Ga naar de inhoud

Strijdbaarheid voor vakbeweging en politiek (13)

Strijdbaarheid is geen doel op zich. Het doel is de huidige, kapitalistische samenleving om te vormen naar een leefbare, een socialistische samenleving. Een omvorming die alleen tot stand kan komen door mensen zelf. Marx zei het bij de oprichting van de Eerste Internationale (1864) als volgt: De emancipatie van de werkende klasse moet veroverd worden door de werkende klasse zelf.

5 min leestijd

(Door Sjarrel Massop, overgenomen van solidariteit)

Het kapitalisme als politiek economisch systeem is onverenigbaar met een democratische samenleving. Het is een illusie te veronderstellen dat een vervanging – substitutie – van de arbeidersklasse door een partij of vakorganisatie in staat zal zijn de gewenste leefbare samenleving tot stand te brengen. Het kapitalisme is snel op weg naar een ernstige crisis, het systeem, noch de overheid, noch een politieke partij, noch een vakbeweging is in staat de noodzakelijke veranderingen door te voeren. De mogelijkheden zijn er terdege, wanneer de arbeidersklasse in beweging komt en zelf het initiatief gaat nemen. Een handje helpen kan geen kwaad.

Niet voor, maar door

Eerder (Extra 468-1) ging ik in op deze substitutie, deze keer voorbeelden hoe het fout kan gaan. Een organisatie voor veranderingen in de vorm van een politiek partij of vakbond is zeker nodig om een omvormingsproces in beweging te brengen. Maar een organisatie, hoe socialistisch ook, die meent de arbeidersklasse te kunnen vervangen, zal er niet in slagen de gewenste veranderingen in gang te zetten.
Die vervanging, die substitutie, daar wil ik het over hebben. Het gaat dan om zoiets als een (leden)parlement of een zich ‘socialistische partij’ noemende organisatie die zich presenteert als substituut voor de arbeidersklasse.

Een belangrijke opmerking vooraf. De arbeidersklasse is zelf, net als het kapitaal, in beweging, aan veranderingen onderhevig en is geen objectief star begrip, het verandert continu, net als het kapitaal. Een ‘herdefinitie’ is beslist gewenst, maar voorlopig laat ik dit maar even rusten.
De arbeidersklasse moet niet gezien worden een verzameling witte of kalende, oude mannen die in de fabriek werken. Ook niet meer de massa van loonarbeiders/sters zonder productiemiddelen. De arbeidersklasse is de verzameling van mensen die moeten werken om fatsoenlijk te kunnen leven, of die afhankelijk zijn van de goedertierenheid van de overheid (toeslagaffaire, bijstand). Een strijdende arbeidersklasse voor een leefbare samenleving sluit geen mensen uit, kenmerkt zich door onderlinge solidariteit en heeft iedereen nodig voor het socialisme, geen socialisme zonder feminisme, anti racisme of anti seksisme.

Politiek

Afgelopen zaterdag 17 september was ik in Den Haag voor een protestdemonstratie tegen de regering en de ellende van de stijgende inflatie, energieprijzen, huren en duurder worden van de levensmiddelen. Een ontwrichting van het bestaan van erg veel mensen. De demonstratie was nodig en terecht. De deelname van verschillende organisaties werd echter gedomineerd door de SP. Wat mij stoorde, was dat verschillende leidende functionarissen, zoals Kamerleden, niet open stonden voor de inbreng van andere organisaties. Zo’n typische vorm van substitutie die veel weg heeft van uitsluiting. De gedachte dat een politieke partij het voor de mensen kan oplossen, werkt niet mobiliserend.

De demonstratie was uitstekend georganiseerd, Den Haag zag rood van de vlaggen en hesjes. Maar de strategie van de SP werkt niet, het is een illusie te verwachten dat de huidige economische en sociale problemen met wetgeving in de Tweede Kamer opgelost kunnen worden. En helemaal niet, als dat ook nog eens ten koste gaat van verenigde protesten en strijd.

Vakbeweging

Vijf jaar lang voeren we inmiddels als senioren de strijd voor een menswaardig pensioen als aanvulling op de AOW. Telkens weer worden we geconfronteerd met de gedachte dat de pensioenstrijd gestreden is. Het Ledenparlement van de FNV heeft daartoe besloten via een nieuw pensioenstelsel na een akkoord met werkgevers en regering. Een stelsel dat wordt uitgewerkt in een voorstel voor de Wet Toekomst Pensioenen (WTP).
Dit wetsvoorstel beslaat ruim vierhonderd pagina’s aan toelichting en uitleg, waarvan een ‘(niet)normaal mens’ weinig tot niets begrijpt. Er zitten blijkbaar veel ‘normale mensen’ in de Tweede Kamer, want in de behandeling van het WTP begrepen ook de woordvoerders van de verschillende politiek partijen er bar weinig van.

Angstvallig probeert de vakbondsleiding de discussie over de pensioenen te vermijden. Verhoging van de AOW is vanzelfsprekend, maar dat mag omwille van het gesloten pensioenakkoord niet uitgebreid worden met indexatie voor alle generaties die met pensioen zijn of gaan. De indexatiestrijd moet echter doorgaan, geen vakbondsleiding of ledenparlement houdt dat tegen. Helaas heeft die vakbondsleiding en een groot deel van het ledenparlement de belangen van ouderen en toekomstige ouderen – iedereen dus – laten vallen, kortom zitten slabakken. Een ernstige vorm van substitutie: ‘gaat u maar rustig slapen, wij weten wat goed voor u is, dit is het maximaal haalbare, er zit niet meer in’. (*1)
Dat horen we al jaren, maar zo mag een vakbond niet werken! De vakbond is een vereniging van (actieve) leden die drommels goed weten wat hun belangen zijn en naar mijn stellige overtuiging bereid zijn daarvoor te strijden. Er liggen nu mogelijkheden, de arbeidersklasse zal die kansen grijpen. Strijdbaarheid is mogelijk.

(*1) Gelukkig is de meerderheid van het Ledenparlement van gedachte veranderd, tegen het advies van het Algemeen Bestuur in, heeft het een motie aangenomen om de aanvullende pensioenen direct te indexeren met 10 procent. Aanhoudende strijd loont!