Ga naar de inhoud

Soberheid als kwestie van rechtvaardigheid en solidariteit

De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot discussie over gas- en olieverbruik wanneer de kranen voor Russisch gas- en olie worden dichtgedraaid. Een van de eerste gevolgen zullen prijsverhogingen voor deze producten zijn. Er gaan dan ook stemmen op die aan dringen tot zuiniger omgaan met die producten. Matigen dus. Maar de ongelijk verdeelde financiële posities maakt dat de matiging vooral bij de lagere klassen wordt neergelegd. Zo zal Marc Zuckerberg, de baas van Facebook, zich geen zorgen maken. Die verdiende vorig jaar 1,7 miljoen dollar per uur (zie Online).

11 min leestijd

(Door Thom Holterman, overgenomen van Libertraite Orde, Plaatje van website enercoop)

Wanneer matiging ofwel soberheid niet als een sociale logica wordt begrepen, grijpt de sociale onrechtvaardigheid in het bestaande maatschappelijk bestel als vanzelf de klassen die altijd de klos zijn bij de keel. Hier lopen we dus tegen een ethische kwestie aan. Dit is het terrein waarop de Franse docent politicologie en onderzoeker Bruno Villalba zich beweegt binnen de ingenieursopleiding ‘Instituut voor biowetenschappen, industrie en milieu’, AgroParisTech.

In het Franse dagblad Le Monde van 18 maart 2022 trof ik een vraaggesprek met hem aan onder de titel ‘Soberheid is een kwestie van rechtvaardigheid en solidariteit’ (zie Online). Hieronder zal ik het vraaggesprek vertalen en bewerken. Als opening ervan betrek ik daarbij een Nederlandse kwestie, het datacenter in Zeewolde. Daarmee geef ik de grote reikwijdte aan van de problematiek waarop Bruno Villalba wijst. [ThH]

Zeewolde en het datacenter van Facebook

datacenter schets zeewolde

De meerderheid van de gemeenteraad in Zeewolde was voor de komst van een groot datacenter voor Facebook-moederbedrijf Meta (Algemeen Dagblad van 16 december 2021, zie Online). De stemverhoudingen waren duidelijk. De lokale partijen CDA, VVD en Zeewolde Liberaal waren vurige voorstanders. Zij zagen verschijnselen die zij positief noemen: extra banen, meer belastingopbrengsten, gebruik van restwarmte. Hoewel, zoals dat veelal gaat, PvdA/GroenLinks het een ‘ontzettend lastig besluit’ vonden – gingen zij toch mee. Hetzelfde gold voor D66, dat met het omzwaai-argument kwam ‘een nieuwe industrie vraagt om lef’. Dit soort grondslagen voor een beslissing is minimaal drie eeuwen oud. Zij vallen binnen wat Bruno Villalba noemt: de ‘logica van de overvloed’. Daarnaast zou ik met betrekking tot de energiekwestie spreken over de ‘diabolische werking van de reductionistische binding’ (zie de update bij Online).

Felle tegenstanders waren en bleven de ChristenUnie en Leefbaar Zeewolde. Zij onderkenden de onzekerheid over het juiste gebruik van restwarmte, vonden de omvangrijke hoeveelheid stroom die het datapark vraagt te groot en men wilde geen goede agrarische bouwgrond offeren aan zo’n industriële energievreter. Bij de gehouden gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022 verwierven de tegenstanders de meerderheid in de raad en kwam het datacenter op losse schreven te staan. Mij gaat het om het groeperen van voor- en tegenargumenten want die spelen telkens, ook in andere affaires een rol. Overigens moet de rijksoverheid eveneens besluiten nemen (duurzaamheidseisen etc.) en is de bouw dus nog uit andere hoofde niet zeker. Maar zoals gezegd, mij gaat het om die twee verschillende  argumentatie-‘pakketten’ (voor/tegen) in dit geval op raadsniveau.

Ik had het hierboven over de ‘diabolische werking van de reductionistische binding’. Wat heb ik ermee voor om uit te drukken? Lopende de oorlog in Oekraïne zijn we geconfronteerd met de kwestie van afhankelijkheid voor olie en gas van Rusland voor ‘onze’ energievoorziening. In combinatie met het terugdringen van de CO2-uitstoot is, in navolging van Macron zo lijkt het, door Rutte betoogd dat twee nieuwe kerncentrales voor Nederland een goede oplossing zou zijn. Met de creatie van zo’n energievreter als een datacenter creëer je een versterking van het kernenergie-argument als technische oplossing van een probleem – wat ik een ‘reductionistische binding’ noem. Dat kwalificeer  ik als ‘diabolisch’. Die technische oplossing speelt in op het uitbaten van een af te wijzen logica, namelijk die van overvloed. En daarmee ben ik terug bij het vraaggesprek met Bruno Villalba, die ik nu aan het woord zal laten.

Bestaande ongelijkeden

voorkant bruno.boek 1

‘Het is teleurstellend dat bij de meeste oproepen om de temperatuur van onze verwarming te verlagen de sociale rechtvaardigheid over het hoofd wordt gezien. Niet iedereen gaat op dezelfde manier lijden van de energiecrisis die zich aankondigt. Als men over soberheid spreekt is sociale rechtvaardigheid een centrale kwestie. Dit betekent dat bij het nemen van versoberingsmaatregelen rekening moet worden gehouden met bestaande ongelijkheden. Omgekeerd is het idee, op grote schaal gedeeld door de politieke klasse [ook op lokaal niveau zo zagen we bijvoorbeeld in Zeewolde; thh.], dat de productiviteit de sociale ongelijkheid zou oplossen, wat zowel lokaas als bedrog is, want uiteindelijk vastloopt op planetaire grenzen’, aldus Villalba.

Heden heerst het idee dat er sprake is van een ‘inhaalslag voor iedereen’. Dat is het maken van een kwalijke belofte volgens Villalba, omdat de voorraad van bronnen eindig is. [Overigens zijn er in verleden en heden economen geweest die op grond van hun onderzoek het argumentatieve bedrog, dat de productiviteit sociale ongelijkheid zou oplossen, als ‘illusie’ bevestigen; zie daarvoor hoofdstuk 6, ‘De illusie dat de rijken voor welvaart zorgen’, van het boek van de Nederlandse econome Irene van Staveren, Wat wij kunnen leren van economen die (bijna) niemand meer leest, Amsterdam, 2016, p. 131-154; thh.]

Verplaatsing van problemen

Villalba wordt door Le Monde voorgehouden dat het brengen van offers tot matiging kan plaatsvinden in afwachting tot er vervangende middelen gevonden zijn voor bijvoorbeeld Russisch olie en gas. Zou soberheid kunnen werken als een overgangsfase?

In zijn antwoord wijst Villalba erop dat achter de visie die hieruit spreekt, duidelijk blijkt dat die gebaseerd is op de logica van de overvloed en niet op die van de soberheid. Dit soort oproepen tot matiging zit in hetzelfde register, meent hij, als de ‘jacht op verspilling’ aan het eind van de jaren 1970 (de oliecrisis van toen). De bezuinigingsproblematiek die toen gevoerd werd, als overgang van de afhankelijkheid van olie uit het Arabische gebied, leidde tot de ontwikkeling van het Franse kernenergieprogramma. En vanaf het gereedkomen van dat programma ging men zich als voorheen gedragen. Niet meer was de kwestie aan de orde van de eindigheid van de voorraad, de overgang leidde tot: iedereen aan de elektriciteit – ook voor verwarming. Dat leidde tot een ramp: de huurders van woningen betaalden fors de prijs.

Ook nu weer baseert men zich op het idee dat een technische oplossing gevonden zal worden, die aan ‘vernieuwing’ verbonden zal zijn. Het is ongelooflijk dat men niet door heeft dat dit alleen het probleem verplaatst. Zo staat het verminderen van het gebruik van de auto niet op het programma: de verbrandingsmotor wordt vervangen door de elektromotor. De energie voor het laatste type motor is elektriciteit, waarvoor  kernenergie (uranium) ter opwekking zich aandient en waarvoor een accu (lithium) nodig is voor opslag van de stroom. Dit laat aldus Villalba de afhankelijkheid toenemen van landen die dat produceren (uranium/lithium). En al eerder liet ik zien dat het argument van ‘onafhankelijkheid’ bij de keuze voor kernenergie ook voor uranium, net als voor lithium, lucht is (zie Online).

Onze uitbundige behoefte aan energie – een datacenter is daar niet vreemd aan – en de ongelijke verdeling van dit gebruik maakt soberheid als overgangsfase onbruikbaar.

Van individuele morele plicht tot sociale organisatie

Politieke leiders hebben het erg moeilijk om soberheid duurzaam te mobiliseren wat de vraag oproept hoe dat is te verklaren. Villalba overweegt dat soberheid een gecompliceerd onderwerp is in de politiek omdat dit de juistheid van het denkbeeld van de overvloed in twijfel trekt. Het ligt moeilijk omdat het al drie eeuwen lang onze maatschappijen er diep mee heeft doordrenkt.

Soberheid is een oude gedachte, aanwezig in de meeste grote Antieke filosofische stromingen, maar op verschillende manier uitgewerkt. Bij de stoïcijnen, zegt hij, was matiging een individuele morele plicht. De achtergrond was de aspiraties laag te houden om meester over jezelf te blijven. In het christelijke tijdperk was soberheid daarentegen niet een persoonlijke keuze maar een religieuze verplichting, noodzakelijk in relatie tot de wereldlijke orde. Het doel van de sociale organisatie in de Middeleeuwen was niet het werk noch de productie, maar de verering van God.

De beroepsorganisaties beperkten de hoeveelheid producten waarop elke ambachtsman het recht had die te vervaardigen. Het ging er namelijk niet om je te verrijken maar om je ziel te redden. Aldus speelde het idee van de matiging een belangrijke rol in de sociale organisatie in dit tijdperk alvorens te worden gemarginaliseerd in de moderne maatschappijen.

Keerpunt overvloed

voorkant.negawatt 3 1

Hoe komt het dan dat het denkbeeld van de overvloed zich desondanks verspreidde, is de vraag. Volgens Villalba en anderen ligt het keerpunt in de 17de eeuw, een periode waarin (a) grote (geografische) ontdekkingen werden gedaan, (b) de wetenschappelijke en technische kennis zich uitbreidde en (c) nieuwe ideeën geboren werden. In de loop van de 17deen 18de eeuw ontwikkelde zich het idee van een wereld zonder beperkingen. Overal waar men kwam werd overvloed aangetroffen (de horden buffels in het Wilde Westen mogen een plastisch voorbeeld zijn). De economen uit de 18de en 19de eeuw baseerden hun economische ideeën op die overvloed. De Franse econoom Jean-Baptiste Say (1767-1832) schreef in 1803, in zijn Traité d’économie politique (Een verhandeling over politieke economie), dat ‘de natuurlijke bronnen onuitputtelijk waren, want zonder dat zouden we ze niet gratis kunnen verwerven’ (Say geciteerd bij Villalba).

Langs die weg werd aldus Villalba het idee geboren: als de goederen hier uitgeput raken, dan ga je ze elders zoeken. Dit leidde, om de situatie van overvloed te continueren, tot het introduceren van kolonisatie van andere gebieden en de volken die daar leefden.

Is af te zien van overvloed in een democratie?

Het is zeker zo voor Villalba dat binnen het kader van de logica van de overvloed, ‘soberheid’ opgevat kan worden als een vorm van partieel afzien van de individuele vrijheid. ‘Men heeft niet meer het recht te doen wat men wil’, hoort men soms. Het is niet gemakkelijk toe te geven dat de veelheid van mogelijkheden die wij tot heden hebben de bron van oorlogen is en van rampen gerelateerd aan klimaatsverandering. Evenmin is dat denkbeeld verenigbaar met de aanwijsbare planetaire grenzen. Het is ongetwijfeld veel makkelijker voor leidende politici te zoeken naar alternatieven of wel ‘functionele equivalenten’ [een term die ik ontleen aan de Duitse rechtssocioloog Niklas Luhmann (1927-1998); thh]: windmolens en kerncentrales, die beide als functie hebben stroomopwekking en beide geen CO2 uitstoten… 

Met name kerncentrales houden evenwel de doorlopende verruiming open van ‘rechten’ gerelateerd aan het idee overvloed (accumulatie van materiele rijkdom). Maar hoewel kerncentrales geen CO2 uitstoten, leveren ze enorme, onomkeerbare problemen bij rampen, bij opslaan van kernafval, bij het afbreken van een kerncentrale – risico’s en kosten die men niet terugvindt in de kilowatt-prijs van de opgewekte stroom.

Wat is er echter op tegen de soberheid democratisch te organiseren in een begrensde wereld? Dit zou betekenen collectief onderhandelen over wat noodzakelijk is opdat iedereen toegang zal hebben tot de voorwaarden waaronder een fatsoenlijk leven mogelijk is. Tegelijk is dan het geheel van prioriteiten te omschrijven zoals Villalba doet: gaat men energie gebruiken waarover wij beschikken om de behoeften aan comfort van weinigen te bevredigen of voor eenieder van de gemeenschap? Met andere woorden soberheid heeft slechts een kans als die zich uitstrekt tot de collectiviteit.

Gelukkige soberheid?

voorkant.baudrillard

Le Monde is nog benieuwd of na drie eeuwen denken in termen van ‘overvloed’ er nog zoiets als ‘gelukkige soberheid’ is op te leveren. In de ogen van Bruno Villalba is de enige mogelijkheid om dat te bereiken het uitvinden van andere vormen van vrijheid, emancipatie en autonomie dan de bestaande. Het zal samenhangen met de creatie van een maatschappelijke situatie waarin de opstapeling van materiele zaken niet langer het bewijs is van persoonlijke ontplooiing. Sommigen hebben dat al begrepen en organiseren samenlevingen gebaseerd op nieuwe denkbeelden, in de ZAD (zone om te verdedigen). Villalba verwijst hier verder naar de Franse socioloog en filosoof Jean Baudrillard (1929-2007) die in de jaren 1970 schreef over de verwarring tussen behoefte en verlangen. Hij waarschuwde eveneens voor de uitwassen van de consumptiemaatschappij, wat we natuurlijk al in Nederland in de jaren 1960 bij Provo tegenkwamen en eveneens bij de Franse situationist Guy Debord (1931-1994). Kortom, bijna driekwart eeuw geleden…

Heden begint het evenwel langzaam door te dringen, merkt Villalba op, dat de zelfverwezenlijking niet alleen kan afhangen van de bevrediging van verlangens. Dit noodzaakt het in debat brengen van zaken die men sedert lange tijd als vanzelfsprekendheden beschouwd heeft, zoals bijvoorbeeld het feit dat de consumptie noodzakelijk is voor de ontplooiing.

Soberheid is een kwestie van (sociale) rechtvaardigheid en van solidariteit. Onze manier van leven heeft sociale consequenties. Daarom moet voor Villalba het hart van de politieke kwestie gevormd worden door het idee (de logica) van de soberheid.

Thom Holterman (gebaseerd op de vertaling en bewerking van het vraaggesprek in Le Monde met de Franse docent politicologie en onderzoeker Bruno Villalba; het artikel is integraal – achter een betaalmuur – op internet te vinden, zie Online).