Ga naar de inhoud

De argumenten voor diplomatie in Oekraïne

In 2023 vrezen wij dat het Amerikaanse beleid gekenmerkt zal blijven door ‘mission creep’ (een geleidelijke verschuiving van de doelstellingen in de loop van een militaire campagne, vaak resulterend in een ongeplande verbintenis op lange termijn, vert.) en het ontbreken van enige vorm van diplomatiek engagement met Rusland.

4 min leestijd

 (Door Katrina vanden Heuvel en James W. Carden (*) Bron: Independent Media Institute, dit artikel wordt gedistibueerd door Globetrotter samenwerking met ACURA. Vertaling globalinfo.nl, zeer blij met meer donateurs) foto Mannhai, Flickr CC2.0)

In de loop van de oorlog heeft de regering Biden de betrokkenheid van Amerika langzaam, gestaag en zelfs heimelijk opgevoerd. De roep van Kiev om meer en meer wapens werd telkens beantwoord door president Biden. Ondertussen is het Congres doorgegaan met zijn decennialange verzaken aan zijn grondwettelijke verantwoordelijkheden, door in plaats daarvan te kiezen voor het afhameren van steeds grotere hoeveelheden financiële en militaire steun aan Oekraïne. Al die tijd is Kievs honger toegenomen naarmate er gevoerd werd.

Eerst kwamen de Javelin antitankraketten, die president Donald Trump naar Oekraïne stuurde. Toen kwam de Russische invasie en de eisen voor M777 houwitsers; en Bradley gevechtsvoertuigen; en Patriot raketten; en HIMARS; en NSAMS; en M1 Abrams tanks; en GLSDB’s voor de lange afstand.

Kiev vraagt nu om de levering van F-16’s gevechtsvliegtuigen.

Zullen we binnenkort de vraag naar Amerikaanse grondtroepen zien? Zo ja, zullen we getuige zijn van enige politieke wil in Washington om een dergelijk verzoek te weigeren?

Hoe dan ook, het is de moeite waard in gedachten te houden dat de echte begunstigden van Washington’s uitgavenbonanza de directieleden zijn in de C-suites van Northrop Grumman, Lockheed Martin, Raytheon, General Dynamics, evenals die bedrijven die deel uitmaken van het netwerk van wat we “soft-power for-profits” zouden kunnen noemen.

Toch blijft er een alternatief pad dat de regering Biden dit jaar zou kunnen volgen.

In 1947, aan het begin van de eerste Koude Oorlog, schreef de journalist en grootse strateeg Walter Lippmann: “De geschiedenis van de diplomatie is de geschiedenis van betrekkingen tussen rivaliserende machten, die geen politieke nauwe betrekkingen hadden en niet reageerden op oproepen tot gemeenschappelijke doelen. Toch zijn er schikkingen getroffen.”

De Amerikaanse diplomatie is te vaak een oefening geweest in het versterken van onze vrienden (als zij de prerogatieven van Washington in twijfel durven trekken) of het ten val brengen (heimelijk of openlijk) van onze vermeende vijanden, onder de heer Biden en zijn directe voorgangers is de praktijk van de Amerikaanse diplomatie verdrongen en gemarginaliseerd; zelfs, dankzij de effecten van het grotendeels verzonnen Russiagate-schandaal, gecriminaliseerd.

En hoewel het waar is dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de oorlog in Oekraïne bij de Russische president Vladimir Poetin ligt, is het pijnlijk eraan te herinneren dat de heer Biden en zijn voorgangers talrijke mogelijkheden kregen om de huidige catastrofe te voorkomen.

Maar toen deze kansen zich voordeden, bijvoorbeeld om het vredesproces van Minsk te steunen, heeft Washington steeds geweigerd. Toen de Russen in december 2021 een hoofdzakelijk redelijk ontwerp-verdrag voorlegden, weigerde de regering Biden het zelfs maar in overweging te nemen. Toen hen na het begin van de oorlog vredesplannen werden voorgelegd, hebben Washington en zijn bondgenoten de geest van Melville’s Bartleby (toevoeging link door vertaler) opgeroepen en verklaard dat zij “liever niet” wilden.

Op dit moment, nu Rusland aan het begin staat van een nieuw offensief, geloven wij dat diplomatieke betrokkenheid het enige morele en realistische beleid is waarover President Biden en zijn adviseurs beschikken.

Wij hopen dat zij dat zullen volgen.

———————

*) Over de auteurs: Katrina vanden Heuvel is voorzitter van het American Committee for U.S.-Russia Accord (ACURA), en redactioneel directeur en uitgever van de Nation. Ze schrijft een wekelijkse column in de Washington Post en geeft regelmatig commentaar op de Amerikaanse en internationale politiek voor Democracy Now, PBS, ABC, MSNBC en CNN.

James W. Carden was adviseur van de speciale vertegenwoordiger voor intergouvernementele zaken op het ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de regering-Obama en heeft regelmatig bijdragen geleverd aan publicaties ter linker-, rechter- en middenzijde. Hij is lid van het bestuur van ACURA.