Ga naar de inhoud

Brit de Jong en de internationale vrouwensolidariteit

Op 9 januari 1979 pleegde een groep jonge fascisten in Rome een gewelddadige aanslag op vijf vrouwen van Radio Donna, die net begonnen waren met hun wekelijkse uitzending voor huisvrouwen. De vrouwen raakten zwaar gewond. Brit de Jong was lid van een feministische actiegroep voor internationale vrouwensolidariteit in Amsterdam die onmiddellijk een solidariteitscampagne begon. Over de aanslag en ook over de gevolgen, heeft ze net een boek geschreven.

10 min leestijd

(Zie voor een recensie van het boek hier)

Hoe ben jij terechtgekomen in een feministische actiegroep voor internationale vrouwensolidariteit?

Brit: Het begon misschien al omdat ik in Zuid – Limburg ben geboren, dichtbij het drielandenpunt. Daar hoorde ik altijd meer talen spreken. Mijn ouders waren zeer katholiek, KVP en hadden negen kinderen. Op mijn 21ste trouwde ik met een man uit net zo’n katholieke gezin van 11 kinderen. We gingen in 1968 als naïeve toeristen naar Kreta voor een beetje zon. Terwijl wij lekker aan het strand lagen, hoorden we luidsprekers op straat de retoriek van Papadopoulos en zijn kliek uitkramen. Het begin van mijn politieke bewustwording. We raakten steeds meer los van onze katholieke opvoeding en werden links. In 1970 hadden we twee kinderen. Mijn man werkte in een multinationale onderneming en was ontdaan over de hiërarchische werkverhoudingen. Ik studeerde filosofie in Nijmegen. Toen de Rijk, een vooraanstaand lid van de PvdA, daar hoogleraar Middeleeuwse wijsbegeerte werd, stond de hele katholieke wereld op stelten. Andreas Burnier was in Nijmegen bezig een vrouwenuniversiteit op te richten, die er uiteindelijk niet is gekomen. Ons tweede kind zat op de antiautoritaire crèche in Nijmegen.

Professor Hollak die moderne wijsbegeerte doceerde, vroeg elke week aan de twee vrouwen met kinderen, of wij nog steeds niet waren afgehaakt. We kwamen terecht in het Derde Wereld Centrum, onder de inspirerende leiding van Gerrit Huizer. De Club van Rome was al in 1968 opgericht. Met het rapport uit 1972: ‘De grenzen aan de groei’, werd ons in een klap duidelijk wie de prijs betaalt voor onze welvaart. We wilden voortaan helemaal geen deel uitmaken van de burgerlijke samenleving waar we toe waren voorbestemd. In 1974 vertrokken we naar Tanzania, waar mijn man aan de universiteit ging werken. Ik moest mijn afstudeerscriptie nog schrijven en heb dat ook gedaan in Dar es Salaam. Maar ik kon het leven in Tanzania niet aan.Eenmaal afgestudeerd, kon ik geen baan krijgen. Het klimaat was moordend voor mijn gezondheid en terwijl onze kinderen en hun vader het steeds meer naar hun zin kregen, werd ik steeds ongelukkiger. Na drie jaar kwam ik alleen terug naar Nederland. Ik kreeg de kans om in Eindhoven filosofie te geven op een sociale academie. Dat viel niets mee, alleen op kamers zonder gezin, na 12 jaar met man en kinderen, met gezondheidsproblemen. Een half jaar later kwam ik als lerares filosofie op de CICSA in Amsterdam, waar ik een woonboot in de Amstel betrok. Ik werd lid van de actiegroep Domitila.

Hoe kwamen jullie tot het idee om solidariteit te organiseren met de vrouwen van Radio Donna?

In Amsterdam bestond een groep voor internationale solidariteit met vrouwen, Domitila, genaamd naar de Boliviaanse feministische vakbondsleidster Domitila Barrios de Chungara. Die ontstond binnen de fem – soc beweging, waarin de ondergeschikte positie van met name huisvrouwen en moeders in verband werd gebracht met de twee systemen in de maatschappij: Kapitalisme en patriarchaat. We hoorden over de aanslag in Rome via Yvonne Scholten, in die tijd correspondent van De Volkskrant in Italië. Yvonne hield een interview met de vrouwen in Rome, dat werd uitgezonden in het radioprogramma voor vrouwen ‘Hoor Haar’. Domitila begon meteen met een solidariteitscampagne, waarbij adhesiebetuigingen voor de vrouwen werden verzameld en ook geld voor de onkosten om te herstellen van de zware verwondingen die ze bij de aanslag hadden opgelopen.

Konden de fascisten van de N.A.R. zomaar de radio binnen komen?

Ze hadden het gemakkelijk want de deur stond gewoon open. Ze renden de trap op naar de radio en gooiden brandende molotovcocktails naar binnen, Ze gooiden benzine over de apparatuur en staken die in brand. Het idee was dat de vrouwen levend zouden verbranden. Maar de microfoon van de radiozender stond nog aan, het was allemaal live te volgen. Toen een van de fascisten dat doorkreeg liep hij naar het mengpaneel en de vrouwen maakten van dat moment gebruik om de trap af te rennen. Beneden stonden handlangers met mitrailleurs en die namen de vrouwen nog eens onder vuur. Iedereen raakte ernstig gewond, Anna werd verschillende keren in haar buik geschoten. Winkeliers en voorbijgangers in inderhaast aangehouden auto’s brachten de vrouwen naar het ziekenhuis. Allemaal hebben ze het overleefd en bij allen betekende de aanslag een levenslange breuk in hun verdere bestaan..

Heel Italië was zeker ondersteboven van het gebeuren?

De vrouwenbeweging in Italië reageerde ontzet en hield een grote demonstratie in Rome. Maar daarna werden de vrouwen eigenlijk tamelijk snel weer vergeten. Er gebeurde ontzettend veel in die tijden, er waren allerlei aanslagen en arrestaties. En niet te vergeten: Het waren maar huisvrouwen, die ook binnen de feministische beweging toch al niet erg serieus werden genomen, moet je weten. Als het advocaten waren geweest had je er nu nog over gehoord waarschijnlijk.

En het proces? Wat gebeurde daar?

Aanvankelijk zagen de vrouwen het met vertrouwen tegemoet. De vrouwen van Radio Donna hadden hoog ingezet op het politieke karakter van het proces. Ze wilden dat de fascistische ideologie zou worden veroordeeld. Die zorgde er immers voor, in samenwerking met de grotendeels conservatieve katholieke pastoors in de parochies, dat vrouwen bij uitstek geschikt waren om voor kinderen te zorgen en het huishouden te doen.. Precies hiertegen waren de huisvrouwen van Radio Donna in verzet gekomen. Tina Lagostena Bassi coördineerde de groep advocaten. Zij was zeer geliefd in feministische kringen in Rome, vanwege haar inzet voor vrouwen bij rechtszaken over seksueel geweld. Ze werd heel bekend door de film ‘Processo per stupro’, uit 1979, geregisseerd door Loredana Dordi, die in Nederland een groot succes was. In die jaren werd verkrachting alleen gezien als een misdrijf tegen de publieke orde en niet tegen een persoon. Na 5 maanden verhoren en wederhoor was de uitspraak in mei 1985 een klap in het gezicht van de vrouwen..De fascisten van de NAR, het waren 7 jonge mannen, werden alleen veroordeeld voor het in brand steken van de apparatuur en kwamen er met een lichte straf vanaf. De vrouwen zijn verbijsterd achtergebleven, in de steek gelaten door hun eigen rechtssysteem. OokLagostena kon er niet over uit dat de rechters ontkend hebben dat het hier op zijn minst ging om poging tot moord of doodslag. Is hier onderscheid gemaakt tussen poging tot moord op vrouwen en een poging tot moord op mensen? Zo te zien wel.

Jullie brachten de vrouwen ook naar Nederland?

Ja, dat werd een onvergetelijke week, in september 1980…We hadden in het eerste jaar na de aanslag heel fijn samengewerkt, via Yvonne, die steeds contact hield met de vrouwen in Rome en Amsterdam. Ze vertaalde de brieven die steeds heen en weer met de post verstuurd werden. Yvonne stelde een keertje in Rome voor om een week naar Amsterdam te gaan, en zo is het ook gegaan. Logeeradressen waren snel gevonden. De vrouwen van Domitila organiseerden een programma, met bezoeken in en buiten Amsterdam, onder andere aan een groep huisvrouwen die weer wilde intreden op de arbeidsmarkt, aan een VIDO groep, vrouwen in de overgang, vrouwen van de open school. De eeuwige vragen van huisvrouwen…hoe komt het dat hun werk binnenshuis geen enkele waardering kreeg terwijl datzelfde werk buiten de deur kapitalen kost? Wat hebben we veel gelachen. Dat het zo feestelijk was, ondanks de taalproblemen, kwam ook doordat er intussen zoveel warme vriendschappen waren ontstaan. Als ik terugkijk, vijf en veertig jaar later, vind ik de hele gang van zaken tussen de aanslag in 1979 en de uitspraak in het proces in 1985 een krachtig en prachtig staaltje van internationale vrouwensolidariteit.

Nu lijken we weer terug bij af, wat is er bereikt, is er veel veranderd?

Wat denk jij zelf? Witte feministen uit de middenklasse, waar ik er een van ben, hebben dankzij de tweede golf vrouwenbeweging de kans gehad om veel meer regie over hun eigen leven te voeren dan de generatie vrouwen voor ons. Dat ging met veel strijd en hobbels gepaard. We zitten nu in een tijd waarin verworven vrouwenrechten steeds
gemonitord moeten worden, maar dat was misschien altijd al zo.
Al zijn er steeds meer jonge mannen te zien op straat en in de parken met hun kinderen in draagzakken, op de fiets, bij de zwemlessen van hun kinderen, toch zeggen recente cijfers van het CBS dat mannen sinds 20 jaar twee uur zorgtaken per week meer verrichten.

Regelmatig denk ik, wanneer ik jongere vrouwen spreek die worstelen met het in de lucht houden van alle ballen die te maken hebben met zorgen voor en de kost verdienen en ook nog een beetje plezier in hun leven willen, dat het leven nu nog veel ingewikkelder is geworden. De goed opgeleide vrouwen uit de middenklasse hebben mensen, meestal vrouwen uit arme landen, met of zonder verblijfsrecht, in dienst om het werk te doen dat hun betaalde banen mogelijk maakt. Binnen de vrouwenbeweging wordt daar te weinig over gesproken en het is maar goed dat Anja Meulenbelt in 2022 hier aandacht aan besteedt in haar boek: ’Alle moeders werken al’. Het wordt steeds beklemmender dat er gewoon geen bestaanszekerheid bestaat voor veel groepen vrouwen. En waar is de solidariteit tussen vrouwen?

Voor jou kreeg deze samenwerking nog een staartje?

Ja, een hele lange staart kun je wel zeggen. Een van de vijf vrouwen, Linda, kwam in 1981 op mijn woonboot logeren en we werden verliefd op elkaar. We hebben een relatie gehad, totdat Linda in 2012 overleed. Ik had haar beloofd om dit verhaal nog eens op een persoonlijke manier te vertellen, op de eerste plaats voor alle kinderen en kleinkinderen, maar ook voor de mensen in Rome en Amsterdam die zich het lot van de vijf vrouwen van Radio Donna hebben aangetrokken. En dat is dit boek geworden, ook in het Italiaans, dat de vorm heeft gekregen van vijf brieven aan haar kleindochter.

En nu zijn de fascisten in Italië weer aan de macht?

Ja, het is de vraag of ze die wel ooit helemaal kwijt waren natuurlijk. Ook voor Meloni had je extreemrechtse partijen die in de regering zaten. In ieder geval is er nooit afstand gedaan van het fascisme van Mussolini. Dat had toch ook een vreemde brede basis onder de bevolking omdat het voor allerlei hervormingen zorgde die de mensen goed uitkwamen. Ik zal het nooit goed begrijpen, ben ik bang. Maar gelukkig zie je ook altijd weer mensen die zich daartegen verzetten, en ook dat gebeurt nu massaal in Italië.

————–

Het boek is door Brit de Jong in eigen beheer uitgegeven en te koop bij Boekhandel Island Westholt en daar ook te bestellen voor 22,50 plus 4,15 porto. adres Westerstraat 15, 1015 LT Amsterdam. 020 6389252, mail: islandboekholt@gmail.com

Yvonne Scholten maakte in 1980 een film; Donna: Vrouwen in verzet, die online te zien is in de collectie van Eye .

Op zondagmiddag 3 maart (15-18.00) uur presenteert Brit de Jong haar boek en wordt een stukje van de film van Yvonne Scholten, dat over de aanslag op Radio donna gaat, vertoond in Nautilus, Eef kamerbeekstraat 1006 Amsterdam.

Op vrijdag 8 maart (19.45- 22.00) uur doen vrouwen van de Domestic Workers FNV, samen met Anja Meulenbelt en Brit de Jong, mee in het programma Femtopia in Pakhuis de Zwijger.