Ga naar de inhoud

TPP en TTIP: De woede van de bevolking mobiliseren

Parallel aan de onderhandelingen over het EU-VS-handelsakkoord die momenteel aan de gang zijn, is de VS aan het onderhandelen over een soortgelijke overeenkomst met 11 landen in Azië en de Pacific: het Trans-Pacific Partnership (TPP). Walden Bello, toonaangevend criticus van de neoliberale en corporate globalisering wijst op de mondiale strategie die ten grondslag ligt aan de twee overeenkomsten. Een interview.

10 min leestijd

(Origineel op open democracy, vertaling globalinfo.nl, bijschrift foto: Protesten tegen de WTO in Seattle in 1999. Steve Kaiser / Wikimedia Commons. some rights reserved.)

Thomas Fazi: Vandaag de dag hebben bilaterale en regionale ‘vrijhandelsakkoorden’ – of beter, mega-regionale overeenkomsten, zoals de TTIP en TPP – in feite onderhandelingen binnen de WTO vervangen. Zitten we in een nieuwe fase van de globalisering?

Walden Bello: Ja. Ik denk dat de triomfalistische fase van de globalisering, die een hoogtepunt bereikte in de jaren 1990 daarna begon te dalen na de acties in Seattle (blokkade van de WTO-handelstop eind 1999, vert.), definitief voorbij is. Vandaag zijn we in een situatie waarin dor multinationals aangedreven globalisering en neoliberalisme heeft geleid tot een grote crisis, en nu in het defensief is. We zouden kunnen zeggen dat het concept van de door bedrijven gedreven globalisering in crisis is. Zijn geloofwaardigheid is zwaar beschadigd. Natuurlijk zijn er nog steeds erg grote belangen – ondersteund door technocratische elites en het grootste deel van de academische wereld – die blijven streven naar neoliberale oplossingen, zoals de TTIP en de TPP.

TF: Hoeveel heeft de anti-globalisering en anti-vrijhandel beweging van het eind van de jaren 1990 en begin jaren 2000 bijgedragen aan het ondermijnen van het paradigma van de door bedrijven aangedreven globalisering?

WB: Ik denk dat de belangrijkste prestatie van de beweging was dat het echt een deuk schopte in het triomfalisme en de geloofwaardigheid van het hele project van de bedrijfsgedreven globalisering. Seattle was een historische gebeurtenis, waarbij de acties van de mensen in de straten eindelijk duidelijk maakte dat de keizer geen kleren aanhad. Zelfs voorafgaand aan Seattle was al duidelijk geworden in zovele statistieken dat globalisering tot grotere armoede en ongelijkheid leidde en allerlei inefficiënties creëerde, maar op een of andere manier was het niet mogelijk om die waarheid door te laten klinken. In Seattle werd het paradigma definitief verbrijzeld. Wat we toen zagen was niet alleen de ineenstorting van de ministeriële vergadering van de WTO – het was de ineenstorting van het hele paradigma. Ik denk dat dit echt de prestatie was van de antiglobaliseringsbeweging: dat dit duidelijk liet zien dat er een donkere kant aan de globalisering zat, dat die het tegenovergestelde in het leven riep van wat het beloofd had.

De erosie van de WTO is doorslaggevend geweest, want dit moest bij uitstek het instrument van de globalisering zijn. We hebben het over de meest ambitieuze commerciële juridische regelgeving die ooit gemaakt is, en dit bouwwerk zit nu in een impasse.

Dit is de reden waarom zij in de afgelopen jaren zijn begonnen om terug te bewegen naar bilaterale en multilaterale vrijhandelsovereenkomsten (FTA’s). Maar dergelijke overeenkomsten – die in de eerste plaats werden aangevoerd door de EU, de VS en Japan – worden door deze landen gezien als een tweederangs regeling, waartoe ze gedwongen werden omdat ze er niet in slaagden te komen tot de universele consensus die ze binnen de WTO hadden willen bereiken. De schadelijke gevolgen van dit soort overeenkomsten, zoals de TTIP en TPP moeten niet onderschat worden. Maar ik denk dat ze ook erg kwetsbaar zijn. Kijk maar naar de groeiende maatschappelijke afkeer van TTIP in Europa, of het verzet door de agribusiness tegen TPP in een aantal Aziatische landen.

TF: Wat zijn de overeenkomsten tussen TTIP en TPP?

WB: De twee verdragen lijken erg op elkaar. Ten eerste worden beide in het geheim uitonderhandeld; zoals de voormalige handelsvertegenwoordiger van de VS Ron Kirk stelde, als ze openlijk zouden onderhandelen zouden ze geen enkele kans maken om door de bevolking goedgekeurd te worden. Ten tweede gaan ze niet zo zeer over handel, hoewel er handelsaspecten in zitten (zoals verdere reducering van tarieven); in werkelijkheid gaan ze over het opkomen voor beheersing door het bedrijfsleven van elke aspecten van ons leven, via intellectuele eigendomsrechten en regelingen tussen investeerders en staten (het beruchte ISDS), waarin feitelijk de soevereine rechten van staten ingeperkt worden door het vermogen van bedrijven om ze aan te klagen.

Ten derde hebben ze beide een geopolitieke component: het TTIP is in werkelijkheid de economische arm van de NAVO en is duidelijk gericht op het indammen van Rusland. TTP aan de andere kant is een zeer krachtige poging om China in te dammen en daar een economisch blok in Azië tegenover te zetten.

Meer in het algemeen denk ik dat het zeer duidelijk is dat beide projecten gericht zijn op de BRICS en en pogingen die gaande zijn om een alternatief economisch blok op te bouwen tegenover het westerse. Ten slotte denk ik dat zowel TTIP als TPP een ideologische component hebben, in de zin dat ze gepresenteerd worden als een vertegenwoordiging van de ‘goede’ westerse waarden – vrijhandel, beschaving, de rechtsstaat – als tegenhanger van de vreemde waarden van ‘de anderen’.

Dit onderstreept ook de hypocrisie van het ‘vrijhandels’ verhaal: in een kader dat consistent op vrijhandel gericht zou zijn, zouden deze verdragen ook strekken tot landen als Rusland en China. Maar dat is duidelijk niet het geval.

TF: Zou het terecht zijn om deze verdragen – en met name het TPP – te zien als vormen van neokolonialisme of neo-imperialisme, op dezelfde manier dat de vrijhandelsverdragen in het verleden opgelegd werden aan ontwikkelingslanden door de heersende naties?

WB: Als we zien dat het geopolitieke aspect zo prominent is in beide verdragen – in beide gevallen hebben we niet te maken met ‘simpele’ handelsverdragen maar met overeenkomsten waarin de politieke en veiligheidsaspecten minstens zo prominent zijn – kan men in feite stellen dat er een element van neo-imperialisme in het spel is. Er bestaat een duidelijke poging van de kant van de heersende machten (de VS en Europa) om met deze verdragen hun invloedssfeer te versterken en te vergroten en de dreiging in te dammen die gevormd wordt door die krachten die het vermogen hebben om de leidende positie van het westen te verdringen.

TF: Is TPP verbonden aan de militaire expansie van de VS in de Stille Oceaan?

WB: Ja, zeer zeker. Net zoals TTIP beschouwd kan worden als de economische arm van de NAVO, is TPP absoluut verbonden aan de militaire expansie van de VS in de Stille Oceaan en de hele ‘Draaipunt naar Azië’ strategie, die vooral gericht is op het indammen van China. Wat dat betreft bestaat er een serieuze kans dat deze verdragen een destabiliserend effect hebben in geopolitieke zin.

TF: Je noemt het onderwerp van de geheimhouding, die een van de meest controversiële aspecten is van de TTIP onderhandelingen. We weten dat in het geval van Europa zelfs de nationale parlementen vaak niet weten wat er besproken wordt, aangezien het hele geval vooral op niveau van de Europese Commissie onderhandeld wordt. Hoe zit het wat dat betreft voor de Asia Pacific onderhandelingen, waar de VS niet beschikt over zo’n ‘bevoorrechte’ tegenhanger?

WB: Wat er gebeurt is dat de zaak feitelijk onderhandeld wordt door de hoge handelsvertegenwoordigers. En bedrijven krijgen daarbij speciale toegang tot hen, maar het algemene publiek niet en zelfs niet de nationale parlementen. Dus feitelijk zijn het de belangengroepen van grote bedrijven die in deze landen toegang hebben. Dat is volstrekt antidemocratisch. Het zouden de parlementen moeten zijn die een dergelijke toegang hebben. Ik ben echt verbaasd dat dit niet wordt aangekaart, waarom parlementen niet harder inzetten tegen dit gebrek aan transparantie, of gebruik maken van de verschillende wetten op het gebied van informatie in deze landen.

Ik denk dat een deel van het probleem is dat de parlementen in de meeste landen die deze verdragen aangaat, gedomineerd worden door conservatieve partijen die ideologisch overeenstemmen met neoliberalisme en verbonden zijn aan het bedrijfskapitaal, en geen waarde hechten aan transparantie. Dit geldt natuurlijk evenzeer voor Europa.

TF: In de afgelopen jaren heeft een aantal Aziatische landen – zoals de voormalige ‘Aziatische Tijgers’ – gereageerd op de rampzalige effecten van de door het IMF en de Wereldbank opgelegde ‘structurele hervormingen’ door over te gaan op meer protectionistisch beleid en gedeeltelijk het proces van globalisering terug te draaien. Hoe beïnvloedt dit de onderhandelingen over TPP, die juist de tegenovergestelde richting opgaat?

WB: Globalisering is altijd sterk gericht geweest op export-georienteerde productie, maar de neergang en langdurige depressie in de VS en Europa, die een sleutelrol speelden als markt voor Aziatische export, heeft veel Aziatische landen gedwongen om het politieke economische model dat ze hanteerden te herzien.

Ik denk dat in veel landen het besef is gegroeid dat ze terug moeten naar een model van op binnenlandse vraag gebaseerde groei, en dat betekent natuurlijk dat je onder andere echt aandacht moet besteden aan je interne markt, en aan een meer evenredige verdeling van inkomen.

En dat heeft betekend dat ze de kleine ruimte die er nog was gingen gebruiken om restricties op handel op te leggen, via standaarden voor hygiëne en veiligheid, en ook restricties op financiële stromen, door controle op kapitaal (wat zelfs het IMF recentelijk heeft erkend dat het effectief is om destabiliserende crises te voorkomen). In deze zin varen verdragen als het TTIP en TPP, die een poging zijn om dit proces van de-globalisering te stoppen, een koers die tegen het getij van de geschiedenis in gaan. Hetzelfde kan gezegd worden over de door Duitsland aangevoerde neomercantilistische strategie die Europa voert.

TF: Als we het over Europa hebben; sociale bewegingen in het eind van de jaren 1990 en begin 2000 waren succesvol in het bijeenbrengen van honderdduizenden mensen tegen neoliberale globalisering. Vandaag de dag lijkt dat een onmogelijke zaak, ookal gaat het verdrag dat momenteel uitonderhandeld wordt, het TTIP, inwoners van Europa en de VS veel directer aan dan de eerder vrijhandelsverdragen.

WB: De ontwikkelingen van bewegingen zijn nauw verbonden aan de tegenstrijdige ontwikkelingen van crisis. Bijvoorbeeld, zouden we ons af moeten vragen waarom te midden van de crisis zoveel Europese landen naar rechts zijn bewogen.

Ik denk dat dit laat zien dat crisis zijn eigen dimensies met zich meebrengt, die vaak energie wegtrekt bij politieke bewegingen. Desondanks zorgen de verwoestende sociale effecten van vier jaar bezuinigingsbeleid in Europa voor de voorwaarden voor de heropleving van een sterke anti-neoliberale tegen het grote bedrijfsleven gerichte beweging. De vraag is wie in staat zal zijn om de woede van de mensen te mobiliseren, zal het radicaal links zijn of populistisch rechts? Helaas lijkt de laatste optie de overhand te krijgen op dit moment. Ik denk dat links echt snel in beweging moet komen.

Over de auteurs:

Walden Bello is een Filipijnse auteur, wetenschapper en politiek analist die momenteel in het Filipijnse parlement zit. Hij is professor in de sociologie en publiek bestuur op de University of the Philippines Diliman. Ook is hij directeur van Focus on the Global South, een onderzoeksinstituut naar beleid dat gevestigd is in Bangkok, Thailand. In 2003 ontving Bello de Right Livelihood Award, als “een van de toonaangevende critici van het huidige model van economische globalisering”. Hij is ook fellow van het Transnational Institute en een columnist voor Foreign Policy in Focus.

Thomas Fazi is schrijver, activist en en filmmaker die prijzen heeft gewonnen. Hij heeft ook werk in het Italiaans vertaald van auteurs als Christopher Hitchens, George Soros en Robert reich. Hij is auteur van The Battle for Europe: How an Elite Hijacked a Continent – and How We Can Take It Back, dat werd uitgebracht door Pluto Press. Hij levert regelmatig een bijdrage aan Social Europe Journal, il Manifesto, Green European Journal en andere tijdschriften. Hij werkt samen met het Italiaanse sociale netwerk Sbilanciomoci! en is coördinator van het European Progressive Economists Network (Euro-pen).