Oude machtspolitiek, nieuwe brutaliteit
De nieuwe veiligheidsstrategie die VS-president Trump begin december bekendmaakte, doet veel stof opwaaien. Het Witte Huis windt er geen doekjes: het buitenlands beleid moet helemaal in het teken staan van de nationale belangen van de VS – “America First!” Meer nog.
(Foto Hector Becerra, flickr, CC BY-NC-ND 4.0)
Huidige en toekomstige bondgenoten moeten geïnstrumentaliseerd worden om die belangen te realiseren. In het verlengde daarvan is de nieuwe strategie ook een duidelijke aanval op het internationale rechtssysteem en combineert het superieur denken met een racistisch wereldbeeld waarin geen plaats is voor ethische waarden, democratie of mensenrechten. Maar anders dan veel reacties laten uitschijnen, gaat het niet om een revolutionaire verandering. De prioriteiten van de nieuwe veiligheidsstrategie liggen in het verlengde van de strategie die de VS aan het eind van de Koude Oorlog formuleerde en in bepaalde opzichten zelfs van het VS-beleid zoals dat al vele decennia bestaat. Het is niet zozeer de koers die gewijzigd is, wel de brutale taal en stijl.
Hoewel de nieuwe veiligheidsstrategie beweert afstand te nemen van het streven naar “permanente Amerikaanse dominantie over de hele wereld” en dat de zaken van andere landen pas “onze zorg zijn als hun activiteiten onze belangen rechtstreeks bedreigen”, gaat het in wezen om een herhaling van de strategie zoals die in 1992, kort na het eind van de Koude Oorlog, werd geformuleerd door toenmalig onderminister van Defensie Paul Wolfowitz.
Volgens de Wolfowitz-doctrine (zoals de oorspronkelijke ontwerpversie van de ‘Defence Planning Guidance’ uit 1992 wordt genoemd) moest de VS ernaar streven om de enige dominante wereldmacht te blijven en de komst van nieuwe rivalen te voorkomen. De doctrine benadrukte ook het belang van een wereldwijde militaire aanwezigheid van de VS en de rol van bondgenoten in ad hoc coalities om de internationale, door de VS geleide orde te waarborgen. Dit imperialistisch streven geldt volgens de nieuwe veiligheidsstrategie zeker voor het zogenaamde “westelijke halfrond” (Noord- en Zuid-Amerika). “De keuze waar alle landen voor staan, is of ze willen leven in een door Amerika geleide wereld van soevereine landen en vrije economieën, of in een parallelle wereld waarin ze worden beïnvloed door landen aan de andere kant van de wereld”. In de praktijk, maar ook door de dreigende bewoordingen van de strategie, is er weinig ruimte om niet te kiezen voor de suprematie van Washington.
Tijdens zijn optreden voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) in september, deed Trump geen moeite om zijn misprijzen voor het internationaal rechtssysteem te verbergen. Trump verkiest een internationale orde waarin de VS de leiding neemt, buiten het VN-systeem om. Om de VS-soevereiniteit te beschermen moet de “erosie ervan door transnationale en internationale organisaties” voorkomen worden, zo klinkt het in de veiligheidsstrategie. Net als bij de Wolfowitz-doctrine moet de komst van dominante rivalen “die onze belangen kunnen schaden” worden vermeden.
Hoewel de nieuwe strategie beweert dat het streven naar globale dominantie door de VS tot het verleden behoort, is er sprake van: de “versterking van Amerika’s mondiale invloed”; de “uitbreiding van Amerikaanse toegang tot kritische mineralen en materialen”; het “herstel van de Amerikaanse energiedominantie”; het “behoud en groei van Amerika’s financiële sector-dominantie”; “economische dominantie”; “militaire dominantie” … de tekst bulkt van de contradicties, en niet alleen rond deze bewering.
Waar een van de ‘basisprincipes’ van de strategie opent met: “We staan voor de soevereine rechten van naties”, wordt meteen daarna duidelijk dat dit in feite betekent dat de VS tegen “de soevereiniteit ondermijnende invloeden van de meest opdringerige transnationale organisaties”, is en “voor het hervormen van die instellingen” zodat ze “de Amerikaanse belangen” niet meer zouden belemmeren, maar bevorderen. Onder Trump staat het Witte Huis wel erg ver af van de ‘soevereine rechten van naties’, en dat in de verschillende wereldregio’s.
Latijns-Amerika
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe veiligheidsstrategie is dat de VS “de Monroe-doctrine opnieuw bevestigt en handhaaft om de Amerikaanse dominantie in het westelijk halfrond te herstellen”. Dat betekent concreet dat “we regeringen, politieke partijen en bewegingen in de regio die in grote lijnen aansluiten bij onze principes en strategie belonen en aanmoedigen”. Het is een benadering die de regering-Trump al sinds haar aantreden hanteert door conservatieve politieke partijen en leiders in de regio te steunen. In Argentinië gebeurde dat recent nog door de kiesverrichtingen van eind oktober te beïnvloeden via financiële steun aan de conservatieve regering van president Javier Milei. Die won vervolgens -tegen de verwachtingen in- door de peso voor verdere waardeverminderingen te behoeden met miljarden dollar aan VS-steun.
Het Witte huis breidt de Monroe-doctrine naar eigen zeggen uit met een “Trump Corollary” (d.w.z. een aanvulling bij een bestaande doctrine). Volgens de nieuwe strategie wil dat zeggen dat “concurrenten buiten het westelijk halfrond de mogelijkheid wordt ontzegd om troepen of andere bedreigende capaciteiten te stationeren, of om strategisch belangrijke activa te bezitten of te controleren in ons halfrond”. Dat is een duidelijke verwijzing naar China dat sinds 2010 heel wat investeringen heeft gedaan in allerlei infrastructuur in Latijns-Amerika en er inmiddels zowat de belangrijkste handelspartner is geworden. De strategie stelt letterlijk: “We moeten alles in het werk stellen om buitenlandse bedrijven die infrastructuur in de regio hebben aangelegd, te verdrijven”.
Dit principe is niet origineel en doet erg denken aan de ‘Roosevelt Corollary’ uit 1904, die het recht gaf aan de VS om in te grijpen in Latijns-Amerika als de belangen dat vereisen. In verschillende Latijns-Amerikaanse landen kwamen in de naoorlogse geschiedenis rechtse autoritaire regimes aan de macht met militaire steun van de VS. Dat ging gepaard met het uit de weg ruimen van linkse opposanten. Berucht is Operatie Condor (In de jaren 1970-1980), die een golf van repressie losliet op de regio. Tienduizenden opposanten werden vermoord, gemarteld of verdwenen in Argentinië, Chili, Uruguay, Paraguay, Bolivia en Brazilië. Onder het voorwendsel van de bestrijding van de drugshandel gebruikt Washington vandaag opnieuw kanonneerbootdiplomatie en openlijk geweld om de Venezolaanse regering op de knieën te dwingen. De woorden van VS-minister van Oorlog Hegseth laten geen twijfel bestaan over de interventiebereidheid van de VS: “Het westers halfrond is Amerika’s omgeving en we zullen het beschermen”.
Verdere militaire opbouw in Azië
Azië (de ‘Indo-Pacific’) is de andere regio die veel aandacht krijgt in de veiligheidsstrategie, onder de titel: “Win de economische toekomst, vermijd een militaire confrontatie”. Anders dan die titel doet vermoeden, streeft de VS naar militaire opbouw in de regio en een agressieve militair-economische koers.
De machthebbers in het Witte Huis zijn al jaren geobsedeerd door de groeiende economische rol van China in de wereld en de “fundamenteel onevenwichtige” commerciële relaties tussen beide grootmachten. Al kort na zijn aantreden begon Trump een handelsoorlog met China met een drastische verhoging van de handelstarieven om die relaties “weer in balans” te brengen. In de veiligheidsstrategie wordt beweerd dat de export naar de VS vanuit China sinds 2017 (het begin van de eerste termijn van Trump) voor de helft is gedaald, maar -zo wordt gewaarschuwd- China exporteert “nog steeds naar de Verenigde Staten via andere ‘proxy’-landen”.
Er wordt schaamteloos gesteld dat “bondgenoten en partnerlanden” in de Aziatische regio ingeschakeld moeten worden “om roofzuchtige economische praktijken tegen te gaan en onze gezamenlijke economische macht te gebruiken om onze vooraanstaande positie in de wereldeconomie te helpen veiligstellen, en ervoor te zorgen dat geallieerde economieën niet ondergeschikt worden aan een concurrerende macht”. Het gaat dan met name over India, Australië en Japan. Het doel is onder meer het vergroten van de toegang tot “Amerika’s natuurlijke rijkdommen” (zoals het er staat, lijkt het alsof de VS een claim legt op grondstoffen in de Aziatische regio) en om “het militair evenwicht te herstellen ten voordele van de Verenigde Staten en die van onze bondgenoten in de regio”.
De vraag is wat Washington begrijpt onder het herstellen van het militair evenwicht. Het Indo-Pacific Command (INDOPACOM) van de VS heeft ongeveer 375.000 troepen onder zijn commando en beschikt over meer dan 40 permanente en niet-permanente militaire basissen in de regio. De ‘Seventh Fleet’ (de grootste vooruitgeschoven vloot van de VS-marine), waarvan het hoofdkwartier in Japan is gevestigd, telt tussen de 50 à 70 marineschepen.
De veiligheidsstrategie benadrukt dat een conflict met China over Taiwan vermeden moet worden, maar dat moet middels “militaire overmacht”. Samen met de regionale bondgenoten moet een militaire capaciteit opgebouwd worden die een agressie in de ‘First Island Chain’ (een militair-strategisch concept dat eilandengordel beschrijft aan de oostkust van China, van Japan, over Taiwan en de Filipijnen tot Borneo) moet tegengaan. Dat betekent dat de militaire aanwezigheid van de VS “verhard en versterkt” moet worden en dat de last evenwichtig verdeeld moet worden met Japan en Zuid-Korea, die hun militaire uitgaven en capaciteit “moeten verhogen met een focus op de capaciteit nodig om tegenstanders af te schrikken en de eerste eilandketen te beschermen” – Pax Americana door afschrikking dus.
Europa op weg naar ‘civilizational erasure’
De verhoogde aandacht voor Azië -die gepaard gaat met een doorgedreven militaire opbouw in de regio- ligt in het verlengde van het beleid van vorige VS-regeringen, gestart onder president Obama in 1996 – toen ‘pivot to Asia’ genoemd. Voor de regering van Trump moet deze verhoogde aandacht ten koste gaan van de militaire aanwezigheid van de VS in Europa, de derde regio die een ruime plaats krijgt in de nieuwe veiligheidsstrategie. Dat had minister van Oorlog, Pete Hegseth, al duidelijk gemaakt op 12 februari 2025, tijdens een bijeenkomst in Brussel van de Oekraïne Defensiecontactgroep (een alliantie van meer dan 50 landen, waaronder de NAVO-lidstaten, die de militaire steun aan Oekraïne coördineert). Hij verklaarde toen: “Samen [de VS en Europa] kunnen we een taakverdeling tot stand brengen die onze comparatieve voordelen in respectievelijk Europa en de Stille Oceaan maximaliseert. (…) Onze relatie zal prioriteit geven aan het versterken van Europa’s vermogen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen veiligheid”.
De VS-focus op China is ook een van de belangrijkste motivaties voor het streven van Trump naar een vredesakkoord met Rusland over Oekraïne. Voor de VS is China immers een veel grotere strategische uitdaging dan Rusland. In de veiligheidsstrategie wordt een einde aan de vijandelijkheden gezien als van “primair belang” om tot “strategische stabiliteit” te komen met Rusland. Dat Europa dat streven in de weg staat door veel strengere eisen te stellen voor een vredesdeal over Oekraïne, is duidelijk niet naar de zin van Trump.
In combinatie met zijn ideologisch rechts extremisme verklaart dit Trumps weerkerende uithalen naar zijn Europese bondgenoten en de Europese Unie in het bijzonder. Hij stelt dat de economische achteruitgang van Europa wordt overschaduwd door het reële en grimmige vooruitzicht van “civilizational erasure” (de uitwissing van de beschaving). Volgens de huidige VS-regering ondermijnt de Europese Unie haar eigen politieke vrijheid en soevereiniteit, en veroorzaakt het migratiebeleid een transformatie van het continent en kan het tot conflicten leiden. Dat moet als muziek in de oren klinken van extreemrechts in Europa, waar racistische omvolkingstheorieën gretig worden gedeeld.
De VS-veiligheidsstrategie leest als een steunverklaring aan het project van extreemrechts, in naam van de politieke vrijheden. Omdat Europa “strategisch en cultureel cruciaal is voor de VS”, moet de “Amerikaanse diplomatie blijven opkomen voor echte democratie(ën), vrijheid van meningsuiting…”, aldus de machthebbers in de VS die in eigen land druk in de weer zijn om politieke dissidentie de mond te snoeren.
De aanval op de Europese Unie gaat gepaard met de intentie “de gezonde naties van Midden-, Oost- en Zuid-Europa door middel van commerciële banden, wapenverkoop, politieke samenwerking en culturele en educatieve uitwisselingen” te versterken. Trump doet geen enkele moeite om te verbergen dat hij de landen van de Europese Unie met zijn steun voor extreemrechts, tegen elkaar wil uitspelen, met het oog op het versterken van de belangen van de VS.
In Europa wordt geschokt gereageerd. Te meer omdat alle moeite om het Witte Huis te paaien met sterk stijgende militaire uitgaven (de NAVO-norm van 5% van het BBP die Trump doorduwde) en deals over grootschalige afnames van wapens (voor Oekraïne), gas en handelstarieven geen zoden aan de dijk lijken te brengen. Het is ook bijzonder cynisch dat de VS, dat jarenlang de spanningen met Rusland opdreef via de NAVO, zich nu opwerpt als het land dat de situatie in Europa willen stabiliseren. En dat het nu de Europese NAVO-landen zijn die schoorvoetend en met tegenzin meestappen in de piste van vredesonderhandelingen, maar tegelijk weigeren af te stappen van een confrontatiekoers, met het doembeeld dat we ons klaar moeten maken voor oorlog met Rusland in de komende jaren.
De vraag is nu in welke mate de nieuwe nationale veiligheidsstrategie, de VS en de Europese bondgenoten uit elkaar zal drijven. Nog steeds lijken veel Europese stemmen te benadrukken dat een veiligheidsstrategie in Europa niet mogelijk is zonder de ‘backing’ van de VS. Het probleem is juist dat de jarenlange Europese volgzaamheid ten aanzien van het VS-militarisme, de expansiepolitiek van de NAVO (waartegen verschillende West-Europese landen zich destijds nochtans verzetten), en het verwerpen van een doeltreffende autonome veiligheidsstrategie -gebaseerd op diplomatie, multilateralisme, collectieve veiligheid, wapenbeheersing en vertrouwenwekkende maatregelen- net hebben bijgedragen aan de situatie waarin het continent zich vandaag bevindt.