Vastberadenheid Om Niet Toe Te Geven
Het onlangs verschenen boek Opstand van het dagelijks leven vormt een bundeling teksten en vraaggesprekken van en met de Belgische maatschappijcriticus Raoul Vaneigem. De bundel kwam uit bij Éditions Grevis, Frankrijk. In de bundel komt een vraaggesprek voor dat werd gehouden door Galaad Wilgos voor het Franse weekblad Marianne van 15 juni 2019. De aanleiding van dat interview was het toen net uitgekomen boek van Vaneigem Oproep van het dagelijks leven tegen de tirannie van staat en handel.Geert Carpels vertaalde het interview uit het Frans. Hieronder is het opgenomen. [ThH]
(Oorspronkelijk verschenen op Libertaire Orde)
Vraag Galaad Wilgos: Je begint je laatste boek (Appel à la vie contre la tyrannie étatique et marchande, éd Libertalia 2019) met de woorden: “Tabula rasa maken van een verleden dat ons het leven afleerde”. Tabula rasa maken van het verleden was het wachtwoord van belangrijke avant-gardes en progressieve stromingen in de 19de en 20ste eeuw. Nochtans waren de Middeleeuwen met de ronde tafels, de ridderlijke ethiek, de drinkgelagen, de hoofse liefde, de ambachten en samenlevingen, een inspiratiebron voor de revolutionairen. Wat is jouw inventaris van het verleden?
Raoul Vaneigem: Het komt er niet op aan het verleden uit te wissen (hoe zou het ook kunnen?) maar op het doorbreken van de eeuwenoude dekplaat van de vervreemding waarmee het ons heden bezwaart door ons ervan te weerhouden een nieuwe lucht in te ademen. Er moet een eind gemaakt worden aan het systeem van de uitbuiting van de mens door de mens, dat vandaag van het leven en van de planeet een woestijn maakt in naam van het profijt. Dit betekent dat men opnieuw aanknoping moet vinden met de pogingen tot emancipatie die in het verleden zo vurig naar voor kwamen in de sociale strijd. De Jacqueries (boerenopstanden 14de eeuw), de hoofse stroming die de vrouw eert, de opstanden van de gemeenten, het gedachtegoed van de Renaissance, van de Franse revolutie, van de Commune van Parijs, van de libertaire collectieven van de Spaanse revolutie, mogen dan wel brutaal onderbroken zijn, ze hebben een deur ingetrapt naar de vrijheid die het universele bewustzijn bijlicht, van Chiapas naar Rojava, van het Frankrijk van de Gele Hesjes naar Algerije en Soedan.
De moderne wereld lijkt steeds minder verwonderingen op te wekken, minder losgeslagen passie, minder diepe gevoelens of minder poëzie. En dat is niet omdat het de belangrijkste wapens van de publiciteit behelst. Houellebecq heeft van dit aseptische, grauwe en middelmatige bestaan zijn geliefkoosde onderwerp gemaakt. Tegenover dit ‘overleven’ stel jij de poëtische macht van het leven. Is het in deze tijden van de smartphone en ‘de bullshit jobs’ (zie David Graeber) nog mogelijk om iets anders te beleven dan dit niet-zijn?
Je stelt de vraag terwijl voor je ogen de ‘poëzie van de daad’ de oude dominante mentale en sociale structuur doorbreekt, terwijl zich een Renaissance aftekent die het humanisme van de 15de en de 16de eeuw overtreft en zich ankert in de beleving. Een sociale en existentiële opstand flakkert plots spontaan op, reanimeert het menselijke bewustzijn door het uit haar lusteloosheid te halen. Tegen alle verwachtingen in? Het is juister om te stellen dat die opstand lang op zich heeft laten wachten.
Het gaat om het eerste ontwaken van een bewustzijn dat in een larvestadium verkeerde sinds de Bezettingsbeweging van mei 1968. Het radicale deel van die Beweging had de wil uitgesproken om door de creatie van een authentiek leven, het grauwe overleven en het consumentencomfort te overstijgen dat het economische project van de welvaartsstaat had besloten haar te verkopen. De regressie die volgde heeft een democratische dictatuur van het consumentisme tot stand gebracht. Haar rommel en haar leugens brokkelen af met de versnellende verpaupering die er nu zelfs in slaagt het eenvoudige overleven van de bevolkingen in gevaar te brengen.
De hele planeet is veroordeeld tot de sterilisatie, tot de verontreiniging, tot de woestijnvorming. De koopkracht daalt, het bestaan wordt steeds hachelijker, de Staat vernietigt het openbare goed, scholen, hospitalen, transport, ondernemingen, landbouw. Het is duidelijk dat de Staat slechts de politieagent is van de multinationals, hij verleent legitimiteit aan de schurken en klaagt de illegaliteit aan van al wie weigert zich te laten bestelen. Het behoort nu het volk toe om het res publica in eigen hand te nemen, de publieke zaak die de regering verkwanselt en veilt. De burgerlijke ongehoorzaamheid is een recht, overal waar het recht op onderdrukking regeert.
De Gele hesjes, waarvan je de opkomst toejuicht, vermeden van het begin de traditionele organisaties (partijen, vakbonden) omdat ze die wantrouwden. Er werd hen trouwens dikwijls een gebrek aan organisatie verweten. Zijn ze echt zo ongeorganiseerd?
Wat de politici, de vakbondslui, de intellectuelen van links en van rechts irriteert, is dat door de bevestiging bazen en afgevaardigden te weigeren die niet werden gemandateerd door de vergaderingen, de Gele hesjes hen ook elke macht tot manipulatie en recuperatie ontnemen. Deze beslissing impliceert een zelfbeheer dat wordt uitgeprobeerd in de bijeenkomsten en vergaderingen van bijeenkomsten. Voor het eerst in de sociale strijd (de Commune en de libertaire collectieven van de Spaanse revolutie uitgezonderd) worden de religieuze en politieke breuklijnen, de egoïstische berekeningen van het individualisme (de basis van het populisme) geabsorbeerd in een prioritaire eis: de basis vormen van een menselijke samenleving. Zal men de spot drijven met de onhandigheden, de vergissingen, de onzekerheden? Heeft het belang? Het zelfbeheer is een taak van lange adem. Het kind valt meer dan eens voor het leert lopen. [Zie ook het zojuist verschenen themanummer ‘Zelforganisatie’ van de AS 207; thh.]
De Gele hesjes hebben zich onder meer onderscheiden door hun gewelddadige acties, waarvoor ze ook de verantwoordelijkheid nemen. Sommigen zien hier een positieve evolutie in omdat een volksbeweging eindelijk besluit om fysiek de symbolen van de Staat en van het kapitalisme aan te vallen, anderen zien er een gevaar in voor de beweging. In je boek Contribution à l’émergence de territoires libérés de l’emprise étatique et marchande (Bijdrage tot de opkomst van gebieden bevrijd van de greep van de staat en de handel), verklaar je dat het geweld ‘slechts een effect van exorcisme heeft en niets verandert aan de eeuwenoude betovering die ons verlamt’. Is het geweld een rem of een noodzaak voor de wil om een zelfbeheerde maatschappij op te bouwen?
De vitrine van een bank of van een winkel met luxegoederen inslaan, is vechten tegen een symbool, niet tegen een systeem. De chaos is altijd ten voordele van de macht. Die heeft behoefte aan een arena waar robocop’s en gladiatoren van het paramilitaire gauchisme het tegen elkaar opnemen met gelijkaardige brutaliteit maar in tegengestelde zin. Tegenover een regering waarvan de onthutsende domheid de arrogantie voedt, heeft de woede van het volk blijk gegeven van een zeldzame terughoudendheid. De mishandeling van miljoenen mannen en vrouwen rechtvaardigt de woede ruimschoots. De woede wel, de verblinding niet! Het opstandige wapen bij uitstek is niet de razende uitbarsting van de frustraties (die door het linkse en het fascistische populisme zo gemakkelijk worden gemanipuleerd), wel de prioriteit die wordt toegekend aan de mens en aan het leven, waarvan de kosteloosheid niets anders vraagt dan zich te verspreiden.
Wat het gaat halen, is de ontwikkeling van een menselijk bewustzijn, een stevige vastberadenheid niet toe te geven, ondanks de lusteloosheid en de twijfel. De macht van dit voornemen zal blijven toenemen omdat ze zich geen zorgen maakt, noch over de overwinning, noch over de nederlaag. Omdat ze, zonder bazen noch vertegenwoordigers die haar voor hun karretje spannen, gewoon aanwezig is en als enige de vrijheid heeft een authentiek leven toegankelijk te maken. Het is door een opstandig en creatief pacifisme dat de wereld van basis zal veranderen. Het aantal manifestanten verminderd? Vergis je niet! De kracht van een opstand schuilt minder in het aantal aanhangers dan in de kwaliteit van de eisen. Het project van een menselijke samenleving heeft een uitstralingskracht die onvergelijkbaar veel groter is dan die van het spektakel van de ontevredenheid.
Een van de belangrijkste eisen van de Gele hesjes is het Referendum van Burgerlijk Initiatief. Is dit RBI een stap naar de zelfbeheerde maatschappij die je voor ogen hebt?
Als het de bedoeling is van het RBI om de aandacht of de interesse van de Staat op te wekken, dan is het een valstrik. De lokale beslissingen in verband met het dagelijkse beheer, besproken en voorgesteld aan de samenkomsten van vergaderingen lijken me belangrijker. Ze geven inderdaad aanleiding tot het opstellen van wat de zapatisten een charter van ‘goed beheer’ noemen, een regering gemaakt door het volk en voor het volk. De democratie bevindt zich in de straat, niet in de urnen.
De oude middenklasse, vandaag onderdrukt door de belastingen en heffingen die de multinationals verrijken, vervoegt stilaan de algemene opstand waar de meningsverschillen worden vervangen door de begeerte om te leven en zich te emanciperen van een eeuwenoud systeem van dwang. Wat gisteren nog een luchtkasteel, een utopie, een waanidee leek, wordt mogelijk omdat de Staat al wat niet volgens haar regels loopt, als onzin bestempelt. De Leviathan (verwijzing naar Fredy Perlman’s Against His-Story, against Leviathan) zal niet veranderen, hij kan zich slechts een realiteit voorstellen binnen het kader van zijn onveranderlijkheid. Alleen de vrijwillige onderdanigheid en de domheid die ermee gepaard gaat, hebben ons ervan weerhouden de kosteloosheid van het openbaar vervoer uit te vaardigen, de oprichting van solidaire banken, de recuperatie (door een ambtenarenstaking?) van het geld via heffingen en belastingen dat door de schurkenstaat onrechtmatig wordt geïnd. We hebben geen andere keuze dan het onderwijs opnieuw uit te vinden om het concentratieonderwijs te doorbreken, de markt van de gediplomeerde slaven af te schaffen. De politie zal weer de taken vinden die ze wordt toegewezen: ontmantelen van de drugshandel, ervoor zorgen dat psychopathische misdadigers, vervuilers, gifmengers van landbouwgronden en drinkbaar water, geen schade meer toebrengen.
Als kind werd ons de idee ingehamerd dat we de wereld niet konden veranderen. Maar in het kind, dat de volwassene niet in zich heeft kunnen doden, bloeit weer die verzuchting die nooit heeft opgehouden onze levensadem te zijn: we zijn tot alles in staat, of toch tot meer dan we ons inbeelden, want de menselijke creativiteit kent geen grenzen.
De inhaligheid van het hebben zal ons niet langer dom houden. Ze eindigt met het voornemen van het zijn om zich te bevestigen.
Je zegt in je laatste boek ‘dat het niet de twijfelachtige, spectaculaire en zelfgenoegzame strijd is, gevoerd uit humanitair, veganistisch en dieren beschermend activisme, die een einde zal maken aan de misogynie, aan het communitarisme, aan de dierenmishandeling, aan het individualisme van de kudde, aan het egoïsme’; je roept op tot het uitvinden van een ‘levensstijl’. Wat bedoel je daarmee?
nieuwe beschaving doemt op uit het limbo van een handelsbeschaving die duidelijk voelbaar een rottingsproces ondergaat. We komen in een periode van herbeginnen die onze mentaliteiten, onze kennis, onze gedragingen aan radicale veranderingen zal onderwerpen; die reeds radicaal aan het veranderen zijn. Wie is het die tijdens zijn dagelijkse bestaan niet begrijpt dat een levensstijl het overneemt van de staat van lastdier en roofdier waartoe het economische, psychologische en sociale uitbuitingssysteem de man en de vrouw terugbracht? Tijdens een betoging van de Gele hesjes vertrouwde een gepensioneerde man een journalist het volgende toe: ‘Ik heb altijd horen spreken over solidariteit. Dit is de eerst keer dat het woord betekenis voor me krijgt.’ Zo gaat dat met de vrijheid en de gelijkheid. Niemand zal verhinderen dat de woorden hun menselijke betekenis terug krijgen.
Vraaggesprek Raoul Vaneigem met Galaad Wilgos (in: Raoul Vaneigem, L’insurrection de la vie quotidienne, Éditions Grevis; vertaling door Geert Carpels; redactie en opmaak thh.).
https://www.editionslibertalia.com/catalogue/la-petite-litteraire/raoul-vaneigem-appel-a-la-vie