Zwaarder Straffen Maakt De Maatschappij Niet Veiliger. Integendeel
Het is al heel lang bekend dat zwaarder straffen de maatschappij niet veiliger maakt. Toch hoort men regelmatig, van VVD’ers en lui van nog rechtsere politieke kant, de roep om strenger straffen. Die roep is niet alleen in Nederland te horen maar bijvoorbeeld ook in Frankrijk van politieke soortgenoten, zoals die van het ‘Rassemblement national’ (RN), de extreemrechtse beweging van Marine Le Pen.
(Door Thom Holterman/Libertaire Orde foto Gevangenis Klein Gartmanplantsoen Weteringschans 1964 Anefo/wikimedia/Publiek Domein)
De Franse politicoloog, gespecialiseerd in de criminologie en docent aan Sciences Po Grenoble, Sébastian Roché, spitte het politieke programma van RN over de materie van politie en justitie door en publiceerde erover in Le Monde van 17 juni 2022. Hij toont aan op welk punt de beloofde oplossingen van Marine Le Pen de sociale ongelijkheden versterken, die zij beweert te bestrijden. Omdat er een grote overeenkomst is met wat in Nederland ook is te horen, vertaalde ik de relevante onderdelen van zijn artikel. Laat evenwel duidelijk zijn: de criminologische visie die hier wordt gepresenteerd, zou zo een weerslag kunnen zijn van een bespreking van de inzichten van de Nederlandse libertaire juriste Clara Meijer-Wichmann (1885-1922).
Maar politici van allerlei soort zijn niet alleen hardleers, velen zijn ook nog eens autoritair. Dus ‘hard’ optreden van de staat is een item dat hen wel trekt. Dàt maakt de maatschappij kapot. Zij helpen dus degenen, die zij met harder straffen willen bestrijden. Kan het paradoxaler? [ThH]
Gestapelde onrechtvaardigheden
Het RN belooft ‘de grote schoonmaak’ (van Frankrijk) en ‘een herstel van de orde’. Met hen aan de macht garanderen zij ‘veiligheid voor iedereen’. Het politieke programma van RN beweert: meer agenten en meer gevangeniscellen is gelijk aan minder criminaliteit. Er zijn meer politieke partijen en groeperingen in Frankrijk evenals in Nederland die zo’n vergelijking maken. Toch is zij onjuist, aldus Roché. De landen die de minste delinquentie kennen, zijn niet de landen met de meeste gevangenissen of de meeste politieagenten. Dat zijn de landen die een sterke en ruimhartige verzorgingsstaat kennen.
De echte veiligheid bestaat uit het vermogen van mensen om zich te kunnen voeden, om een dak boven hun hoofd te hebben, om onderwijs te ontvangen. Kortom, het percentage moorden is het hoogst in landen waar ongelijkheden het omvangrijkst zijn: landen in Latijns-Amerika (behalve Chili), Afrika, Rusland en van de westerse landen, de Verenigde Staten.
In Europa was tot voor een aantal jaren het verschijnsel van de verzorgingsstaat bekend. Die is afgebroken. Nochtans, vergeleken met de hiervoor genoemde werelddelen, kennen verschillende Europese landen als een rest van de ‘verzorgingsstaat’ nog zoiets als ‘sociale staat’ die een zekere sociaaleconomische bescherming biedt en waardoor die landen niet behoren tot de landen met de hoogste delinquentie. Maar het is op te merken dat binnen de grenzen van een staat het geweld met vuurwapens afhankelijk is van, wat economen noemen, structurele achterstanden. Het feit te leven in wijken waar sociale achterstanden zich opstapelen levert een verhoogde mogelijkheid van onveiligheid op. Dat de tonen de Amerikaanse socioloog Daniel C. Semenza en zijn collega’s opnieuw aan. Meer agenten leidt tot meer controle. En dat laatste gaat veelal gepaard met willekeurige toepassing (controle op uiterlijk). Deze controles zijn bovendien ineffectief om delinquentie te verminderen, gelet op onderzoeksuitkomsten van de Britse socioloog Matteo Tiratelli.
[Deze beschouwingswijze kan worden aangevuld met de visie dat het bestaan van de scheiding arm/rijk een criminogeen karakter heeft: het voedt vormen van (georganiseerde) misdaad; zie Online en Online; thh.]
Tevens is op te merken een hang van rechtse politieke partijen en groeperingen om de doodstraf weer in te voeren. Let men op Amerikaanse criminologische studies uit de jaren 1970 naar aanleiding van de uitvoering van de doodstraf, dan zijn de conclusies van die studies duidelijk. De doodstraf beschermt de bevolking niet. Dat heeft verschillende redenen. Aan de ene kant heeft de afkondiging van zo’n verharde wetgeving geen dempend overtuigingskracht op geweldshandelingen. Aan de andere kant zie je bij studies van 2021, verricht door de Amerikaanse criminologen Jody Sundt en Brenna Boppre, een bevestiging van vroegere uitkomsten: verzwaren van de straffen is niet een effectief middel voor een terugdringen van delinquentie.
Desalniettemin, tegen degenen die ‘ons land [Frankrijk] willen vernietigen’ propageren ‘de advocaten van het volk’ zoals de vicevoorzitter van RN, Jordan Bardelle zijn leden noemt, de doodstraf en het uitbreiden van het aantal cellen in (85.000 gevangeniscellen). Curieus is dat deze partij van het volk juist de meest ontheemden de gevangenis in wil sturen: dáár treft men namelijk hen aan die afkomstig zijn uit de minst bedeelde milieus, die het kortst onderwijs hebben gevolgd en die het vaakst werkloos zijn. Bovendien stapelt de gevangenis onrechtvaardigheid op onrechtvaardigheid: door bemoeilijken van de sociale integratie van de meest achtergestelden, door stigmatisering van hen en door verbreken van hun relatie met de maatschappij. Verzwaring van strafmaatregelen laat wel dit aantal toenemen maar niet de delinquentie afnemen.
In feite worden door de verschillende (extreem-)rechtse partijen en groeperingen de recepten gebruikt van de Amerikaanse conservatieven. Hun visie op de maatschappij, eentje die beschermd wordt tegen instorting door verzwaring van strafrechtelijke sancties, is eenvoudigweg fout. Zij maken dezelfde vergissing als zij die in het afschaffen van de doodstraf een teken van zwakte zien, die zal leiden tot instorting van de maatschappij. En omdat hun vooronderstellingen verkeerd zijn, zal meer staatsgeweld niet leidden tot een betere maatschappij. In tegendeel.
Sébastin Roché (Vertaling en bewerking door Thom Holterman; Le Monde van 17 juni 2022; het artikel is te vinden achter een betaalmuur, zie Online. Hoewel ik begrijp dat je in een artikel als dit niet met een omvangrijk notenapparaat kan werken, is het wel jammer dat Roché de verwijzingen die hij hier opneemt niet nader omschrijft, zoals de vindplaats verschaft. Het bemoeilijkt de controle, wat niet de bedoeling kan zijn…)