Ga naar de inhoud

De spoken van het fascisme

De liberale democratie is in crisis, en een nieuw fascisme dreigt. Op de lange termijn helpt alleen de omverwerping van het kapitalisme.

6 min leestijd

(Door Rainer Trampert, vertaling Gerard Zijlstra, oorspronkelijk verschenen op Doorbraak)

Europa wordt overmand door een terugval met fascistische neigingen. Het is geen toeval dat dat samenvalt met het wegkwijnen van de dominantie van het westen, een sterke migratie en de teloorgang en ontmanteling van visies van bevrijding. Daardoor ontbreekt het aan correctiemechanismen die alle groeiende ressentimenten en opkomende autoritaire leiders zouden kunnen tegenhouden. De media en politieke partijen discussiëren over migratie alsof dat het probleem is, en niet de ontmenselijking van Europa. Op internet zien we een snelle groei van het aantal antisemitische uitingen. En bij verkiezingen heeft het snelle deporteren van mensen prioriteit boven sociale kwesties.

In Duitsland is de bondskanselier bijna ten val gebracht omdat ze een humanistische inborst zou hebben. In Italië gedijt de Mussolini-cultus welig en stelt de mede-oprichter van de regerende Vijf Sterren-partij, Giuseppe Grillo, migranten en vluchtelingen gelijk aan “tubercelose, schurft, AIDS en cholera”. In Hongarije wil Victór Orban het land van “vreemde culturen” zuiveren.

Aan de andere kant geeft de burger nog wel de voorkeur aan een bureaucratische afhandeling in plaats van aan een pogrom. En voor het compleet doorbreken van het fascisme ontbreekt het aan de verheerlijking van leiders, en aan een meerderheid die parlementen en vakbonden wil uitschakelen, die kritische intellectuelen wil arresteren, die economie en cultuur wil nationaliseren en de maatschappij op een racistische manier wil zuiveren. Maar de samenwerking met de massa’s, waarvan het fascisme afhankelijk is, is al ver gevorderd. Naties schermen zich af, tegen de belangen in van het kapitaal dat zich juist wil losrukken van nationale staten en open grenzen nodig heeft. De weekkrant Die Zeit publiceerde een opiniestuk tegen reddingsacties op zee, omdat die acties de vluchtelingencrisis alleen maar erger zouden maken. Maar liefst 25 procent van de Duitsers is voorstander van het schieten op kinderen aan de grens.

Alexander Gauland van de extreem-rechtse partij AfD zegt: “We moeten (…) die verschrikkelijke beelden verdragen, we kunnen ons niet laten chanteren door kinderogen.” Hier spreekt een psychisch totalitarisme, dat voor onschuldige mensen de maximale straf voorziet: de dood.

Een belangrijk criterium voor de huidige kwantumsprong is de vervanging van materiële behoeften door slogans. Het fascisme heeft de delicate taak om praktisch denkende mensen ertoe aan te zetten om irrationeel te handelen, om zich op te offeren voor het vaderland. Fascisme komt altijd neer op een teruggang in consumptie. Anders kan het niet werken, omdat de winsten van het nationale kapitaal, het luxeleven van de bestuurders, de corruptie, de militarisering, de oorlogen, de bureaucratenlegers en de spionagesystemen enorme bergen geld verslinden. De nazi-staat had tegen haar einde een staatsschuld van vijfhonderd procent van het bbp. In vergelijking daarmee is de Griekse schuldenberg een grap.

Motivatie

De leiders laten zich villa’s cadeau doen, voor de rest van de bevolking ligt de aantrekkingskracht van het fascisme in de belofte om schoon schip te maken met de vluchtelingen en migranten, in moord zonder schuldgevoel en in volksverbondenheid. Ze negeren bewust wat ze te danken hebben aan de plundering van het zuiden en aan de immigratie, of ze zijn bang om de rekening gepresenteerd te krijgen. Zonder Polen was er geen Duitse staalindustrie, en zonder de 13 miljoen vluchtelingen uit het oosten had er geen “economisch wonder” plaatsgevonden na de Tweede Wereldoorlog, een “wonder” dat vervolgens in gang werd gehouden door miljoenen Zuid-Europeanen en Turken (en niet door Keynes).

Het is wrang dat links al lange tijd oorlogen, veroveringen en crises niet meer toeschrijft aan het kapitalisme en de roof van de meerwaarde van andere naties, maar die ten onrechte wijt aan “globalisering” en antisemitisch beladen “financieel kapitaal”. Wanneer men meent dat het kapitalisme pas slecht is geworden door de groei naar het mondiale en financiële, dan is dus het nationale “scheppende” kapitalisme goed. En groeit het verlangen naar natie en thuisland met zijn etnische, racistische en fascistische verbintenissen en waanideeën.

Een andere verklaring voor de opkomst van het fascisme gaat uit van de ondergang van het proletariaat door het einde van waardecreatie. Micha Brumlik schrijft: “Hier het proletariaat, daar de excessieve, decadente rijkdom: dat is precies de situatie waarin westerse, post-industriële samenlevingen zich nu bevinden (…) op een zodanig toegespitste wijze dat een nieuwe vorm van fascisme niet langer onmogelijk lijkt. De motor van dit afglijden (…) is de arbeidersklasse die als gevolg van digitalisering en globalisering ‘objectief’ overbodig wordt.” (Blätter für Deutsche und internationale Politik 8/18). Maar het afglijden betreft alle groepen. De AfD krijgt 19 procent van de stemmen van arbeiders – zo groot is hun aandeel in de bevolking als geheel. In de Verenigde Staten hebben het proletariaat in de Rust Belt, de christenfundamentalisten, de nationalistische keynesianen, de Tea Party-republikeinen, de Ku Klux Klan en de alt-Right beweging gezamenlijk Donald Trump tot winnaar gemaakt.

Steeds weer wordt het einde van de waardeproductie uitgeroepen. In 1899 voorspelde Rosa Luxemburg de ineenstorting. De SDS meende in 1967 dat “de totaliteit van het machinesysteem de wet van waardeproductie afgeschaft” zou hebben. En vandaag de dag zou kapitaal zich opnieuw hebben afgekeerd van “waarde creërend werk”.

In werkelijkheid bevinden we ons niet in een post-industriële periode, maar in de grootste industriële boom aller tijden. Toen Marx het kapitalisme analyseerde op basis van de situatie van 1861, waren er 1,7 miljoen industriële arbeiders in Engeland, toen de toonaangevende industriële natie. Vandaag de dag zijn dat er 300 miljoen in China. In de belangrijkste geïndustrialiseerde landen is het aantal industriële arbeiders in 150 jaar met 17.000 procent gestegen – en het sterkst in de afgelopen 20 jaar. Het idee dat deze massa mensen geen meerwaarde produceert, dat wil zeggen niet wordt uitgebuit, is net zo esoterisch als de suggestie dat de mens zonder uitbuiting gek (agressief) zou worden.

Rainer Trampert
(Dit is een vertaling door Gerard Zijlstra (op doorbraak) van het artikel Die Geister des Faschismus dat op 9 augustus 2018 verscheen in het Duitse weekblad Jungle World.)