun oorlogen verdedigen, wanneer ze hun wereldorde prijzen waarin de dagelijkse dood van duizenden deel uitmaakt van de welvaart, die de welvaart mogelijk maakt.

“Toen in 2015 in Oekraïne voor het eerst een wettelijk minimumloon werd ingevoerd, was dat 0,34 euro, oftewel 34 cent per uur. Daarna werd het verhoogd: in 2017 was het 68 cent, in 2019 was het 10 cent meer, oftewel 78 cent, en sinds 2021 is het 1,21 euro. Ooit van gehoord?” (Werner Rügemer, NDS van 21 juli 2022)

Voor de Russische inval was het wettelijk minimumloon 140 euro per maand. Vóór de Russische invasie behoorde de armoede in Oekraïne tot de ergste in Europa:

“In 2020 staat Oekraïne op de 74e plaats in de Human Development Index. In Oekraïne zijn er grote sociale verschillen en een groot deel van de 45,4 miljoen Oekraïners leeft in bescheiden materiële omstandigheden of in armoede. Met een uurloon van 2,20 euro heeft de hoofdstad van Oekraïne Kiev het laagste uurloon en met 17,6% verreweg de laagste koopkracht van alle Europese hoofdsteden (stand 2012).” (Wikipedia)

Vóór de Russische invasie werden Oekraïense miljonairs miljardairs. Vóór de Russische invasie kochten deze oligarchen de regering ofwel de passende wetten. Vóór de Russische invasie was Oekraïne een van de meest corrupte landen in Europa.

Dus welke vrijheid wordt er nu verdedigd in Oekraïne?

Wie gelooft dat door de oorlog de dingen misschien zijn veranderd, dat alle Oekraïners nu samen staan en alles delen voor een waardig leven, die droomt niet eens. Hij wil het niet weten.

Je zou bijvoorbeeld kunnen veronderstellen dat de miljarden en miljarden die naar Oekraïne stromen, onder meer worden gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen een behoorlijk loon krijgen en dat ouderen een adequaat pensioen krijgen. Dat zou toch materieel inhoud geven aan de voortdurende verwijzingen naar (één) vaderland.

Precies het tegenovergestelde is het geval. Midden in de oorlog nam het Oekraïense parlement een nieuwe “Werkgeverswet” aan die de collectieve arbeidsbescherming in Oekraïne de facto afschafte. Voortaan moeten de “sociale partners” individueel en lokaal beslissen hoeveel loon, vakantie, enz. er beschikbaar moet zijn. Dit nu is ook geen oorlogsrecht, maar de meest meedogenloze voortzetting van de “deregulering” van de arbeidsmarkt, die de bescheiden rechten van werknemers verpulvert ten dienste van het verder verlagen van de lonen en de verslechtering van de arbeidsomstandigheden.

De Oekraïense regering heeft deze wet niet alleen bedacht:

“Aan het opstellen van de wet namen Oekraïense bedrijfsverenigingen, de ‘Unie van Oekraïense ondernemers’ en experts van het USAID-programma ‘Competitive Economy Program in Ukraine’ deel, meldt de persdienst van de Verkhovna Rada van Oekraïne.” (taz van 21 juli 2022)

En dat is nog niet het einde van het verhaal:

“Ondertussen zei premier Denys Schmyhal dat het nu tijd was om de privatisering van staatseigendommen te vergemakkelijken. Een bijbehorend wetsontwerp om privatisering te versnellen is al opgesteld, zo citeert ‘ukrinform’ de premier.” (taz van 21 juli 2022)

Dus de Oekraïense regering, niet de Russische regering, is verantwoordelijk voor het weinige dat al deze in beeld gebrachte mensen hadden vóór de Russische invasie. En zelfs het kleine beetje dat ze het hunne konden noemen, was niet veilig voor de Oekraïense regering. Veel westerse landen hebben daar een niet onaanzienlijk aandeel in, omdat zij ervoor hebben gezorgd dat dit corrupte regime in Oekraïne er is. Zij allen hebben geen traan gelaten om de armoede in Oekraïne, maar ervan geprofiteerd.

Maar ook degenen die eigenlijk geen militaristen zijn en oorlog eigenlijk afwijzen en nu voorstander zijn van wapenleveringen aan de Oekraïense staat om aan de kant van de bevolking van Oekraïne te staan, liegen ongelofelijk tegen zichzelf. Waarom eisen ze niet een enorme verbetering van de levensomstandigheden van degenen die ze nu (plotseling) willen helpen? Hebben de mensen in Oekraïne misschien meer baat bij fatsoenlijke levensomstandigheden dan bij wapens voor een regering die aanzienlijk bijdraagt ​​aan hun ellende?

Dit alles moeten we onder ogen zien. En toch, en toch, moeten we rouwen om deze mensen en we moeten heel boos zijn op al degenen die plotseling misbruik maken van dit lijden.

Dit is voor mij een fundamentele reden om uitdrukkelijk te weigeren om mijn pijnlijke sympathie voor slachtoffers van een oorlog te concentreren op degenen die mij door krijgsheren en -vrouwen aangeboden worden als ‘legitieme slachtoffers’. Integendeel, ik vind het walgelijk om degenen te volgen die voor de miljoenen slachtoffers geen woord, geen beeld hebben als dat hun oorlogsdoelen dient.

Om met mijn woede in Europa te blijven. Kan iemand zich herinneren dat we elke dag de slachtoffers van de NAVO-bombardementen terreur te zien kregen, die 70 dagen, zeventig dagen lang in de voormalige Federale Republiek Joegoslavië, blootgesteld werden aan de “luchtcampagne” van de NAVO? Hebben we ze gezien in hun schuilplaatsen, in kelders, in metrostations? Hebben we destijds moeders en kinderen gezien die 70 dagen lang blootgesteld werden aan deze aanvalsoorlog?

Hoe ondraaglijk is het, wanneer men deze dagen in 1999 op televisie had meebeleefd, wanneer men nu vandaag de slachtoffers toont die men toen als “legitieme doelen” buiten beeld heeft laten verdwijnen.

En er is geen excuus – vooral ook met betrekking tot mijn vrienden, dat ze iets “vergeten” dat jarenlang, decennia lang onze collectieve kennis was – zonder echte noodzaak.

Aan alle “thuiskrijgers”!

En tot slot nog iets over de “thuiskrijgers”, zoals Sebastian Haffner al diegenen (tijdens de Eerste Wereldoorlog) noemde die vanuit de veiligheid van hun eigen huis oorlog voeren, geloven dat ze taboes doorbreken en niet langer watjes willen zijn.

Het behoort bij de basiscondities van links (in Europa) dat ze geen oorlog kan stoppen, dat ze geen slachtingen kan voorkomen, dat ze niet eens de hofnar kan en mag spelen in de imperiale machtsstructuur. Maar juist deze kennis maakte niet machteloos of zelfs apathisch, maar definieerde en definieert het kader waarbinnen we kunnen handelen.

Want als we beide oorlogspartijen afwijzen, dan hebben we pas de kans om precies te benoemen wat de twee strijdende partijen verbindt: ze willen hun heerschappij veiligstellen of uitbreiden, met meestal duidelijk verschillende ambities:

Sommigen zouden graag een “pion” op het schaakbord van de machtigen zijn, terwijl anderen als “koningin” of “koning” behandeld zouden willen worden.

Een links dat op zoek is naar een plek op dit schaakbord, die daar een goed figuur wil slaan, heeft verloren – al voor de eerste zet. Alleen onze afwijzing van beide oorlogspartijen opent de blik op dat waar het buiten dit schaakbord om moet gaan:

Juist omdat zelfs de twee kapitalismen (Rusland/Oekraïne) zonder oorlog niet kunnen leven en met elkaar samenleven, moet links opkomen voor alles wat er voorbij deze (zelf-)moorddadige “kannibalistische wereldorde” ligt (Jean Ziegler).

Dit wordt al tientallen jaren als naïef en wereldvreemd belachelijk gemaakt. Maar nu meer dan ooit is er geen reden om realistisch en pragmatisch te zijn. Deze “wereldvreemdheid” zou niemand van links in Europa op het slagveld brengen, daarentegen echter een idee laten groeien en zichtbaar maken, dat zich tegen deze waanzin verzet.

En dat is precies waarom het geen “neutraliteit” is als je geen van de oorlogspartijen steunt, maar een zeer partijdige beslissing om hier, in Duitsland, alles te doen om de zwart-rood-geel-groene oorlogskoers te bestrijden, waarvoor je niet naar Oekraïne hoeft te gaan.

Aan iedereen die denkt dat zo’n politieke houding luxueus is, beloof ik een ruw ontwaken – als we ons daadwerkelijk samen ​​buiten deze imperialistische orde stellen.

“De onderdrukker zou niet zo sterk zijn als hij geen handlangers had onder de onderdrukten.” (Simone de Beauvoir)

En nog iets over eerlijkheid: wie nu – met deze kennis – de kant kiest van “Oekraïne”, staat niet erg dicht bij de slachtoffers in Oekraïne, maar dicht bij een voor hem/haar comfortabele en veelbelovende variant, dicht bij de “Koningin ” en “Koning” van deze wereldorde. De echte zorg ligt niet bij de slachtoffers van deze oorlog, maar bij een zo veilig mogelijke plek erin.

Dat veronderstelt echter vrij genadeloos dat men alle miljoenen mensen die voor, gelijktijdig en na de oorlog in Oekraïne hun leven en bestaansbasis verliezen – de bloedprijs voor deze veilige plek hier – onzichtbaar maakt.

Bronnen en referenties (alles in het Duits):