Ga naar de inhoud

systeemfout: Zal het neoliberalisme opnieuw terrein winnen?

Zal het neoliberalisme weer sterker uit de huidige crisis tevoorschijn komen?

25 min leestijd

(Door Andreas von Westphalen, origineel inclusief illustratie in het Duits verschenen bij Telepolis-Heise.de en met hun instemming vertaald door globalinfo.nl (die van donateurs houdt)

“Ik zou zeggen dat de Corona-crisis zoiets is als de laatste nagel aan de doodskist van het neoliberalisme”, is de stellige overtuiging van econoom Marcel Fratzscher. Zijn redenering: “Nu zien we duidelijk: De staat is de uiteindelijke autoriteit als het erop aankomt. De markt kan niet langer in zijn eentje functioneren op cruciale gebieden. De federale regering heeft meer dan een biljoen euro aan garanties en rechtstreekse steun gemobiliseerd. Dit is een signaal dat ons allen bewust moet maken van het feit dat een sterke, efficiënte en goed functionerende staat absoluut noodzakelijk is.”

In zijn verhaal gaat Fratzscher echter voorbij aan het feit dat het neoliberalisme fundamenteel geenszins een zwakke staat eist. De economisch historicus Philip Mirowski legt uit: “Een opvallend fenomeen is dat het neoliberalisme geen voorstander is van laissez-faire en de kleine staat. De les die het onderzoeken van het neoliberalisme heeft laten zien, is dat het gaat om sterke staten die het soort marktmaatschappij construeren waar neoliberalen in geloven.” Quinn Slobodian wijst hier ook in detail op in zijn boek “Globalists” dat de moeite van het lezen waard is. Daarom is de verklaring van Fratzscher niet voldoende om het einde van het neoliberalisme in te luiden.

Hopen en beloftes

Het dictum van George Santayana: “Wie zich het verleden niet kan herinneren is veroordeeld om het te herhalen” is ontelbare keren herhaald en is zelden opgevolgd. Een terugblik op de financiële crisis van 2008 is op dit moment absoluut noodzakelijk, zodat de huidige crisis niet wordt misbruikt als springplank voor een neoliberale schok.

Op het hoogtepunt van de financiële crisis waren vooraanstaande economen, die altijd hadden gepleit voor meer privatisering, deregulering en bezuinigingen op de overheidsuitgaven in overeenstemming met de neoliberale Washington-consensus, verbazingwekkend terughoudend in het geven van verklaringen en de voormalige voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, Alan Greenspan, gaf toe dat hij “het deels bij het verkeerde eind had”. Velen voorspelden het einde van het neoliberalisme, zoals de toenmalige voorzitter van de SPÖ, Alfred Gusenbauer: “De val van Wall Street is voor het neoliberalisme wat de val van de Berlijnse Muur voor het communisme was. En als laatste, maar daarom niet minder belangrijk, verklaarde de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy plechtig:

Een bepaald idee van de globalisering sterft juist met het einde van een financieel kapitalisme dat zijn logica aan de hele economie heeft opgedrongen en heeft bijgedragen aan het corrumperen ervan. Het idee dat de markten altijd gelijk hebben was een krankzinnig idee.

(Nicolas Sarkozy)

Ondoden leven langer

Het is anders gelopen, zoals we nu weten. De econoom Heiner Flassbeck herinnert zich daarom terecht:

De “financiële crisis” werd de “schuldencrisis”. Hoewel dit volkomen absurd was, gezien het feit dat de overheidsschuld duidelijk pas in de nasleep van de crisis was gestegen, was het in overeenstemming met de gebruikelijke mythe.

Heiner Flassbeck

De economisch historicus Philip Mirowski heeft in zijn belangrijke boek “Untote leben länger. Warum der Neoliberalismus nach der Krise noch stärker ist” (De Duitse versie van Never Let a Serious Crisis Go to Waste, vert.) onderzocht hoe het mogelijk was dat juist de groep die de crisis had veroorzaakt, niet ter verantwoording werd geroepen, maar sterker uit de crisis tevoorschijn kwam. Hij schrijft:

Al in 2012 werd geleidelijk aan vergeten dat de crisis in wezen een crisis van het kapitalisme was en alleen als gevolg daarvan een financiële crisis van de staat. De staatsschulden leken nu net zo precair als die van de particuliere banken. Deze dynamiek had vermeden kunnen worden omdat ze volledig voorspelbaar was.

Philip Mirowski

Zijn samenvatting van de toenmalige situatie: “Er lag een duistere sluimer over het land. Niet alleen was het besef van de crisis weer verdampt zonder dat er een serieuze poging werd gedaan om de fouten te corrigeren die de economie bijna tot stilstand hadden gebracht – vreemd genoeg was rechts sterker, ongegeneerder en met nog meer hebzucht en standvastigheid van het geloof uit het tumult tevoorschijn gekomen dan voor de crash.”

Duidelijke storing

Hoewel de schuld voor de financiële crisis heel gemakkelijk vast te stellen is, lijkt een vergelijking met de huidige crisis op het eerste gezicht onzinnig, omdat deze werd uitgelokt door de verspreiding van het Covid 19-virus. Deze veronderstelling gaat echter voorbij aan een centraal punt: Alfredo Saad-Filho, hoogleraar politieke economie en internationale ontwikkeling aan het King’s College in Londen, legt uit:

De gezondheidscrisis en de economische ineenstorting in het Westen hebben aangetoond (…) dat de neoliberale overheden niet in staat zijn de meest elementaire bestuursfuncties te vervullen: om het leven te beschermen en het levensonderhoud veilig te stellen.

Alfredo Saad-Filho

Zoals ik in mijn artikel “Ein zweiter Akt der Solidarität” (“Een tweede daad van solidariteit”) al aangaf, helpt een blik op de geschiedenis, geheel in de geest van Santanyana: in 2000 beoordeelde de WHO het Franse gezondheidssysteem als het beste ter wereld, gevolgd door Italië, Spanje stond op de 7e plaats en Duitsland eindigde op de 25e plaats. Maar na de financiële crisis moesten de toppers in het gezondheidssysteem massaal bezuinigen. Volgens de neoliberale Washington Consensus moest er steeds meer worden geprivatiseerd en geherstructureerd met het oog op efficiëntie en winst.

Het voorbeeld van Duitsland illustreert de gevolgen van het primaat van het winstoogmerk voor de ziekenhuizen. Gemiddeld werden ongeveer twintig ziekenhuizen per jaar gesloten. Naarmate het aantal ziekenhuizen afnam, daalde ook het aantal ziekenhuisbedden. Terwijl in 1991 meer dan 665.000 ziekenhuizen werden geregistreerd, zou het aantal ziekenhuizen in 2015 minder dan 500.000 bedragen. Deze daling gaat gepaard met frequentere ziekenhuisverblijven door Duitsers. In 1991 leverden de ziekenhuizen nog volledige intramurale zorg voor ongeveer 14,5 miljoen patiënten, in 2016 was dit cijfer een hele derde hoger. Onder de druk van de efficiëntie moeten ziekenhuizen dus meer doen met minder. Het daaruit voortvloeiende gevaar van een gebrek aan zorg is tot in detail gedocumenteerd. Het is niet verrassend dat uit een onderzoek onder ziekenhuisartsen is gebleken dat economische belangen van invloed zijn op de behandeling van patiënten. Een rapport van deskundigen kwam tot dezelfde conclusie.

Andere landen werden na de financiële crisis gedwongen om nog veel ingrijpender te bezuinigen. Als gevolg daarvan hebben deze landen nu aanzienlijk minder capaciteit aan bedden op de intensive care, beademingsapparatuur en speciaal opgeleid personeel, zodat ze nu veel harder zijn getroffen door de crisis. Groot-Brittannië heeft 4.100 intensive care bedden, Spanje heeft nog steeds 4.400 intensive care bedden, Italië 5.000, Duitsland 28.000.

De Journalisten Renaud Lambert en Pierre Rimbert wijzen op de levensbedreigende gevolgen van het neoliberale economische beleid:

Het schema (van het verloop van de verspreiding), dat alomtegenwoordig is in de media, maakt duidelijk hoe dringend noodzakelijk het is om het ritme van de infecties te vertragen om de overbelasting van het gezondheidssysteem te voorkomen. Nu journalisten over de hele wereld deze kaart blijven verspreiden, wordt één essentieel element vaak vergeten: de onopvallende rechte lijn die het aantal beschikbare bedden voor ernstig zieken weergeeft. Deze “kritische drempel” wordt praktisch geaccepteerd als een door God gegeven feit. Het is het resultaat van politieke beslissingen. Als het vandaag de dag nodig is om “de curve af te vlakken”, dan is dat ook te wijten aan het feit dat het bezuinigingsbeleid dat al vele jaren wordt gevoerd, de lat lager heeft gelegd en het gezondheidssysteem heeft beroofd van zijn capaciteit om patiënten op te nemen.

Renaud Lambert en Pierre Rimbert

Als Duitsland zich nog steeds kan roemen met een relatief stabiel gezondheidszorgsysteem, dan is dat alleen maar het geval omdat het dictaat van de onvoorwaardelijke efficiëntieverbetering nog niet verder is gevorderd. Er zijn echter al plannen in die richting. Hoewel de regering nog geen verklaring in die zin had afgelegd, heeft de invloedrijke Bertelsmann Stichting (een pro-business denktank, vert.) vorig jaar een onderzoeksrapport gepubliceerd die precies in die zin pleit. Onder de veelzeggende titel “Betere zorg is slechts mogelijk met de helft van het aantal klinieken”, beweert het:

Een sterke vermindering van het aantal ziekenhuizen van het huidige niveau van iets minder dan 1.400 tot ruim onder 600 zou de kwaliteit van de zorg voor patiënten verbeteren en de bestaande knelpunten in het aanbod van artsen en verplegend personeel wegnemen.

Bertelsmann Stiftung

Het is de moeite waard om hier even bij stil te staan en je voor te stellen dat de afgelopen maanden deze “betere voorziening” inderdaad werkelijkheid is geworden en de “kritische drempel” dus aanzienlijk is verlaagd. Een neoliberaal gezondheidszorgsysteem mag dan wel efficiënt zijn, voor crises is het een levensbedreigende catastrofe. Heribert Prantl vat samen: “Een van de meest bittere lessen van de Corona-crisis is dat de commercialisering van ons gezondheidssysteem verkeerd was en is.”

Het socialezekerheidsstelsel

Als men onderzoek doet naar de oorzaken van de huidige crisis, mag men de welvaartsstaat geenszins vergeten. Een goed functionerende welvaartsstaat toont juist in crisissituaties het vitale belang ervan aan. Het is duidelijk dat, gezien de dreigende economische recessie, een goed socialezekerheidsstelsel bepaalt hoe goed de burgers van een land de situatie overleven en, niet in de laatste plaats, hoezeer hun gezondheid op de korte en lange termijn lijdt onder de nieuwe moeilijke omstandigheden. (Zoals bekend verhoogt een economische neergang bijvoorbeeld het zelfmoordpercentage en verlaagt de gemiddelde levensverwachting).

Als deze feiten in aanmerking worden genomen, is het duidelijk dat de harde bezuinigingen op de sociale begroting, met name in landen die momenteel bijzonder hard worden getroffen, zoals Italië, Spanje en Frankrijk, voor veel mensen net zo dodelijke gevolgen hebben als in Griekenland na de financiële crisis (zelfmoordcijfer, kindersterfte).

Een onvoldoende stabiel zekerheidsstelsel, dat jarenlang door neoliberaal beleid als kostenfactor is belasterd en ernstig is ingeperkt, moet daarom worden beschouwd als de oorzaak van de huidige crisis. Niemand anders dan het “Handelsblatt” benadrukt daarom terecht het bijzondere belang van de welvaartsstaat in het licht van de huidige crisis.

Verdere structurele fouten

In de farmaceutische sector werden verschillende belangrijke besluiten verworpen, die van groot belang zouden zijn geweest en zouden hebben bijgedragen aan het overwinnen van de crisis. Twee jaar geleden was de EU van plan om de preventie van een pandemie op te nemen in een gefinancierd onderzoeksproject. Dit voorstel is echter waarschijnlijk mislukt door het verzet van de farmaceutische industrie, zoals blijkt uit de interne protocollen die zijn gepubliceerd door de Global Health Advocats en het Corporate Europe Observatory.

Concreet moet financiële steun worden verleend voor bijvoorbeeld computersimulaties en de analyse van dierproefmodellen om de ontwikkeling van vaccins in het geval van een pandemie te versnellen. In december 2018 werd dit voorstel echter verworpen. Marine Ejuryan of Global Health Advocates is van mening: “Dit was financieel niet interessant voor de farmaceutische industrie”.

De veronderstelde financiële desinteresse was ook op een ander punt doorslaggevend. Dr. Peter Hotez, co-directeur van het Center for Vaccine Development in het Texas Children’s Hospital en decaan van de National School of Tropical Medicine in Houston, werkte met zijn team aan een coronavirusvaccin in 2016. Het vaccin van zijn team is ontwikkeld naar aanleiding van de SARS-uitbraak meer dan tien jaar eerder. De volgende stap zou zijn geweest om met mensen te gaan testen. Maar in plaats daarvan is dit bij gebrek aan belangstelling – en geld – niet gebeurd. In maart van dit jaar rapporteerde Hotez aan het Science Committee van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden: “We hadden het vaccin klaarliggen, maar tot dan toe was niemand geïnteresseerd in een coronavirusvaccin”.

Farmaceutische bedrijven zijn meestal niet geïnteresseerd in het kostbare vaccinonderzoek. Van de 20 grootste farmaceutische bedrijven ter wereld hebben er slechts vier speciale onderzoekseenheden voor vaccins. Massimo Florio, hoogleraar economie aan de Universiteit van Milaan, legt uit: “Het huidige onderzoekssysteem is het slachtoffer van een ongeneeslijke tegenstelling tussen de prioriteit van de wetenschap voor de gezondheid en die van de wetenschap voor de winst”.

Massimo Florio wijst ook op de beperkte belangstelling van de farmaceutische industrie voor onderzoek naar infectieziekten:

Er zijn twintig jaar verstreken sinds de uitbraak van SARS, maar de farmaceutische industrie heeft van besmettelijke ziekten geen prioriteit gemaakt omdat ze niet zo rendabel zijn als chronische ziekten.

Massimo Florio

Bij chronische ziekten kunnen grote farmaceutische bedrijven jarenlang of zelfs decennialang dezelfde geneesmiddelen aan patiënten verkopen. Vaccins – bedoeld om ziekte te voorkomen – worden vaak maar één keer gebruikt en zijn daarom meestal minder winstgevend. Nick Dearden geeft commentaar in The Guardian:

Als het gaat om de crisis, behandelen farmaceutische bedrijven de gezondheidszorg als een handelswaar, niet als een recht. Als er iets goeds uit het coronavirus komt, laten we dan hopen dat het het publieke begrip van de gebreken in het systeem verdiept en ons in staat stelt een echt publiek systeem van medisch onderzoek en ontwikkeling op te bouwen. Het initiatief van de WHO (dat tot doel heeft geneesmiddelen te produceren waarop geen octrooi rust) zou een eerste stap in die richting kunnen zijn.

Nick Dearden

Neo-liberale fenomenen die in de VS aan het ontstaan zijn laten zien dat er in deze crisis weer heel veel verliezers en een paar winnaars zijn (maar hun winsten zijn aanzienlijk). Terwijl bijvoorbeeld in de tiende week van de Corona-crisis in de VS het aantal werklozen tot meer dan 40 miljoen steeg, konden de miljardairs zich volgens Forbes verheugen in een gemiddelde vermogensgroei van 16,5 procent. De vijf rijkste Amerikaanse miljardairs verhoogden hun vermogen met in totaal 75,5 miljard dollar. Het nettovermogen van Amazone-oprichter en CEO Jeff Bezos is de afgelopen twee maanden met bijna een derde gegroeid tot 147,6 miljard dollar. Het vermogen van Mark Zuckerberg is met 25 miljard dollar toegenomen. Bill Gates, Warren Buffett en Larry Ellison waren “slechts” 15,5 miljard dollar rijker, terwijl de eerste 8 miljard dollar won.

Covid-19 maakt echter niet alleen de toch al diepe kloof van ongelijkheid radicaal groter (de lockdown heeft vooral de armere mensen hard getroffen), maar het virus doodt vooral de armere mensen. De FAZ benadrukte dan ook: “Er is een zeer sterke sociale component aan deze ziekte.” En Zeit benadrukte: “Gezondheid is een zeer ongelijk verdeelde bron.”

Tot slot, maar niet in de laatste plaats, worden die landen in de wereld in het bijzonder getroffen door Covid-19, waar de ongelijkheid het grootst is, zoals journalist Jörg Schindler opmerkt. In de VS en Brazilië bijvoorbeeld is de ongelijkheid zeer groot. In Europa hebben Spanje, Italië en het Verenigd Koninkrijk het meest te lijden onder Covid-19, terwijl zij tegelijkertijd de drie meest ongelijke landen zijn. Wat overdreven kan men zeggen dat Covid-19 de voorwaarden voor de verspreiding ervan verbetert door de ongelijkheid te vergroten. Het vergroot de ongelijkheid enorm. Daarom is een solide welvaartsstaat ook van vitaal belang voor de gezondheid van de mensen.

Eerste tekenen

Er zijn enkele verontrustende aanwijzingen dat de politiek als reflex een greep doet in de neoliberale gereedschapskist om de crisis tegen te gaan. Zo riep Friedrich Merz op om de overheidsdiensten op de proef te stellen (d.w.z. vrijwel exact de levensondersteunende maatregelen).

Men zou dan ook met spanning uit kunnen kijken naar hoe het economische stimuleringspakket van de regering zou reageren op de kwestie van de toenemende ongelijkheid en de sociale scheefgroei in het land. Er zijn enkele positieve aspecten te noemen (het opgeven van de autosloopbonus, de kindertoeslag voor ouders of de financiële tegemoetkoming voor de gemeenten en het versterken van de koopkracht), maar “om de economie te stimuleren en sociale verdeeldheid tegen te gaan, was het beter geweest om de lage pensioenen en lonen en de arbeidstijdverkortingsuitkeringen te verhogen”, zoals Sarah Wagenknecht terecht bekritiseert. Ook werd de mogelijkheid weggelaten om het land socialer te maken door middel van overheidsinvesteringen in sociale infrastructuur en nieuwe banen en om de explosie van ongelijkheid te beperken. Symptomatisch is dat mantelzorgers en kinderloze uitkeringsgerechtigden met lege handen achterblijven. Men is nu wel uitgeklapt.

Ook de kritiek van Sahra Wagenknecht moet worden genoemd: “Het promoten van alleen elektrische auto’s met bedragen tot 6000 euro is ecologisch gezien onzinnig en sociaal gezien oneerlijk, omdat alleen betere inkomens zich zo’n auto kunnen veroorloven! Het pakket zal niet leiden tot een ommekeer in het vervoer – de beloofde subsidies voor het spoor en het openbaar vervoer zijn niet eens genoeg om het verlies aan inkomsten als gevolg van de corona-crisis te dekken.

De unieke kans voor de staat om zijn nieuw gevonden manoeuvreerruimte te gebruiken om grenzen te stellen aan de destructieve activiteiten van de economie werd verkwanseld. In tegenstelling tot andere landen is niet als voorwaarde voor staatssteun aan bedrijven gesteld dat zij in deze periode geen grote dividenden mogen uitkeren en dat hun managers geen hoge bonussen uitgekeerd mogen krijgen. Met name hadden alleen ondernemingen die aan de voorwaarde voldeden dat zij geen winst naar belastingparadijzen mochten verplaatsen of gebruik mochten maken van belastingparadijzen en financiële schaduwcentra om belastingen te ontduiken, toestemming moeten krijgen om staatssteun aan te vragen. Neem bijvoorbeeld Lufthansa. Het zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn dat een bedrijf dat door het geld van de belastingbetaler gered wil worden, zelf zijn deel van de belastingen betaalt en niet de belastingontduiking maximaliseert.

Ook is er geen beslissing genomen over een vermogensbelasting en belastingverhogingen voor de bovenste een procent van de maatschappij. Deze blijven een rood vlag vormen in het neoliberalisme. Dat de econoom Thomas Piketty met een monumentale historische analyse tot in detail heeft aangetoond dat deze positief zijn voor de samenleving en de economische groei en deze vooral in de huidige crisis een nuttige vereiste zouden zijn, verandert niets aan de reflexmatige afwijzing.

In het algemeen “heeft het economische stimuleringspakket, net als alle eerdere coronahulpmaatregelen van de staat, een onevenwichtige verdeling”, zoals socioloog Christoph Butterwegge schrijft: “De groepen mensen die het zwaarst door de pandemie zijn getroffen, worden daarentegen slechts marginaal of zelfs helemaal niet in aanmerking genomen.

De verlaging van het BTW-tarief is op het eerste gezicht heel zinvol, vooral vanuit sociaal oogpunt, omdat “dit soort belastingen arme mensen, die een groot deel van hun inkomen in de dagelijkse consumptie (moeten) steken, het hardst treft”. Want zo maakt Butterwegge zich zorgen: “Slechts weinig ondernemers zullen de prijzen van hun goederen een half jaar lang verlagen vanwege de tijdelijke BTW-verlaging, maar bijna elke ondernemer zal de lagere betaling aan de belastingdienst als eigen winst boeken.”

In plaats van lapmiddel eist Butterwegge: “Gezinnen die een overdrachtsbetaling krijgen, krijgen liever een supplement van 100 euro per maand voor voeding, zoals vakbonden, welzijnsorganisaties en kerken al wekenlang eisen. Dit komt omdat veel voedselbanken zijn gesloten en de prijzen van veel voedingsmiddelen de afgelopen weken zijn gestegen”.

Daarom had in het economische stimuleringspakket speciale aandacht moeten worden besteed aan de ontvangers van Hartz IV (de Duitse bijstand, vert.). Had gemoeten. Lutz Hausstein verklaart: “Terwijl elders in de samenleving miljarden euro’s worden uitgegeven, zijn het juist degenen die het slechtst af zijn die niet de minste steun krijgen. Terwijl een gemeenschap van maatschappelijke organisaties op 2 mei 2020 al vroeg om een extra 100 euro per maand aan sociale uitkeringen, heeft de fractie van de Groene Partij in de Bondsdag een wetsvoorstel in de Bondsdag ingediend voor precies dit extra bedrag van 100 euro.

De grondslag voor deze motie is meer dan plausibel. Niet alleen is het standaardtarief, zoals de reeks studies “Was der Mensch braucht” herhaaldelijk heeft aangetoond, in principe al veel te laag en nauwelijks voldoende om te overleven, maar deze situatie is nog verergerd door de gevolgen van de corona-crisis. (…) Desalniettemin is de motie van de Groene Partij over aanvullende eisen door een grote meerderheid in de Bondsdag verworpen.

Als men de bescherming van het menselijk leven serieus neemt, kan men helaas alleen maar concluderen dat het leven van de betrokken mensen in groot gevaar wordt gebracht doordat ze het niet in overweging nemen. De mensen die de grootste last van de lockdown droegen worden niet beschermd en zijn niet in beeld. Er is geen tweede daad van solidariteit. Nee, een einde aan het neoliberale economische beleid kan niet echt worden aangekondigd.

Lakmoestest

De mate waarin het neoliberalisme als overwinnaar naar voren zal komen, zal onder meer blijken uit wat er met de ziekenhuizen gebeurt. Voor veel ziekenhuizen dreigen er momenteel aanzienlijke tekorten te ontstaan zonder passende financieringsinstrumenten, zodat insolventie en verdere privatisering het gevolg zou kunnen zijn. Dit zou leiden tot een toename van het dictaat van efficiëntie en het trekken van precies de verkeerde lessen uit de crisis.

Als het antwoord van de staat op de economische onbalans van de ziekenhuizen in alle ernst is om de neoliberale gereedschapskist in te zetten en tegen beter weten in de voorstellen van de Bertelsmannstichting in te voeren en de ziekenhuizen nog verder te privatiseren en te ontmantelen, ligt het voor de hand dat het neoliberalisme ook sterker uit deze crisis tevoorschijn zal komen.

Een tweede gebied dat zal bepalen in hoeverre economische belangen en neoliberaal economisch beleid kunnen prevaleren, is het onderzoek naar een vaccin. Momenteel zijn er twee fundamenteel verschillende benaderingen. Aan de ene kant is er het initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de EU, die tot nu toe 7,4 miljard euro hebben uitgetrokken om het onderzoek naar een vaccin, de verbetering van de diagnose en het onderzoek naar de behandeling van Covid-19 massaal te bevorderen en te versnellen. Het bijzondere is dat het vaccin een publiek goed moet zijn en tegen een voor alle landen betaalbare prijs moet worden aangeboden (zie hier een gedetailleerde analyse).

Een ander initiatief van de WHO voert in dezelfde richting en is erop gericht landen aan te moedigen onderzoek naar coronavirusbehandelingen te delen en geneesmiddelen te produceren waarop geen octrooi rust. Dit zou betekenen dat ze eerlijk verdeeld kunnen worden naar behoefte. In de VS hebben de Democraten in het Huis van Afgevaardigden bovendien ook een plan aangekondigd om ervoor te zorgen dat medicijnen en vaccins voor Covid-19 betaalbaar en toegankelijk zijn voor iedereen.

Aan de andere kant zijn de farmaceutische bedrijven momenteel bezig met een strijd om de winst met het vaccin zo min mogelijk te beperken en de markt opnieuw te laten beslissen. Ondanks de desastreuze ervaring, toen in de jaren negentig van de vorige eeuw miljoenen mensen in Afrika aan aids stierven omdat medicijnen onbetaalbaar waren. Zo werkt de farmaceutische industrie in de VS samen met de Republikeinen eraan dat de rechten op een vaccin alleen het bedrijf toevallen.

Hoewel het initiatief van de WHO inzake coöperatief en transparant onderzoek en geneesmiddelen waarop geen octrooi rust actief wordt gesteund door landen als Canada, Duitsland, Chili, Israël en Ecuador, weigerde het Verenigd Koninkrijk zijn goedkeuring te geven en weigerden reuzen als Pfizer, GlaxoSmithKlein en AstraZeneca deel te nemen.

Zal de marktlogica weer de overhand krijgen? Of wordt er voor het eerst een coöperatieve oplossing gevonden die bewust de marktmechanismen en de winstmaximalisatie overstijgt? Dit zal, naast de inrichting van de ziekenhuissector, bepalen of de neoliberale concepten weer de overhand zullen krijgen.

Pessimisme en alarmkreet

Hoe ziet de ontwikkeling op langere termijn eruit? Alfredo Saad-Filho, hoogleraar politieke economie en internationale ontwikkeling aan het King’s College in Londen, waarschuwt: “Ze zullen ongetwijfeld terugkeren naar de normaliteit als de omstandigheden veranderen en de herinneringen vervagen. Op dat moment wordt de staat weer ‘slecht’ en zijn de openbare diensten klaar voor een nieuwe ronde op de slachtbank. Intussen is het neoliberalisme zogenaamd vrij van ideologie.” Dus hij ziet de huidige situatie als een wake-up call:

Links moet benadrukken dat de economie een collectief systeem is (‘wij zijn de economie!’), dat we als mensen met elkaar verbonden zijn en dat openbare diensten essentieel zijn. Dit zou de weg kunnen vrijmaken voor een progressief alternatief voor het neoliberalisme. (…) In plaats van de misdaden en inefficiënties van het neoliberalisme hebben we behoefte aan een progressieve belastingheffing, de ontwikkeling van openbare diensten met ingebouwde reservecapaciteiten voor noodsituaties en een samenleving die gebaseerd is op solidariteit, menselijke waarden en respect voor de natuur.

Alfredo Saad-Filho

Philip Mirowksi Philip Mirowksi deelt de waarschuwing van Saad-Filho, maar gelooft dat het neoliberalisme opnieuw de winnaar zal zijn:

Een nog minder gereguleerde markt, een steeds sterker wordende farmaceutische industrie en een nadruk op het populistische discours: Dit is de toekomst die ons te wachten staat. Het ligt voor de hand dat we in de eerste plaats de impuls van de solidariteit zullen vieren die we hebben gehad, we zullen de nadruk leggen op een geruststellend nationalisme. Maar heimelijk zal deze crisis een veel gelaagder systeem in stand houden, waarbij mensen minder zorg krijgen en de gezondheidszorg wordt geprivatiseerd.

Philip Mirowksi

In een ander interview somt Mirowski de gedeeltelijke successen op van de neoliberale strategie tot nu toe:

Zij (de Neoliberalen A.W.) zien de controle van de FDA (US Food and Drug Administration A.W.) over medicijnen, de promotie van geprivatiseerde telegeneeskunde, die zij al lang voorstellen – zij proberen zich te ontdoen van het idee dat een arm persoon in staat zou moeten zijn om een dokter onder ogen te zien. Zij zien deze ontwikkelingen ook als een blokkade van een staatsdepositosysteem voor alle inwoners in de VS – zij menen dat de crisis dit minder waarschijnlijk heeft gemaakt dan voorheen. (…) Wat nu zal gebeuren is wijdverbreid afstandsonderwijs, zelfs op basisniveau. Dit zal het thuisonderwijs stimuleren, iets waar ze altijd voor hebben gepleit. Het bevordert de privatisering van het basisonderwijs, en dat is geweldig.

Philip Mirowksi

Mirowski is ook veel pessimistischer over de vraag of de wake-up call zal worden gehoord: “Maar de linkerzijde besteedt hier helemaal niet genoeg aandacht aan. (…) Links heeft het voortdurend over een fijnere wereld die zou kunnen ontstaan – maar het kijkt niet naar de eigenlijke politiek die zich nu voor zijn ogen afspeelt.”

Tijd voor systeemverandering?

Alan Greenspan, de toenmalige voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, deed een jaar voor de financiële crisis een onverhulde uitspraak:

We hebben het geluk dat dankzij de globalisering de politieke besluiten in de VS grotendeels zijn vervangen door de wereldwijde markteconomie. Met uitzondering van de kwestie van de nationale veiligheid maakt het weinig verschil wie de volgende president zal zijn. De wereld wordt beheerst door de marktkrachten.

Alan Greenspan

Mocht het echt zo zijn dat in het licht van de huidige Corona-crisis het bekende dictum van de filosoof Frederic Jameson opnieuw zijn geldigheid bewijst: “Het is gemakkelijker om je het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme.”

Ideeën voor een radicale verandering, die lering wil trekken uit de huidige crisis, zijn er zeker. De FAZ bijvoorbeeld, die voor radicaal links nogal onverdacht is, stelt in het artikel “Ein Kunde ist kein Patient” (“Een klant is geen patiënt”) over de regulering van de farmaceutische industrie en een centrale vormende rol van de staat: “Het betekent niet noodzakelijkerwijs dat er nu staatsfarmaceutische bedrijven moeten worden opgericht. Het betekent alleen maar een sterkere ingreep in de farmaceutische basisbeveiliging, die niet simpelweg moet worden overgelaten aan de winstberekening, alsof deze berekening de oplossing is voor alle problemen, zoals altijd wordt gestaafd met hetzelfde citaat van Adam Smith.” Het British Medical Journal wordt met grote instemming geciteerd met de kop die de vraag stelt: “Is het tijd om de farmaceutische industrie te nationaliseren?”

Jan Korte (Die Linke) gaat nog een stap verder in een opiniestuk voor Spiegel Online:

Waarom niet op de volgende parlementaire zitting volgende week besluiten tot een vierjarenplan voor de volledige deprivatisering van de gezondheidszorg? (…) Wanneer federale ministers vieren dat mensen solidair zijn met hun buren en degenen helpen die dat nodig hebben: Waarom organiseren we de hele staat niet weer op deze manier? Aan het einde van deze vreselijke crisis, waarin het nu gaat om de bescherming van het menselijk leven, is er misschien een kans: Om een einde te maken aan drie decennia van Duitse en internationale politiek, waarin de markt alles was, het individu en de gemeenschap daarentegen niets was. En om een nieuw tijdperk van solidariteit en democratie voor onze kinderen in te luiden.

Jan Korte

Philip Mirowski is pessimistisch over veranderingen ten goede. De belangrijkste reden hiervoor is dat links zich vergist in de omschrijving van het probleem:

De bevolking zal merken dat er iets fundamenteel mis is. Maar hoe reageren ze? De mensen aan de linkerkant lijken geneigd om te projecteren dat de marktordening het probleem is – maar ik denk dat niet. Ik denk dat het veel waarschijnlijker is dat de zaken een politieke wending zullen nemen. Ze zullen proberen om allerlei zondebokken te vinden voor wie verantwoordelijk is, want de neoliberalen bevorderen een algemene mist van post-waarheid. En dat kan net zo goed tegen links uitdraaien.

Philip Mirowski

————–

Van Andreas von Westphalen is een boek uitgegeven door Westend Verlag: “Die Wiederentdeckung des Menschen. Warum Egoismus, Gier und Konkurrenz nicht unserer Natur entsprechen” (“De herontdekking van de mens. Waarom egoïsme, hebzucht en concurrentie niet overeenkomen met onze natuur”).