Kapitalisme verslikt zich in computerchips
Het afgelopen jaar stokte ineens dat waar het kapitalisme nu juist het best in dacht te zijn: het op tijd produceren van consumptiegoederen. De productie stokte spectaculair, door een plotseling gebrek aan een cruciaal element in alle machines; de computerchips. Miljoenen auto’s en allerlei andere apparatuur konden niet geleverd worden, terwijl er wel vraag naar was. De achterstand zal nog zeker een jaar duren. Hoe is dat nou mogelijk?
(Door Kees Stad, geschreven voor het vierde nummer van Buiten de Orde, foto van pxfuel)
Het heeft te maken met corona, met wat toevallige omstandigheden die er bij kwamen, maar vooral met hoe het kapitalisme tegenwoordig denkt te functioneren. De Chipscrisis is wat dat betreft alleszeggend over het economische systeem waarin we leven.
Steeds ingewikkelder en kleiner
In het voortreffelijke Duitse tijdschrift Wildcat (uit de hoek van de arbeidersautonomie) staat een uitvoerig en onthullend interview met een deskundige in de productie van computerchips, waarin ook de geschiedenis van de productie ervan wordt verhaald. Het stuk is ook in het Engels vertaald en staat online (Duitse versie).
Cruciaal daarbij is dat die productie, zoals zoveel andere sectoren, overgeheveld werd van het mondiale Westen naar Azië, eerst naar Japan en daarna naar met name Taiwan, Zuid-Korea en China. Daar waren de lonen en andere kosten immers lager, en had je overheden die de bouw van fabrieken subsidieerde. Een andere ontwikkeling die gelijktijdig plaatsvond, was dat computerchips (en de halfgeleiders waar ze van gemaakt zijn) in razend tempo steeds ingewikkelder werden. Er zijn nu computerchips met meer dan een miljoen schakelingen. En die steeds toenemende schakelingen moeten in steeds kleinere chips gestopt kunnen worden, want ook dat is de trend (denk aan de telefoons of andere apparaten waar ze in moeten). Het werd dus ook steeds duurder om een fabriek te bouwen, en de technische kennis is zeer dun gezaaid.
Je kunt dus niet zomaar een concurrerende productiefaciliteit opzetten. Een nieuwe chipsfabriek opzetten vergt investeringen in de orde van tientallen miljarden. Afnemers, zoals autoproducenten die juist – ook zo’n trend – zoveel mogelijk onderdelen zijn gaan ‘outsourcen’, gaan die investering zelf niet maken. Overheden kunnen zich dat in crisistijden ook niet permitteren, daarvoor zijn de kosten te hoog en de risico’s te groot; voor je het weet is je gloednieuwe chipsfabriek verouderd omdat er inmiddels alweer half zo kleine chips geëist worden… De huidige standaard voor chips is zeven nanometer, maar vijf is beter. De nieuwste smartphones en tablets vereisen chips met een dikte van 3 nanometer, waarin transistors zitten met de dikte van 1/20,000 van een hoofdhaar. Die kunnen pas in 2022 in serie gemaakt worden…
Het gevolg is krapte op de markt, en concentratie en monopolievorming. Bepaalde heel ingewikkelde chips die in sommige autotypes zitten, worden alleen maar in een bepaalde fabriek in Taiwan gemaakt. Stel je voor dat daar een ziekte uitbreekt, of de boel ontploft…
Slimme koelkasten
Ook de kritische computerexpert Yevgeny Morozov heeft een verbluffend artikel geschreven over de chipscrisis in het Franse maandblad Le Monde Diplomatique (en ook dit is in het Engels vertaald). Morozov, die zijn hele leven al waarschuwt voor de gevaren van de digitalisering van de samenleving, wil zijn leedwezen over de crisis niet verhullen en sneert:
“De dialectiek van de chipcrisis zou de denkers van de Frankfurter Schule in verrukking hebben gebracht, al was het maar omdat ze de innerlijke domheid van de huidige ‘smart society’ blootlegt. De schaarste aan chips heeft ons gedwongen te wachten op de nieuwste consumentenelektronica: zonder halfgeleiders (sommige voor slechts $1 per stuk) kunnen ze niet functioneren. Al die elektrische auto’s, smartphones, slimme koelkasten en tandenborstels zijn plotseling verdwenen in het zwarte gat van het wereldwijde kapitalisme, alsof een onzichtbare spelbreker de Consumer Electronics Show in Vegas had afgelast.”
Vervolgens duikt hij diep in de achtergronden van de crisis. Dat levert een verontrustend beeld op, of als je kapitalisme haat: verbijstering over de instabiliteit van het systeem.
Corona heeft op twee manieren invloed op de productie in Taiwan gehad (en in mindere mate Zuid-Korea en China). China heeft relatief goed voor zijn arbeiders gezorgd toen de pandemie begon en geprobeerd zoveel mogelijk in te dammen en zo snel mogelijk te vaccineren. Maar Taiwan en Zuid-Korea hadden aanvankelijk geen goede toegang tot de vaccins en er brak een ware ruilhandel uit tussen de VS en de landen om toezeggingen voor chips in te zetten om vaccins te krijgen. De VS verdriedubbelde vervolgens de leverantie aan Taiwan. Daar zitten de twee grootste chipsfabrikanten Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC), en Samsung (SEC).
Door corona ontstond er tekort aan arbeidskrachten, die deels niet makkelijk te vervangen waren omdat ze hoog opgeleid zijn. Maar er waren ook andere factoren die invloed hadden op de productie in chips. Morozv somt een mooi rijtje op: Het koude weer in Texas (waar veel Amerikaanse chipfabrikanten gevestigd zijn), de droogte in Taiwan, een brand in een grote chipfabriek in Japan, de blokkade van het Suezkanaal, de pogingen van Chinese bedrijven om chips in te slaan voordat zij door Amerikaanse sancties worden getroffen…
Net-(niet)-op-tijd productie
Maar dat waren maar aanvullende factoren. Wat de hele boel aan het wankelen bracht was dat de autoproducenten hun bestellingen bij de chipsfabrieken annuleerden toen corona begon en ze voorzagen dat de markt zou instorten. Want onverkochte voorraden zijn duur. De trend in de handel is om zo klein mogelijke voorraden te hebben en het risico zo bij de toeleverancier te leggen. Dat was de hele reden waarom ze alle onderdelen die ze gebruiken zijn gaan uitbesteden. Dat heet de just-in-time productie.
Zelfs de sportschoenenwinkel om de hoek werkt tegenwoordig zo. Die hebben van elk type schoen voor elke maat nog maar een doos in voorraad. Zo gauw die verkocht wordt, geeft het kassasysteem automatisch opdracht om een nieuwe te komen brengen. Transport is immers spotgoedkoop geworden door extreme uitbuiting van de koeriers. Dit gaat allemaal goed zolang de toeleveranciers kunnen leveren, en het transport functioneert.
De autofabrieken die hun bestellingen afzegden, hadden geen benul van de gevolgen maar mochten achter in de rij aansluiten toen ze besloten weer nieuwe bestellingen te plaatsen. De chipsproducenten waren ondertussen al deels over gaan schakelen naar andere chips voor andere afnemers. Een eigen chipsproductie opzetten zou jaren tijd kosten en miljarden aan investeringen, waarvoor ze nu de westerse overheden aan het pushen zijn. Merkel merkte snedig op dat het niet zo handig was voor een ‘car nation’ als je geen eigen productie hebt van het voornaamste onderdeel in het product. Maar ja, zelfs als je ineens enkele tientallen miljarden op tafel zou willen leggen, zouden de chips pas jaren later van de band stromen.
China, dat netto nog steeds chips importeert voor alle elektronica die het produceert, investeert nu grootschalig in nieuwe chipsfabrieken. Dit geschiedt onder andere met hulp van de teruggekeerde verloren zoon Richard Chang, die het vak geleerd heeft in Taiwan bij TSMC om in China SMIC op te zetten. De nieuwste fabriek van TSMC kostte 22 miljard dollar, en het bedrijf kondigde aan de komende tijd voor 100 miljard dollar te zullen uitbreiden. China bouwt momenteel negen van dergelijke faciliteiten.
Bijkomend probleem bij de chipsproductie is waterschaarste. De productie kost enorme hoeveelheden water, wat in Taiwan al voor grote problemen heeft gezorgd. En de productie vergt honderden toeleveranciers van onderdelen. In China zorgt dat momenteel voor wildwest-taferelen. Er zijn volgens een schatting van People’s Daily in de periode tussen januari en oktober vorig jaar meer dan 58,000 chipsbedrijven opgezet, ongeveer 200 per dag. Een groot deel daarvan gaat ook weer over de kop omdat ze de moordende concurrentiestrijd niet overleven.
Chipssouvereiniteit
Zowel in de VS als in de EU zijn inderhaast plannen gemaakt om de paniek over ontbrekende chips te beteugelen. Ze beloven massaal te investeren om wat ze noemen ‘chips sovereignity’ te verkrijgen. De Europese Commissie heeft verklaard aan een ‘Chips Act’ te werken, waar 160 miljard euro aan zou zijn verbonden(*). In de VS heeft Biden vergelijkbare plannen onthuld, maar dan met 50 miljard voor ontwikkeling van chipsfabrieken. (**). Maar alle deskundigen weten dat het paniekvoetbal is en jaren gaat duren, als het al lukt, om de ‘souvereiniteit’ op dit gebied te herstellen.
Een van de argumenten die de EU gebruikt om ons ervan te overtuigen dat het mogelijk is – en dat er zoveel belastinggeld heen moet – is dat de productie in hoge mate geautomatiseerd kan worden. Want los van de vraag waar je tegenwoordig zoveel water (en elektriciteit) vandaan haalt als er in Taiwan op losgelaten kan worden, zal het nodig zijn om duizenden ‘highly skilled process engineers’ te vinden, die bereid zijn onder dezelfde arbeidsomstandigheden te werken als in Azië. Een groot deel van het werk geschiedt bijvoorbeeld in ‘clean rooms’ die zorgvuldig stofvrij gehouden moeten worden. Personeel moet daar voor 12 uur naar binnen via een tiental luchtsluizen en kan dan al die tijd niet eten. We zijn benieuwd en zullen vol spanning blijven volgen hoe het kapitalisme voortstrompelt.
(*) Europe is still set on chip sovereignty despite the many challenges it presents