Ga naar de inhoud

Ontwikkelingsbanken stappen schaamteloos uit koloniale landroof in Congo

Op 22 februari 2022 kondigden ontwikkelingsbanken – BIO uit België, CDC uit het Verenigd Koninkrijk, DEG uit Duitsland en FMO uit Nederland – aan dat ze hun resterende financiële belangen hadden verkocht in Plantation et Huileries du Congo (PHC), het door schandalen geplaagde bedrijf dat meer dan 100.000 ha concessies voor oliepalmplantages in de Democratische Republiek (DR) Congo bezit. Dit volgt op het vertrek van de Franse ontwikkelingsbank Proparco eerder in 2021.

8 min leestijd

(Door: collectieve verklaring/Grain foto: Feronia Inc plantation in DRC. foto: Map for Environment Org, vertaling globalinfo.nl (dol op donaties)

Hiermee komt een einde aan een periode van negen jaar waarin een consortium van veel van ’s werelds grootste ontwikkelingsbanken meer dan 150 miljoen dollar heeft uitgegeven om een bedrijf overeind te houden dat zijn grondconcessies heeft verworven via een grondroof in het Belgische koloniale tijdperk en dat betrokken was bij grove schendingen van de mensenrechten en milieumisdaden, zowel vóór als tijdens de investeringen van de ontwikkelingsbanken. (*) Dit is een van de meest schokkende voorbeelden van medeplichtigheid van ontwikkelingsbanken bij de verarming, onteigening en onderdrukking van lokale gemeenschappen in het Zuiden.

De banken negeerden herhaalde waarschuwingen van organisaties van de civiele maatschappij alvorens PHC te financieren en verzuimden de door de beveiliging van PHC veroorzaakte misstanden en de vele grieven van de gemeenschappen grondig te onderzoeken of aan te pakken. Ondanks rechtstreekse oproepen van maatschappelijke organisaties uit hun thuislanden en in de DR Congo, wezen zij de bezorgdheid van de hand en hielden zij vol dat hun “investeringen” voor “ontwikkeling” zouden zorgen. Hun uiteindelijke terugtrekking uit het bedrijf komt als een tragische niet-verrassing, aangezien het bedrijf geen winst maakte en geen verbetering in zijn praktijken liet zien.

In feite hebben de gemeenschappen die de gevolgen ondervinden van de PHC-aktiviteiten de laatste jaren een duidelijke toename waargenomen van intimidatie, pesterijen en geweld (zie hier een gedetailleerde beschrijving van incidenten en hier en hier informatie over de arrestaties van in totaal meer dan 15 mensen en de moord op twee dorpelingen door PHC-beveiliging begin 2021; recentere communiqués over geweldsincidenten zijn beschikbaar op de website www.farmlandgrab.org).

Een ondernemings-puinhoop

De ontwikkelingsbanken dragen een zware verantwoordelijkheid voor deze puinhoop. Jarenlang hadden zij een meerderheidsbelang in het bedrijf, waren zij sterk vertegenwoordigd in de raad van bestuur en hadden zij bijna alle uitstaande schulden van het bedrijf in handen. Toch slaagden zij er gedurende deze periode niet in de praktijken van PHC op een peil te brengen of de schendingen van de mensenrechten en de milieuschade een halt toe te roepen. Gevallen van ernstige schendingen van de mensenrechten, arbeidsovertredingen, milieudelicten en zelfs moordpartijen werden niet naar behoren onderzocht, wat resulteerde in de huidige context van straffeloosheid. Het allerbelangrijkste is dat er niets werd gedaan aan de erfenis van de grondkwesties die de kern vormen van de spanningen tussen het bedrijf en de gemeenschappen. In plaats daarvan verergerden zij het probleem door de vervallen concessies op te splitsen in meerdere titels om als onderpand te dienen voor hun leningen, zonder medeweten van de lokale gemeenschappen en in strijd met de DRC-wetgeving.

In 2020 hielden de ontwikkelingsbanken toezicht op een herstructureringsproces waarbij de voormalige eigenaar van PHC, het Canadese bedrijf Feronia Inc, faillissement aanvroeg en PHC in wezen werd geschonken aan de private-equityonderneming Kuramo Capital. De ontwikkelingsbanken schrapten 80% van de schuld van PHC en schreven al hun aandelen in Feronia af. Op 22 februari 2022 werden de laatste restjes van hun schuldbelangen voor een niet nader genoemd bedrag verkocht aan Maku Holdings, een dochteronderneming van Kuramo Capital.

Het herstructureringsproces begon kort nadat het Internationale Klachtenmechanisme (ICM) van de DEG, FMO en Proparco formeel een klacht hadden aanvaard die door 11 gemeenschappen was ingediend voor een bemiddelingsproces om het historische landconflict op te lossen. De gemeenschappen verwachtten dat hun rechten op het land door de bemiddeling eindelijk zouden worden erkend en dat zij op die basis tot een nieuwe overeenkomst met het bedrijf zouden komen, die ook herstelbetalingen voor aangerichte schade zou omvatten. Hun verwachtingen waren gebaseerd op het feit dat de ontwikkelingsbanken de controle hadden over PHC, en dat deze banken een mandaat hadden om de belangen van de plaatselijke gemeenschappen te beschermen en verantwoording verschuldigd waren aan de verkozen regeringen in hun thuislanden.

De volledige terugtrekking van de Europese ontwikkelingsbanken uit PHC zal het vertrouwen van de gemeenschap in het bemiddelingsproces van de ICM nog verder ondermijnen, dat reeds te lijden had onder een vertraging van drie jaar en het falen van de ICM om de dorpelingen die aan de eerste fase van het proces deelnamen te beschermen tegen mishandelingen.

De verantwoordelijkheid voor het proces wordt nu gelegd bij de nieuwe eigenaars en leidinggevenden van het bedrijf, die geen vertrouwen wekken. De nieuwe directeur-generaal van PHC, Monique Gieskes, werd in 2021 door een rechtbank in de DRC veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en de verplichting om $780.000 terug te betalen die zij zou hebben gestolen van een Nederlands kledingbedrijf dat zij vertegenwoordigde in de DRC. In het afgelopen jaar van haar ambtstermijn bij PHC zijn de gewelddadige spanningen tussen het bedrijf en de dorpelingen geëscaleerd, waarbij dorpelingen die werden beschuldigd van het “stelen” van palmolievruchten van het bedrijf, werden gearresteerd, geslagen en zelfs gedood door de plaatselijke politie en veiligheidsagenten van PHC.

Intussen wordt het werkelijke eigendom van het bedrijf nog steeds betwist in rechtszaken in New York, Delaware, Canada en DR Congo. De partij die aan de winnende hand lijkt te zijn, wordt geleid door Kuramo Capital en haar investeerders, waaronder de schenkingen van de Universiteit van Michigan, de Washington Universiteit in St. Louis, de Northwestern Universiteit en de Kamehameha Scholen, alsmede de Bill & Melinda Gates Foundation en het Pensioenfonds voor Zuid-Afrikaanse overheidswerknemers en de Public Investment Corporation.

Schade moet worden aangepakt

Het is van het grootste belang dat de regeringen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de ontwikkelingsbanken snel actie ondernemen om ervoor te zorgen dat de schade die de gemeenschappen door hun investeringen in PHC en Feronia hebben geleden, wordt hersteld. De terugtrekking van de ontwikkelingsbanken, die zonder overleg met de plaatselijke gemeenschappen is geschied, is een schending van de extraterritoriale verplichtingen die deze instellingen en de regeringen van hun landen hebben om de mensenrechten in het buitenland te beschermen, te eerbiedigen en na te komen. Deze verplichtingen worden duidelijk uiteengezet in een nieuw rapport van het VN-bureau voor de mensenrechten, Remedy in Development Finance, dat op 23 februari 2022 is gepubliceerd. Zoals gesteld door Michelle Bachelet, Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN: “Simpel gezegd: als je bijdraagt aan schade, moet je bijdragen aan herstel”. Als eerste stap moeten de regeringen die betrokken zijn bij de financiering van Feronië en PHC een gemeenschappelijke en alomvattende beoordeling maken van de gevolgen voor de mensenrechten.

Het ICM zou nog steeds een potentiële ruimte kunnen bieden om een aantal van de onrechtvaardigheden recht te zetten, maar dit kan alleen gebeuren als het proces transparanter wordt, als het gemeenschappen in staat stelt de controle over hun land terug te nemen en als gemeenschappen voldoende middelen en alle informatie krijgen die nodig is om op voet van gelijkheid te kunnen deelnemen. Bovendien zijn de Europese regeringen en hun ontwikkelingsbanken verplicht ervoor te zorgen dat dit gebeurt en hebben zij de verantwoordelijkheid om als partij bij het ICM-bemiddelingsproces te blijven, aangezien het verzoekschrift van de gemeenschappen betrekking had op hun ontwikkelingsbankinvesteringen in PHC en Feronia. De problemen in verband met de geschiedenis van de grond kunnen op geen enkele wijze adequaat worden aangepakt indien de gemeenschappen bij de bemiddeling alleen tegenover de nieuwe eigenaars van PHC komen te staan.

De ontwikkelingsbanken hebben zich dan wel uit PHC teruggetrokken, maar wij blijven ons inzetten om met de gemeenschappen van de DR Congo samen te werken in hun eeuwenoude strijd voor hun land en om de ontwikkelingsbanken ter verantwoording te roepen voor de schade die zij hebben aangericht. Voor de gemeenschappen en het milieu moet en zal de strijd doorgaan.

(*) Aanvulling Globalinfo: de grond was tot voor kort in eigendom van de Nederlands/Britse multinational Unilever.

Ondertekend door:

Africa Europe Faith and Justice Network (AEFJN)
Alliance for Food Sovereignty in Africa (AFSA)
CCFD-Terre Solidaire – France
CIDSE
Confederation Paysanne du Congo (COPACO) – DR Congo
Corner House – UK
Eastern and Southern Africa Small Scale Farmer’s Forum (ESAFF)
Entraide et Fraternité – Belgium
FIAN Belgium
FIAN Germany
FOCSIV – Italy
GRAIN
Global Legal Action Network (GLAN)
Green Development Advocates (GDA) – Cameroon
Green Scenery – Sierra Leone
Justice Peace and Development Commission (JPDC) of the Symposium of Episcopal Conferences of Africa and Madagascar (SECAM)
Milieudefensie – Netherlands
Muyissi Environnement – Gabon
Oakland Institute – US
Regional Episcopal Conference of West Africa (RECOWA)
Réseau des Acteurs du Développement Durable (RADD) -Cameroon
Réseau d’information et d’appui aux ONG nationales (RIAO-RDC) – DR Congo
Rettet den Regenwald – Germany
Sierra Leone Network on the Right to Food (SiLNoRF)
Struggle to Economize our Future Environment (SEFE) – Cameroon
Synergie nationale des paysans et riverains du Cameroun (Synaparcam) – Cameroon
urgewald – Germany
Welthaus Graz – Austria
Witness Radio – Uganda
World Rainforest Movement