Ga naar de inhoud

Van beleidscrisis naar bestaanscrisis

Het stempel ‘crisis’ lijkt aan slijtage onderhevig. Want, wat is niet in crisis, ook op wereldschaal – economie, democratie, klimaat, vrede en bestaanszekerheid. De vanzelfsprekendheid wordt langzamerhand alledaags. Blijven we dicht bij huis, dan lijkt Ajax net zo in crisis als de wrakkige ontvangst van migranten. Falende ’talkshows’ schijnen even verontrustend als de halfzachte compensaties van de toeslagenschade. Alle reden voor een nadere blik op de ware maatschappelijke noodtoestanden.

5 min leestijd

(Foto: Evsen Yesert, CC2.0/Flickr)

Heel dichtbij is ook wat een algehele beleidscrisis genoemd kan worden. In samenhang opgeroepen door de regering en het parlement en uitgevoerd door de ministeries. Met als kanttekening dat de ‘politiek’ en de ‘ambtenarij’ niet eenduidig zijn. De eerste werkt met coalities, terwijl de tweede in een hiërarchie ook beleidsontwikkeling levert.
De crises die vrijwel dagelijks de krantenkoppen halen, gaan onder meer over asiel/migratie en stikstof/woningbouw en vallen onder verschillende departementen, waaronder Algemene Zaken van de minister-president. Ze zullen hier niet inhoudelijk besproken worden, wel zal gezocht worden naar bronnen van die crises.

Kaalslag en marktliefde

Die minister-president deed bij zijn komst in oktober 2010 twee tekenende uitspraken: er is sprake van bestuursobesitas, de overheid moet op dieet, en bureaucratie is een belasting op groei. Soepeltjes en jongensachtig sloot hij aan bij het neoliberalisme dat Thatcher en Reagan in de jaren tachtig van de vorige eeuw bejubelden. Uitgewerkt in: afslanken die overheid en laat toch de markt het werk doen!
Dat mondde uit in privatisering van overheidsdiensten. Bijvoorbeeld, de voor asielzoekers noodzakelijke gezondheidskeuring is uitbesteed aan zo goedkoop mogelijke medische bureaus met wachttijden die minstens tot een half jaar kunnen oplopen. Huiswerkbegeleiding is te koop, de private school is winstgevend genoeg om er voor radio en televisie reclame mee te maken. Ondanks de ‘outsourcing’ ís de verschraling van de overheid inmiddels uit de hand gelopen, het aantal vacatures voor ambtenaren bedraagt meer dan 33.000 (De Groene Amsterdammer, 2 maart 2023).
Nou zeggen die kaalslag en marktliefde van Rutte niet alles. Want we kennen ook de wegwuivende ambtenaarshand achter de hekken van Ter Apel. De strafkortingen uitdelende collega die ’te veel’ tandenborstels in de slaapkamer van een bijstandsmoeder aantrof. De uithuisplaatsing van kinderen in de toeslagenkwestie – een totaal van 2090 in de periode 2015-2o22 (CBS, 26 april 2023). Daar treedt de kille ambtenaar op die met meer of minder instemming het opgedragen werk doet.

Die ineenstorting van de overheid, waarvan oud-vicepresident van de Raad van State – Tjeenk Willink – spreekt, raakt nog meer. De klassieke bureaucratie komt in botsing met de ingevoerde managementvisie van flexibilisering die uitloopt op functiewisselingen tot generalisten. Roulatie zowel op de verschillende niveaus als tussen departementen, met als gevolg dat deskundigheid geleidelijk verloren gaat, oftewel het beleidsgeheugen afneemt. Een neergang die samenhangt met de privatisering brengt De Volkskrant (19 mei 2023) tot de kop Rijk betaalde in 2022 meer dan ooit aan externen: 2,7 miljard. Een verdrievoudiging sinds 2012 die uitmondt in 14,2 procent van het personeelsbudget en betaald wordt aan onder meer ict’ers, interim-managers en consultants die meestal verbonden zijn aan onderzoeksbureaus.
In de werving van nieuwe ambtenaren maken integriteit, specifieke kennis en vaardigheden plaats voor ‘politieke sensitiviteit’, een ‘politieke antenne’ en begrip van ‘het politieke spel’. Van de ambtelijke top worden loyaliteit verwacht en bescherming (‘uit de wind houden’) van een minister en staatssecretaris. De scheiding tussen politicus en ambtenaar verdwijnt en de dienstbaarheid beperkt zich tot het bevoorrechte deel van de bevolking.

Rechtsorde in het geding

Om de beleidscrisis te begrijpen is meer nodig dan de geschetste veranderingen in het overheidsapparaat en diens interactie met de politiek. Meer dan inzicht in de verwaarlozing van zijn klassieke taak om de bevolking een minimale bestaanszekerheid te bieden en meer dan de vaststelling dat de grondwettelijke pretenties niet waargemaakt worden.
Met name in het Rutte tijdperk wordt politiek bedreven door moeizaam tot stand gebrachte akkoorden door partijcoalities, waarin gezamenlijkheid bij gebrek aan beter vooral een kwestie van beeldvorming is. Zodra die akkoorden praktisch beleid worden, drijven ze op toezeggingen die het van de tijd moeten hebben. Over een jaar, twee of meer jaren zullen honderdduizend woningen gebouwd worden, stikstof uitzaaiingen drastisch teruggebracht, asielzoekers snel behuizing ontvangen en lokt heel wat boeren een nieuw leven. Hoe dichter bij de praktijk des te gammeler blijken de akkoorden te zijn, met aanpassingen en nieuwe beloftes als ‘oplossing’.
De betrokken minister of staatssecretaris doet er alles aan nieuwe, desnoods smalle, perspectieven te bieden. Een gebleken onmogelijkheid wordt gevolgd door nieuwe mogelijkheden, en zo verder. Topambtenaren zoeken nieuwe uitwegen, al of niet met hulp van ‘externen’. De ‘gewone ambtenaar’ kiest eieren voor zijn of haar geld en zoekt naar de nieuwe deskundigheid van de ‘menselijke maat’.

Terwijl het beeld domineert over de inhoud, groeit zowel de ongeloofwaardigheid van het beleid als het wantrouwen in de overheid, zelfs zo dat de rechtsorde in het geding is. Degenen die van de diensten en middelen van de overheid afhankelijk zijn, maken mee dat de beleidscrisis hun bestaanscrisis wordt. Extreem rechts werpt zich gretig op als hun belangenbehartiger en koestert het wantrouwen.
Deze brede beleidscrisis raakt velen in hun directe belangen en dat is toch echt de bestaansbasis van de vakbeweging en één van de bronnen van de nog steeds lopende stakingsbeweging. Er is alle reden dat de FNV zich bemoeit met de uitholling van de rechtsorde en daarmee gepaard gaande sociale onzekerheden.

Met de pensioenen is dat bepaald niet gebeurd, na de parlementaire goedkeuring is de basis gelegd voor al weer een beleidscrisis. De FNV is daarvoor medeverantwoordelijk. Wie kan uitleggen waar het over gaat? De uitvoering is een groot vraagteken, zowel inhoudelijk als praktisch wat bijvoorbeeld het ’tijdspad’ betreft. Dat zijn voorwaarden voor een jarenlange beleidsellende en nieuwe onzekerheden.