Ga naar de inhoud

Economische destabilisatie van Brazilië, Argentinië en Venezuela “Made in the USA”

Groeiende crises in Zuid-Amerika “Made in USA”. Economische destabilisatie van Brazilië, Argentinië en Venezuela.

14 min leestijd

(Door Dr. Jack Rasmus (vertaling H. van Maasakker, globalinfo.nl, donaties meer dan welkom).

(Foto Wally Gobetz CC/flickr muurschildering in Buenos Aires).

Opkomende markteconomieën stevenen af op een economische implosie (*1). Van Zuid-Amerika tot Zuid-Azië gaan de omstandigheden snel achteruit en zijn ze op weg naar een nog veel ernstiger economische crisis dan waarin velen al vastzitten. Bovenaan deze lijst staan Brazilië en Argentinië. Anderen worden echter steeds kwetsbaarder, waaronder Turkije, Indonesië, Maleisië en zelfs India, dat zijn zwakke economische situatie, en massale niet-renderende bankkredietproblematiek, heeft verdoezeld door zijn bbp met een onjuist economisch groeicijfer te manipuleren.

Professionele experts, en zelfs enkele commentatoren van ‘links’, stellen vast dat opkomende markteconomieën (OME), waarvan alle bovengenoemde landen belangrijke leden zijn, nu goed zijn voor meer dan de helft van het wereldwijde bbp. Dit suggereert dat hun kwetsbaarheid voor de Amerikaanse en G7-economieën minder is dan in het verleden. De zogenaamde geavanceerde economieën, dus de VS, Japan, Canada, het VK, Frankrijk, Duitsland en Italië (de ‘G7’) zouden in toenemende mate irrelevant worden. De wereldwijde bbp-cijfers worden echter overal gemanipuleerd om een sterkere groei te laten zien dan die feitelijk heeft plaatsgevonden. Ineens verdubbelen economieën zoals India hun bbp-cijfers door categorieën te herdefiniëren die hun bruto binnenlands product, het bbp, vormen, door manipulatie van hun prijsramingen die het reële bbp vergroten en door statistische veronderstellingen in te voeren voor hun schatting van de groei die grove, onjuiste voorstellingen van zaken zijn. Het bbp is dus geen goede indicator voor de toestand van hun economieën. Desondanks vertraagt nu het wereldwijde bbp zelf in het afgelopen jaar, omdat ook de mondiale handel vertraagt (nog voordat de onbezonnen ‘handelsoorlogen’ van de VS hun effect doen gelden). Dit idee van een afnemende kwetsbaarheid van economieën als Brazilië en Argentinië is echter onjuist.

De bbp-cijfers verdoezelen de nog steeds aanzienlijke kwetsbaarheid van opkomende markteconomieën voor de geavanceerde economieën en hun beleidsacties, met name die van de VS. Dit geldt voor zelfs de grootste OME zoals Brazilië, Argentinië, Turkije, Indonesië, India en anderen. Meer symptomatische, economische indicatoren voor de groeiende crisis in de OME zijn de dalende valuta, de kapitaaluitstroom van geld, de stijgende binnenlandse rentetarieven en de stijgende inflatie van de importkosten.

Amerikaanse hefbomen van economische macht: valuta, toegang tot krediet en de tarieven van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve.

Hoewel het aandeel van de OME in het wereldwijde bbp de afgelopen decennia is gestegen, wordt de wereldeconomie toch nog grotendeels gemanipuleerd door de VS en andere G7-economieën. Die manipulatie wordt met name op verschillende manieren uitgeoefend door de VS: via haar dominante valuta, de Amerikaanse dollar; door de controle over de stroom van de mondiale kredieten (en schulden) door de Amerikaanse banken en de Amerikaanse schaduwbanken via de kapitaalmarkten; en door de invloed van de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, op de Amerikaanse rentetarieven en, op zijn beurt, de rentetarieven van andere centrale banken en banken elders.

Recessies en crises in de OME zijn grotendeels het gevolg van beleidsverschuivingen in de VS, veranderingen in de Amerikaanse rentetarieven, in appreciatie of depreciatie van de Amerikaanse dollar, door wereldwijde speculatie met de ruwe olieprijs die volgt op fluctuaties van de dollar, of leningen door Amerikaanse banken en Amerikaanse schaduwbanken (bijvoorbeeld investeringsbanken, hedgefondsen, private-equity firma’s, et cetera) op zogenoemde ‘kapitaal(ondernemingsschulden)-markten’ die fungeren als alternatieve kredietbronnen van traditionele bankleningen.

In 2017 begonnen al deze Amerikaanse beleidshefbomen te verschuiven in het nadeel van opkomende markten.

In 2017 begonnen al deze Amerikaanse beleidshefbomen te verschuiven in het nadeel van opkomende markten. Die verschuiving versnelt in 2018. Het resultaat is ‘made in the USA’, diepere recessies in de OME, de ineenstorting van hun valuta, de uitstroom van kapitaal van de OME terug naar de VS en G7, de versnelling van de binnenlandse inflatie in de OME en toenemende politieke onrust en instabiliteit.

Daarom is niet het bbp een veelzeggende beginindicator van de groeiende kwetsbaarheid in opkomende economieën maar de recente vrije val van hun valuta’s in relatie tot de dollar, euro en Japanse yen, evenals de kapitaalvlucht uit deze landen die gepaard gaat met de ineenstorting van hun valuta’s. Deze worden op hun beurt de belangrijkste oorzaken van de binnenlandse recessie, massale werkloosheid, inflatie, tekorten aan goederen en toenemende politieke instabiliteit van de OME.

En aan het hoofd van de lijst van economieën met valuta-instabiliteit staan vandaag in Zuid-Amerika Brazilië, Argentinië en Venezuela. Maar hetzelfde proces doet zich snel elders in de OME voor, in Turkije, Indonesië, Maleisië, en misschien zelfs daarna in India. Maar geen enkele regio van de wereldeconomie weerspiegelt de huidige crisis sterker dan Brazilië en Argentinië.

Destabiliseren van Argentinië en Brazilië (*2).

De Argentijnse munt, de Peso, is sinds begin 2018 met ongeveer 25% gedaald. Ook in Turkije, Brazilië en anderen zijn de afgelopen maanden de valuta met dubbele cijfers gedaald. Met de ineenstorting van hun valuta, daalt ook de waarde van de investeringen van de kapitalisten – zowel buitenlandse als binnenlandse – in deze landen in waarde. Om de waarde van het vermogen van de beleggers (dat wil zeggen aandelen, obligaties, onroerend goed, participaties in vreemde valuta’s, derivaten, et cetera) te beschermen tegen het instorten met hun valuta, reageren hun regeringen (wetgevers en centrale banken) door de rentetarieven in hun eigen economieën te verhogen, in de wanhopige poging om de uitstroom van kapitaal tegen te gaan die het gevolg is van het instorten van de waarde van hun valuta. De beleggingswaarde van de portofolio investeringen van de beleggers wordt gestut door verhoging van de binnenlandse rentetarieven. Maar de tegenstrijdigheid is dat hogere rentes de reële economie onder druk zetten en in een recessie laten belanden; of als de recessie al bestaat leidt tot een nog diepere recessie of zelfs een depressie. Maar beleggers geven niet om recessie; zij zorgen vooral voor de bescherming van de waarde van hun investeringen. De pro-business, pro-investeerder OME-overheden kiezen daarom voor hogere tarieven en accepteren massale werkloosheid als kostenpost.

De tegenstrijdigheid is dat hogere rentes de reële economie onder druk zetten en in een recessie laten belanden

OME-valuta-instorting heeft een ander economisch gevolg. Aangezien de meeste van deze landen een groot deel van hun basisgoederen importeren (voedsel, medische benodigdheden, olie, grondstoffen voor productie, consumptiegoederen, et cetera). Door de instortende valuta’s neemt ook de inflatie op deze goederen toe vanwege de stijgende importkosten. Dus stagnatie en dan vervolgens de ineenstortende, reële economie en massale werkloosheid gaan gepaard met stijgende prijzen. Meer werknemers worden ontslagen vanwege de instortende economie, terwijl de prijzen die ze moeten betalen voor basisgoederen en -diensten tegelijkertijd stijgen.

Vooral Argentinië en Brazilië zijn blootgesteld aan dit scenario van stijgende Amerikaanse rentetarieven en stijgende waarde van de dollar dat aanzet tot het instorten van hun valuta’s, kapitaalvlucht, renteverhogingen, massale werkloosheid en inflatie.

Sinds de wereldwijde crash van 2008 hebben ze zwaar geleend -vooral in Amerikaanse dollars. De enorme schuldenlast die ze sinds 2008 in biljoenen dollars hebben opgebouwd, moeten in dollars worden terugbetaald. Om dollars te krijgen, moeten ze meer goederen exporteren en verkopen. Echter de vertraging van de wereldhandel en andere ontwikkelingen in China, Europa en Azië heeft hun vermogen om meer te exporteren verminderd. Ze kunnen niet genoeg dollars verwerven om hun in Amerikaanse dollar uitgedrukte schuld (aan Amerikaanse banken en schaduwbanken) te betalen. Om hun verschuldigde hoofdsom en rente (aan Amerikaanse en G7-bankiers) te blijven betalen, zijn ze gedwongen om dollars te lenen van het IMF, een andere belangrijke economische instelling die wordt gecontroleerd door de VS en de G7.

Om hun verschuldigde hoofdsom en rente (aan Amerikaanse en G7-bankiers) te blijven betalen, zijn ze gedwongen om dollars te lenen van het IMF, een andere belangrijke economische instelling die wordt gecontroleerd door de VS en de G7.

Argentinië heeft onlangs nog eens $ 50 miljard geleend van het IMF – om zijn schulden aan VS en G7 bankiers te betalen. Dit lost het probleem echter niet op. Het verschuift alleen de schuldbetalingen van private bankiers naar het IMF. Het IMF redt nooit landen met grote sommen geld; het redt altijd bankiers die grote sommen geld aan deze landen hebben uitgeleend wanneer deze geen betalingen aan hun bankiers konden doen (en obligatiebeleggers, et cetera).

Terwijl Argentinië zich tot het IMF wendt om tijdelijk tijd te kopen terwijl de crisis zich verdiept, is Brazilië een andere weg ingeslagen om het hoofd te bieden aan de ‘made in the USA’-crisis die sinds 2015 aan het rijpen is. Brazilië heeft nog meer geld geleend van Amerikaanse bankiers. En het heeft ervoor gekozen zijn rentetarieven naar astronomische niveaus te verhogen, in de ijdele hoop dat de waarde van zijn valuta wordt ondersteund, de kapitaaluitstroom zal afnemen (en de aanhoudende kapitaalinstroom naar Brazilië van Amerikaanse en G7-investeerders zal worden aangemoedigd).

De centrale bankrente in Brazilië is momenteel ongeveer 40%, een flinke stijging van het niveau van enkele jaren geleden toen de bankrente ongeveer 14% was. Dit betekent dat bedrijven of consumenten 40% moeten betalen voor elke lening of schuld die ze oplopen om in bedrijf te blijven of om het consumptieniveau te handhaven. Rentepercentages die ervoor zorgen dat grote delen van een economie tot stilstand komen. En dat is wat er in Brazilië is gebeurd. Leidend tot massale werkloosheid. Net als de versnelling van de inflatie en de stijging van de kosten van levensonderhoud als de valuta van Brazilië, de Real ten opzichte van de dollar is ingestort. Het is begrijpelijk dat politieke onrust toeneemt als de werkloosheid groeit en de prijzen voor basisgoederen snel in prijs stijgen. Ook dat is nu aan de gang.

De crisis in Brazilië begon in 2015. Op dat moment waren de rentetarieven van de centrale bank, zoals opgemerkt, ongeveer 14%. Sinds 2015 zijn ze gestegen naar de 40%. Meer dan de helft van die stijging vond plaats in het afgelopen jaar en vooral in 2018. Maar die 40% rentepercentages en de werkloosheid en inflatie, zijn het gevolg van de instorting van de valuta en de kapitaalvlucht – een proces dat op zijn beurt zijn oorsprong heeft in de VS en stijgende rentetarieven in de VS en appreciatie van de dollar.

De fout van de Braziliaanse Arbeiderspartij terwijl ze nog in de regering zat, en geleid door Lula en vervolgens Rouseff, was om de centrale bank van Brazilië toe te staan de rentetarieven vanaf 2015 gestaag te verhogen tot het huidige niveau. Centrale banken worden altijd gecontroleerd door de private bankiers. En private bankiers in OME zoals Brazilië worden gedomineerd door Amerikaanse bankiers en investeerders. En OME-centrale bankiers worden op hun beurt gecontroleerd door hun binnenlandse bankbelangen.

Kapitalisten hebben vele manieren om democratisch gekozen regeringen te saboteren. Rentevoeten van centrale banken zijn slechts één hulpmiddel.

Bovendien hebben kapitalisten overal slim hun centrale bankinstellingen opgezet om te zorgen dat de centrale banken worden afgeschermd van populaire nationale wetgevers, voor het geval democratische volksbewegingen (zoals de Arbeiderspartij) democratisch de macht over nationale regeringen overnemen. Politieke macht blijft afgeschermd van economische macht. Kapitalisten hebben vele manieren om democratisch gekozen regeringen te saboteren. Rentevoeten van centrale banken zijn slechts één hulpmiddel.

Het politieke strategie element.

De Arbeiderspartij in Brazilië zou daarom de Braziliaanse centrale bank in 2015-16 moeten hebben gedemocratiseerd (genationaliseerd in het publieke belang en fundamenteel geherstructureerd) door haar besluitvormingsproces open te stellen voor democratische krachten en vertegenwoordigers.

In Argentinië weigerde de Kirchner-regering jarenlang de Amerikaanse hedgefondsen hun miljarden dollars aan claims terug te betalen uit de eerdere schuldencrisis die door hen was ontwikkeld. Wat het had moeten doen, was de hedgefondsen betalen in speciale uitgegeven en geprinte Argentijnse peso’s, in plaats van dollars, en ze vertellen op te donderen, omdat ze zijn betaald. In plaats daarvan vocht ze tegen deze hedgefondsen in mondiale rechtbanken gedomineerd door de VS en de G7.

Toen de Braziliaanse economie na 2016 begon te verzwakken en de omstandigheden te verslechteren, ontwikkelden de VS, gelieerd aan de binnenlandse Braziliaanse kapitalisten en pro-business politici in Brazilië, een politieke strategie om het Amerikaanse rentevoet-dollarbeleid te begeleiden, dat ontworpen was om de valuta van Brazilië te ondermijnen en zijn economie te destabiliseren. Dit was het zogenaamde ‘politieke corruptie’-offensief, ontwikkeld in de VS en geïmplementeerd in coördinatie met Braziliaanse zakenbelangen en pro-zaken politieke partijen. Door de leiders van de Arbeiderspartij – Rouseff en vervolgens Lula zelf – als corrupt te schilderen, hebben ze hen uit hun ambt verdreven (of in het geval van Lula gevangengezet om te voorkomen dat hij mee zou kunnen gaan doen aan de verkiezingen). Er is een onbeschaamd pro-Business/ pro-USA Temer-regering ingesteld. Een soortgelijke ‘politieke’ strategie werd ten uitvoer gelegd tegen de Kirchner-regering in Argentinië, om deze uit de regeringszetel te verdrijven en te vervangen door de huidige pro-business Macri-regering. Temer in Brazilië en Macri in Argentinië zijn spiegelbeelden van de economisch-politieke strategie van de VS-G7 om populistische regeringen in Zuid-Amerika te verwijderen en te vervangen door pro-VS, pro-investeerdersregeringen.

Het speciale geval van Venezuela: wanneer al het andere faalt … militaire actie.

Het vernietigen van de valuta zir altijd in de voorhoede van de imperialistische strategie van de VS om populistische, democratische regeringen te verdrijven en opnieuw pro-Business, pro-Amerikaanse investeerder-regeringen te installeren. Het tegenwoordige VS-beleid ten aanzien van Venezuela is gelijk aan en vertegenwoordigt een extreme versie van wat is uitgerold in Brazilië en Argentinië.

De VS zijn enkele jaren geleden begonnen met het vernietigen van de munteenheid van Venezuela, met het afsluiten van de toegang tot Amerikaanse dollars waarmee voedsel, medicijnen en andere basisgoederen konden worden gekocht terwijl het een andere versie van de ‘regeringsleiders zijn corrupt’ politiek-publieke opinie-offensief lanceerde. Het heeft binnenlandse politieke oppositiekrachten en partijen tegen de Maduro-regering gesteund en gefinancierd. Nu beginnen ze het te hebben over het laatste extreme alternatief van militair ingrijpen. Het is begonnen andere rechtse regeringen in Latijns-Amerika te positioneren om indien nodig het voortouw te nemen in de militaire interventie. Maar de VS zullen het militaire ingrijpen plannen, regisseren en financieren gebruikmakend van haar volmachten als het erop aankomt. Recente verkiezingen in Venezuela die de Maduro-regering weer aan de macht bracht hebben Washington duidelijk gemaakt dat de strategie Brazilië-Argentinië misschien niet in Venezuela zal werken. Dus de overweging van meer directe militaire interventie staat nu op de agenda van Washington. Trump heeft dit met zoveel woorden publiekelijk gezegd.

Maar de strategieën van de VS voor economische destabilisatie door, aanvankelijk, het verhogen van de rentevoeten om kapitaalvlucht en een ineenstorting van de valuta te genereren, om centrale banken de binnenlandse rentetarieven in deze landen te doen laten stijgen om de massale werkloosheid en recessie te doen oplaaien, om een versnelde inflatie van kritieke importgoederen te genereren – en om deel te nemen aan politieke offensieven om democratisch gekozen volksregeringen af te zetten onder het motto dat ‘leiders corrupt zijn’ – kan op lange termijn niet lukken.

Weerstand bieden is niet vergeefs.

Nu al zijn democratische bewegingen, vakbonden, stakingsacties, massale betogingen in opkomst in Brazilië en Argentinië. En Venezuela houdt vol ondanks de wanhopige poging om haar economie te vernietigen door de VS-zakenbelangen. Binnenkort worden er in in Brazilië verkiezingen gehouden. De resultaten zullen van cruciaal belang zijn. Wat de volgende zetten van de USA-Temer-regering zullen zijn, is cruciaal. Hoe het Brazilië vergaat, zo zal het ook Argentinië vergaan, en het zal aanleiding geven tot verdere demonstraties van de bevolking en stakingen als de verkiezingen in Brazilië, de regering van Temer afwijzen. En mochten in beide landen democratische regeringen in ere worden hersteld dan zal het Amerikaanse beleid inzake directe interventie in Venezuela ook tijdelijk stilvallen.

Maar wat ook de politieke uitkomst mogen zijn, de meer fundamentele economische krachten zullen nog steeds zegevieren: Zuid-Amerikaanse volksregeringen moeten een manier vinden om te voorkomen dat hun centrale banken ‘onafhankelijk’ handelen namens pro-business, pro-Amerikaanse beleggersbelangen; ze moeten een manier vinden om hun valuta te stabiliseren die niet gebaseerd is op de Amerikaanse dollar; en ze mogen niet in de schuldenval trappen die het IMF biedt. Totdat deze hefbomen van economische macht en hegemonie van de VS-G7 worden geëlimineerd, zullen de opkomende markteconomieën zoals Brazilië, Argentinië en Venezuela altijd kwetsbaar zijn en overgeleverd zijn aan de Amerikaanse economische hegemonie.

Noten

*1) Jack Rasmus heeft in 2016 een systematische analyse gemaakt van het verschuiven van de mondiale crisis van 2007-2008 in de richting van de opkomende markteconomieën (OME), zie op globalinfo.nl

*2)  Jack heeft in een eerder artikel in Counterpunch (2016) een beginnende analyse gemaakt van de terugkeer van her neoliberalisme in Zuid-Amerika, dit nieuwe artikel is hierop een vervolg.