Ga naar de inhoud

Het verhaal van de aanslag op vrouwenzender Radio Donna

Afgelopen maand werd in het Italiaans Instituut het boek van Brit de Jong gepresenteerd over een fascistische aanslag op een vrouwenradiogroep in 1979. Een indrukwekkend verhaal, aangrijpend verteld.

6 min leestijd

Het boek De aanslag op Radio Donna (het boek is tweetalig, met de Italiaanse titel C’era una volta Radio Donna, l’attentato) van Brit de Jong heeft de vorm gekregen van vijf uitvoerige brieven die Brit de Jong schreef aan Simona, het kleinkind van Linda. Linda was een van de vijf vrouwen die slachtoffer werd van de aanslag. Brit was lid van een feministische groep, Domitila, in Nederland, die van de aanslag hoorde en een solidariteitscampagne begon. De vijf vrouwen kwamen naar Nederland om hun verhaal te doen. Brit leerde zo Linda kennen en ze kregen een innige relatie die hun hele leven duurt.

Uit de aankondiging:

Op 9 januari 1979 stormt een fascistisch commando in Rome de studio van Radio Donna binnen, waarbij de vijf aanwezige vrouwen, Nunni, Anna, Gabriella, Rosetta en Linda, ernstig gewond raken terwijl ze hun programma voor huisvrouwen uitzenden.

Brit de Jong maakte in die jaren deel uit van het Nederlands feministisch collectief “Domitila” dat actief was op het gebied van internationale solidariteit voor vrouwen. De Domitila-groep bestond uit Nederlandse vrouwen die jarenlang in het buitenland hadden gewoond.

De aanslag op Radio Donna markeert het begin van een liefdevolle, politieke en menselijke samenwerking tussen de vijf door de aanslagplegers getroffen vrouwen. In samenwerking met het Domitila-collectief worden de vijf vrouwen uitgenodigd om naar Nederland te komen en vervolgens treden enkele Nederlandse feministen als burgerlijke partij op tijdens het proces tegen de daders dat in 1985 zou plaatsvinden.

Deze ontmoeting tussen Italiaanse en Nederlandse feministen doet ook een liefde tot bloei komen tussen Brit en Linda, die samen afwisselend in Italië en Nederland een gelukkige tijd beleven. Vóór Linda’s overlijden in 2012 belooft Brit haar dat ze een boek zal schrijven om in haar eigen woorden over de aanslag te vertellen en als eerbetoon aan de samenwerking tussen de huisvrouwen van Radio Donna en de feministen van Domitila.

Het boek is in de eerste plaats geschreven voor de vijf vrouwen, hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Het is ook een vorm van dankzegging aan alle groepen vrouwen, volwassenen en kinderen die hun solidariteit toonden in Italië en Nederland. Het is geschreven om de begane agressie in het collectieve geheugen te houden.

(…)

Tijdens de presentatie werd een documentaire van Nouchka van Brakel uit 1992 vertoond waarin de figuur van Linda Ingafù wordt geportretteerd. In een interview afgenomen door Yvonne Scholten, Volkskrant-correspondent in 1979, vertelt Linda over de aanslag, maar ook over het liefdesverhaal tussen haar en Brit, ‘twee oudere meiden met een lesbisch hart’.

Yvonne Scholten maakte ook een documentaire in 1980 die online te zien is in de collectie van Eye .

Hoewel het onderwerp zeer deprimerend is, is het boek zeer de moeite waard en in zeker zin juist opbeurend. Het vertelt vooral het verhaal van de vrouwenbeweging van de jaren 1970 en ‘80 (in Italië en Nederland). In de documentaire van Nouchka van Brakel vertelt Linda waarom ze besloot om bij het huisvrouwencollectief te gaan. Daarvoor was ze niet politiek actief, maar mei ‘68 brak los en de studenten braken de straat open en ‘ik was het helemaal met ze eens, wat ze zeiden ging over mij!’. Ook de feministische beweging bloeide op, maar daar was voor vrouwen zoals zij nauwelijks plek, huisvrouwen werden door feministes vaak gezien als conservatieve, gehoorzame sloofjes. Daarom begonnen ze een programma voor en door huisvrouwen op de radicale politieke zender Radio Città Futura. Het werd een succesvol programma, waar vrouwen konden inbellen om live in de uitzending te komen.

De fascisten die de zender aanvielen waren afkomstig van een schimmig verbond, de NAR, Nuclei Armati Rivoluzionari. Dat waren neofascistische jongeren, vooral uit rijke kringen, die grossierden in moorden en aanslagen tijdens de jaren van lood in Italië. Ze werden uiteindelijk opgepakt en veroordeeld, mede met de hulp van ‘pentiti’ die uit de school klapten. Een van de hoofdrolspelers, Valerio Fioravanti, wordt in het boek geciteerd uit de Volkskrant als hij verklaart dat politie en justitie ze hun gang lieten gaan, en alleen bezig waren linkse groepen aan te pakken. Ze worden uiteindelijk veroordeeld voor een enorme reeks moorden en aanslagen, waarin de aanslag op Radio Donna maar een ondergeschikte rol speelt. Sommige van hen konden eind jaren ‘90 al weer buiten de gevangenis werken en Fioravanti werd in 2009 vrijgelaten. Zijn vriendin en medeterroriste Francesca Mambro werd schuldig bevonden aan 95 moorden en tot negen keer levenslang veroordeeld. In 2013 kwam ze voorwaardelijk vrij.

Het boek gaat niet in op de levens van de fascisten, maar des te meer op die van de getroffen vrouwen. Het groepje fascisten had de laffe aanval (de deuren stonden gewoon open, iedereen mocht binnen komen lopen) zo gepland dat de studio in brand zou vliegen en alle aanwezigen om zouden komen. Maar de microfoon stond open en een van de fascisten wilde die uitzetten en werd afgeleid en daardoor konden de vrouwen een poging doen om de uitgang en de trap naar beneden te bereiken. Daar werden ze door andere leden van de fascistische groep met mitrailleurs beschoten en raakten zwaar gewond. Dat ze het overleefden was een wonder en ze moesten lange tijd revalideren.

Hun behandeling na de aanslag was ook verbijsterend. In het ziekenhuis verklaarden sommige specialisten dat ze alleen zouden helpen als ze Mussolini zouden prijzen. Meteen na de aanslag was er een grote solidariteitsdemonstratie in Rome en andere steden, maar daarna viel de steun al snel stil. En het proces was voor de vrouwen teleurstellend. Er werden allerlei verzachtende omstandigheden voor de daders aangevoerd en goedgekeurd door de rechters, die bepaalden dat ze geen bewezen intentie hadden gehad om de vrouwen te doden.

Voordat Linda overleed in 2012 beloofde Brit haar dat ze het hele verhaal in een boek zou neerleggen. Door het aangrijpende boek, met dertig pagina’s foto’s, is het hele gebeuren weer uit de vergetelheid gehaald, en vooral het verhaal weer verteld van sterke feministische en lesbische bewegingen en hun internationale solidariteit.

Het boek is te koop bij Boekhandel Island Westholt daar ook te bestellen voor 22,50 plus 4,15 porto. adres Westerstraat 15, 1015 LT Amsterdam. 020 6389252, email islandboekholt@gmail.com

(ook het Fort van Sjakoo, Jodenbreestraat 24 Amsterdam verkoopt het boek)