Ga naar de inhoud

De tijd dringt voor Groenstaal – een alternatief

(Foto van Plato F, Flickr CC2.0) De ‘manager directeur’ Staal van Tata, de heer Narendran trad zondag 8 oktober 2023 op in het zondagse televisieprogramma Buitenhof. De vraag die hij aanvankelijk voorgelegd kreeg over de (persoonlijke) verantwoordelijkheid voor het ontstane gezondheidsgevaar, omzeilde in eerste instantie de hoofdvraag: Is er ruimte voor een kolenvrije staalindustrie in … Continued

8 min leestijd

(Foto van Plato F, Flickr CC2.0)

De ‘manager directeur’ Staal van Tata, de heer Narendran trad zondag 8 oktober 2023 op in het zondagse televisieprogramma Buitenhof. De vraag die hij aanvankelijk voorgelegd kreeg over de (persoonlijke) verantwoordelijkheid voor het ontstane gezondheidsgevaar, omzeilde in eerste instantie de hoofdvraag: Is er ruimte voor een kolenvrije staalindustrie in de IJmond en hoe is dat te realiseren? Hij was daar duidelijk over: voor een kolenvrije staalindustrie zag hij geen ruimte, omdat cokes nodig zou zijn voor staalproductie.

Afwijzing

Het probleem van de kolen in de vorm van cokes is tweeledig. Het veroorzaakt de uitstoot van CO2 , waardoor het huidige bedrijf 7 procent van de Nederlandse emissie voor zijn rekening neemt. Daarnaast leidt het gebruik van kolen tot de uitstoot van veel schadelijk stoffen, zoals fijnstof, PAKs (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen), stikstof- en zwavelverbindingen. Stoffen die de gezondheid bedreigen.
Het plan Zeester en daarvan afgeleid het plan Groenstaal lossen deze problemen op, doordat dit alternatief het technisch mogelijk maakt staal te produceren zonder gebruik van kolen/cokes. Onterecht geeft Narendran op de vraag een afwijzend antwoord. Het is niet zo moeilijk te raden waarom hij die mening is toegedaan. Ten eerste, omdat een volledige transitie van de Nederlandse staalindustrie een investering vergt die zeker vijfmaal hoger is dan Narendran voor ogen heeft: één miljard door Tata Steel en een evenredig aandeel van de Nederlandse overheid. Het tweede probleem is voor Narendran nog groter. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen zal lang op zich laten wachten. Dit onzekere rendement is zelfs voor een gigant als Tata niet aantrekkelijk vanuit de winstbelangen van het bedrijf.

De Nederlandse overheid staat ook niet te dringen om zoveel geld uit te geven voor de sanering van één enkele industrie. Daarnaast klinkt uit de samenleving een groot ongenoegen, zoals de milieubeweging en de mensen in de regio die al jaren door gezondheidsproblemen getroffen zijn. Groenstaal komt daarmee met het hoofd op het hakblok te liggen.

Potentie

De verleiding is groot om in wanhoop de knop in te drukken en de bijl te laten vallen, maar dat is onterecht. Groenstaal is een project voor de samenleving dat niet directe winstperspectieven laat zien, maar de potentie heeft een wezenlijke bijdrage te leveren aan een leefbare, duurzame samenleving. Zeker in de IJmond om ons land te blijven voorzien van staal én banen. Om minstens drie redenen.

Energie – Naast dat het oude bedrijf staal maakt, levert het ook veel energie. Denk daarbij vooral aan de PEN centrale die geheel draait op het staalbedrijf. Groenstaal kan dat continueren met groene energie.

Infrastructuur – Het bedrijf kan ook staal maken voor de transportsector, zoals railvervoer, voor de bouw, zoals constructiestaal, voor windmolens en voor de voedingsmiddelenindustrie, zoals verpakkingsstaal. Allemaal producten die de verduurzaming voor een circulaire economie voor de gehele samenleving bevorderen.

Werkgelegenheid -Het gaat niet alleen om de negenduizend werknemers/sters die in de productie werken. De meeste werkzaamheden die niet behoren tot de kernactiviteit van het staal maken, leveren veel werk in de keten. Bijvoorbeeld: onderhoud, intern transport, schoonmaak, catering, en sociale voorzieningen.

Urgentie

de schep kan vandaag nog in de grond
bron FNV

Het plan Zeester/Groenstaal beoogt de gehele omvorming in 2050 klaar te hebben. Een termijn die samenvalt met de mondiale richtlijn om rond dat jaar de maximale opwarming te beperken tot 1,5 graad Celsius en dat betekent een CO2 vrije industrie. Inmiddels is duidelijk dat voor het einde van die termijn de 1,5 graad temperatuurstijging al wordt bereikt. Een andere kwestie, de gezondheid van de omgeving, kan ook niet wachten. Het moet dus veel sneller.

Zeester/Groenstaal is niet alleen een technisch plan, maar heeft ook oog voor de belangen van de samenleving. Ideeën over de bedrijfsvoering, managementstrategieën en positionering van het bedrijf in economie en samenleving moeten een onlosmakelijk onderdeel zijn van Groenstaal. Het huidige plan gaat uit van een winstgevend bedrijf. Vasthouden aan dat uitgangspunt is tegelijkertijd een wurggreep die de realisering van het plan onmogelijk maakt. Het is nodig om op dit aspect een grote ommekeer te maken. De moed om anders te durven denken en de noodzaak om aan de urgentie tegemoet te komen, kan het plan Zeester redden, evenals het daarvan afgeleide Groenstaal.

Belanghebbenden

Managementtermen spreken van stakeholders. We noemen ze, ‘omdenkend’, belanghebbenden. Ze zijn:

• De omwonenden van het staalbedrijf. Zij hebben er belang bij dat de uitstoot stopt van fijnstof, de lozing van stikstof en vervuild water, de stank en de beruchte polycyclische kankerverwekkende koolwaterstoffen (PAK). De fossielvrije staalproductie kan daaraan, als het om de eigen uitstoot gaat, voor zeker 95 procent voldoen.

• De milieubeweging: Milieudefensie, Extinction Rebellion, Greenpeace en de samenleving als geheel hebben er belang bij dat de uitstoot van CO2 zo snel mogelijk stopt. De fossielvrije productie van staal kan daaraan voor zeker 95 procent voldoen als het om de eigen uitstoot gaat.

• De samenleving heeft behoefte aan staal. Dat is pas echt goed te zien door even rond te kijken: koelkasten (witgoed), (elektrische) auto’s, bussen, treinrails, treinen, staal voor de bouw, windmolens, lantaarnpalen, frisdrank en bier uit blik, frames voor zonnepanelen, fietsen, bestek, scharen, paperclips … Het is maar een willekeurige greep, het is allemaal van staal. Het huidige bedrijf is gespecialiseerd in breed dun plaatstaal en verpakkingsstaal. Vooral de laatste kan in het fossielvrij maken van de samenleving een belangrijke rol spelen. Staal leveren voor de windmolens op zee (nu niet in IJmuiden wel in Rotterdam) vergt maar een kleine aanpassing van het proces.

• De mensen die nu bij het bedrijf werken, 9.000, hebben een groot belang bij het voortbestaan van het bedrijf. Dat geldt vergelijkbaar voor de werkgelegenheid die indirect afhankelijk is van het bedrijf: onderhoud, intern transport, schoonmaakdiensten, infrastructuur, ambtenaren, zo’n 40.000. Het plan Groenstaal zal moeten worden aangevuld met verduurzaming van het werk in de hele keten.

• De Nederlandse (Europese?) samenleving blijft ook, en misschien wel juist, in het post fossiele tijdperk behoefte hebben aan een goed functionerende staalindustrie. Groenstaal kan daarin voorzien.

De belangen van de belanghebbenden staan haaks op de belangen van de mensen die met particulier geld in een dergelijk project willen investeren, de shareholders of aandeelhouders. De kern van het anders denken over staalproductie is dat Groenstaal een nutsbedrijf moet worden. De samenleving moet zelf bepalen wat en hoe Groenstaal gaat produceren. De samenleving kan dat niet uitbesteden of aanbesteden, zelfs niet aan de overheid.

staakt voor werkgelegenheid
bron FNV

Hoe te realiseren

Wanneer er overeenstemming is over de belangen van Groenstaal, dan zijn de initiatiefnemers en de voortrekkers duidelijk. Ze pleiten voor een samenwerkingsverband, in managementtermen heet zoiets een consortium. Dan moeten drie vraagstukken aangepakt worden.

Geld

Er is een grote hoeveelheid geld nodig. Maar zoals Dirk Bezemer, hoogleraar financiële economie, het stelt: er is geld genoeg in Nederland, we gebruiken het alleen verkeerd.(2) Bezemer maakt met nog een aantal vooraanstaande economen deel uit van het Sustainable Finance Lab, een denktank voor financieel advies over duurzame projecten, zoals Groenstaal. Heel goed geschikt voor een samenwerkingsverband.

Tijd

Veel van de belanghebbenden kunnen niet meer wachten, de gehele samenleving kan niet wachten. Het geld is er, de samenwerking staat garant voor het idee om de schouders er onder te zetten. De start van het project hoeft niet te wachten tot 2030. Vanaf 2024 kan de eerste fase, die al behoorlijk voorziet in de noden van velen, in 2030 klaar zijn; het gehele project in 2035.

Aansturing en communicatie

Een samenwerkingsverband moet voor continuïteit zorgen. Met vertegenwoordigers van belangenorganisaties als milieubeweging, wijkraden, vakbeweging en (praktijk)deskundigen. Professionaliteit is er voldoende. Van belang is dat zij consequent tekst en uitleg geven aan degenen die ze vertegenwoordigen.

Beren op de weg

Kanniet ligt op het kerkhof en Wilniet ligt ernaast. De samenleving en daarmee het samenwerkingsverband zal ontvankelijk dienen te zijn voor goede ideeën, nieuwe inbreng, verbeterde kennis en overleg.

Enkele uitgangspunten zijn van belang.
* Het initiatief voor de realisering van Zeester/Groenstaal ligt bij het samenwerkingsverband. De deelname van anderen is zeer welkom. Het geboden alternatief is altijd voor verbetering vatbaar. Draagvlak in de samenleving is het criterium voor de kwaliteit van de inbreng.
* Een snelle realisatie van het plan is noodzakelijk, de bestaande problemen zijn immers precair. Het wordt een nutsbedrijf: 95 procent groen. Behoud van werkgelegenheid, meer dan de huidige negenduizend, is het uitgangspunt.
* Het is een wereldwijd voorbeeld van de ombouw van een op de oude economie gebaseerd bedrijf op initiatief van de mensen die er werken. Elke investering dient toekomstbestendig te zijn. Erkenning van de noodzaak tot een forse investering staat onomstotelijk vast.
* De aansturing komt te liggen bij het multidisciplinaire samenwerkingsverband.

stel je vragen over de route naar groenstaal
bron Tata Steel


(1) In samenwerking met, Patrick van Klink, actief in coördinatiegroep Klimaatnetwerk FNV, Jan Müter, voorzitter van het Lokale Netwerk IJmond en Bert Veenstra, reserve lid FNV Ledenparlement voor de sector zelfstandigen, voorzitter Lokaal Netwerk Eemland.
(2) Bezemer, D. (2020), Een land van kleine Buffers, er is genoeg geld maar we gebruiken het verkeerd, Rotterdam, Pluim.

Zie ook: Plan Zeester, Groenstaal en extra 481 – 3