Roofoverval Op De Grond
Al eeuwen kennen we een activiteit waarvoor Nederlandse termen als ‘landroof’ en ‘landjepik’ bestaan. Engelsen spreken van ‘land grabbing’. De Engelse aristocratische grondadel deed er enkele eeuwen terug aan met hun enclosures; in Noord-Amerika voerden de uit Europa afkomstige kolonialisten landroof uit in het land van indianen.
(Door Ernest London, overgenomen van Libertaire Orde)
Je komt het verder overal tegen waar je grootgrondbezit vindt, zoals bij de latifundia in Latijns-Amerika waar het om privaatbezit van hele landstreken gaat (zie: Online); zelfs is landroof bedreven door een marxistisch-leninistische revolutionaire beweging (zie: Online). Je kan ook denken aan Afrika heden ten dage waar Chinese ‘investers’ zich ermee bezigjouden om voor een luttel bedrag de eigendom van hele regio’s te verwerven. Dit is allemaal ver weg van Europa, zou je zeggen. Nochtans…
De Franse journaliste Lucile Leclair kwam het ook in Frankrijk tegen. Zij is afgestudeerd in ‘Internationale vraagstukken’ en docente aan de Hoge School voor Journalistiek (ESJ) in Lille. Maar zij schuwt het handwerk als journaliste niet. Na zes maanden onderzoek werpt Lucile Leclair licht op een duister verschijnsel: landbouw voor bedrijven (corporate agriculture)! Na de verwerking van landbouwproducten en vervolgens de distributie te hebben opgeslokt, investeren supermarktketens en agro-voedings-, farmaceutische en cosmeticabedrijven nu in de agrarische productie zelf, waar zij reeds 30% van de sector vertegenwoordigen. Zij publiceerde daarover het boek Hold-up sur la terre (Roofoverval op grond). Ernest London van Bibliothèque Fahrenheit 451 schreef een korte bespreking erover, die ik vertaalde. [ThH]
Lucile Leclair reisde in de buurt van Grasse (Frankrijk) waar Chanel sinds 2018 10 hectare akkers heeft verworven. Dat is een kwart van de lokale bloemenproductie. Zo verbleef zij ook in de Camargue waar Euricom, de nummer één rijstproducent van Europa, een boerderij van 1300 hectare bezit, vijftien keer meer dan de gemiddelde lokale producent. Zij was in Bordeaux en omstreken omdat het fenomeen landroof zich eerst in de wijnsector heeft ontwikkeld, waarna zij naar Normandië toog waar een van de grootste Franse vleesverkopers zijn eigen boerderij heeft gebouwd, enz. Op die manier ontdekte zij een landbouw zonder boeren.
Om de evolutie van het statuut van de landarbeiders te schetsen, wijdt zij een prachtig hoofdstuk aan een familiesaga die in 1381 begint en die haar in staat stelt de grote veranderingen te volgen die geleidelijk hun onafhankelijkheid hebben verzekerd:
• de dienstbaarheid in de feodale samenleving,
• de dagloners in de 19e eeuw, omdat de weinige akkers die men had niet voldoende waren om van te leven en men maar al te vaak een stuk land moest verkopen om de woekeraar te kunnen terugbetalen, tot de oprichting van het Crédit Agricole, waardoor vele boeren eigenaar konden worden van de grond die zij bewerkten,
• de wet op pacht en deelpacht die in 1946 unaniem werd aangenomen en die de almacht van landheren ten opzichte van landbouwers beperkte,
• de oprichting van Franse grondbureaus, de SAFER (non-profit organisatie voor structuurverbetering en landinrichting), in 1960, belast met de verkoop van grond aan boeren als prioriteit.
Als zij ontdekt hoe deze laatste organisaties werken en zelfs een vergadering bijwoont, begrijpt zij hoe industriële groepen erin slagen de waakzaamheid van de ‘grondwachter’ (de SAFER) te omzeilen: door aandelen in het kapitaal van landbouwbedrijven te verwerven, weten zij door een omweg het recht van voorkoop te bemachtigen. Door deze maas in de wetgeving zou één hectare op drie ontsnappen aan de controle van de SAFER. Tot dusver zijn alle pogingen om het grondbeleid te moderniseren mislukt: in 2016, 2017 en 2019 werden wetsvoorstellen tegen landroof verworpen. En in 2021 breidt een wet de opdracht van de SAFER uit tot de verkoop van bedrijven die landbouwgrond bezitten, maar wel onder versoepeling van de regels!
Lucile Leclair, die erin slaagt achter de schermen van de grondtransacties te duiken, ontdekt dat Chanel (parfums) voor haar grond driemaal de plaatselijke prijs heeft betaald, die al vijftigmaal hoger is dan het nationale gemiddelde, waardoor boeren worden gediskwalificeerd in hun verzet. Op de boerderij van Pierre Fabre, marktleider in dermo-cosmetica in Frankrijk en nummer 2 in de wereld, begrijpt zij hoe het werk wordt uitgevoerd door ‘dienstverleners’ die per klus worden betaald. Het zijn boeren die hun inkomen aanvullen door hun know-how en hun dure apparatuur ten dienste te stellen van de fabrikant.
In een in 2020 gepubliceerd rapport van het ministerie van Landbouw is sprake van een toename van het belang van diensten in de economie (en daarmee ook in agrarische activiteiten), de zogeheten ‘tertiarisering van de landbouw’, die oorspronkelijk een primaire sector was. In de Camargue merkt zij op dat ‘de landbouw van de grote bedrijven in de eerste plaats een hyperproductieve landbouw is’. Bovendien is die, hoewel beweerd wordt ‘lokaal’ en ‘ecologisch’ te zijn, vervuilender dan de lokale landbouw, aangezien zij deel uitmaakt van een superstructuur die in hoofdzaak op vervoer gebaseerd is. Het onderzoek dat Leclair verrichtte bracht haar ook op het spoor van de groep Auchan (Frans hypermarktconcern), die van plan is een vijftigtal landbouwbedrijven te openen met een totale oppervlakte van 3.000 hectare.
Maar het onderzoek brengt eveneens initiatieven aan het licht die een andere kant op wijzen, zoals: (1) de coöperatie voor transhumance (veetrek, zoals van schapen en koeien, van hoger naar lager gelegen weiden – en andersom – al naar gelang de periode van het jaar) ten behoeve van verbetering van de landbouwstructuren (nagestreefd door Coptasa) in de Cézallier, die grond tot een gemeenschappelijk goed maakt, (2) de ‘grondbank’ van de wijnbouwerscoöperatie van de Ardèche, gefinancierd met spaargeld van burgers, en (3) de Scop (juridische grondslag voor een coöperatieve vereniging) van oud-studenten van het Hoger Landbouwinstituut die samenwerken op een boerderij die collectief is aangekocht door de stichting Terre de Liens.
Lucile Leclair helpt aldus de dynamiek van de wurggreep van de ondernemingen op de landbouwproductie aan het licht te brengen en toont aan hoe deze wurggreep kan worden belemmerd door steun te verlenen aan gemeenschappelijke projecten voor, bij voorbeeld, de aankoop van grond en de producten van onafhankelijke activiteiten. Een opmerkelijk en noodzakelijk onderzoek naar een grotendeels onbekend fenomeen.*
Ernest London (vertaald door Thom Holterman; integraal te lezen op de site van Bibliothèque Fahrenheit 451.)
Leclair Lucile, Hold-up sur la terre, Éditions du Seuil, Paris, 2022, 104 blz., prijs 12 euro.
* Op de site van ‘Socialisme libertaire’ kwam ik een overgenomen artikel tegen onder de titel ‘Landroof: een onderdrukking van volkeren’. De druk op grondeigendom in relatie tot de ‘modernisering’ (= intensivering / industrialisatie) van de landbouw maakt dat elk jaar zo’n 16 000 (kleinere) boeren het veld moeten ruimen. In het artikel wordt de situatie in de Jura tot voorbeeld genomen (zie Online). [ThH]