Tim Lang over voedselveiligheid in tijden van corona
Tim Lang over de noodzaak van voedselbeleid in tijden van Corona. Op de website van The Guardian stond een artikel over de Britse professor Tim Lang en zijn gedachtes over de moderne voedselvoorziening en wat de coronacrisis daarover nu duidelijk maakt. Dat is ook zeer leerzaam voor de Nederlandse situatie.
Tim Lang is professor in voedselbeleid aan de City University in London, met internationale reputatie. Hij heeft daar het Centre for Food Policy opgericht. Hij is ook adviseur van de Wereld Gezondheids Organisatie van de VN, en van de Britse onderzoekscommissie en van het Ministerie van Milieu, Voedsel en ‘Rural Affairs’. Hij heeft net een nieuw boek geschreven over de voedselproductie in het Verenigd Koninkrijk Feeding Britain: Our Food Problems and How to Fix Them dat deze week uitkomt.
Door de combinatie van Brexit en Corona is het VK nu in serieuze problemen volgens Lang, met “een uitdaging op het gebied van voedsel die op oorlogstijd lijkt.”
Lang wijst erop dat de schappen van de supermarkten nog vol liggen, behalve als er af en toe paniek-gehamster optreedt. Maar toch, benadrukt hij, is de situatie zeer ernstig. Net als bij veel andere productie, is de productie van voedsel steeds meer afhankelijk gemaakt van ingewikkelde aanvoerketens waar fragiele ‘just in time’ constructies heersen. Die ketens kunnen makkelijk in elkaar klappen, terwijl de uitgemergelde landbouwsector maar 50% produceert van wat er binnenlands geconsumeerd wordt. De rest is import. We worden dus uitgeleverd aan “de genade van de internationale markten; en productiemethoden die schadelijk zijn voor het milieu en de menselijke gezondheid.” Ook is er een gigantisch verschil in toegankelijkheid tot (goed) voedsel, tussen arm en rijk. Het is ook de voornaamste kostenpost als het gaat om ziekenkosten bij de NHS, de Nationale Gezondheidsdienst, doordat mensen obesitas, diabetes en hartziektes oplopen.
Kern van het hele probleem is volgens Lang het feit dat een paar multinationals de verkoop van voedsel domineren. Acht multinationals gaan over 90% van de voedselverkoop in Het VK. “Alles wordt gewoon overgelaten aan Tesco” (de Britse versie van AH, GI). De koopkracht die alleen nog op de laagste prijs mikt, heeft de Britse landbouw uitgehold, de primaire producenten krijgen alleen nog het dunste plakje van de cake. “Ze krijgen ongeveer 5 a 6 % van de waarde van het voedsel dat we eten. Dat zou minstens het dubbele moeten zijn. En in plaats van 50% zelfvoorziening, zou dat beter tegen de 80% moeten zijn. We gaan er nu van uit dat iemand elders ons wel zal voeden”.
Het nieuwe boek van Lang zit vol onthutsende feiten en data, volgens het stuk in The Guardian. Zoals dat van de zes miljoen hectare bebouwbare grond in Groot-Brittannië, maar 168.000 ha benut wordt voor de teelt van groente en fruit. De overgrote meerderheid van het areaal wordt benut voor productie van veevoer, of voor industrieel bewerkte voedingsmiddelen.
Het gevolg is dat er enorme hoeveelheden voedsel moeten worden geïmporteerd die anders intern zouden kunnen worden geproduceerd. The Guardian citeert Lang:
“De overheid is nu volledig afhankelijk van de detailhandelaren, dat ze hen op een mislukking afsturen”, zegt hij. “Op het hoogtepunt van de ruzies over een no-deal Brexit, waren de directeuren van de grote voedselbedrijven de regering aan het informeren over hoe fragiel de voedselvoorzieningsketen is. Brexit heeft die kwetsbaarheid flink in de schijnwerpers gezet.” Ik vraag waar hij denkt dat dit disfunctionele systeem vandaan komt. “Er is een cultuur van Brits exceptionalisme. We waren de eerste industriële natie in de 18e eeuw en werden toen de dominante imperiale macht in de 19e eeuw en streefden dat na als een manier om ons te voeden.” Critici wijzen er vaak op dat we in het begin van de 20e eeuw minder zelfvoorzienend waren op het gebied van voedsel dan nu. Dat klopt, zegt Lang, maar dat was vooral omdat we een imperium hadden dat we plunderden om onze tafels en buiken vol te krijgen.
Lang en het stuk in The Guardian noemen de vele onderzoekers en boeken die eerder al voor deze situatie waarschuwden.
In de zomer van 2019 verklaarde de toenmalige minister van Voedsel etc. Michael Gove dat hij met een nieuwe visie voor voedselbeleid zou komen. Dat werd toen goed ontvangen door de voedselmultinationals en Lang heeft er dan ook weinig vertrouwen in, en denkt dat het zoals zoveel rapporten genegeerd zal worden. Hij verwijst naar het nieuwe landbouwbeleidsplan in januari, dat nauwelijks iets over voedsel bevatte.
Volgens Lang, die benadrukt dat hij geen antikapitalistische boodschap koestert, zou er als oplossing een beleidsplan moeten komen voor ‘food resilience and sustainability’ waar ook wettelijk bindende regelingen in zouden moeten staan.
Volgens Lang zouden de nationale voedingsrichtsnoeren de basis moeten worden voor contracten voor de aankoop van levensmiddelen, zowel in de openbare als in de particuliere sector. Er moet een audit komen van de voedselproductie in het Verenigd Koninkrijk en de begroting voor de volksgezondheid moet worden verdubbeld van £ 2.5bn van de £ 130bn gezondheidsbegroting naar £ 5bn. Ook wordt voorgesteld om niet minder dan negen organen of instellingen op te richten, waaronder een koninklijke commissie die een nieuwe reeks “multicriteria-beginselen voor het Britse voedselsysteem” in kaart brengt, een raad voor voedselbestendigheid en duurzaamheid en een netwerk van stedelijke en landelijke voedsel- en landbouwscholen.
Daarnaast zou volgens lang de macht van de winkelketenbedrijven moeten worden gebroken, zodat elk bedrijf nooit meer dan 15% van de retailmarkt in handen zou kunnen hebben. Hij roept pensioenfondsen op om niet langer te beleggen in producenten van ultra-bewerkte voeding, zoals eerder al af en toe gebeurde met de fossiele industrie. En zijn lijst met maatregelen is nog veel langer, al benadrukt hij dat het allemaal ‘hervormingen van het kapitalisme’ betreft.
Elders voedselzekerheid ook zoek
In Nederland is de voedselzekerheid minstens zo verstoord als de situatie die in het VK wordt geschetst. Het enige verschil is dat we geen eiland zijn, al zouden de extreemrechtse populisten dat ook dolgraag als campagne willen opvoeren. Dat de boel instabiel en fragiel is, laat de coronacrisis duidelijk zien. Maar eerder al de klimaatcrisis, die er natuurlijk nog bovenop komt.
Ook In Nederland hebben veel boeren-organisaties dit al benadrukt, zoals Platform Aarde Boer Consument en landbouwwetenschappers als Jan Douwe van der Ploeg en anderen. Internationaal slaat La Via Campesina al jaren alarm; de voedselproductie moet terug in handen komen van kleine boeren, niet van multinationals en reusachtige landbouwondernemingen. En de handelsketens moeten zo kort en lokaal mogelijk zijn. Natuurlijk is er door veertig jaar neoliberaal beleid – onder andere op het gebied van landbouw – al heel veel kapot gemaakt en is veel lokale landbouwgrond opgeofferd aan huizenbouw en bedrijventerreinen en dergelijke.
Een drastische ombuiging van dit beleid is nodig om de laatste stukken landbouwgebieden bij steden te redden. In Amsterdam ligt er zo’n gebied in de Lutkemeer, waar een biologisch akkerbouwbedrijf, De Boterbloem, om zijn voortbestaan vecht. Als de coronacrisis dan iets goeds kan opleveren, is het hopelijk het besef dat zo’n polder en boerderij onmisbaar is als we nog iets recht wensen te trekken op het gebied van landbouw en voedselvoorziening.