Van vakantieboek naar coronaliteratuur: boomschors
Kleine ramen bieden een blik naar binnen. Om de drukkerij zelf staan statige bomen die het pand waar Kaboem al jaren gevestigd is een prettig belegen uiterlijk geven. Zonder de platanen, kastanjes, japanse sierkers en valse acacia en zonder de schaduw die ze bieden valt niet te leven, niet te overleven. Zeker een drukker is van bomen afhankelijk, ook al is het papier FSC-gecertificeerd. Over bomen gaat ook deze bespreking.
(Door Martin Broek geschreven voor het boekje Kaboem Forever, om de drukker door de coronacrisis te helpen)
Het is bijna twee maanden geleden dat de 1½ meter samenleving op de stoep stond. Zoveel mogelijk thuis blijven was het advies. Theaters sloten. De klimaatstaking werd afgeblazen. Het werd de tijd van webinars en Zoom-bijeenkomsten. De helft van die twee maanden bracht ik voor het slapen door in Noord-Amerika. Zonder vliegtuigstrepen en zonder uitstoot vertrok ik dagelijks naar de overkant. Op papier gedrukte woorden lieten me die wereld verkennen.
Zeilreizen
Het was niet de eerste keer dit jaar dat ik tussen Europa en Amerika reisde. Het begon in het boekenweekgeschenk Leon & Juliette door Annejet van der Zijl, waarin de hoofdpersoon pendelde tussen Charleston en Monster. Kort daarop las ik Washington Black van Esi Edugyan, waarin rijken vanuit het Engelse moederland heen-en-weer naar de koloniën reisden en de hoofdpersoon van Barbados langs de Noord-Amerikaanse oostkust, via Noordpool en Nova Scotia, naar Engeland vertrekt. Tenslotte zou ik in Barkskins (in het Nederlands: Schorshuiden) van Annie Proulx alweer op dat zeilverkeer stuiten; alsof het zo bedacht was om te beseffen dat ook zonder motorschepen en lijnvluchten, maar onder zeil, passagiers zich over de oceaan verplaatsten. De keuze was echter stomweg toeval.
Het boek van Proulx is een uitstekend vakantieboek: lekker dik voor onderweg in de trein, voor de tent of op de boot naar IJsland (het verste waar je tegenwoordig met een lijnbootdienst heen kan reizen). Een goed vakantieboek is ook een goed coronaboek; in tijden van COVID-19 moet je wel in je verbeelding reizen. Blijf thuis! laat zich immers niet combineren met onderweg zijn en veel grenzen zijn gesloten, zelfs voor de westerling.
Stofje in de wind
Barkskins begint met het leven van twee Franse jongemannen uit de 17e eeuwse achterbuurten van Parijs: Charles Duquet en René Sel. Ze trekken naar Canada om daar als houthakker te gaan werken. Sel trouwde met Mari, een Mi’kmaw. Hij is een man die de wereld op zich af laat komen en ziet zichzelf als een stofje in de wind. Dat betekent niet een man zonder postuur; hij liet zijn bijl geweldig zwaaien en kapte hele stukken Canada kaal. Maar hij wilde niet de wereld, de mensen om hem heen, naar zijn hand zetten. Zo’n stofje is echter kwetsbaar. Sel wordt vermoord in het bos en de vermoedelijke dader neemt op grond van haar zogenaamde rechten als zijn pleegkind, en vooral als blanke, de eigendommen in. De familie Sel zal daardoor het verhaal beginnen zonder veel bezittingen. Die achterstand is een constante in het boek. De oorspronkelijke bewoners worden veracht, zijn vrijwel rechteloos en hebben te maken met racisme. De Sels verhuren zich als houthakkers of leven in tanende Mi’kmaw dorpen van jacht en visvangst.
Vernietiging
Charles laat zich hernoemen tot Charles Duke en neemt het leven zonder veel scrupules wel in eigen hand. Hij wordt eigenaar van een omvangrijke houthandel. Zijn leven staat in dienst van zijn zakelijk succes of dat nu gaat om het vinden van een echtgenote, het krijgen of hebben van kinderen en het binnenhalen van orders en wingebieden. Echter niet alles is te koop of te bedisselen, zo blijkt. Zijn zoon danst niet naar vaders pijpen. Ook vader Duke komt door moord aan zijn einde, maar laat een florissant bedrijf achter aan zijn geadopteerde zoons. Dat bedrijf staat mede aan de wieg van het verdwijnen van de boreale bossen van het continent. Met het verdwijnen van die bossen, verdween ook de bestaande, onderling verbonden, leefwereld van mens, dier en plant. Die vernietiging is het centrale thema van het boek. De Mi’kmaw worden daarbij letterlijk uit het het verhaal van de Dukes gewist en gemoord.
Koorddansen
Het is een verhaal voor wie graag lang onderweg is. Het begint in 1693 en loopt tot 2013. Het omspant zo de geschiedenis waarin de blanke meende de bossen te mogen omkappen en platbranden, omdat God een dergelijke woestheid niet kon verdragen tot aan milieuactivisten die door het planten van jonge boompjes en het zoeken naar de beste plantmethode iets van de verdwenen natuurlijke rijkdom proberen terug te winnen. Het spreekt vanzelf dat het lang wachten is na het omkappen van duizenden jaren oude bomen. Maar niets doen is geen optie. Veel mensen zullen dit koorddansen over een schijnbaar eindeloos ravijn herkennen, maar lopen toch ook met voorzichtige, maar gerichte stappen door naar een wenselijker wereld, net zoals de activisten in het boek.
Verkloten
In de beschreven geschiedenis speelt Amsterdam een rol, er is een link met Leiden en de Nederlandse vaart op de Oost. In Nieuw-Zeeland is het latere Duke Logging and Lumber – inmiddels onder controle van een vrouw – betrokken bij de kap van de kuari bommen. Een type boom dat goed te bewerken is, maar waarvan door de kap 95% is verdwenen. Je zou kunnen zeggen dat het boek de continenten omspant, zoals veel recensenten doen, maar dat doet geen recht aan het gegeven dat het vooral over activiteiten en gevolgen in Noord-Amerika gaat. Wat niet Amerikaanse couleur locale, met zelfs een aantal Nederlandse woorden zoals snoezepoes, en een verblijf in een Zuid-Amerikaans regenwoud, handel in China, en koppensnellers in Nieuw Zeeland geven leven aan het boek, maar het blijven zijstraten. Het gaat over Amerikaanse migranten die het nieuwe land meteen gingen verkloten.
Barkskins is geen opgewekte kost. De ruim 700 pagina’s zijn een leesreis tussen boomstronken door. Het boek is wel uitermate geschikt om je in een andere wereld op te houden tijdens de corona-periode en geeft een berg stof tot nadenken. Schrijvers én drukkers openen een venster op de wereld, dat leven komt ook in dit boek onder de bast vandaan.
—
Martin Broek
Journalistiek Onderzoek