Ga naar de inhoud

Goed nieuws over Tata Steel?

Soms lijkt het of er ook goed nieuws is. Niet vaak, want veelal lijkt het er nog steeds sterk op dat we met zijn allen naar de sodemieter gaan. Maar toch, soms lijkt een straaltje zonlicht door het duistere wolkendek te dringen. Zo blijkt er blijvende steun te komen voor het gepijnigde volk van Oekraïne. En is ontdekt dat niet alle plasticsoep wordt omgezet in microplastics, maar dat een deel ‘natuurlijk’ oplost. Dat is hoopgevend. Geldt dat nu ook voor ontwikkelingen bij Tata Steel?

5 min leestijd

(Door Rob Lubbersen, overgenomen van solidariteit, foto Jam Willem Doormembal, Flickr CC2.0)

Tata Steel heeft de afgelopen decennia ons land flink verontreinigd. De staalfabriek met zijn hoogovens bij IJmuiden heeft heel wat gif geloosd in lucht en water. Een nog onbekend aantal omwonenden is ernstig ziek gemaakt. Jarenlang heeft de overheid dit door de vingers gezien. Een klassiek voorbeeld van ‘staat en kapitaal’ die onder één hoedje spelen! Het Openbaar Ministerie is na acties toch in beweging gekomen en wil nu een boete opleggen van 100.000 euro. Mogelijk volgen er meer aanklachten. Hopelijk helpt dat. Enige scepsis is gerechtvaardigd. Het is een boete van niks.

Vakbond wordt wakker!

Tata Steel Nederland maakt bij een omzet van 5 miljard euro jaarlijks 300 miljoen eurowinst. Behalve de overheid zijn ook de arbeiders bij Tata Steel wakker geworden. Van de 8.000 mensen die bij Tata werken zijn er 6.000 lid van de FNV Metaal. Uit een oogpunt van werkgelegenheid heeft de FNV het milieuvraagstuk heel lang verwaarloosd. Er werken ook nog eens 30.000 mensen in toeleveringsbedrijven. Angst voor banenverlies stond voorop. In de afzijdigheid van de bond komt nu verandering.

Tata Steel Nederland is een belangrijke speler op de staalmarkt. Per jaar wordt er 7 miljoen ton staal geproduceerd en dat is bijna 10 procent van de totale Europese productie. Een argument om Tata hier te behouden, is dat die productie beter hier kan plaatsvinden onder goede condities dan elders ongecontroleerd. Maar dan moet er wel wat veranderen. De vraag is of dat kan.

Klimaatramp

Wil Tata Steel overleven, dan is het niet voldoende de giflozingen te stoppen, dan moet ook de CO2-uitstoot drastisch omlaag. Die uitstoot is op dit ogenblik per jaar 5,8 megaton. Dat wil zeggen dat er jaarlijks 5.800.000.000 kilo CO2 de lucht in gaat. Dat is ruim 7 procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Zoals bekend met rampzalige gevolgen voor ons klimaat.

Nu valt het niet mee om dat terug te dringen. Voor de productie van ijzer en staal zijn enorme hoeveelheden energie nodig. Traditioneel worden daarvoor fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas gebruikt. Toen de FNV ging beseffen dat dit een doodlopende weg zou zijn, stelde de bond voor om die CO2 op te vangen en op te slaan. In de lege Groningse gasvelden was voor die opslag plek zat. Daar is de bond van teruggekomen, want dat was knap duur en niet echt veilig te maken. Een andere oplossing wordt gezocht.

Frisse lucht!

De oplossing ligt mogelijk in de richting van de inzet van waterstof. In Zweden wordt een staalfabriek gebouwd die 95 procent minder CO2 oplevert dan de traditionele fabrieken. Dat gaat lukken met waterstof in plaats van kolen, olie en gas. Echter, om waterstof (H2) te maken heb je veel water (H2O) nodig en gigantisch veel elektriciteit. Dat is in Zweden niet zo’n probleem, daar is zat water en dankzij waterkrachtcentrales in de rivieren ruimschoots voldoende elektriciteit. In Nederland ligt dat niet zo simpel. Met de huidige stand van de techniek is voor voldoende waterstof bij Tata Steel nog energie uit fossiele brandstof nodig. Dat schiet niet op. Energie uit windmolens en zonnepanelen is nog niet toereikend. Maar dat kan veranderen. Gedacht wordt aan grote windmolenparken op de Noordzee.

In 2021 heeft FNV Metaal een plan voor Groen Staal gelanceerd. Daarmee is de basis gelegd voor wat wordt genoemd Ecopoort IJmuiden. Het plan wordt inmiddels omarmd door hoogleraren, ondernemers, overheidsinstanties én milieuorganisaties. Een unieke samenwerking tussen vakbond, bedrijf en milieugroepen kreeg vorm. Ook de directie van Tata Steel Nederland sloot zich aan bij een stichting, die de naam Zeester kreeg. Inmiddels trekt de regering 800 miljoen euro uit voor duurzaam geproduceerde waterstof. Dat zal zeker niet volstaan. In de discussie over het voortbestaan van de hoogovens bij IJmuiden wordt voor de noodzakelijke investeringen meestal een bedrag genoemd van 15 miljard euro.

Risico’s

Voorstanders van het behoud van Tata Steel in Nederland wijzen op het belang voor milieu, klimaat en werkgelegenheid. Is dat 15.000.000.000 euro belastinggeld waard? Tegenstanders wijzen erop dat het ongewenst is om het bedrijfsrisico van kapitalisten met belastinggeld af te kopen. Ha! Met dat geld zou je alle Tata-arbeiders miljonair kunnen maken en alle werkers in de toelevering een paar ton kunnen schenken! Bovendien is het maar helemaal de vraag of de technische en financiële problemen worden opgelost. Dan kom je halverwege misschien tot de conclusie dat er een hoop geld is weggegooid. Kwade stemmen beweren zelfs dat de groene plannen onhaalbaar zijn en een truc van Tata om nog jarenlang door te gaan met smeerpoetsen. Óf een omweg, dan wel een geitenpaadje, om kernenergie in huis te halen, teneinde de enorme energiebehoefte voor het maken van waterstof te bevredigen.
Voorstanders menen echter dat het met minder geld ook moet kunnen en denken dat de pensioenfondsen uit hun beleggingen van meer dan 1.000 miljard euro best 10 miljard kunnen investeren in een fossielvrije toekomst. Voor dat geld kun je gelijk eisen dat het bedrijf wordt gesocialiseerd en onder arbeiderscontrole gebracht! U snapt dat de tegenstanders daar niet zo in geloven en liever niet het risico lopen dat hun pensioenen worden verkwanseld.

Ai, ai, de situatie is gecompliceerd. Nog lang niet alle technische en financiële problemen zijn opgelost. Politieke tegenstellingen zijn nog niet overwonnen. Verschillende keuzes met grote consequenties liggen voor. De neuzen wijzen nog niet bepaald één kant op – naar waar het om gaat: een toekomst waarin weer frisse lucht kan worden opgesnoven.