Ga naar de inhoud

De terugkeer van extreem rechts

In 2021 publiceerde John Feffer het boek Right Across The World, waarin hij een goed overzicht geeft van extreemrechtse internationale netwerken en financiers. Waaronder het veld van ene Steve Bannon en zijn vermogende extreemrechtse geldschieters. In een recent artikel gaat hij in op de overwinning van Wilders in Nederland. Of ze daar gek zijn geworden, vraagt huij zich, retorisch, af. Globalinfo vertaalde het voor u.

12 min leestijd

(bron/English original)

De recente verkiezingsoverwinningen van Javier Milei in Argentinië en Geert Wilders in Nederland wijzen erop dat de wereld het hoogtepunt van het populisme nog niet heeft bereikt.

Paniek brengt geen verstandige politiek voort. Paniek produceert provocerende populisten. En het reduceert geleerden tot Seussisch gesputter.

Hoe kunnen kiezers stemmen voor zulke…paniekzaaiende panderaars?!

De nederlagen van Donald Trump bij de Amerikaanse verkiezingen in 2020 en van Jair Bolsonaro bij de Braziliaanse verkiezingen in 2022 moesten bewijzen dat de golf van rechtse politici wereldwijd over zijn top heen was. De Brazilianen waren zo verstandig om Bolsonaro te verbieden zich opnieuw kandidaat te stellen tot 2030.

Trump daarentegen zit in de lift en leidt de peilingen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten volgend jaar. Nog verontrustender zijn de recente verkiezingsoverwinningen van Javier Milei in Argentinië en Geert Wilders in Nederland die er op wijzen dat de wereld het hoogtepunt van het populisme nog niet heeft bereikt.

Zet je schrap voor de volgende potentiële tsunami. In 2024 zullen er verkiezingen plaatsvinden in 50 landen en zullen tot 2 miljard mensen meedoen. De Economist noemt het het “grootste verkiezingsjaar in de geschiedenis”. Kiezers gaan naar de stembussen in de Verenigde Staten, Rusland, Mexico, Zuid-Afrika, Indonesië en de Europese Unie, naast andere landen.

Extreem rechts ziet 2024 als zijn grootste kans sinds de jaren 1930 om de weegschaal richting fascisme te doen omslaan. Als de recente overwinningen van Milei en Wilders een indicatie zijn, zitten ze niet maar wat te fantaseren.

Iets anders?

Toen ik in 1985 Russisch studeerde in Moskou, klaagden mijn medestudenten over het eten. Het was de standaard Sovjetmaaltijd van vlees en aardappelen. Om eerlijk te zijn was het nogal eentonig, maar het vulde en was overvloedig.

Toen het semester voorbij was, namen we allemaal de trein naar Helsinki. Nadat ik had ingecheckt in het hotel, ging ik naar de beroemde havenmarkt van de stad om vers fruit en groenten te kopen, waar in Moskou een tekort aan was geweest. Ik had moeite om mijn medestudenten over te halen om met me mee te gaan. Een groot aantal van hen kon niet wachten om voor het eerst na de Sovjet-Unie bij McDonald’s te gaan eten. Dat klopt: na al die Moskouse maaltijden van vlees en aardappelen, gingen ze meteen naar die Gouden Bogen om … vlees en aardappelen te eten.

“Maar het is anders!” zeiden ze, terwijl ze zaten te kwijlen boven een Big Mac en frietjes.

Kiezers in democratieën over de hele wereld zijn het zat wat er op het politieke menu staat. Ze verwerpen het “meer van hetzelfde” beleid van Joe Biden, ook al doet de Amerikaanse economie het volgens alle maatstaven vrij goed. Ze slaan zuur aan bij de Europese Green Deal van de Socialisten en Groenen, ook al loopt het continent voorop in de aanpak van klimaatverandering.

In plaats van kandidaten te steunen die een echte verandering beloven, steunen kiezers fastfood populisten die reclame maken voor opties die nog ongezonder zijn dan wat er nu wordt aangeboden.

Het verlangen naar diepgaande verandering is zeker begrijpelijk. De omstandigheden die hebben geleid tot de overwinningen voor extreem-rechts die ik beschrijf in mijn boek Right Around the World uit 2021 zijn niet wezenlijk veranderd. De economische globalisering blijft immers ten goede komen aan enkelen en ten laste komen van velen. Zoals Zia Qureshi schrijft bij Brookings:

De afgelopen vier decennia was er een brede trend van toenemende inkomensongelijkheid in alle landen. De inkomensongelijkheid is toegenomen in de meeste geavanceerde economieën en grote opkomende economieën, die samen goed zijn voor ongeveer twee derde van de wereldbevolking en 85 procent van het mondiale bbp. Onder de geavanceerde economieën is de toename vooral groot in de Verenigde Staten en onder de grote opkomende economieën in China, India en Rusland.

Merk op dat extreem-rechts het juist goed heeft gedaan in de landen die deze toenemende inkomensongelijkheid hebben ervaren: Donald Trump in de Verenigde Staten, Narendra Modi in India en Vladimir Poetin in Rusland, maar ook Giorgia Meloni in Italië, Viktor Orbán in Hongarije en nu Geert Wilders in Nederland.

Kiezers walgen van de manier waarop centrumrechtse en centrumlinkse partijen weinig hebben gedaan om deze ongelijkheid aan te pakken. En ze zijn bang dat een toestroom van immigranten, de belichaming van globalisering, de zaken alleen maar erger zal maken (en er is bewijs dat immigranten inderdaad een neerwaartse druk op de lonen uitoefenen).

Dit is de drietrapsraket die extreem rechts helpt: toegenomen economische ongelijkheid, toegenomen afkeer van conventionele partijen en toegenomen angst voor immigratie. Het is ook de perfecte storm die Geert Wilders zo dicht bij het volgende Nederlandse premierschap heeft gebracht.

Zijn de Nederlanders gek geworden?

Geert Wilders is al twee decennia lang een platina-harige verschijning op het Nederlandse politieke toneel, voornamelijk als onruststoker in de marge. Maar bij de verkiezingen deze maand won zijn partij 37 zetels in het parlement, de meeste van alle partijen en 20 meer dan bij de vorige verkiezingen. Als dit gewone tijden waren, zou het informele verbod van de mainstreampartijen in Europa om samen te werken met extreem-rechts gelden en zou Wilders in zijn sop kunnen gaarkoken. De voormalige regeringspartij onder leiding van demissionair premier Mark Rutte heeft inderdaad geweigerd om samen te werken met Wilders’ Partij voor de Vrijheid. Hetzelfde geldt voor de coalitie van socialisten en Groenen onder leiding van voormalig Europees Commissaris Frans Timmermans en de centrumrechtse Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Alleen de centristische partij Nieuw Sociaal Contract en enkele kleinere partijen zijn beschikbaar om het hof te maken. Maar het samenstellen van een coalitie uit deze ongelijksoortige elementen zal niet gemakkelijk zijn. De eerste onderhandelaar die namens Wilders een poging tot worstenmakerij deed, nam ontslag na beschuldigingen dat hij zich schuldig had gemaakt aan omkoping en fraude in zijn vorige baan als directeur van Utrecht Holdings.

Het echte knelpunt zal echter Wilders zelf zijn en zijn wilder-dan-wilde politieke voorstellen. Het meest potentieel destabiliserend is zijn steun voor Nexit, een uittreding van Nederland uit de Europese Unie, waarover hij een referendum heeft beloofd. Dit is even onpraktisch als impopulair. Volgens de laatste grote peiling konden de ‘leavers’ op slechts 25 procent steun rekenen. Nederlandse kiezers weten maar al te goed in welke puinhoop het Verenigd Koninkrijk terecht is gekomen na het stemmen voor Brexit. Volgens een schatting heeft het verlaten van de EU het Verenigd Koninkrijk 100 miljard dollar per jaar gekost aan gederfde productie.

Dan is er nog Wilders’ enthousiasme voor Vladimir Poetin en zijn kanalisering van Kremlinpropaganda (zoals zijn verfoeilijke idee dat Oekraïne wordt geleid door “nationaalsocialisten, jodenhaters en andere antidemocraten”). De invasie van Rusland in Oekraïne heeft iets van zijn lofprijzing verminderd, maar Wilders zal ongetwijfeld proberen om de Nederlandse hulp aan Kiev terug te schroeven.

Wat betreft immigratie roept Wilders op tot “dichte grenzen” en “nul asielzoekers”. Het eerste zal moeilijk te realiseren zijn in een Europa met open (binnen)grenzen – vandaar zijn steun voor Nexit – terwijl het tweede in strijd zou zijn met het internationaal recht. Wat betreft de islam wil hij de Koran, islamitische scholen en moskeeën verbieden. Als politieke opportunist heeft Wilders echter aangeboden dit verbod op te schorten om zijn gekoesterde droom om het land te leiden te verwezenlijken.

Tot slot, wat de economie betreft, heeft Wilders geen geduld voor groen beleid. Zijn partij steunt de traditionele stamppot-standpunten van meer boren naar olie en gas, geen zonne- of windmolenparken en een terugtrekking uit het akkoord van Parijs over klimaatverandering. Voeg daar de beperking van overheidssteun aan immigranten aan toe en extreem rechts belooft Nederland een grote stap terug te zetten.

Nederlanders leven in een van de rijkste landen ter wereld per hoofd van de bevolking. Maar de armoede zal naar verwachting aanzienlijk toenemen van 4,7 procent van de bevolking in 2023 tot 5,8 procent in 2024. “Angst om omlaag te vallen” kan gemakkelijk ontaarden in angst voor immigranten.

Dan is er nog de kloof tussen platteland en stad die in zoveel landen de opkomst van rechts heeft aangewakkerd: Polen A versus Polen B, rode staat versus blauwe staat in Amerika, en ook in Nederland platteland versus welvarende steden. De nostalgie naar voormalige industriële kracht, die extreem rechts verkoopt heeft aantrekkingskracht op boeren, ongeschoolde arbeiders in plattelandsfabrieken en gepensioneerden in leeggelopen dorpen. Het verleden was misschien geen gouden eeuw, maar veel dingen waren toen echt beter voor mensen buiten de grote steden.

Maar laten we de verrassende overwinning van Wilders niet overdrijven. Hij won minder dan een kwart van de stemmen. De partij van de nog gekkere Thierry Baudet – ja, net als in Rusland liggen er in de marge nog ergere opties op de loer – verloor zelfs meer dan de helft van haar zetels in het parlement. En de giftigheid van Wilders’ persoonlijkheid en standpunten zou hem wel eens coalitie-proof kunnen maken. Het Nederlandse gezond verstand – die ook te zien is in de uitdrukking “meten is weten”- zou wel eens een te groot obstakel kunnen blijken voor Wilders.

Ondertussen in Argentin

In tegenstelling tot Nederland is Argentinië echt een economische puinhoop. De jaarlijkse inflatie is meer dan 120 procent. De peso heeft plaatsgemaakt voor de dollar als dagelijkse valuta. De overheid loopt voortdurend het risico om haar schulden niet af te kunnen betalen.

De economische polarisatie in Argentinië is ernstig. De rijkste families hebben de rijkdom van het land in hun handen geconcentreerd en deze ongelijkheid is alleen maar groter geworden tijdens de COVID pandemie. Zeven Argentijnen staan op de Forbes-lijst van rijkste ondernemers. Ondertussen leeft meer dan 40% van de Argentijnen in armoede.

Dan komt de econoom Javier Milei langs die belooft alles op te zullen lossen. Als nieuwkomer in de politiek heeft hij geen staat van dienst om kritiek op te leveren en kan hij gerust tekeer gaan tegen corrupte insiders. Als econoom hebben zijn onorthodoxe voorstellen een vleugje geloofwaardigheid. Iemand anders die voorstelt om de centrale bank op te heffen, de peso te vervangen door de Amerikaanse dollar en de overheid tot een minimum te beperken, zou binnen de Argentijnse context als krankzinnig worden afgedaan. Maar de gemiddelde kiezer kan kenelijk gemakkelijk voorgehouden worden dat deze “anarcho-kapitalist” wel moet weten waar hij het over heeft.

Dat weet hij niet. Schaf de centrale bank af en Argentinië zou geen controle meer hebben over zijn eigen economie. Ook al is de dollar de facto de munteenheid geworden, om het de officiële munteenheid te maken zou de regering voldoende dollars tot haar beschikking moeten hebben (dat heeft ze niet). En een bijl zetten op de overheid zou in feite een bijl zetten op de allerarmsten, die hulp van de overheid nodig hebben.

Milei is globalisering op steroïden. Hij voert graag campagne met een kettingzaag in de hand. En nu staat hij op het punt om de Argentina Chain Saw Massacre werkelijkheid te laten worden.

Maar net als Wilders heeft Milei niet echt de politieke steun om te regeren zoals hij wil. Hij won de tweede ronde van de presidentsverkiezingen weliswaar met een overtuigende marge van 11 procentpunten. Maar zijn partij won minder dan een kwart van de wetgevende macht, waardoor het in een duidelijke minderheid is. Het zal niet gemakkelijk zijn voor Milei om zijn meest radicale voorstellen door te drukken.

Dit is wat er waarschijnlijker gaat gebeuren. Milei heeft zijn “schoktherapie”-plan al voorgelegd aan een spoedzitting van het Argentijnse Congres, dat kort na zijn aantreden volgende maand bijeenkomt. De stabilisatie, die bestaat uit vrij conventionele maatregelen om de inflatie en de overheidsuitgaven te verminderen, heeft Milei al in de gunst gebracht van internationale financiële kringen.

“Onze aanpak is een fiscale en monetaire schok vanaf dag één”, zegt Luis Caputo, het hoofd van Milei’s economische team en waarschijnlijk de nieuwe minister van Economische Zaken. “De routekaart is orthodox en zonder gekke dingen.”

Of ze nu slagen of niet, Milei’s team zal pijnlijke hervormingen doordrukken die er uiteindelijk voor zullen zorgen dat ze weggestemd worden, net als de politieke slachtoffers van de “schoktherapie” in Oost-Europa in de jaren 1990. Met andere woorden, de zogenaamde populist zal uiteindelijk struikelen over de impopulariteit van zijn economische plannen. Tenzij hij er natuurlijk in slaagt om één ding in Argentinië te regelen: verkiezingsuitslagen.

De institutionalisering van extreem rechts

Extreem rechts kan alleen aan de macht blijven als het het systeem bespeelt. Dat doet het niet zozeer door stemmen te stelen, maar door de regering in zijn voordeel te herstructureren. Vladimir Poetin veranderde de chaotische en ineffectieve democratie van Boris Jeltsin in een petro-oligarchie. Viktor Orbán creëerde een machtig patronagesysteem dat leden van zijn Fidesz-partij bevoordeelde. Recep Tayyip Erdoğan drukte er een referendum door dat de macht concentreerde in de handen van de uitvoerende macht. Poetin heeft de leiding sinds 1999, Erdoğan sinds 2003 en Orbán sinds 2010.

Dat is het model dat Donald Trump wil navolgen. Hij wilde zijn ambt niet verlaten in 2020, maar had niet voldoende institutionele macht voorbereid om op dat moment een coup te plegen. Als hij in 2024 terugkeert, is hij vastbesloten om de Amerikaanse politiek opnieuw vorm te geven, zodat zijn MAGA-project hem overleeft. Om dit te doen, zal hij afhankelijk zijn van Project 2025 – een plan dat is uitgebroed door rechtse denktanks in Washington – om tegenstanders op te sporen en te vernietigen. Hij zal proberen de Insurrection Act te gebruiken om het leger in te zetten tegen binnenlandse oppositie. En hij zal in een tweede ronde geen moeite doen om zijn critici te sussen door “compromis”-figuren in zijn regering te benoemen. Hij wil niets minder dan een totale machtsgreep.

Noch Wilders noch Milei zullen waarschijnlijk een dergelijke blijvende invloed bereiken. Ze zullen ten onder gaan aan de populistische politiek die hen aan de top heeft gebracht. Meedogenloze populisten weten dat het Volk dat ze loven uiteindelijk wispelturig is; ze slagen erin hun posities te vrijwaren van de winden van de politiek door het Volk buiten spel te zetten en verkiezingen tot kluchten te maken.

Dat is wat de mensen van de monsters scheidt in de wereld van extreem rechts. Helaas zal er op een planeet in paniekmodus tijdens een verkiezingsjaar dat zal fungeren als een stresstest voor de wereldwijde democratie, veel schade worden aangericht door zowel mensen als monsters.