Honderd jaar is lang genoeg
Een eeuw na de Russische Revolutie is in Nederland het aantal ondernemers groeiende. Begin dit jaar naar zo’n 1,85 miljoen, 3 procent meer dan een jaar eerder, 60 procent meer dan tien jaar geleden; ruim 20 procent van de beroepsbevolking. Maar daar blijft het niet bij. In een mondiaal vergelijkend onderzoek naar de houding ten opzichte van het ondernemerschap behoren Nederlanders tot de top, meer dan 70 procent is ronduit positief. (gegevens Centraal Bureau voor de Statistiek).
(Door Hans Boot, oorspronkelijk verschenen bij konfrontatie.nl, foto Pete Birkinshaw CC/Flickr)
Deze groei en positieve hang naar een bedrijf hangen sterk samen met de voortgaande stijging van het aantal zzp’ers dat inmiddels rond de 1,2 miljoen uitkomt, 65 procent daarvan is hoog opgeleid. De overgrote meerheid beschouwt haar keuze als een ‘positieve ambitie’.
Hoe deze ambitie door de samenleving trekt, laat het toenemend aantal jongeren onder de achttien zien dat als bedrijfseigenaar staat ingeschreven: in de afgelopen vijf jaar een ruime verdubbeling van 1.119 naar 2.272. De Stichting Jong Ondernemen: Om goed te functioneren in de snel veranderende arbeidsmarkt is het noodzakelijk dat jongeren een ondernemende houding ontwikkelen. Het onderwijs dient dan ook ‘verrijkt’ te worden met programma’s praktisch ondernemerschap. Voor ‘startup kids’, tien tot twaalf jaar, zijn er professionele zomerkampen met vier d’s: dromen, delen, doen en durven. Spelenderwijs tot ondernemer.
Uitbestede verantwoordelijkheid
Het kapitalisme weet zich uit een crisis steeds weer te vernieuwen, ten koste van veel zo niet alles. Het ‘verfrist’ wandaden als kinderarbeid in een juichend zomerperspectief. Glunderende ouders betalen grif meer dan duizend euro voor drie dagen ‘op een andere manier naar de problemen te leren kijken’. De kleine prins(es) als kleine ondernemer. Zaaigoed voor de grote economische bedrijfsvoering die rust op centralisering en uitbesteding. Beslissingen worden in anonimiteit genomen, oncontroleerbaar als in de ‘cloud’ waar wet noch gebod geldt. Daaruit sijpelen de dictaten als een ongeschreven handboek naar beneden, waar vol nauwe verantwoordelijkheden de uitvoering plaatsvindt. Opnieuw geüniformeerd, zoals op de Zuidas waar alleen op het hoogste dak de schaduw ontbreekt, hier en daar hunkerend naar de vervlogen renaissance. Of ogenschijnlijk losjes in de koffielounge of garagebox, een tijdelijk kantoortje in een verder leeg betonnen blok, op de snelle fiets met een vierkante rugzak. Gemeenschappen die draaien op haast, wedijver en vervreemding.
De lange hiërarchie, naar beneden steeds concreter en zichtbaarder, wordt bijeengehouden door een vanzelfsprekend denken en handelen als een ondernemer, waarin winnen of verliezen dagelijkse kost is. Letterlijk, dus ook in de ‘vrije tijd’. De onvermijdelijke overheersing van het verlies voor velen noemt de Italiaanse filosoof Berardi de dodelijke omhelzing van het kapitalisme. Hij ziet die zich voltrekken via angst, stress en depressie met als extreem resultaat, dramatisch en onvermijdelijk, een moordende aanslag die de dader één keer tot de absolute overwinnaar maakt. Kapitalisme zonder geweld, ongelijkheid en onschuldige verliezers bestaat immers niet.
Linkse bescheidenheid
Over de Russische Revolutie is dit jaar en met name deze dagen veel gezegd. Terecht, deze moedige, baanbrekende en inspirerende poging de kapitalistische productiewijze voor goed om zeep te helpen, is historisch uniek en bewonderenswaardig. Ook de externe en interne aanvallen en verloedering kregen alle aandacht. Ook zij duurden ongeveer een eeuw en hebben (revolutionair) Links, zeker de afgelopen decennia, niet bepaald goed gedaan. De hierboven opgehaalde gegevens tonen de actualiteit van een breed en actief gedragen kapitalisme dat zijn gruwelijkheden van hernieuwde slavernij, mensenhandel, enzovoort op de koop toeneemt. En dat Lenin, tot voor de zo beslissende dagen, over de machtsomwenteling twijfelde en vreesde nog lang te moeten wachten, is een schrale troost.
Enige bescheidenheid zou ons, de betrokken organisaties en mensen, sieren. Eerbied voor het verleden vergt een perspectief voor de toekomst. En de eerlijkheid gebiedt te zeggen: in dat laatste zijn we niet zo sterk. Daarmee is echter zelfs dit stukje niet afgedaan. Laten we beginnen met het niet zo zeker te weten wat anderen nog niet weten of moeten doen. In dit opzicht ben ik bereid een uitspraak van een al lang gepensioneerde havenarbeider eindeloos te citeren: ‘niets is dodelijker dan het gelijk van het graf’. Dan kunnen we onze concepten en andere wetenswaardigheden – gezamenlijk en in een open discussie – onder de loep nemen en het gevecht aangaan tegen alle vanzelfsprekendheden, ook de linkse, in deze barre kapitalistische werkelijkheid.