Ga naar de inhoud

ACTA-revival via nieuw EU-VS handelsakkoord?

De EU en VS verkennen de mogelijkheid van een nieuw handelsverdrag (TAFTA). De Amerikaanse regering wil een ‘krachtig politiek signaal’ van de EU horen en de Europese Raad voor Regeringsleiders vergadert daar vandaag over in Brussel. Ante Wessels (Vrijschrift) bekritiseert de mogelijke opname van intellectuele eigendomsrechtenbescherming in zo’n akkoord. Hij waarschuwt voor bepalingen à la ACTA en voor hoge schadeclaims door zogenaamde investeerders. Hier is de vertaling van deel 2 en 3 van zijn blog.

7 min leestijd
Placeholder image


(Door Ante Wessels; vertaling en aanvullingen door Rob Bleijerveld)

1. EU-US handelsakkoord versterkt positie onteigeningstrollen

Op 5 februari reisde EU handelscommissaris Karel de Gucht naar Washington om te praten over mogelijkheden voor handelsbesprekingen over een EU-VS handelsakkoord. Grote bedrijven dromen al van het instellen van een ‘goud-standaard’ op terreinen als de bescherming van intellectuele eigendomsrechten – net zoals is geprobeerd met ACTA. Maar dat is niet alles. Een EU-VS handelsakkoord zal ook de positie versterken van onteigeningstrollen, de (nog slechtere) broertjes van de patent- en copyrighttrollen. Onteigeningstrollen misbruiken rechtbanken voor geschillenbeslechting om wetshervormingen aan te vallen en daarbij hoge schadevergoedingen te eisen.

Investeerder-staat geschillenbeslechting

In een tussentijds rapport van een hoge Europees-Amerikaanse werkgroep voor banen en groei schrijven de gezamenlijke voorzitters aan de regeringsleiders (dd. 19 juni 2012) het volgende over een mogelijk investeerdershoofdstuk: “Het doel zou moeten zijn om te onderhandelen over de liberalisering en voorzieningenbescherming van investeringen uitgaande van de hoogste mate van liberalisering en bescherming die tot nu toe door beide partijen bij onderhandelingen is ingebracht.”

Deze hoge werkgroep (EU-US High Level Working Group on Jobs and Growth) doelt hierbij op investeerders-staat geschillenbeslechting die multinationale ondernemingen het recht geeft om op direkte wijze staten aan te klagen bij internationale tribunalen. Het toevoegen van investeerders-staat geschillenbeslechting aan een akkoord tussen EU en VS is niet noodzakelijk, maar wel schadelijk.

Niet noodzakelijk: Zowel de EU als de VS hebben uitstekende wetgeving die bescherming biedt tegen onteigening. Beiden hebben ook goede rechtbanksystemen en zeer gerespecteerde hooggerechtshoven. We zijn geen bananenrepublieken. Er is geen noodzaak tot bescherming tegen onteigening via een EU-VS handelsakkoord.

Schadelijk: Tribunalen voor geschillenbeslechting staan boven de hooggerechtshoven. Er is bijna geen mogelijkheid tot beroep. De laatste jaren is het begrip ‘onteigening’ steeds meer uitgerekt door de geschillenbeslechtingstribunalen. Multinationale bedrijven beweren zelfs dat relevante wetshervormingen die kunnen leiden tot verlaging van hun winsten neerkomen op onteigening en ze eisen hoge schadevergoedingen. Geschillenbeslechtingstribunalen kennen dat soort vergoedingen toe. In feite, is de investeerder-staat arbitratie al gekaapt door de direct belanghebbenden.

Lori Wallach van Public Citizen schreef een 2-delig overzicht (deel 1, deel 2) met betrekking tot de investeerder-staat geschillenbeslechting in het Trans-Pacific Partnership (TPP-handelsakkoord). Dat is meteen een excellent bruikbaar algemeen overzicht. Zie tevens het FFII persbericht over het EU-Canada handelsakkoord.

Aanval op de democratie

De negatieve gevolgen van investeerder-staat geschillenbeslechting deed Australië besluiten om geen verdragen meer te tekenen die dit soort clausules bevatten. Maar de High Level Working Group kijkt niet naar recente ontwikkelingen en geeft daarentegen gebrekkige en gevaarlijke adviezen.

Patent- en copyrighttrollen zijn privaatrechtelijke rechtspersonen die nep-rechtszaken gebruiken om geld af te persen. Ze maken misbruik van mazen in de wet, terwijl die wetgeving nog kan worden gerepareerd. Onteigeningstrollen gebruiken arbitratietribunalen om wetshervormingen aan te vallen en om oude zakelijke modellen te beschermen. Met investeerder-staat geschillenbeslechting ondermijnen we de democratie en lopen we het risiko om de trollen eeuwig hun gang te laten gaan.

2. Komt ACTA weer terug?

Op 5 februari reisde EU handelscommissaris Karel de Gucht naar Washington om te praten over mogelijkheden voor handelsbesprekingen over een EU-VS handelsakkoord. Grote bedrijven dromen al van het instellen van een ‘goud-standaard’ op terreinen als de bescherming van intellectuele eigendomsrechten. Dat klinkt als ACTA, het akkoord dat in juli vorig jaar met grote meerderheid weggestemd is in het Europese Parlement. Moet ACTA weer terugkomen, moet intellectueel eigendomsrecht (IPR) deel uit gaan maken van een Trans Atlantisch “Vrij Handels” Verdrag (TAFTA)? De meningen hierover verschillen: ja, nee of hangt er van af. Het juiste antwoord is: nee, geen ACTA en geen IPR-hoofdstuk, want dat daarmee zouden de EU en de VS hun mensenrechtenverplichtingen niet nakomen.

IPR er in of er uit?

Het interim report van de EU-US High Level Working Group on Jobs and Growth van juni 2012 stelt over de opname van IPR in een EU-VS handelsverdrag het volgende: “Beide zijden vinden het niet haalbaar om in onderhandelingen te zoeken naar algehele overbrugging van de verschillen in IPR-verplichtingen die elk van hen placht aan te gaan in omvattende handelsovereenkomsten.”

Na juni 2012 consulteerden de EU en de VS verschillende stakeholders. Bij Infojustice is een lijst van reacties te vinden met betrekking tot IPR. De National Association of Manufacturers, National Foreign Trade Council, de Pharmaceutical manufacturers and Research Association en de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations zijn voorstander van het opnemen van IPR in het handelsakkoord. De European Generic Medicines Association en de (US) Generic Pharmaceutical Association bevelen echter aan om die eruit te laten.

De National Foreign Trade Council heeft het in zijn reactie over “een breed akkoord of een serie akkoorden“. Een serie akkoorden zou de juiste benadering zijn, omdat een enkele ‘ja’ of ‘nee’ over een monolitisch handelsverdrag zich niet lijkt te verdragen met de democratische principes.

Een optioneel IPR-hoofdstuk dan?

Intellectual Property Watch stelde op 4 februari dat het mogelijk is om een optioneel IPR-hoofdstuk op te nemen in het handelsakkoord: “Als onderdeel van een groter, veelomvattend pakket, hoeven speciale bepalingen in het IPR-hoofdstuk geen breekpunt te zijn voor een TAFTA, anders dan in de debatten over het Anti-Counterfeiting Trade Agreement (ACTA).”

Dat lijkt op het eerste gezicht redelijk. Maar het is belangrijk om stil te staan bij wat Michael Geist aan het Internationale Handels Committee van het Europese Parlement schreef in zijn rapport over ACTA: “In een poging om lopende conflicten op verschillende belangrijke terreinen op te lossen, kwamen de ACTA-onderhandelaars overeen om veel bepalingen optioneel (permissive) te maken in plaats van die verplichtend op te leggen. Aanhangers wijzen regelmatig naar het niet-verplichtende karakter van verschillende betwiste bepalingen als bewijs dat er weinig reden tot bezorgdheid zou zijn met betrekking tot belangrijke elementen uit ACTA. De optionele benadering (permissive) kan een bruikbaar mechanisme zijn om consensus te bereiken, maar het is een schrale troost voor hen die  bezorgd zijn over de langetermijn gevolgen van het verdrag. De ervaring met andere verdragen leert dat flexibel, meegaand (permissive) taalgebruik langzamerhand wordt omgezet in verplichtend, optimaliserend (best-practice) taalgebruik.”

IPR er uit laten

Toegang tot kennis en cultuur is een mensenrecht. Volgens Peter Yu is het van het grootste belang dat landen een gepast evenwicht betrachten tussen de bescherming en  handhaving van intellectuele eigendomsrechten en hun verplichtingen jegens mensenrechten die ze internationaal of regionaal zijn aangegaan.

Een optioneel IPR-hoofdstuk wijst echter in de verkeerde richting. Alle landen zijn verplicht de mensenrechten te respecteren, beschermen en na te komen. En ze moeten afzien van activiteiten en uitsluitingen die kunnen leiden tot nietig verklaring of aantasting van deze rechten. Alle landen zijn ook verplicht om een omgeving te creëren die de nakoming van mensenrechten wereldwijd mogelijk maakt (Zie daartoe de Maastricht Principles on Extraterritorial Obligations of States in the area of Economic, Social and Cultural Rights).

De vertaling van de 1e blog in deze reeks is te vinden op Globalinfo: “Onze wetten worden in het geheim herschreven“.

 
Bronnen:

– “EU-US trade agreement will give a boost to expropriation trolls,” Ante Wessels, 4 februari 2013.
– “ACTA rises?,” Ante Wessels, 5 februari 2013.

Meer lezen:
– “U.S. awaiting EU political signal for trade talks: official,” Reuters, 5 februari 2013.
– “EU Trade Commissioner De Gucht in Washington for Summit and high level meetings,” DG Trade, 28 november 2011.
– “Letter of President Barroso to the European Council on the contribution of trade to growth and jobs,” DG Trade, 5 februari 2013.
Voorlopige Agenda Europese Raad van 7 en 8 februari 2013, Europese Raad, 4 december 2012.
– “Questions Linger As EU, US Consider Launching Trade Talks,” ICTSD, 6 februari 2013.
– “US, EU May Put Some Issues On ‘Separate Tracks’ In Expected FTA Talks,” Inside US Trade, 4 januari 2013.