recensie Silent Revolution
Een recensie van het boek Silent Revolution. The Rise and Crisis of Market Economies in Latin America, geschreven door Duncan Green.
Deze recensie verscheen eerder in La Chispa, maandblad over Latijns Amerika
Het enige echte succes van het neoliberalisme in Latijns-Amerika is het onder controle brengen van de hyperinflatie. Verder heeft deze stroming na twintig jaar ideologische en politieke dominantie voor de bevolking nauwelijks iets opgeleverd. Integendeel, de ongelijkheid is groter geworden en het bestaan van veel mensen onzekerder. De Latijns-Amerikaanse markteconomieën zijn in crisis geraakt. Successen waren van korte duur en bleken vooral schone schijn, zoals bleek toen het neoliberale paradepaardje Argentinië in 2001 instortte. Het roer moet om, maar er is geen duidelijk alternatief. Ook is er onvoldoende politieke machtsvorming om een alternatief gestalte te geven.
Dit betoogt Duncan Green in Silent Revolution. The Rise and Crisis of Market Economies in Latin America, een ingrijpend bijgewerkte druk van een boek dat in 1995 verscheen. Green was jarenlang medewerker van het onafhankelijke links georiënteerde Latin America Bureau in Londen. Hij publiceerde eerder ook een voortreffelijk inleidend boek over het continent: Faces of Latin America (zie Alerta 241) Green beschrijft hij hoe de stille revolutie van het neoliberalisme Latijns-Amerika op z’n kop heeft gezet. Hoewel hij zeer kritisch is over dit beleid en het regelmatig in scherpe en ironische bewoordingen veroordeelt, maakt hij niet de fout om het de schuld van alle problemen te geven. Wel bestrijdt hij overtuigend de pretentie van IMF en Wereldbank om met hun structurele aanpassing – overheidsbezuinigingen, deregulering, privatisering en open stellen van de grenzen – de sociaal-economische problemen te kunnen oplossen.
Green behandelt de ontwikkeling van Latijns-Amerika naar open markteconomieën en verschillende aspecten daarvan in een negental hoofdstukken. Ieder hoofdstuk begint met een uitgewerkt voorbeeld, waarin de gevolgen van het beleid voor de mensen duidelijk worden. Daarna zet hij helder de ideeën, pretenties en praktische consequenties van verschillende soorten beleid uiteen. Als een ware gids leidt hij de lezer door wat op het eerste gezicht vaak een doolhof lijkt.
Tenslotte bespreekt Green mogelijke alternatieven. Zo behandelt hij het denken van CEPAL, de in Santiago gevestigde economische commissie voor Latijns-Amerika van de Verenigde Naties, een van de laatste intellectuele bolwerken tegen de neoliberale vloed die over het continent is gespoeld. Green prijst de CEPAL-studies (zie ook LA Chispa 274), zonder welke hij zijn boek nooit zo gedocumenteerd had kunnen schrijven. CEPAL benadrukte al in de jaren vijftig dat Latijns-Amerika door de rijke landen in de tang werd genomen via de ongelijke ruil. Primaire exportproducten worden steeds minder waard in vergelijking met ingevoerde industrieproducten. Daardoor heeft de aanzienlijke exportgroei van de laatste jaren vaak weinig opgeleverd.
CEPAL wil een actievere overheid en economische groei nadrukkelijk koppelen aan rechtvaardiger verdeling. Green heeft duidelijk sympathie voor de CEPAL-visie, maar vraagt zich af hoe de politieke verhoudingen geschapen kunnen worden om deze ideeën in de praktijk te brengen.
Green bespreekt ook de Aziatische tijgers Zuid-Korea en Taiwan. Die hebben zich met succes op de wereldmarkt gericht, na een met Latijns-Amerika vergelijkbaar importsubstitutiebeleid, via gericht overheidsbeleid en goed voorbereid. En wel toen die wereldmarkt groeide, terwijl Latijns-Amerika zich daar onvoorbereid en noodgedwongen meldde toen daar weinig ruimte was. Ook van onderop, vanuit sociale bewegingen vallen alternatieven te ontwikkelen. Daarover is Green echter niet meer zo optimistisch als in zijn Faces of Latin America in 1997. Green hoopt dat links bij het ontwikkelen van alternatieven twee bekende valkuilen weet te vermijden: het gevoel van machteloosheid en utopisch denken. Door stapsgewijze hervormingen zal het neoliberale beleid ingrijpend bijgesteld moeten worden. Voor iedereen die niet verblind is, moet duidelijk zijn dat het moment daarvoor is aangebroken.
Het boek behandelt niet alleen vrijwel alle relevante thema’s, maar heeft ook grote waarde als naslagwerk. In een bijlage van ruim dertig bladzijden wordt de economische ontwikkeling van de 24 belangrijkste landen kort samengevat, met cijfers vanaf 1982. Er zijn ook bijlagen met een systematische vergelijking van importsubstitutie, neoliberalisme en de visie van CEPAL en met een verklaring van de belangrijkste termen. Handig zijn verder de overzichten van alle door het IMF verstrekte leningen, van de regionale handelsblokken en van wat precies NAFTA (het vrijhandelsverdrag van de Verenigde Staten, Canada en Mexico) inhoudt. Door een beredeneerde literatuurwijzer en noten kan de lezer zelfstandig verder zoeken. Door dit alles is het boek van Green is een absolute aanrader voor wie wil kunnen meedenken en praten over dit belangrijke onderwerp.
Jan de Kievid
Silent Revolution. The Rise and Crisis of Market Economies in Latin America, Duncan Green, Latin America Bureau (Londen) en Monthly Review Press (New York), 2e druk, 2003, 299 pag,, 20.40 euro, ISBN 1-999365-60-5
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Jan de Kievid.)