Ga naar de inhoud

Frédéric Paulin, De nacht over onze zielen gevallen: Genua 20 jaar later

In juli 2001 was de globaliseringsbeweing op zijn hoogtepunt en zouden de machtigste landen met hun G8 bijeenkomen in Genua. Berlusconi was aan de macht, met als vice-premier Gianfranco Fini van de neofascistische Alleanza Nationale. Honderdduizenden demonstranten kwamen de topconferentie blokkeren. Het werd een bloedbad. De Franse schrijver Frédéric Paulin was erbij en schreef er twintig jaar later een roman over. De website Addict-Culture publiceerde een interview met de schrijver.

18 min leestijd

(Het Franse origineel bij Addict Culture, die toestemming gaf tot vertaling door globalinfo.nl, die dolgraag meer donaties ontvangt)

Na zijn meesterlijke trilogie over het islamitisch terrorisme, uitgegeven door Agullo (La guerre est une ruse, Prémices de la chute en La Fabrique de la terreur), waren we zeer benieuwd uit welke bron Frédéric Paulin zijn inspiratie zou putten. Dit mysterie is eindelijk ontrafeld, en deze keer heeft Frédéric Paulin ervoor gekozen zijn eigen persoonlijke geschiedenis onder de loep te nemen, op een moment dat deze samenvalt met de wereldgeschiedenis.

Twintig jaar geleden, in juli 2001, ontving de stad Genua de G8-top en, aan de rand daarvan, een tegenbijeenkomst van tegenstanders van het neoliberalisme uit de andersglobaliseringsbeweging. Terwijl de G8-top het stadscentrum – de Rode Zone – bezette, stroomden honderdduizenden tegenstanders Genua binnen. De Italiaanse regering had ongeveer 25.000 man gemobiliseerd om de veiligheid van de top te garanderen. Het resultaat: de manifestanten werden in een ware val gelokt en werden het slachtoffer van een meedogenloze repressie. Eén persoon werd gedood (Carlo Giuliani) en meer dan 600 raakten gewond door de politie, die onder leiding van een even corrupte als incompetente politieke macht letterlijk werd losgelaten op de demonstranten, die niet alleen verwondingen opliepen door de botsingen, maar ook werden onderworpen aan een barbaarse, vernederende en traumatische behandeling. De meest beruchte gebeurtenis was de aanval op de Diaz-school, waar het convergentiecentrum van de alternatieve media zich had gevestigd: de politie, belast met het vernietigen van alle bewijzen van haar eigen misdrijven, voerde een ultra-gewelddadige inval uit op de 300 aanwezigen, die werden geslagen, gearresteerd, beledigd, opgesloten en gemarteld in de kazerne van Bolzaneto. Pas in 2017 erkende de Italiaanse regering de ware achtergrond van deze misstanden…

Frédéric Paulin was in juli 2001 in Genua. En het is zijn ervaring die hij ons vertelt in dit hallucinerende verhaal. Zijn held, Wag (echte naam Chrétien Wagenstein), 28, studeert aan de universiteit in Rennes, waar hij worstelt om zijn proefschrift af te maken. Zijn politieke engagement ligt bij de (Trotskistische, vert.) LCR, maar hij is smoorverliefd op Nathalie, overtuigd autonome, die hem zonder aarzelen een kleinburger noemt en de spot drijft met de politieke acties van zijn vrienden, die zij even nutteloos als belachelijk vindt. Ondanks hun meningsverschillen gaan deze twee samen naar Genua. Deze twee zullen een nachtmerrie meemaken die drie dagen duurt en waaruit ze voor altijd veranderd uit zullen komen. Frédéric Paulin verhaalt over deze gebeurtenis, die een beslissende fase in het internationale politieke leven had moeten inluiden, maar bijna vergeten zijn na 11 september van datzelfde jaar en de ongelooflijke ontwikkelingen die er op volgden. Dank aan Frédéric Paulin voor het beantwoorden van deze vragen. (Het interview vond in september 2021 plaats, vert.)

Ik kan me voorstellen dat je aan de vooravond van de publikatie van je boek, ongeduldig moet zijn!

Ja, zowel ongeduldig als… argwanend. Ik ben net klaar met een trilogie die het goed deed en nu begin ik van voren af aan! Bovendien komt het boek uit aan het begin van het nieuwe literaire seizoen, en dat is niet onbelangrijk. Maar ik heb vertrouwen in mijn uitgever, die doet alles goed, en de eerste feedback is nogal bemoedigend. Dat gezegd hebbende, als je in deze tijd van het jaar een boek uitbrengt, loop je het risico dat je in de massa verzuipt.

Laten we beginnen met de oorsprong van het boek, dat ik als zeer persoonlijk heb ervaren.

Het is misschien verrassend om te zeggen, maar ik schreef het zonder echt te weten wat ik aan het doen was. Mijn partner Julie, die gewoonlijk al mijn boeken voor publicatie leest, kreeg het pas te lezen nadat het gedrukt was… En Julie, die ik volledig vertrouw, zei tegen me: “Maar het is bijna autobiografisch! Ze herkende gedachten, passages… En ik werd me daar pas van bewust nadat ze het gelezen had. Natuurlijk, er zit altijd autobiografie in een roman. En ik denk ook dat ik een soort cyclus voltooi: toen ik terugkwam van Genua, was ik een puinhoop. Ik was zo bang geweest als nooit tevorens, bang voor mijn leven in de ware zin van het woord. Ik zag mishandelingen, een meisje dat in elkaar werd geslagen door agenten. We verlieten Genua op zaterdagavond, omdat niemand het meer in de hand had. Ik wist niets meer. Zelfs al kwam ik zelf heelhuids terug, er was één dode en honderden gewonden, dat laat sporen na… Op dat moment schreef ik niet, ik wist niet wat ik met dat alles aan moest. Dus toen mijn uitgever me na de trilogie vroeg of ik een nieuw project had, dacht ik aan Genua. En hij was meteen geïnteresseerd…

Toen ik het las, had ik de indruk te maken te hebben met een tekst die, bij wijze van spreken, onder hypnose was geschreven. Het was alsof een innerlijke stem je woorden dicteerde. En dit beïnvloedt ook de schrijfstijl. De dialoog bijvoorbeeld is volledig in de tekst geïntegreerd: geen aanhalingstekens, geen streepjes. Zij zijn een integrerend deel van het verhaal, een geheel, een stroom.

Ik transcribeer mijn herinneringen, alsof ik met iemand praat. Het is allemaal een verhaal dat ik aan mensen vertel. Het feit dat ik de interpunctie uit de dialoog heb verwijderd, leek mij overeen te komen met wat ik wilde doen. Het was een heel blok dat ik gooide, er was geen stoppen aan. Ik had het gevoel dat ik in die momenten was dat alles versnelde, dat we onze houvast verloren. Zowel ik als demonstrant en de organisaties, en ook, tot op zekere hoogte, de politie. Het was alsof deze beweging te groot was om gekanaliseerd te worden. Ik ben geen groot literair theoreticus, ik kan alleen zeggen dat ik schreef zoals ik het opnieuw voelde.

Vandaar de indruk van iemand die naar zijn herinneringen luistert, zonder twijfel.

Ja, daar komt het in de buurt. Zonder pretentie, hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik tegen mezelf zeg dat het na twintig jaar zou kunnen dienen om iets te verlichten. Ik beschouw mezelf niet voor niets als een schrijver. Toen ik de trilogie en de vorige romans schreef, was dat omdat ik erin geloofde. Met dit boek, dat heel persoonlijk is, zeg ik tegen mezelf dat schrijven ook kan dienen om iets te verlichten.

Wag’s hoofd kantelt achterover en hij valt in een bodemloze put. Hij weet dat hij er nooit meer van terug zal komen, hij weet dat zijn jeugd, die hij nog wat wilde vasthouden, hem zojuist is ontglipt. Hij weet dat hij niet zal vertrekken uit Genua zoals hij daar gekomen was. (Frédéric Paulin)

Laten we het hebben over de dagen voor Genua. Uw held, Wag, weet niet meer waar hij aan toe is. Hij komt net uit een politiek engagement en belandt in een liefdesaffaire die hem in een radicalere beweging brengt… Zijn toestand is onmogelijk.

In die tijd was ik geen partijlid. Ik was bezig met een scriptie over extreem-linkse militanten die de periode 68-72 hadden meegemaakt, en ik was geïnteresseerd in wat er van hen geworden was: politiek, vakbonds-, verenigingsverbintenis, et cetera. Daarom was ik destijds bevriend met de LCR en de anarchisten. Toen ik deze kringen, waar politiek het hele leven wordt, kende, zag ik hoezeer het privé-leven en het politieke leven met elkaar verweven, onafscheidelijk waren. Dus mijn held, die een maar beperkt geschikte informant is, zit echt vast. Gedurende deze vijf dagen wordt de val aan alle kanten gespannen, ook gericht op Wag’s leven.

Is dit deel van het verhaal, dat de periode vóór Genua beschrijft, een observatie over de toekomst van het politieke engagement sinds het einde van de jaren 1960?

Het is waar dat er veel doodlopende wegen waren. Sommige maoïsten gingen heel ver, zelfs zo ver dat ze in een fabriek gingen werken. Op een gegeven moment lopen dingen vast, omdat de jaren voorbij gaan. Politiek activisme vereist een frisheid van geest en lichaam die erodeert met de jaren… Toen ik militanten interviewde voor mijn scriptie, ging het daar vaak over: erosie, vermoeidheid, twijfel.

Is dit niet ook een teken van het verlies aan invloed van politieke theorieën?

Het is hetzelfde: als je een activist wordt, ben je helemaal opgefokt, en de politieke theorie is erg aanwezig. Na een tijdje, als je geconfronteerd wordt met de realiteit, staan de feiten tegenover de theorie. En marxistisch-leninistische of zelfs trotskistische theorieën hebben niet veel te bieden als het gaat om kwesties als feminisme of ecologie. De zuivere politieke theorie houdt dus geen stand bij gebeurtenissen zoals in Genua. Daar zag ik 15-jarigen die met de Liga (LCR,Trotskistische partij vert, ) waren meegekomen, zij kregen traangasgranaten naar hun hoofd geschoten, zij werden geterroriseerd. Politieke theorie, in het aangezicht daarvan…

Wilde u met het schrijven van dit boek ook eer betonen aan allen die het slachtoffer waren van dit onvoorstelbare politiegeweld?

Het was praktisch de eerste keer dat er over politiegeweld werd gesproken, de eerste keer dat “het” uit de rails sloeg, dat we duidelijk geconfronteerd werden met iets dat niet te verdedigen was. En toen bracht 11 september dit bewustzijn weer tot stilstand. Getuigen, om de lezer te laten herinneren: dit is ook waar ik naar op zoek ben. Zodat dit niet in de vuilnisbak van de geschiedenis komt. Voor Amnesty International was het niets minder dan “de grootste schending van de mensenrechten en de democratische rechten in een westers land sinds de Tweede Wereldoorlog”. Zelfs sommige politieagenten erkenden dit. Om te getuigen, om te herinneren, zelfs om sommige lezers te leren dat het gebeurd is. Ik heb een man ontmoet die blijvende littekens had overgehouden aan Genua, en er zijn er waarschijnlijk nog veel meer. Voor veel mensen die naar Genua gingen, is daar iets gebroken. Sommige mensen hebben na Genua besloten nooit meer aan demonstraties deel te nemen.

Dit geweld ging door, de politieagenten zijn vrijgesproken, en we moesten tot 2017 wachten voordat er erkend werd dat er iets gebeurd was dat niet in de haak was…

Het is belangrijk te weten dat de Italiaanse regering nog steeds om uitlevering vraagt van een demonstrant die beschuldigd wordt van mishandeling in Genua. De Italiaanse justitie heeft haar politieagenten nauwelijks in staat van beschuldiging gesteld (*), en daarenboven wil zij het karwei afmaken door de demonstranten te blijven vervolgen! Twintig jaar later… Dit valt onder de categorie van staatsgeweld. Ik zeg niet dat het allemaal gepland was, maar het is duidelijk dat het een kwestie was om de beweging te breken. En daarvoor hebben ze de politie losgelaten!

De Italiaanse regering speelt een uiterst verderfelijke rol in dit verhaal.

Ja, en de geschiedenis van Italië heeft er veel mee te maken. Men mag niet vergeten dat de partij van Mussolini een zeer hardnekkige fascistische partij was, en dat haar invloed nog lang heeft voortgeduurd via de MSI (Italiaanse Sociale Beweging). En dan na de jaren van lood, de ontvoering van en de moord op Aldo Moro door de Rode Brigades in 1978, beschouwden de Italiaanse politici links en uiterst links als de vijand die moest worden neergeslagen.

Wat ook opvalt in de roman is het kronkelige aspect van de verhoudingen tussen de verschillende demonstranten, de extreem-linkse partijen, de andersglobalisten, de anarchisten, de autonomen, voor wie de actiemiddelen ronduit verschillend zijn.

Ja, ik zag demonstranten in Genua die, als zij zagen dat de politie ging aanvallen, hun handen ophieven en “pace, pace!” (“vrede, vrede!”) riepen! Natuurlijk werkte het niet, ze werden in elkaar geslagen. En dan waren er degenen die zeiden “oog om oog, tand om tand”, en bevestigden dat het in brand steken van een auto niet verbonden was aan de uitvoerders van het staatsgeweld dat in veel landen, waaronder Frankrijk, aan het werk is. Wij herinneren ons die gedenkwaardige verklaring van Jospin in 1999. Michelin had juist een winststijging van 20% aangekondigd, en ontsloeg 10 % van zijn personeelb in Europa. En Jospin verklaarde: “Wij moeten niet alles van de Staat verwachten.” Men denke ook aan de bedrijven die hun vestigingen in het weekend lieten sluiten om naar elders te verhuizen en waarvan de werknemers dan op maandagmorgen de deur gesloten aantreffen, zonder werk van de ene dag op de andere. Ook dat is geweld.

Uw roman werkt met stellen: Wag en Nathalie, Génovéfa de journalist en Erwan de fotograaf, Martinez en Cazalon, de twee Franse agenten. Was dit met opzet?

Nee, niet echt. Maar het blijkt dat in mijn ervaring, de vrouw en de man dezelfde stem hebben. Dus ik denk dat het vanzelf kwam. Een andere “tandem” van personages is Lamar, een specialist in politieke communicatie die geheel toegewijd is aan (de toenmalige Franse premier, vert.) Chirac, en de Carli, een voormalige MSI-activist (**) die belast is met de uitvoering van het veiligheidsplan in Genua, die “zijn hele jeugd geloofde dat het fascisme weer aan de macht zou komen”.

Gewoonlijk eindigen we in romans over activisten met verhalen over stoere kerels!

Ja, dat is waar. Dus misschien was het ook een kans om verschillende percepties van de gebeurtenissen te tonen.

En je hebt opgepast om geen karikatuur te maken van je Franse agenten koppel. Ze zijn eigenlijk zelfs nogal vertederend.

Ja, ze hebben een verheven idee over hun functie. Ze zijn niet van dezelfde familie als diegenen die mensen in elkaar slaan. Mijn twee personages doen af en toe werk waar ze in kunnen geloven, maar bovenal zijn ze, geconfronteerd met dit geweld, zelf hulpeloos.

Wanneer we uw roman lezen, wanneer we beelden of verslagen terugzien, hebben we de indruk getuige te zijn van een blitzkrieg, een belegering.

Ik, lid van de beschermde middenklasse, die in principe niet voor mijn huid hoefde te vrezen, was bang, ik voelde me in gevaar. Het was een echte val, met de Rode Zone waar je niet in mocht, de Gele Zone waar de politie was gestationeerd. Op een bepaald moment, op de boulevard langs zee vielen de agenten zo hard aan dat sommige demonstranten tot hun middel de zee in moesten om aan het geweld te ontkomen.

Zelfs de topografie van de plaatsen in Genua is val.

Ja, tussen de grote boulevards waar de smerissen massaal konden aanvallen en de smalle straatjes van de oude stad die werden overgenomen door het zwarte blok dat auto’s en vuilnisbakken kapot gooide, was het echt een val. En dan zijn er foto’s van zwarten in demonstratiekleding, die later sigaretten rokend worden aangetroffen achterin een vrachtwagen met geüniformeerde agenten… Er is niets juridisch bewezen, maar deze foto’s getuigen van een op zijn zachtst gezegd problematische nabijheid. En dan is er nog de grote vraag: wat is het zwarte blok? Een samenraapsel van heterogene individuen, de ene dag een zwart blok, de andere dag een gewone werknemer… Het is zeker een theatrale entiteit, maar wel één die gekozen heeft voor een zeer specifieke wijze van politieke expressie.

De verdenking van infiltratie van extreem-rechtse elementen in het zwarte blok was toen reeds aanwezig in Genua.

Ja, natuurlijk. Maar de politieke positionering van het zwarte blok is nog steeds zeer duidelijk extreem links. In ieder geval zijn deze kwesties van infiltratie altijd aanwezig. Maar in Genua was het discours extreem-links.

Hoe beoordeelde u de gevolgen van de gebeurtenis in linkse en extreem-linkse kringen?

Ik weet niet of we er iets mee gedaan hebben… Het is nogal een ironisch verhaal. Het was 9/11 dat extreem links verzwakte. Het was nodig om een standpunt in te nemen over het conflict van beschavingen…. De conservatieve partijen kozen voor de strijd tegen de Taliban en Al Qaeda. Extreem links is een beetje in de war geraakt, met de verdediging van de islam – radicaal of niet – onder het voorwendsel dat het de godsdienst is van hen die door het imperialisme worden verpletterd. En dan waren er na juli ook heel simpel de zomerfeestdagen. En onmiddellijk daarna, 11 september, die ons in zekere zin beroofde van onze ervaring.

Was het nodig om veel afstand te hebben om dit boek te kunnen schrijven?

Het is mogelijk. Er zijn maar weinig boeken over het onderwerp geschreven: een stripboek over Carlo Giuliani, enkele Italiaanse publicaties, een film over de overval op de Diaz-school die in 2012 is uitgebracht, een toneelstuk. Voor zover ik weet, is er geen roman over dat moment. Wat het begin was van een verandering in het politiewerk en in de relatie met extreem links. Voor de parlementaire politieke partijen werd extreem-links de mogelijkheid tot geweld. De explosie van links hangt daar volgens mij ook mee samen, met de weigering bondgenootschappen te sluiten. De Socialistische Partij heeft geen objectieve bondgenoot meer aan haar linkerzijde en is opgeblazen door centrum-rechts. Het geweld in de demonstraties ontwikkelde zich ook verder na Genua.

Je zei dat deze roman een soort nieuw begin was, maar uiteindelijk is de cirkel rond. U hebt drie romans gewijd aan het islamistisch terrorisme en met La Nuit tombée sur nos âmes (De Nacht Over Onze Zielen Gevallen) keert u terug naar dit moment, symbool van een verandering in de wereld, die precies door het terrorisme aan het oog is onttrokken.

Ja, dat is waar, zo had ik het nog niet bekeken. Het was niet gepland, je schrijft altijd over je demonen en neuroses! Deze verandering in de wereld, die terug te voeren is tot het begin van de jaren 2000, spreekt mij erg aan. Met de komst van deze nieuwe wereld waarin alles ultrabeveiligd wordt, waarin we bang zijn voor vreemdelingen en verschillen, waarin politiek, religieus en op sekse gebaseerd communitarisme zich steeds meer doet gelden in ruil voor ultraveiligheid en ultraliberalisme. Na 11 september leven we in de modus: “als je niet met mij bent, ben je tegen mij”.

Aan het eind van de roman heeft u een verklarende woordenlijst opgenomen van de betrokken politieke en publieke figuren. Wat gebeurt er met de personages van de roman?

Ik weet niet of het wel zo goed met ze is gegaan. Voor mij, daarna, was niets gemakkelijk. Ik had angstaanvallen, ik ging in therapie. Ik weet niet of het dat moment was dat alles in gang zette. Er waren andere elementen, maar Genua was misschien de kleine vonk. Voor mij gaat het leven door, maar een beetje anders. Dus ik denk dat mijn personages een beetje op hun auteur lijken!

Ik dacht vooral aan Wag, je hoofdpersoon, die verraad pleegde. Naast alle angst die hij met zich meebrengt, wat doet hij met dit verraad?

Ja, het is waar, ik heb niet verraden. Misschien gaat de tijd voorbij, misschien zet je op een gegeven moment je leven weer op de rails, dat hoop ik voor hem. Je kunt ook nooit over een verraad, een slechte zet of een misstap heen komen. Als ik een boek uit heb, zeg ik tegen mezelf dat er evenveel boeken zijn als er lezers zijn. Dus als mij gevraagd wordt naar het lot van mijn personages, wil ik de vraag graag omdraaien. Wat denk je dat er met hen gebeurd is? Wat de lezer zich kan voorstellen is evenveel waard als wat ik me kon voorstellen. In feite rijst voor mij vooral de vraag naar Nathalie: we weten niet echt wat er met haar gebeurt, hoe ze ermee omgaat…

Een laatste vraag: waar komt die mooie titel vandaan? Ik vroeg me af of het een citaat was, ik kon het niet vinden.

Nee, deze terugkeer naar Genua was een beetje alsof mijn ziel geplaagd werd door een eindeloze nacht. Die donkere, schemerige kant die ik na Genua lang heb meegesleept.

———————–

Toevoeging globalinfo:

Een sterke documentaire over de acties tegen de G8 top, met evenzeer de theorie van de val, is Berlusconi’s Mousetrap (door mensen van Indymedia Ierland)

{vimeo}8672001{/vimeo}

———————-

Noten van de vertaler

(*) Alleen enkele agenten en bewakers die arrestanten hadden mishandeld in de Bolzanetto gevangenis zijn uiteindelijk veroordeeld. Maar hoefden hun straf niet uit te zitten omdat die inmiddels verjaard was. Ook moest de Italiaanse staat schadevergoeding uitkeren aan sommige arrestanten van de Diaz-overval, onder andere omdat in processen tegen demonstranten, bewezen kon worden dat zij (de politieagenten) bewijsmateriaal vervalst hadden.

Tientallen demonstranten werden tot zware straffen veoordeeld, tot zelfs 14 jaar cel. (zie eerder bericht op globalinfo bericht op globalinfo)

(**) MSI: Movimento Sociale Italiano, voortzetting van de fascistische partij van Mussolini na de tweede wereldoorlog. Onder leiding van Gianfranco Fini omgedoopt in de Alleanza Nazionale (AN), die ten tijde van Genua de regering vormde, samen met Forza Italia van Berlusconi en Lega Nord. Fini Was vice-premier en had de leiding over de politie-inzet tijdens de G8-top in Genua.