Ga naar de inhoud

FNV – Onder wijs en Boven dom

De radicale stemming in het onderwijs, met name op de basisschool, mag ik regelmatig horen van mijn dochter. Een bevestiging daarvan voor de televisie, in alle kalmte en overtuiging uitgesproken door een collega van een andere school, was indrukwekkend: ik wil onaangekondigd staken en even geen rekening houden met de ouders. Dat is vervelend voor hen, maar de kinderen vinden hun weg wel. Dan komen tenminste de onoplosbare problemen als veel te veel werk bovenop mijn aanstelling en ook nog in tijdnood, scherp in de samenleving terecht. Het is ons ernst. De Haagse politiek heeft geen benul van de werkelijkheid.

5 min leestijd

(Door Hans Boot, oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl) illustratie: poster uit 1927, IISG CC 2.0 Flickr)

Dat onbenul was er ook op de vrijdagavond van de 31ste oktober bij de onderhandelaars van de onderwijsbonden, inclusief die van de bij de FNV aangesloten AOb. Vlak voor het weekeinde was zonder een lid te spreken de staking van 6 november afgelast, oftewel afgekocht. Los gezongen van de dagelijkse sores in de klas. Zichtbaar genietend, samen met de minster, van het gesloten akkoord. Tragisch. Maar heilzaam en moedig gevolgd door een correctie van onderop: staken, staken! Een leerzame les voor leden en niet leden van de vakbeweging. Een ‘nee’ dat een hoopvol ‘ja’ werd, uitlopend op een brede onderwijsbeweging, vol protest, vuur en creativiteit. Bovendien een verademing na de rechtsgezinde boeren en bouwers.

Nukken en grillen

Zet dit eens af tegen:

1) Een bericht in het bij de FNV goed ingevoerde Financieele Dagblad, 16 oktober 2019, over een onderzoek door het externe bureau The Midfield (”Goed bestuur in het middenveld”): Het rommelt binnen FNV. De interne houdingen zijn verziekt, het bestuursmodel werkt niet. Om het heersende ‘cynisme’ en ‘wantrouwen’ te boven te komen moet de organisatiestructuur worden hervormd. Het ledenparlement verdoet veel tijd met vergaderen over futiliteiten. De oplossing wordt verwacht van een soepel lopende ‘governance’, een goed scorend begrip uit managementland over ‘innovatief besturen’. Gedragen door termen als: transparantie, verbinding, permanente evaluatie en verantwoording afleggen. Concreet uitgewerkt: minder vergaderingen en een meer symbolische rol of zelfs een volledige afschaffing van het Ledenparlement dat in 2013 als een parel van democratie opdook.

2) Een uitspraak (22 oktober) van de vicevoorzitter van de FNV, eerste onderhandelaar over de pensioenen, Tuur Elzinga: De FNV wil dat er de komende twee jaar niet wordt gekort op de pensioenen van miljoenen mensen en dat pensioenfondsen niet worden gedwongen premies te verhogen of nieuwe pensioenopbouw te verlagen. En dat na maanden en maanden eisen van leden die dat voor jaren en jaren vastgelegd wilden hebben. Of is inmiddels ook Tuur door elkaar gerammeld, zij het na twee weken (5 november)? Hij vindt sinds kort mogelijke kortingen van de pensioenen onacceptabel. Twee dagen later gaat het weer over die twee jaar en voor alles rust.

Kort en goed: De FNV is zo met interne problemen in de weer en schuift zo ongeloofwaardig van standpunt dat ze op een steeds grotere afstand komt te staan met de op te lossen problemen èn de leden. Dat vaststellen is één, niet aanvaarden is twee en de interne strijd aangaan, is de onvermijdelijke drie.

Voor dit moment laten we de ‘governance’ maar even betijen. De FNV spreekt geruststellend van een nuttige evaluatie. Interessant is dat de besluiten bij het Ledenparlement liggen. Met de pensioenkwestie ligt het anders. De strijd binnen de FNV neemt toe (zie bijvoorbeeld in deze ronde 394 het ingezonden stuk van de gezamenlijke comités). Solidariteit heeft daaraan het afgelopen jaar veel aandacht besteed; binnenkort komen de artikelen daarover (ook die uit onze papieren fase, 1983-2005) samen in een dossier. En we zullen met onze aandacht doorgaan, zeker gezien de oproep van Elzinga dat er landelijke acties zullen komen, wanneer minister Koolmees niet zwicht. Met als deadline 21 november aanstaande, de dag van het Tweede Kamerdebat over onder meer die kortingen. Ingewikkeld is dat Elzinga zich beroept op het afgesloten pensioenakkoord, waarvan vriend en vijand de noodzakelijke uitwerkingen misten.

Het Plan

Dat de ‘oudedagvoorziening’ in brand staat, toont de bemoeienis van velen (zie Nu.nl). Zo is er een onderzoek door het Economisch Instituut voor de Bouw waaruit FNV-bestuurder Crombeen concludeert dat in de bouwsector op een aanvaardbare manier pensioen na 45 jaar werken en vervroegde (flexibele) AOW mogelijk zijn. In de zorg-cao zijn daarover al regelingen vastgelegd. In beide sectoren gaat het ook om de ‘zware beroepen’ die vervolgens steeds breder worden opgevat en daarmee als een structureel kenmerk gelden van de huidige organisatie van de arbeid. Daarnaast volgt de ene kritische bespiegeling na de andere over de rekenrente, dekkingsgraad en de te behalen rendementen die de analyse van Koolmees en de president van De Nederlandsche Bank Knot onderuit halen. Recent, 29 oktober, is een brief vol verontrusting aan Koolmees uitgebracht door de samenwerkende vakcentrales van het overheidspersoneel. Zij noemen de situatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds desastreus bij handhaving van de tot nu toe gevolgde uitgangspunten over dekkingsgraad enzovoort.

Tegen die achtergrond en de mogelijke landelijke acties, is het door Sjarrel Massop gelanceerde Plan inspirerend (zie daarvoor: 392 commentaar en 393 extra-3 – 13 en 27 oktober 2019). Op de uitvoering liggen nog heel wat obstakels te wachten en de vraag of de vakbeweging de dragende kracht kan zijn, is nog lang niet beantwoord. Maar om te beginnen neemt het Plan een (derde) deel van het pensioenvermogen van alle fondsen in ‘eigen handen’. En die handen zijn van allen die gezamenlijk via uitgesteld loon (Sjarrel: niet uitbetaald loon) de pensioenfondsen opbouw(d)en. Dat maakt een einde (in ieder geval een begin daarvan) aan de deelname aan en invloed door de ondernemers op die fondsen en de totaal uit de hand gelopen kosten aan fondsbestuurders en rijen ‘pensioendeskundigen’. Dat is één kant van het Plan (met als totaal rendement: 2,5 procent).

De andere is de directe band tussen het ‘zelfbeheer’ van deze arbeidsfondsen en de leniging van wat wel de ‘nieuwe sociale kwestie’ heet. Dat kan door een aanzienlijk deel van het pensioenvermogen te gebruiken om actuele, sociaaleconomisch ontwrichtende problemen aan te pakken. Van klimaatnood tot precaire arbeid, van gebrekkige huisvesting voor jongeren tot het lerarentekort, van sociale achterstelling van migranten tot de toenemende privatisering van de gezondheidszorg.

Hoe ambitieus en misschien zelfs ‘idealistisch’ dit Plan ook moge zijn, het kan al of niet op weg naar landelijke acties een aangenaam menselijk perspectief bieden. Het is heel bemoedigend om met verve ergens voor te zijn en dat uit te werken. Een leerschool, want de wijsheid komt van onderen.