Ga naar de inhoud

Hoe Afrika de rest van de wereld betaalt

Eerder besprak Lou Keune op Globalinfo.nl het boek Een dollar per dag van Abhijit Banerjee en Esther Duflo, die in 2019 de Nobelprijs Economie wonnen. Zij onderzoeken hoe de ‘extreme armoede’ in de wereld het beste bestreden kan worden. Veel concrete initiatieven worden op een praktische manier besproken. Het oordeel van Lou: een werkelijk nuttig en leesbaar boek dat kan worden aangeraden aan al diegenen die werkzaam zijn of willen zijn in de bestrijding van armoede in Afrika, Azië en Latijns Amerika. Maar ook een teleurstellend boek, omdat de auteurs weinig kritisch zijn als het gaat om kwesties als economische groei, het marktdenken, en de omgekeerde ontwikkelingshulp.

2 min leestijd

(Door Gerrit Stegehuis, eerder verschenen op de website De Grote Transitie)

Die omgekeerde ontwikkelingshulp werd weer duidelijk uit een rapport van UNCTAD, ‘Tackling Illicit Financial Flows for Sustainable Development in Africa’. Dat rapport berekent dat er jaarlijks $ 88,6 miljard op illegale wijze vanuit Afrika verdwijnt naar andere continenten, bijna twee keer zoveel als er jaarlijks aan ontwikkelingshulp binnenkomt. De illegale geldstromen worden in vier categorieën opgedeeld. De grootste daarvan heeft te maken met illegale zakelijke geldstromen, waarbij bijvoorbeeld belasting wordt ontweken door met behulp van rekeningen met fake prijzen winsten in belastingparadijzen terecht te laten komen. Nederland wordt (uiteraard) ook door UNCTAD genoemd als een van de belangrijkste doorvoerhavens van weg te sluizen gelden naar belastingparadijzen. Andere illegale geldstromen hebben te maken met corruptie, illegale markten en diefstal.

Hoe Nederland betrokken is bij het wegsluizen van geld uit bijvoorbeeld Afrika wordt duidelijk uit het rapport The Money Pipeline van Oxfam Uganda. Bijna 40% van alle investeringen in Oeganda komt vanuit Nederland, maar naar schatting 95% daarvan komt van brievenbusmaatschappijen die een niet-Nederlandse eigenaar hebben. Die bedrijven investeren vanuit Nederland, omdat het belastingverdrag tussen Nederland en Oeganda ervoor zorgt dat dividenden naar Nederland kunnen worden overgemaakt zonder dat er in Oeganda belasting over betaald hoeft te worden. Onderzoekers van de London School of Economics schatten dat Oeganda zo in 2016 tussen $ 8 miljoen en $ 24 miljoen aan inkomsten misliep. En ActionAid berekende dit jaar dat alle ontwikkelingslanden samen in 2018 door belastingontwijking via Nederland € 1,8 miljard misliepen.

Deze bedragen komen natuurlijk nog boven op de ‘legale’ terugstromen, zoals afvloeiing van in ontwikkelingslanden gemaakte winsten, en betalingen van rente en aflossingen op ontvangen leningen.

Dit soort cijfers maakt duidelijk dat je best, zoals Banerjee en Duflo, op een goede manier kunt onderzoeken hoe projecten tot lokale verbetering kunnen leiden, maar dat structurele verbetering niet te verwachten is zolang de netto geldstromen van Zuid naar Noord blijven bestaan. Nederland neemt wel voorzichtig wat stapjes in de goede richting, bijvoorbeeld door belastingverdragen met landen in Afrika te herzien, maar het gaat uiterst langzaam. Over het verdrag met Oeganda wordt nog onderhandeld. Het zou goed zijn de hierboven genoemde berekening van ActionAid op te nemen in de Monitor Brede Welvaart bij de indicatoren onder ‘elders’, die de invloed van Nederland op ontwikkelingslanden weergeven. Dan wordt tenminste ieder jaar gerapporteerd of er serieus actie wordt ondernomen om belastingontwijking uit die landen tegen te gaan.