Oorlog in Oekraine – protest in Nederland
De oorlog in Oekraine maakt veel mensen boos, verdrietig en bang. Zelfs als er een wapenstilstand komt is Oekraine een zwaar beschadigd land, met beschadigde bewoners. Oorlog is vreselijk. Elke oorlog. Voor iedereen. Behalve voor aandeelhouders in de wapenindustrie.
(Door Wendela de Vries, overgenomen van Grenzeloos)
Poetin interesseert het natuurlijk geen jota wat mensen in Nederland vinden. Toch wordt ook in Nederland geprotesteerd. Uit solidariteit met de Oekrainers. En omdat zelfs in Rusland nog steeds mensen protesteren. Maar vooral omdat het belangrijk is hoe westerse landen op deze oorlog reageren. En daar moeten wij ons over laten horen.
Het westen zou alles moeten doen om te de-escaleren. Om te voorkomen dat deze oorlog groter wordt en per ongeluk of met opzet uitloopt op een kernoorlog. En om ruimte te scheppen voor onderhandelingen. Maar het beleid is de andere kant op. En sommigen lijken deze oorlog vooral te zien als een business opportunity.
De-escaleren
Vrijwel meteen na het uitbreken van de oorlog kondigden westerse landen aan hun militaire uitgaven te verhogen. Ongeveer het tegenovergestelde van de-escaleren. Het Nederlands parlement riep daar toe op. Terwijl onder deze regering al 3 tot 4 miljard extra per jaar naar de krijgsmacht gaat komt daar, als er inderdaad wordt gestreefd naar 2% van het BNP zoals de NAVO wil, nog eens rond 3 miljard euro bij. Noch defensie, noch de wapenindustrie heeft overigens voldoende personeel om zo’n bedrag te verspijkeren.
De westerse defensiebudgetten zijn al heel hoog, maar dat heeft deze oorlog niet voorkomen. In 2020 werd 56% van de militaire uitgaven in de wereld gedaan door de gezamenlijke NAVO-landen. China was verantwoordelijk voor 13%, Rusland voor 3%. De NAVO heeft een enorm militair overwicht en de meest geavanceerde wapens. Maar om oorlog te voorkomen heb je blijkbaar andere dingen nodig. Bijvoorbeeld een buitenlands beleid gericht op vrede en rechtvaardigheid, niet op macht en winst. Dat klinkt misschien naïef, maar het is nog veel naïever om te menen dat wapens tot vrede leiden.
Door het militair-industrieel complex in Nederland is middels het consequent bestoken van de media het beeld geschapen van een zwaar ondergefinancierde krijgsmacht. Maar dat strookt niet met de werkelijkheid. Nederland koopt hele dure wapensystemen, onder meer F-35 gevechtsvliegtuigen, het duurste militaire product ooit gemaakt. Er is geldgebrek omdat de krijgsmacht te veel wil. Met de huidige peperdure stand van de militaire techniek kan een klein land zich geen krijgsmacht veroorloven die alles zelfstandig kan. Maar voorstellen om meer te specialiseren op bepaalde taken – zoals bijvoorbeeld beschreven in het rapport Verkenningen in 2010 – worden consequent onderin bureaulades gekieperd.
Militaire hulp aan Oekraïne
Als geweld eenmaal is uitgebroken is er geen snelle manier om het te beëindigen. Ook niet met wapens of militair ingrijpen. Hoe graag we dat ook zouden willen. Het is verleidelijk op te roepen tot wapenleveranties aan Oekraïne, natuurlijk wil je dat mensen zich kunnen verdedigen. Overigens hoeven activisten helemaal niet op te roepen voor wapenleveranties; de NAVO levert al sinds 2014 en gaat daar op flinke schaal mee door. Maar aan wapenleveranties zitten wel risico’s. Al is het maar, omdat die wapens bij Polen de grens overgaan, wat de Russen in de verleiding kan brengen die grens militair af te sluiten. Dan kunnen de vluchtelingen er niet meer uit. En eenmaal geleverde wapens gaan niet meer weg; nu nog duiken er bij conflicten wereldwijd wapens op uit de Joegoslavië-oorlog.
Wapens lossen geen conflicten op. Ze kunnen hooguit de machtsverhoudingen verschuiven. Dat kan je doel zijn, maar wees daar dan helder in: we leveren wapens zodat er doorgevochten kan worden en de onderhandelingspositie van de Oekraïners sterker wordt. We leveren geen wapens om het geweld te beëindigen.
Oproepen tot westerse militaire inmenging zijn ook erg gevaarlijk. De kans dat deze oorlog onbedoeld of uitgelokt gaat escaleren is heel groot, met het reële risico op een kernoorlog. Zowel in oost als in west staan de kernwapens op scherp. Pleiten voor militaire interventie en hopen dat Poetin het hoofd koel zal houden is een erg riskante gok; een tsaar in het nauw kan rare sprongen maken. Op de terughoudendheid van Biden kunnen we ook niet met zekerheid rekenen; hij heeft in zijn lange loopbaan al veel oorlogen ondersteund en wil China van zijn macht beroven. Het kan helpen om dan eerst Rusland weg te vegen.
Nederland heeft inmiddels al voor 500 miljoen aan wapens geleverd, maar het is onbekend welke. Dat houdt minister Ollengren van Defensie geheim voor burgers en parlement. Een democratisch debat hierover mag blijkbaar niet gevoerd worden. Andere westerse landen informeren hun bevolking wel over hun wapenleveranties. We moeten oppassen dat in de huidige oorlogsstemming geen democratische waarden sneuvelen waar de Oekraïners nu juist voor vechten.
Beeldvorming
Het is duidelijk dat de oorlog in Oekraïne veel mensen erg raakt. Andere oorlogen roepen minder emotie op. Saoedi-Arabië bombardeert Jemen al 8 jaar. Maar er zijn geen sancties tegen Saoedische oligarchen, er is zelfs geen wapenboycot tegen Saoedi-Arabië. We mogen best wat kritischer naar onze solidariteit kijken, die lijkt vooral te worden gedreven door wat de media als hoofdnieuws kiezen. Dat er in de eerste oorlogsweek grote overstromingen waren in Australië waardoor tienduizenden mensen hun huis moesten verlaten is de meeste mensen ontgaan. De klimaatcrisis is ineens niet meer zo belangrijk.
De Oekraïense vlag is het symbool van anti-oorlogsprotest geworden en wijd en zijd wordt het Oekraïense volkslied gezongen. Niet iedereen is daar blij mee. Vanuit antimilitaristische kring wordt erop gewezen dat nationalisme een grote drijfveer is voor oorlog. Dat Oekraïners hun vlag zwaaien en hun volkslied zingen kan men niet bekritiseren; ons past bescheidenheid in het licht van hun grote verdriet. Maar Nederlanders mogen kritischer op zichzelf zijn.