Ga naar de inhoud

Flexibilisering en plundering van de gemeenschap

De geeuwhonger naar surplus dwingt de kapitalisten een grote kostenpost aan te pakken: de levende arbeid. Ze kunnen die kosten doen dalen door de arbeid ondergeschikt te maken aan het kapitaal.

7 min leestijd

Project “Klassenstrijd” deel 2 – ontwikkeling van de arbeid: nummer 6

De geeuwhonger naar surplus dwingt de kapitalisten een grote kostenpost aan te pakken: de levende arbeid. Ze kunnen die kosten doen dalen door de arbeid ondergeschikt te maken aan het kapitaal. Dit betekent dat de arbeid vervreemdt vervreemding. Een proces dat begint met de scheiding van de arbeid ten opzichte van de productiemiddelen, met als uitingen flexibilisering van de arbeid en kaalslag van de gemeenschap. De voorwaarden waaronder kapitalisten de productieprocessen naar eigen goeddunken inrichten, biedt hun de ruimte de arbeidsproductiviteit te verhogen.

Het proces van onderschikking van de arbeid is al eeuwen oud. Marx ontwikkelde daarvoor het concept van de primitieve of oorspronkelijke accumulatie (hoofdstuk 24, deel 1 van het Kapitaal) die landarbeiders hun grond en gemeenschap ontnam. Die grond is een belangrijk productiemiddel dat ze gebruikten om voedsel, kleding en huisvesting voort te brengen. De gemeenschap, common, stelt hen in staat de arbeid die nodig is om in leven te blijven, onderling te verdelen en te organiseren.

Engeland als bakermat

Wanneer het kapitaal controle krijgt over de grond en de gemeenschap, is een belangrijke voorwaarde geschapen om de productieprocessen, en in het verlengde daarvan de arbeidsprocessen, verder te (re)organiseren. Later is de productie ondergebracht in fabrieken, waarmee de arbeidsproductiviteit nog meer verhoogd kan worden. De twee stappen – onteigenen en herinrichten – zijn processen die een eigen ontwikkeling en dynamiek doormaken. Onafhankelijk van elkaar, maar met één doel de verdere accumulatie als vervolgstappen in gang te zetten.

>Guy Standing
Bron – Bien Monthly Bulletin

Guy Standing, een Britse econoom, heeft deze ontwikkeling voor Engeland in twee boeken beschreven. (1) De situatie in Engeland is illustratief, omdat het land de bakermat is voor het kapitalisme. De ontwikkelingen van onteigenen en de arbeid vervolgens organiseren, hebben in Engeland een nauwkeurig schema gevolgd. Dat maakt het mogelijk inzicht te krijgen in de gang van het kapitalisme als sociaaleconomisch en politiek systeem in de praktijk. Over de gehele wereld is deze aanpak gevolgd, waarbij er ook voor de arbeid sprake is van een ongelijke en gecombineerde ontwikkeling (UCD).

Grondonteigening

De boeren werden van hun land verdreven (enclosures). De landheren, al of niet in opdracht van de soeverein, de koning, eigenden zich het land toe en de boeren moesten tegen loon voor de landheren werken. In 1215 is in Engeland het Magna Carta opgesteld, een handvest dat de macht van de koning inperkte ten gunste van de geestelijken (kloosters) en de landadel; met als voorwaarde dat die adel de boeren van hun land verdreef.
Minder bekend is het Charter of the Forest van 1225. Een handvest voor vrije mensen, door de koning opgesteld, om hen te beschermen tegen de willekeur van de geestelijken en de landadel. Die vrije mensen, niet te verwarren met de komende burgerij, hadden gemeenschappen (commons) gevormd. Dit Charter regelde het vrije gebruik van de koninklijke domeinen door de gemeenschappen. Het historische verhaal van het verzet tegen deze ‘enclosures’ is dat van Robin Hood.

De koninklijke landgoederen waren de belangrijkste bron voor (timmer)hout en brandstof en het laten grazen van het vee. Het Charter was voor die tijd uniek, want het voorzag de opkomende burgerij en landarbeid in een zekere mate van economische bescherming. Vrije mensen konden de landgoederen gebruiken om voedselvoorraden aan te leggen en hun vee te laten grazen. Zo konden zich gemeenschappen vormen, de commons. In Engeland zijn ze nog altijd terug te vinden, bijvoorbeeld die van Cotswolds (centraal Engeland, bestaat uit vijf graafschappen).

Cotswold
Voorbeeld van een common in Cotswolds
bron Sjarrel Massop

Standing: Het idee van de commons [Marx gebruikte het voor zijn idee over het communisme] is diep geworteld in onze cultuur als een terugblik op en herinnering aan onze geschiedenis. De oorspronkelijke commons zijn zowel tegen marktwerking als tegen de overheid. Althans ze staan tegenover teveel markt dat competitie en individualisme oproept en teveel overheid met haar inherente bureaucratie en paternalisme.

Privatisering

Het mag duidelijk zijn dat vooral de burgerij erg gekant was tegen deze commons en het Charter dat deze gemeenschappen beschermde tegen de adel. Een bescherming die een blokkade vormde tegen het streven naar de onderschikking van de arbeid aan het kapitaal. Tegen de gemeenschappen is dan ook een eeuwenlange kruistocht gevoerd, eerst door de adel en later de burgerij. Een strijd die tot onze tijd doorgaat en uitmondt in de plundering van de gemeenschappen.
Het idee van de commons staat voor meer dan wat verwoord is in het Charter of the Forest. Alle nutsvoorzieningen als vervoer, onderwijs, sociale zekerheid, gezondheidszorg, democratie, gelijke rechten voor minderheden en vrouwen kunnen gevangen worden in het concept van de commons. De Engelse wet heeft dit allemaal geregeld. De grootste aanval op de gemeenschapszin is gedaan, door Margaret Thatcher, die stelde There is no alternative. Alles moest worden geprivatiseerd, het laatste restant is de National Health Service.

De worsteling wordt het beste geïllustreerd door de paradox van graaf Lauderdale die populair is in de klimaatstrijd. Ze stamt uit 1819, Guy Standing:

Lauderdale schreef dat publiek welzijn gedefinieerd kan worden als: het bestaat uit alles wat een mens wenst, alles wat nuttig of comfortabel is voor de mens. Dit terwijl private rijkdom afhankelijk is van een zekere mate van schaarste. Het algemene gevoel van mensen zou in opstand komen tegen maatregelen die deze private rijkdom laten toenemen, door het scheppen van schaarste van alle algemene middelen die nuttig en noodzakelijk zijn voor de mens. Maar dat is nu precies wat alle commerciële belangen doen.
Lauderdale argumenteerde verder dat alleen de onmogelijkheid van privé eigendom om samen te spannen, om het publiekelijke welzijn te monopoliseren, zou beschermen tegen de grote snelheid waarin de private hebzucht toeneemt. Tegenwoordig zou de edele graaf Lauderdale bedroefd worden door het vermogen van de heerschappij door de bedrijven. Daarin geholpen door de overheden om precies dat te doen waarvan hij dacht dat het onmogelijk was. Het is de tragedie van de privatisering.

Het idee van de vorming van coöperaties, sterke gemeenschappen, kan een antwoord vormen op de ontsporing van het kapitalisme.

Precarisering

Een groep in het moderne Engeland en overal elders wordt meer getroffen dan alle andere door de veranderingen van alle vormen van gemeenschapszin. Dat is het precariaat, de sterk opkomende klasse, voortkomend uit de globalisering, de digitale revolutie en veranderingen in de economische en sociale politiek van de laatste veertig jaar. Het precariaat bestaat uit miljoenen mensen over de gehele wereld. Het precariaat heeft kenmerkende patronen van arbeid en werk, een eigen kenmerkende structuur van sociaal inkomen en het verliest snel burgerlijke rechten.
Alle aanvallen op de arbeidersklasse en de arbeid door het kapitaal komen samen in het precariaat. De doorgeschoten flexibilisering, de grote sociale ongelijkheid, vele vormen van sociale uitsluiting, discriminatie en achterstelling. Het is de ultieme vorm van vervreemding in deze vier aspecten, van reële onderschikking van de arbeid aan het kapitaal. De arbeidersklasse is echter verdeeld en zwak. Het zal moeilijk worden collectiviteiten te beschermen. Het idee van coöperaties, sterke gemeenschappen, kan een antwoord vormen op de ontsporing van het kapitalisme.

Conclusie: De lange klassenstrijd komt op scherp te staan. De arbeidersklasse is zwak, maar krijgt nieuwe perspectieven. De kapitalisten ogen sterk, maar zijn met de bureaucratische overheden niet in staat om de grote sociale, economische, politieke en klimatologische problemen het hoofd te bieden.
Het is aan de verenigde, solidaire arbeidersklasse om het heft, zonder het uitsluitingsprincipe, in handen te nemen. Solidariteit en gemeenschapszin moeten versterkt worden, dat zijn mogelijkheden die sterker zullen zijn dan de illusies.


(1)Standing, G., (2019)Plunder of the commons, a manifesto for sharing public Welth., Penguin books, Londen en (2011) The precariat, the new dangerous class, Bloomsbury Academic, Londen.