Ga naar de inhoud

Onderhandelen moet de oorlog beëindigen

Helaas verkeert een groot deel van de politici in een soort oorlogsroes.

4 min leestijd

(Door Wendela de Vries, Onderzoeker wapenhandel en wapenindustrie, overgenomen van joop.nl, foto Mannhai/Flickr, CC2.0)

Terwijl wij voor miljoenen aan vuurwerk wegknalden begon 2023 in Kiev met luchtalarm en vielen in Oekraïne bommen. De oorlog duurt nu al 10 maanden. De hoop lijkt gevestigd op een snelle overwinning van de Oekraïense krijgsmacht op de troepen van Poetin. Dat is een mogelijkheid. Het Oekraïense leger is taai en beschikt over moderne wapens, en het Russische leger is verbijsterend slecht georganiseerd. Maar de kans is ook groot dat de oorlog nog heel lang duurt en nog veel leed en schade veroorzaakt. En niet alleen in Oekraïne. Deze oorlog is een militair conflict, maar ook een energie-oorlog en een voedsel-oorlog die grote delen van de wereld treft. Daarnaast blijft het risico op (nucleaire) escalatie aanwezig. Daarom roepen niet-westerse landen, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de paus al maanden op tot onderhandelen. Dat is uiteindelijk de enige manier om de oorlog te beëindigen. Aan die onderhandelingen zouden alle betrokken partijen deel moeten nemen, zowel Oekraïne en Rusland als de Verenigde Staten (als grootste wapenleverancier). Maar tot nu toe blijven westerse regeringen volledig vertrouwen op een militaire uitweg uit de oorlog en gaan door met het leveren van steeds meer en steeds zwaardere wapens. Europa zou zijn eigen plan moeten trekken en zich in moeten spannen om de VS tot de gewenste onderhandelen te bewegen. 

Europa heeft groot belang bij onderhandelen want de schade en de kosten van de oorlog zijn enorm en nemen alleen maar toe. Helaas verkeert een groot deel van de politici in een soort oorlogsroes. Onder de leuze StayWithUkraine worden mensen opgeroepen om de oorlog te steunen, niet om naar uitwegen uit het geweld te zoeken. Sommige partijen willen zelfs doorvechten tot Poetin weg is uit het Kremlin. Terwijl we inmiddels weten hoe gevaarlijk van buitenaf opgelegde regime change is. Westers militair ingrijpen in Irak en Libië leidde tot de val van autoritaire regimes, maar ook tot gewelddadige chaos en heel veel vluchtelingen. Van buitenaf opgelegde regime change in Rusland zou wel eens erger kunnen zijn dan het Poetin-regime. De toenemende assertiviteit van vele gewapende milities in Rusland, waaronder de Wagner-groep, belooft niet veel goeds.

Het zijn vooral de Verenigde Staten die onderhandelingen tegenhouden. Voor de Amerikaanse president Biden is deze oorlog een kans om rivaal China te laten zien dat westerse wapens bepalen wat er in de wereld gebeurt. China mag dan economisch steeds machtiger worden, militair is de Verenigde Staten nog altijd de supermacht. De Amerikanen hebben ook betrekkelijk weinig last van deze oorlog; noch vluchtelingen, noch voedseltekorten, noch energie-armoede, raken de Amerikaanse samenleving. Wel kosten de wapenleveranties aan Oekraïne de VS heel veel geld, maar deze uitgaven vloeien terug naar de aandeelhouders van de wapenindustrie.

In Europa wordt genuanceerder gedacht over onderhandelen, maar er is ook veel wantrouwen tegen het Poetin-regime. Vooral in de Baltische Staten en Polen is veel angst en haat tegen Rusland. Dat is begrijpelijk gezien de geschiedenis, maar ook hun veiligheid is niet gebaat bij de totale fixatie op wapens als uitweg uit de oorlog. Er zal onderhandeld moeten worden met Poetin, hij is nu eenmaal de  president van Rusland. Vergelijkingen met de onderhandelingen tussen Chamberlain en Hitler in 1938 gaan mank. Hitler had een enorm leger en uitgesproken plannen om de wereld te veroveren. Poetins leger richt grote ellende aan maar is – afgezien van de Russische kernwapens – geen serieuze militaire bedreiging voor de rest van de wereld. Alleen al de Verenigde Staten gaf in 2021 twaalf keer meer uit aan zijn krijgsmacht dan Rusland.

Het lijkt wel alsof het militaire denken het buitenlandbeleid van Europa heeft overgenomen en diplomatie als middel om conflicten te beslechten is vergeten. Het is niet Bidens machtspolitiek, maar het beschermen van mensenlevens wat voorop moet staan. President Zelensky van Oekraïne spreekt zich uit tegen onderhandelen als dat zou gaan over het opgeven van Oekraïens grondgebied. Maar onderhandelingen moeten gaan over een andere veiligheid in Europa, bijvoorbeeld Europese kernontwapening en garanties over niet-uitbreiden van de NAVO.

Onderhandelen is een lang en moeizaam proces, waar we zo snel mogelijk mee moeten beginnen. Diplomaten moeten de mogelijkheden verkennen. Het is China dat Rusland naar de onderhandelingstafel kan krijgen, maar China doet dat alleen als de VS meedoen. Daar ligt de rol voor Europa. Er moeten dringend andere dan militaire wegen bewandeld worden om deze oorlog te beëindigen. Solidariteit met Oekraïne betekent niet het sturen van steeds meer wapens, maar betekent zoeken naar manieren om het geweld te stoppen.