Ga naar de inhoud

Recensie ‘Changing Venezuela’

Onlangs
verscheen er een nieuw boek over het presidentschap van Hugo Chávez Frías in
Venezuela van de hand van Gregory Wilpert. Het werk draagt de wat lange, maar
zorgvuldig gekozen titel Changing Venezuela by taking power, The history and
policies of the Chávez government
. Dit is het eerste boek van Wilpert, die
naast zijn auteurswerk socioloog en freelance journalist is. Als journalist is
hij verbonden aan de website www.venezuelanalysis.com. Dit is de meest
informatieve website over de ontwikkelingen in Venezuela voor hen die het
Spaans niet machtig zijn (en het Engels overigens wel).

 

10 min leestijd
Placeholder image

Wilpert
woont en werkt sinds 2003, het jaar dat de website de lucht in ging, in
Caracas, de hoofdstad van Venezuela. De auteur is dan ook een goed geïnformeerde
bron. Dat blijkt ook duidelijk uit het compacte, goed geschreven en uiterst
leesbare boek dat hij heeft afgeleverd.

In de
inleiding stelt Wilpert dat sinds januari 2005 de ontwikkelingen in Venezuela
in het teken van het opbouwen van het socialisme van de 21ste eeuw staan. Vanaf
dat moment komt Chávez er openlijk voor uit een nieuwe vorm van socialisme vorm
te willen geven in het olierijke land. Dat is opmerkelijk omdat het socialisme
een gepasseerd station lijkt te zijn voor veel linkse activisten. Met name in
de andersglobaliseringsbeweging, die momenteel de meest aansprekende en
radicale beweging tegen het neoliberalisme is, is het animo voor het socialisme
namelijk niet erg groot. Expliciet proberen juist vele activisten uit de
beweging de staat te omzeilen op weg naar een betere wereld. 'Change the world
without taking power'
is hier de slogan, naar het gelijknamige boek van John
Holloway. Niet Fidel Castro, maar Subcomandante Marcos, de gemaskerde leider
van de Zapatistas, dient hier ter inspiratie. Wilpert neemt echter een geheel
andere en tegengestelde positie in. Zijn boek is dan ook een indirect weerwoord
aan hen die, met Marcos, claimen dat de wereld veranderd kan worden zonder de
macht te grijpen.

In het
eerste hoofdstuk, dat vooral het verzet tegen het beleid van de regering van
Chávez behandelt, wordt beschreven waarom de Venezolaanse president pas begin
2005 ertoe overging het socialisme van de 21ste eeuw als leidraad aan te
kondigen voor de nieuwe regering. In eerdere verkiezingscampagnes en op
congressen had hij nooit eerder iets over dit nieuwe socialisme gezegd. Wilpert
legt uit dat de radicalisering van Chávez en zijn kabinet het gevolg was van
het hevige verzet van de oppositie in het land tegen het voorstel om alle volksvertegenwoordigers,
op landelijk, statelijk en gemeentelijk niveau, opnieuw te onderwerpen aan
verkiezingen. Deze verkiezingen waren het gevolg van de nieuwe grondwet die
even eerder was aangenomen en hiertoe opriep. Dit achtte de regering
noodzakelijk om de grote hervormingen die op het programma stonden door te
kunnen voeren. Ook het presidentschap van Chávez zelf werd hieraan onderworpen.
Vele leden van de oude politieke partijen in het land, die tot dan toe nog veel
posten in de gemeentes behielden, werden na de verkiezingen vervangen door
aanhangers van Chávez. Chávez zelf werd gemakkelijk herkozen.

Dit
zette veel kwaad bloed bij de oppositie. Zij werden immers verdrongen van vele
bestuursposten en raakten zo hun grip op het land kwijt. Dit resulteerde, aldus
Wilpert, in een golf van verzet. In april 2002 werd er een coup gepleegd
waarbij Chávez twee dagen ontvoerd werd. Aan het einde van hetzelfde jaar, in
december, werd de olie-industrie, die toen nog werd bestuurd door tegenstanders
van Chávez, maarliefst twee maanden lang lamgelegd. Daarna werd er een
herroepingsreferendum georganiseerd om Chávez halverwege zijn termijn uit het
zadel te lichten. Dit referendum werd mogelijk gemaakt door de nieuwe grondwet.
Het vond half augustus 2004 plaats. Chávez weerstond echter al deze aanvallen
op zijn democratisch verworven positie. Na twee dagen, massaal gesteund door de
arme bevolking uit de Venezolaanse barrios (de sloppenwijken) en een loyaal
deel van het leger, keerde Chávez terug naar zijn presidentieel paleis en was
de coup verijdeld. Na twee maanden sabotage van de olie-industrie gaf de
oppositie het op omdat het niet het gewenste resultaat opleverde. Ondanks de
enorme druk en de grote economische verliezen weigerde Chávez namelijk af te
treden. Ook het referendum leverde geen overwinning op voor de oppositie.
Integendeel. Chávez won 58% van de stemmen en mocht zijn termijn dus afmaken.

Chávez
was in eerste instantie gematigder dan hij nu is als hij praat over het
socialisme van de 21ste eeuw. Zijn plannen waren aanvankelijk niet opmerkelijk
en waren vergelijkbaar met het beleid van andere linkse regeringsleiders in de
regio. Hij voerde een hervormingspolitiek. Wat Wilpert beargumenteert in zijn
boek is dat het verzet van de oppositie Chávez steeds verder radicaliseerde en
hem uiteindelijk dreef in de richting van het socialisme. Dit noemt de auteur
de 'dialectiek van contrarevolutie en radicalisering.' We hebben hier dus niet
te maken met een vooropgezet plan. Het is daarom ook pas na deze cyclus van verzet
en radicalisering en nadat de oppositie (voorlopig) verslagen is dat Chávez het
socialisme van de 21ste eeuw aankondigt als doel van zijn regering. Op
datzelfde moment trekt de internationale markt voor olie weer wat bij. De
olieprijs begint aan een lange opwaartse mars. Zo is het socialisme van de
21ste eeuw verzekerd van een gezonde financiële basis.

Maar
hoe ziet dit nieuwe socialisme eruit? Chávez is hier niet heel duidelijk over.
Als hij erover spreekt, gebruikt hij vrij algemene termen. Toch kan, volgens
Wilpert, hier wel het een en ander over gezegd worden. Het socialisme van de
21ste eeuw is nadrukkelijk geen staatssocialisme. De variant zoals die in de
Sovjet-Unie werd opgebouwd of in Cuba nu is niet het doel waarnaar Chávez
streeft. Het socialisme in Venezuela moet pluralistischer zijn en minder
gericht op de staat, het moet de mens centraal stellen en niet de machine. Op
het politieke vlak mag de democratie niet slechts een representatief karakter
krijgen, maar moet het participatief worden. Directe democratie, door Chávez
ook wel volle democratie genoemd, wordt hier verkozen. Op het economische vlak
komt het socialisme van de 21ste eeuw neer op collectief bezit en onderwerping
van particulier bezit aan het algemeen belang. Ook staan arbeiderscoöperatieven
centraal. Internationaal staat de integratie van Zuid-Amerika centraal en
tegelijk het verzet tegen het vrijhandelsverdrag voor de Amerika's (de FTAA of
wel ALCA, de Spaanse afkorting). Tenslotte mag dit socialisme ideologisch geen
gesloten karakter hebben en moet het op het economische vlak endogeen zijn, het
moet uitgaan van de eigen kracht.

De
centrale waarden van het socialisme van de 21ste eeuw zijn de eeuwenoude
idealen van de Franse Revolutie. Dit zijn dezelfde idealen als die van de vroeg
negentiende-eeuwse Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd die lange tijd
onder leiding stond van de Venezolaan Simón Bolívar. Naar de ontwikkelingen in
Venezuela wordt dan ook vaak verwezen als de Bolivariaanse Revolutie.
Samengevat komen deze waarden neer op de bekende drie-eenheid bestaande uit
vrijheid, gelijkheid en broederschap (waarbij de laatste in Venezuela
geïnterpreteerd wordt als solidariteit of wel sociale rechtvaardigheid).

Terecht
merkt Wilpert op dat deze waarden nauwelijks richting kunnen geven aan de
revolutionaire ontwikkelingen in Venezuela omdat het zo goed als universele
waarden zijn. Er is dan ook vrijwel geen regering in de wereld te vinden die
beweert dat deze waarden niet deugen. Desondanks schieten diezelfde regeringen
vaak in grote mate tekort waar het op de verwerkelijking van deze idealen
aankomt. Met andere woorden onderscheiden regeringen zich dus niet zozeer in de
idealen die ze zeggen na te streven, maar in de manier waarop ze deze proberen
vorm te geven. De Venezolaanse regering erkent dit. Als zij vrijheid,
gelijkheid en broederschap wil verwezenlijken, moet ze dit op een andere manier
proberen. De Bolivariaanse revolutie vertrekt daarom vanuit de erkenning dat
zowel de sociaal-democratie, als het staatssocialisme en het neoliberalisme
hebben gefaald om deze idealen te verwezenlijken. De sociaal-democratie stelde
de vrijheid centraal, maar offerde daarmee de sociale gelijkheid op. Het
staatssocialisme stelde de gelijkheid centraal, maar offerde de politieke vrijheid
op. Tenslotte werd het neoliberalisme onthuld als weinig anders dan een
ordinaire rooftocht van de rijken op de armen. Met andere woorden kunnen de ons
bekende maatschappelijke ordeningen niet tegemoet komen aan de drie genoemde
eisen. Wil Venezuela niet dezelfde fouten maken, zo besluit Wilpert, dan moet
ze een nieuwe manier vinden om deze idealen alsnog te verwezenlijken. Hier komt
het socialisme van de 21ste eeuw in beeld.

De kern
van Wilperts boek bestaat vervolgens uit een analyse naar de mate waarin de
regering in Venezuela deze eeuwenoude idealen via het socialisme van de 21ste
eeuw opnieuw in de praktijk probeert toe te passen. Dit wordt geanalyseerd op
vier beleidsgebieden, te weten governance, economische, sociale en buitenlandse
politiek. Hierbij wordt vooral gekeken naar hoe bestaande instituties worden
hervormd en nieuwe worden gecreëerd. De auteur richt zijn aandacht vooral op
institutionele verandering omdat de idealen van de Bolivariaanse Revolutie
juist hier gestalte kunnen krijgen. Mooie praatjes over grote waarden zijn
misschien noodzakelijk, maar uiteindelijk gaat het er vooral om hoe deze
idealen worden toegepast in de Venezolaanse maatschappij.

De
invoering van het socialisme van de 21ste eeuw gaat niet vanzelf in Venezuela
en is zeker niet vrij van tegenstellingen. Integendeel. Wilpert constateert
juist dat veel van de beleidsmaatregelen van Chávez, die dit nieuwe socialisme
werkelijk dichterbij brengen, vaak tegelijk gepaard gaan met een tendens in
tegenovergestelde richting. Aan de ene kant worden er bijvoorbeeld door het
hele land kleinschalige coöperatieven opgesteld, die de verdeling van
overheidsgelden kunnen plannen en de uitvoering ervan kunnen controleren. Hier
wordt de macht dus gedecentraliseerd naar hen die werkelijk te maken hebben met
de effecten ervan. Dit is een voorbeeld waarbij democratie een meer directe
vorm krijgt, vergelijkbaar met het participatief budget dat zo tot de
verbeelding spreekt in Porto Alegre in Brazilië. Tegelijk vindt er echter een
centraliserende tendens plaats waarbij de president van Venezuela meer macht
verwerft. Onder Chávez is de regeringstermijn van vijf jaar met een jaar
verlengt (en op dit moment werkt de regering er hard aan om de grondwet te
wijzigen, onder andere opdat Chávez onbeperkt herkozen kan worden). Daarnaast
heeft de president de macht verworven om de Nationale Vergadering te ontbinden,
mag hij zomaar nieuwe ministers benoemen en kan hij nieuwe ministeries opzetten
als hem dat goeddunkt. Deze machtscentralisatie van de president ondermijnt
direct de verworven macht van de lokale gemeenschappen. Op alle vier
beleidsterreinen, aldus Wilpert, zijn vergelijkbare tegenstellingen zichtbaar.

Ondanks
alle contradicties vindt er in Venezuela wel degelijk een ontwikkeling plaats
in de richting van het socialisme van de 21ste eeuw, concludeert Wilpert.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap worden met andere woorden op een nieuwe en
effectieve manier vormgegeven in Venezuela. Onder Chávez worden veel inkomsten
uit de olie-industrie gespendeerd aan de opbouw van sociale voorzieningen. Via
zogenaamde missies wordt onder andere veel geld geïnvesteerd in
alfabetiseringscursussen, in gratis gezondheidszorg voor de arme bevolking en
in gesubsidieerd voedsel. Daarnaast vindt er ook een hervorming plaats van een
representatieve naar een participerende democratie. Op lokaal niveau wordt de
Venezolaanse bevolking in staat gesteld zelf te beslissen over de besteding van
overheidsgeld. De Venezolaanse maatschappij verandert ten goede, zo beargumenteert
Wilpert in zijn boek, en dit zou niet gebeuren wanneer Chávez de verkiezingen
in 1998 had verloren of de coup niet was verijdeld in 2002, voegt hij er aan
toe.

Ofwel: Venezuela verandert ten goede 'by taking
power
.'

————————-

Gregory Wilpert, Changing Venezuela by taking power,
The history and policies of the Chávez government (Verso 2007).
ISBN: 978-1-84467-552-4.