Guatemala in protest om democratie te redden
Meer dan honderd blokkades en tienduizenden mensen op straat. Guatemala is een land in protest, en dat al drie weken lang. In augustus kwam de linkse kandidaat Bernardo Arévalo als duidelijke winnaar uit de bus van de presidentsverkiezingen. Nadat het Openbaar Ministerie de verkiezingsuitslagen ongeldig probeert te verklaren, groeit het verzet.
Op 20 oktober 1944 beëindigde de Oktoberrevolutie de dictatuur van Jorge Ubico, en bracht democratie terug in Guatemala. Sindsdien viert het land die dag de Dag van de Revolutie. Precies 79 jaar later herhaalt de geschiedenis zich: sinds drie weken vindt in Guatemala een tweede Oktoberrevolutie plaats, opnieuw om de democratie te herstellen.
Technische staatsgreep
Eind augustus werd Bernardo Arévalo van de centrumlinkse partij Semilla verkozen als nieuwe president van Guatemala. In het hele land heerste een gevoel van hoop, overwinning, en opluchting.
Maar dat gevoel werd al snel de kop ingedrukt. Al in aanloop van de tweede verkiezingsronde beschuldigde het Openbaar Ministerie de partij Semilla van fraude, en inmiddels wordt er zelfs gesproken van een technische staatsgreep. De grondwet werd geschonden om te voorkomen dat Bernardo Arévalo in januari als president aan de macht zal komen. Zo nam het Openbaar Ministerie de verkiezingsresultaten in beslag, en verzocht ze de intrekking van de immuniteit van onder andere de presidente van het Hoogste Kiesgerechtshof.
Reactie inheemse volkeren
Hiermee handelde het Openbaar Ministerie buiten haar bevoegdheden. Om die reden, kondigden de inheemse autoriteiten van het departement Totonicapán op maandag 2 oktober een nationale staking aan. In geen tijd sloten burgers uit het hele land zich aan bij de protesten van de inheemse volkeren. Het volk eist het aftreden van vier hoge gerechtsfunctionarissen van het Openbaar Ministerie, maar volgens zittend president Alejandro Giammattei kan hij juridisch gezien niet op het verzoek tot ontslag ingaan. Dus blijven de protesten aanhouden.
Vreedzame protesten en traangas
Na drie weken zijn de blokkades op zondag 22 oktober opgeheven, maar dat betekent geen einde van de protesten. De manifestanten verbinden zich ertoe zich te blijven organiseren tot de vier gerechtsfunctionarissen opstappen en de democratie hersteld wordt. Vanaf nu zullen die manifestaties vooral in de hoofdstad plaatsvinden.
Volgens de overheid verlopen de protesten op een agressieve manier, maar de protesteerders hameren net op het behoud van het vreedzame karakter van de protesten. De eerste week heerste er rond de blokkades en manifestaties een hoopvolle en opgewekte sfeer, en werden er spontaan diverse leuke activiteiten georganiseerd. Op 9 oktober, na een week protesteren, kondigden de actievoerders aan dat de blokkades strenger zouden worden, maar nooit was er sprake van agressie van de actievoerders. Toch kwam er diezelfde dag voor het eerst in het nieuws dat protesteerders met stenen hadden gegooid en met stokken politieagenten aanvielen. Al snel bleken het te gaan over personen die daar alleen waren om rel te schoppen. De politie reageerde hierop door de protesteerders in de hoofdstad met traangas te bombarderen.
Eerste doden gevallen
Op verschillende plekken in het land werden er sindsdien protesteerders aangevallen. Zo lieten in Malacatán drie manifestanten het leven nadat er schoten op de protesten werden afgevuurd. Ook in Retalhuleu werden protesteerders aangevallen, dit keer door mannen in burger met machetes. Walter López, een jonge mensenrechtenverdediger actief bij partnerorganisatie ASERJUS, was daar bij:
“Verschillende manifestanten zijn opgenomen in het ziekenhuis. Wij gaan naar de hoofdstad om een officiële aanklacht in te dienen. We roepen ook andere landen op om zich uit te spreken en onze autoriteiten aan te sporen om de bevolking niet meer te intimideren, maar de mensenrechten te respecteren.”
Het zwijgen opleggen
Dat de mensenrechten geschonden worden, is duidelijk. Procureur-generaal Consuelo Porras riep op tot de onmiddellijke opheffing van de protesten, indien nodig met geweld. Minister van Binnenlandse Zaken Barrientos wou echter liever in dialoog gaan met de demonstranten. Hij weigerde met geweld tegen de protesteerders in te gaan, en diende dan ook zijn ontslag in na het nieuws van de overleden manifestanten. Zijn plek werd op 18 oktober ingenomen door Byron René Bor, die wel ingaat op het bevel van Porras om de blokkades met geweld de kop in te drukken.
Voor de deur van het Openbaar Ministerie in de hoofdstad, waar de grootste manifestaties plaatsvinden, staat de oproerpolitie inmiddels klaar. Ruth Tánchez, van partnerorganisatie Fundación Tierra Nuestra, drukt haar angst uit:
“Wij keken met hoop naar de spontane reactie van personen uit verschillende departementen die meteen ingingen op de oproep van de inheemse volkeren om te protesteren. Beetje bij beetje voegde de bevolking zich bij de protesten tot het hele land plat lag. We werden één. Maar toen de protesten groeiden, kwamen er gewelddadige reacties van personen met zekere macht. Inmiddels is het duidelijk dat men ons het zwijgen wil opleggen door angst te zaaien”
Tekort aan gas en voedsel
De onrust in het land neemt toe. De blokkades hebben een enorme impact op het hele land gehad. Verplaatsingen waren gedurende drie volle weken niet mogelijk, maar ook vrachtwagens die voedsel, gas, of benzine leveren, werden tegengehouden. Bovendien was een groot deel van de bevolking niet meer in staat te gaan werken door de blokkades en verkeert het land in grote economische crisis. Toch zijn de protesteerders niet van plan om op te geven.
De jonge Angela Marroquin, van partnerorganisatie Pastoral de la Tierra San Marcos, trekt deze week voor de tweede maal naar de hoofdstad om een reactie van de staat te eisen:
“Wij zijn de corruptie beu, en zullen blijven strijden tot we onze democratie terugwinnen. Met een grote caravaan vertrekken we vanuit San Marcos. Personen die niet deelnemen aan de manifestaties, helpen door voedsel, dekens of kledij te doneren. De steun is overal. Ik voel hoop, maar ook veel verdriet.”
Angela is niet de enige die deze week in de hoofdstad protesteert. In de aanloop van de Dag van de Revolutie vrijdag 20 oktober, trokken Guatemalteken vanuit het hele land naar de hoofdstad om gerechtigheid te eisen. De bevolking uit het hoogland trof de bevolking uit de vallei, om samen te wandelen om het corrupte systeem aan de kaak te stellen. Een historisch moment in Guatemala. Zoals Ruth Tánchez zegt:
“Vandaag klinken de stemmen van een huisvrouw, een taxichauffeur, transporteurs, boeren, met de inheemse volkeren aan het front. De lokale en inheemse volkeren vormen de hoofdrolspelers in een moment waarin iets nieuws op het punt staat geboren te worden.”
In 1945 maakte Bernardo Arévalo’s vader deel uit van de Guatemalteekse lente, en werd de eerste democratisch verkozen president. Laten we hopen dat deze tweede Oktoberrevolutie, naar aanleiding van de verkiezing van zijn zoon, opnieuw de democratie in het land herstelt.