Oekraïne, corrupte journalistiek en Atlantisch geloof
Karel van Wolferen, voormalig correspondent van de Nederlandse krant NRC Handelsblad, is verontrust over de escalerende crisis in Oekraïne en de kritiekloze journalistiek in Europa, die zich volledig laat leiden door een blinde verbondenheid met de VS. De huidige escalatie door de NAVO kan volgens hem tot een oorlog leiden.
(Deze vertaling verscheen oorspronkelijk bij DeWereldMorgen foto Valeriy Melnikov/Ria Novosti via website)
De EU wordt niet langer geleid door politici met een elementaire kennis van geschiedenis, een nuchter overzicht van de werkelijkheid in de wereld of zelfs maar gezond verstand en een gevoel van verbondenheid met de langetermijnbelangen die ze dienen. Als daar nog bewijs moest voor worden gevonden, dat is dat nu geleverd met de sancties die ze vorige week hebben overeengekomen, om Rusland te bestraffen.
Eén manier om hun waanzin te vatten begint bij de media. Welk begrip of bezorgdheid deze politici persoonlijk mogen hebben, ze willen vooral gezien worden als personen die ’the right thing’ doen. Daar zorgen tv en kranten voor.
In het overgrote deel van de EU wordt het algemeen inzicht in de werkelijkheid sinds het gruwelijk einde van de mensen aan boord van het toestel van Malaysia Airlines vorm gegeven door de mainstream kranten en tv-zenders. Die hebben de aanpak van de Anglo-Amerikaanse media gekopieerd. Zij hebben ‘nieuws’ gepresenteerd waarin insinuatie en verdachtmaking in de plaats komen van echte berichtgeving.
Gerespecteerde publicaties zoals de Britse Financial Times en het Nederlandse NRC Handelsblad, waar ik zestien jaar heb gewerkt als correspondent voor het Verre Oosten, hebben deze corrupte journalistieke aanpak niet alleen gevolgd maar ook mee begeleid naar zijn krankzinnige conclusies.
De opinies van zelfverklaarde media-experten en de editorialen die hieruit zijn ontstaan, gaan verder dan alle vroegere voorbeelden van mediahysterie voor politieke doeleinden die ik me kan herinneren. Het meest flagrante voorbeeld dat ik vond, was een anti-Poetin hoofdartikel in de Economist Magazine van 26 juli 2014. Het had de toon van Shakespeare’s Henry V, terwijl hij zijn troepen opjut voor de Slag van Agincourt wanneer hij Frankrijk binnenvalt.
Geen Europese media
Er zijn geen kranten of andere publicaties die de volledige EU bereiken, om een Europese publiek forum te vormen waar politiek geïnteresseerde Europeanen met elkaar belangrijke internationale ontwikkelingen kunnen bespreken. Wie belangstelling heeft voor internationale politiek, leest meestal de internationale editie van de New York Times of de Financial Times.
Vragen en antwoorden over geopolitieke aangelegenheden worden zo routinematig gevormd of sterk beïnvloed door wat de hoofdredacteurs in New York en Londen belangrijk vinden. Meningen die hier in belangrijke mate van afwijken vind je in Der Spiegel, de Frankfurter Allgemeine Zeitung, Die Zeit en Handelsblatt. Die blijven echter binnen de Duitse grenzen. We zien bijgevolg geen Europese publieke opinie over wereldzaken, zelfs niet als die een directe impact hebben op de belangen van de EU zelf.
De Nederlandse bevolking werd ruw wakker geschud uit zijn slaperige passiviteit tegenover wat in de wereld gebeurt en op haar toch een impact kan hebben, door de dood van 193 landgenoten (samen met 105 mensen van andere landen) in het neergehaalde vliegtuig. De Nederlandse media volgden daarbij zonder aarzelen de vingerwijzingen naar Rusland, die door de Amerikanen in gang werden gezet.
Eenzijdige interpretaties zonder bewijsgrond
Elke mogelijke uitleg die niet op een of andere manier de verantwoordelijkheid bij de Russische president legde, was onaanvaardbaar. Daarmee gingen de Nederlandse media lijnrecht in tegen de nuchtere verklaringen van eerste minister Rutte. Die stond nochtans onder aanzienlijke druk om mee in dezelfde richting te wijzen maar koos ervoor op een grondig onderzoek te wachten over wat er precies was gebeurd.
De tv-programma’s die ik kon zien in de dagen onmiddellijk na de crash, nodigden onder meer anti-Russische en Amerikaanse neoconservatieve personen uit die hun uitleg gaven aan een verward en oprecht geschokt publiek.
Een Nederlandse expert buitenlandse politiek legde uit dat de (Nederlandse) minister van Buitenlandse Zaken of zijn vervanger niet naar de site van de crash kon gaan (wat Maleisische vertegenwoordigers wel hadden gedaan) om de lichamen van de Nederlandse burgers te repatriëren, omdat dat een impliciete erkenning zou inhouden van de diplomatieke status van de ‘separatisten’. Wanneer de EU unaniem een regime erkent dat is ontstaan uit een door de Amerikanen aangestoken staatsgreep, dan zet je jezelf inderdaad diplomatiek vast.
De omwonenden en de anti-Kievstrijders, die op de site van de crash rondliepen, werden met beelden van YouTube voorgesteld als criminelen die weigerden mee te werken, wat voor heel wat kijkers neerkwam op een bevestiging van hun schuld. Dat veranderde toen latere berichten van echte journalisten de geschokte en diep bezorgde dorpelingen toonden. De discrepantie met de eerste beelden werd echter niet uitgelegd.
Geen ruimte voor objectieve analyse
De aanvankelijke insinuaties van smerig gedrag ruimden geen plaats voor objectieve analyse over de redenen waarom deze mensen in feite aan het vechten zijn. Tendentieuze tweets en YouTube-filmpjes zijn de basis geworden van de officiële Nederlandse verontwaardiging over de Oost-Oekraïners.
Zo werd de algemene indruk geschapen dat er toch ‘iets’ moest worden gedaan om een en ander recht te zetten. Dat werd volgens de overheersende meningen bereikt door een nationaal uitgezonden thuiskomst van de stoffelijke resten (die door Maleisische bemiddeling vrijgekomen waren) met een sobere en waardige rouwceremonie.
Nergens heb ik iets gelezen of gezien dat ook maar suggereerde dat de crisis in Oekraïne – die tot een staatsgreep en een burgeroorlog leidde – in gang werd gezet door neoconservatieven en een aantal R2P-fanatici (Responsibility to Protect) in het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en het Witte Huis, die daar blijkbaar van president Obama vrij spel voor hadden gekregen.
De Nederlandse media leken zich evenmin bewust te zijn van het feit dat deze catastrofe onmiddellijk werd omgezet in een voetbalmatch ten bate van het Witte Huis en het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. De mogelijkheid dat Poetin gelijk had, toen hij stelde dat de ramp niet zou zijn gebeurd als zijn dringend voorstel voor een staakt-het-vuren was aanvaard, werd niet in overweging genomen.
Het was nochtans Kiev dat de wapenstilstand in de burgeroorlog met de Russischsprekende Oost-Oekraïners verbrak op 10 juni 2014. Die willen niet geregeerd worden door een samenraapsel van misdadigers, nakomelingen van Oekraïense nazi’s en oligarchen die in bed liggen met het IMF en de EU.
Deze veronderstelde ‘rebellen’ hebben gereageerd op de start van etnische zuiveringsoperaties, systematische terreurbomcampagnes en wreedheden (meer dan dertig Oekraïners werden levend verbrand) door troepen van Kiev, iets waarover we in de Europese berichtgeving nauwelijks iets vernomen hebben.
5 miljard dollar politieke destabilisatie
Het is weinig waarschijnlijk dat de Amerikaanse ngo’s, die volgens eigen officiële mededelingen vijf miljard dollar hebben uitgegeven voor politieke destabilisatie, voorafgaand aan de putsch van februari 2014 in Kiev, plotseling zouden verdwenen zijn uit Oekraïne. Net zo min hebben Amerikaanse militaire adviseurs en gespecialiseerde troepen lijdzaam staan toekijken terwijl het leger en de milities van Kiev de strategie voor hun burgeroorlog uitstippelden.
Deze nieuwe zware jongens vormen een regime dat overleeft met financiële bloedtransfusies van Washington, de EU en het IMF. Al wat we weten is dat Washington de aan de gang zijnde slachtingen aanmoedigt, in een burgeroorlog die het zelf in gang heeft gezet.
Washington heeft permanent de bovenhand in een propagandaoorlog tegen een tegenstander die het spel weigert mee te spelen, dit in tegenspraak met wat de mainstream media ons willen doen geloven. Washington zendt de ene propagandagolf na de andere om een beeld te scheppen van een Poetin, gedreven door nationalisme en door het verlies van het Sovjet-imperium, en die poogt de Russische Federatie uit te breiden tot aan de grenzen van dat teloorgegane imperium.
De meer avontuurlijke zelfverklaarde media-experten, aangestoken door neoconservatieve koorts, zien Rusland al het Westen omsingelen. De Europeanen wordt dus wijsgemaakt dat Poetin elke diplomatie weigert, terwijl hij daar altijd op aangedrongen heeft. Deze overheersende propaganda heeft de perceptie gecreëerd dat niet de acties van Washington maar die van Poetin gevaarlijk en extreem zijn. Iedereen die een persoonlijk verhaal heeft dat Poetin en Rusland in een kwaad daglicht stelt wordt gemobiliseerd, de Nederlandse hoofdredacteurs lijken voor het ogenblik wel onverzadigbaar.
Het lijdt geen twijfel dat ook Rusland een propagandaoorlog voert. Er bestaan echter middelen voor ernstige journalisten om dergelijke tegenstrijdige propaganda af te wegen en om uit te pluizen hoeveel waarheid, leugens en bullshit ze bevat. Zelf heb ik dat soort journalistiek in beperkte mate alleen waargenomen in Duitsland.
Amerikaanse websites
Voor het overige moeten we tegenwoordig de politieke realiteit samenstellen met behulp van de meer dan ooit onmisbaar geworden Amerikaanse websites die wel gastvrij zijn voor klokkenluiders en ouderwetse onderzoeksjournalistiek. Dat is vooral zo sinds het begin van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ en de invasie van Irak. Sindsdien heeft een permanente samizdat-pers vorm gekregen.
In Nederland wordt zowat alles dat van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken komt voor waar aangenomen, ook al is dat een reeks van adembenemende leugens die begint bij de ondergang van de Sovjet-Unie: Panama, Afghanistan, Irak, Syrië, Venezuela, Libië en Noord-Korea; een waslijst omvergeworpen regeringen; geheime en valse-vlag-operaties; de gluiperige bezetting van de planeet met zowat duizend militaire basissen: niets daarvan wordt in overweging genomen.
De opgeklopte hysterie in de dagen na de crash van het vliegtuig belette mensen met enige relevante kennis van de geschiedenis om hun mond open te doen. Werkzekerheid is in de huidige wereld van de journalistiek erg wankel. Tegen de stroom in gaan wordt gezien als spelen met vuur, omdat dat de eigen journalistieke ‘geloofwaardigheid’ zou kunnen beschadigen.
Redactionele onverschilligheid
Het probleem dat de oudere generatie van ernstige journalisten heeft met de geloofwaardigheid van de mainstream media is de redactionele onverschilligheid voor mogelijke aanwijzingen die het officiële verhaal zouden kunnen ondermijnen. Dit verhaal is reeds volledig doorgedrongen in de populaire cultuur.
Je vindt het terug in lukrake verwijzingen die boek- en filmrecensies opsmukken. In Nederland staat het officiële verhaal reeds onwrikbaar vast, niet verwonderlijk als het al tienduizenden malen herhaald werd. Het mag dus ook niet weerlegd worden, ook al is er niet het minste bewijs voor.
De aanwezigheid van twee Oekraïense gevechtsvliegtuigen op de Russische radar in de buurt van het toestel van Malaysia Airlines is een dergelijke aanwijzing, die mij als onderzoeksjournalist of lid van het door Nederland aangestelde onderzoeksteam zou interesseren. Dit wordt blijkbaar bevestigd door een BBC-reportage met ooggetuigen onder de nabije dorpelingen. Die hadden net voor de crash duidelijk een ander toestel gezien vlak bij het passagiersvliegtuig toen ze omhoog keken naar de ontploffingen in de lucht.
Dat bericht kreeg heel wat aandacht omdat het uit het BBC-archief werd verwijderd. Ik zou dan ook willen praten met Michael Bociurkiv, één van de eerste inspecteurs van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) die de site van de crash bereikten. Hij bleef er meer dan een week om wrakstukken te onderzoeken.
Op (de Canadese zender) CBC World News beschreef hij ‘pokdalige’ inslagen op twee of drie wrakstukken: “(Die inslagen) zagen eruit als wat je verwacht van munitie uit een machinegeweer, van zeer krachtig machinegeweervuur dat zijn unieke merktekens achterliet, die we nergens anders terugvonden.”
Ik zou zeker ook de radar- en stemopnames te horen willen krijgen van de luchtverkeerscontrole in Kiev, waarvan wordt beweerd dat ze in beslag werden genomen. Zo zou ik kunnen begrijpen waarom de Maleisische piloot plots van zijn koers afweek en zeer snel daalde, kort voor zijn toestel neerstortte. Ik zou ook willen onderzoeken waarom buitenlandse luchtverkeerscontroleurs in Kiev onmiddellijk na de crash werden weggestuurd.
Satellietbeelden
Net als de Veteran Intelligence Professionals for Sanity zou ik er bij de Amerikaanse autoriteiten met toegang tot de satellietbeelden zeker op aandringen de bewijzen te tonen die ze beweren te hebben van het BUK-luchtafweergeschut in handen van de ‘rebellen’ en van de Russische betrokkenheid daarbij. Ik zou hun dan ook willen vragen waarom ze dat nog steeds niet gedaan hebben.
Tot nu heeft Washington zich gedragen als een bestuurder die weigert een alcoholtest te ondergaan. Een aantal officieren van de Amerikaanse inlichtingendiensten hebben hun ‘mindere zekerheid’ gelekt naar een aantal kranten over de Amerikaanse ‘zekerheden’, die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken aan de wereld heeft kond gemaakt. Dat zou mijn nieuwsgierigheid fel hebben aangewakkerd.
Om de loyaliteit van de Europese media aan Washington in het geval van Oekraïne en het slaafse gedrag van Europese politici enigszins in perspectief te plaatsen, moeten we meer weten over het Atlantisme en dat ook begrijpen.
Het gaat hier over een Europees geloof. Er is geen officiële doctrine uit ontstaan, maar het functioneert wel als dusdanig. Het wordt goed samengevat door deze Nederlandse slogan ten tijde van de invasie van Irak: “Zonder Amerika gaat het niet”.
Atlantisme, product van de Koude Oorlog
Eigenlijk overbodig om het te vermelden, maar het Atlantisme is een product van de Koude Oorlog. Dit geloof werd ironisch genoeg sterker toen de dreiging van de Sovjet-Unie minder en minder overtuigend begon te worden voor een steeds groter aantal leden van de Europese politieke elite.
Dat had waarschijnlijk te maken met een generatiewissel: verder weg van de Tweede Wereldoorlog herinnerden de Europese regeringen zich steeds minder wat het betekent om een eigen onafhankelijk buitenlands beleid te hebben over de wereldpolitiek. De huidige regeringsleiders van de EU hebben geen ervaring in praktisch strategisch overleg. Routineus denken over internationale betrekkingen en wereldpolitiek is diep geworteld in de kennistheorie van de Koude Oorlog.
Atlantisme is vandaag een zware plaag voor Europa: het veroorzaakt historische amnesie, gewilde blindheid en gevaarlijke misleide politieke woede. Zo ontstaat dan onvermijdelijk ‘verantwoordelijk’ redactioneel beleid.
Deze plaag kan echter verder woekeren met een mengelmoes van nooit in vraag gestelde zekerheden uit de tijd van de Koude Oorlog, die zijn blijven hangen, van impliciete koudeoorlogsloyaliteit ingebed in de populaire cultuur, van naakte Europese onwetendheid en van een enigszins begrijpbare weigering om toe te geven dat men ook maar een klein beetje gehersenspoeld is.
Washington kan waanzinnige dingen blijven doen zonder dat Atlantisme te beschadigen, dankzij ieders vergeetachtigheid, terwijl de media nauwelijks iets doen om dat te verhelpen. Ik ken Nederlandse mensen die walgen van de moddercampagne tegen Poetin, maar het idee dat in het geval van Oekraïne Washington met de vinger moet worden gewezen toch zo goed als onaanvaardbaar vinden.
Gebrek aan perspectief
Als gevolg van die houding kunnen Nederlandse publicaties – net als vele andere in Europa – zich er niet toe brengen om de crisis in Oekraïne in het juiste perspectief te plaatsen, door te erkennen dat deze crisis door Washington in gang werd gezet en dat het Washington is – en niet Poetin – die de sleutel voor een oplossing in de hand heeft. Dat zou immers een verzaking aan dat Atlantisme impliceren.
Dit Atlantisme haalt veel van zijn kracht uit de NAVO, het is zijn institutionele belichaming. De bestaansreden van de NAVO is echter verdwenen met de ondergang van de Sovjet-Unie, dat wordt grotendeels vergeten. Het bondgenootschap werd in 1949 opgericht op basis van het idee van transatlantische samenwerking voor veiligheid en defensie, die nodig was geworden na de Tweede Wereldoorlog, omdat het door Moskou georchestreerde communisme van plan was de volledige planeet over te nemen.
Waar men veel minder over praatte, was het toenmalige interne Europese wederzijdse wantrouwen. De Europeanen zetten toen immers hun eerste stappen in de richting van economische integratie. De NAVO werd een soort Amerikaanse garantie dat geen Europese grootmacht zou pogen de anderen te domineren.
De NAVO is voor de EU al een tijdje een blok aan het been, omdat de organisatie de ontwikkeling verhindert van een overlegd buitenlands en defensiebeleid. Het heeft de EU-lidstaten gedwongen instrumenten te worden ten dienste van het Amerikaanse militarisme.
Het bondgenootschap is tevens een morele last geworden, omdat de regeringen die (in Irak) deelnamen aan de ‘coalition of the willing‘ aan hun eigen burgers de leugen moesten verkopen dat Europese soldaten in Irak en Afghanistan gingen sterven als noodzakelijke prijs om Europa te vrijwaren van terroristen.
Deze regeringen, die troepen hebben geleverd voor de gebieden die de VS bezet hielden, deden dit meestal met grote weerzin, wat hen het verwijt opleverde van een reeks Amerikaanse vertegenwoordigers dat de Europeanen te weinig doen voor de collectieve verdediging van democratie en vrijheid.
Typisch voor een ideologie is het Atlantisme ahistorisch. Als paardenmiddel tegen de storm van fundamentele politieke dubbelzinnigheid schrijft het zijn eigen geschiedenis, een geschiedenis die op zijn beurt wordt herschreven door de Amerikaanse mainstream media, die het Woord verspreiden vanuit Washington.
Je kan daar nauwelijks een beter voorbeeld voor vinden dan de huidige Nederlandse ervaring. De voorbije drie weken heb ik tijdens gesprekken oprechte verrassing bespeurd toen ik vrienden erop wees dat de Koude Oorlog door diplomatie werd beëindigd. Er werd een deal gesloten in Malta tussen Gorbatsjov en president Bush senior in december 1989. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken James Baker kreeg Gorbatsjov zo ver de hereniging van Duitsland en de terugtrekking van de troepen van het Warschaupact te aanvaarden, met de belofte dat de NAVO ‘geen duimbreed’ zou uitbreiden naar het Oosten.
Gebroken beloftes
Gorbatsjov beloofde daarop geen geweld te gebruiken in Oost-Europa, waar de Russen op dat ogenblik nog troepen hadden, 350.000 in Oost-Duitsland alleen, in ruil voor de belofte van Bush senior dat Washington geen misbruik zou maken van de terugtrekking van de Sovjets uit Oost-Europa. President Bill Clinton kwam terug op die Amerikaanse beloftes toen hij om puur electorale redenen opschepte over een uitbreiding van de NAVO.
In 1999 maakte hij de Tsjechische Republiek en Hongarije volwaardige leden. Tien jaar later zijn daar nog negen andere landen bijgekomen, zodat de NAVO nu dubbel zoveel leden had als tijdens de Koude Oorlog. De befaamde Amerikaanse Rusland-expert George Kennan noemde Clintons initiatief ‘de meest fatale vergissing van het Amerikaanse beleid sinds het einde van de Koude Oorlog’.
De historische onwetendheid inherent aan het Atlantisme is vlijmscherp zichtbaar in de bewering dat de invasie van de Krim het ultieme bewijs zou zijn tegen Poetin. Ook deze politieke realiteit werd gecreëerd door de Amerikaanse media. Er was helemaal geen invasie. De Russische soldaten en matrozen waren al ter plaatse omdat het de thuisbasis is van de warmwaterhaven van de Russische zeemacht in de Zwarte Zee De Krim was reeds een onderdeel van Rusland voor het bestaan van de VS.
Het belang van geschiedenis
In 1954 heeft Chroesjtsjov – zelf uit Oekraïne – de Krim aan de Oekraïense Socialistische Republiek gegeven. Dat kwam neer op de verplaatsing van een regio naar een andere provincie, want Rusland en Oekraïne behoorden toen tot hetzelfde land. De Russischsprekende bevolking van de Krim was nu maar al te blij. Ze stemden in een referendum eerst voor onafhankelijkheid van het regime in Kiev, dat uit de staatsgreep was ontstaan, en vervolgens voor hereniging met Rusland.
Zij die beweren dat Poetin het recht niet had om iets dergelijks te doen, zijn zich niet bewust van een ander historisch gegeven, namelijk dat de VS zijn (Star Wars) antiraketsystemen steeds dichter bij de Russische grenzen heeft geplaatst. Dat gebeurde zogezegd om vijandige raketten uit Iran op te vangen, die echter niet eens bestaan. Plechtige oproepen voor territoriale integriteit en soevereiniteit zijn in die omstandigheden weinig zinvol. Wanneer dergelijke uitspraken van Washington komen – dat het concept van soevereiniteit in zijn eigen buitenlands beleid heeft overboord gegooid – zijn ze zonder meer hilarisch.
Een verwerpelijk Atlantisch initiatief was de uitsluiting van Poetin uit de ontmoetingen en andere activiteiten voor de herdenking van de landing (van de geallieerde troepen) in Normandië, voor de eerste keer in zeventien jaar.
Geheugenverlies en onwetendheid hebben de Nederlanders blind gemaakt voor een geschiedenis die hen nochtans rechtstreeks aanbelangt. Het is immers de Sovjet-Unie die het hart van de nazi-oorlogsmachine – die Nederland bezet hield – heeft uitgerukt. Zij betaalde daar een prijs voor met een onvergelijkbaar aantal militaire doden dat de verbeelding tart. Zonder de Sovjet-Unie zou er nooit een landing geweest zijn in Normandië.
Een godsgeschenk voor de NAVO
Nog niet zo lang geleden leek het erop dat de rampzalige mislukkingen van Irak en Afghanistan de NAVO dicht bij zijn onvermijdbare ontbinding zou brengen. De crisis in Oekraïne en Poetins gedecideerde reactie, die voorkwam dat de Krim en zijn Russische zeemachtbasis mogelijk in de handen zouden zijn gevallen van een door de Amerikanen geleide alliantie, zijn echter een geschenk uit de hemel gebleken voor de tot dan uit elkaar vallende organisatie.
De leiding van de NAVO heeft al troepen gestuurd om zijn aanwezigheid in de Baltische staten te versterken en heeft luchtdoelraketten en gevechtsvliegtuigen in Polen en Litouwen gestationeerd. Sinds het neerhalen van het vliegtuig van Malaysia Airlines heeft het nog verdere militaire initiatieven genomen die gevaarlijke provocaties tegen Rusland kunnen worden.
Het werd daarna duidelijk dat de Poolse minister van Buitenlandse Zaken samen met de Baltische staten hier de drijvende kracht achter waren. Deze landen waren niet eens lid van de NAVO toen deze organisatie nog een enigszins verdedigbare reden van bestaan had. De voorbije dagen hangt er (in die landen) een sfeer van mobilisatie.
De buiksprekende handpoppen Anders Fogh Rasmussen en Jaap de Hoop Scheffer (de huidige en voormalige NAVO-secretaris-generaal) deden hun werk door luid te protesteren tegen elke aarzeling van NAVO-lidstaten. Rasmussen verklaarde op 7 augustus 2014 in Kiev dat “de steun van de NAVO voor de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne onwrikbaar is” en dat hij van plan is het partnerschap met het land te verstevingen op de komende top van de NAVO in Wales in september. Dat partnerschap is nu sterk, beweert hij, “en als antwoord op de agressie van Rusland gaat de NAVO nog meer samenwerken met Oekraïne om zijn gewapende strijdkrachten te versterken”.
Russian Aggression Prevention Act
Ondertussen hebben 23 Republikeinse senatoren in het Amerikaanse Congres een wetsvoorstel ingediend – de Russian Aggression Prevention Act – dat de bedoeling heeft Washington toe te laten van Oekraïne een niet-NAVO-bondgenoot te maken. Dat is een stap die een direct militair conflict met Rusland mogelijk maakt. We zullen waarschijnlijk moeten wachten tot na de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen om te zien wat ervan komt. Het voorstel heeft een excuus bezorgd aan hen die in Washington nog nog verdere stappen willen ondernemen in Oekraïne.
In september 2013 hielp Poetin Obama nog om een bommencampagne tegen Syrië te voorkomen, die de neoconservatieven toen wilden doordrukken. Hij hielp hem ook om het kerndispuut met Iran te ontmijnen, eveneens een neoconservatief project. Dat heeft deze ‘neocons’ ertoe gedreven de band tussen Obama en Poetin te breken. Je kan het nauwelijks een geheim noemen dat zij de omverwerping van Poetin wensen en als het even kan ook de ontmanteling van de Russische Federatie.
Minder bekend in Europa is dat er talloze ngo’s actief zijn in Rusland, die hen daarbij helpen. Vladimir Poetin kan nu of binnenkort toeslaan om de NAVO en het Amerikaanse Congres voor te zijn, door het oosten van Oekraïne in te nemen, iets wat hij eigenlijk al had moeten doen onmiddellijk na het referendum in de Krim. Dat zou dan voor de Europese redactionele ogen uiteraard het ultieme bewijs zijn geweest van zijn duivelse plannen.
Europa moet wakker worden
Gezien al het voorgaande dringt zich een van de meest cruciale vragen in de huidige wereldpolitiek op: wat moet er nog gebeuren om de Europeanen wakker te schudden dat Washington met vuur aan het spelen is, dat de VS opgehouden hebben de beschermer te zijn waar ze op konden rekenen en dat de VS hun veiligheid in gevaar brengt? Gaat het ogenblik komen dat het voor hen duidelijk wordt dat de crisis in Oekraïne bovenal draait om de Star-Wars-raketten die langs de Russische grens verspreid staan en die Washington de capaciteit geven voor een ‘first strike’ – in het krankzinnige jargon van de nucleaire strategen?
Bij oudere Europeanen neemt het besef toe dat de VS vijanden hebben die geen vijanden van Europa zijn, omdat het land hen nodig heeft voor interne politieke redenen; om een economisch uiterst belangrijke oorlogsindustrie draaiend te houden en om de politieke ‘goede trouw’ van mededingers voor de openbare macht op de proef te stellen.
Het gebruik van ‘schurkenstaten’ en terroristen als doelwitten voor ‘juiste oorlogen’ is nooit erg overtuigend geweest. Het door de militaristische NAVO gedemoniseerde Rusland van Poetin kan echter het transatlantisch status quo verlengen. Van zodra ik er de eerste berichten over vernam, meende ik dat het lot van het vliegtuig van Malaysia Airlines politiek zou worden bepaald. De zwarte dozen zijn in Londen. In de handen van de de NAVO?
Er blijven nog enorme obstakels tegen een dergelijk Europees ontwaken; het neoliberaal beleid en de overname van de economie door de financiële instellingen hebben een intieme transatlantische vervlechting voortgebracht van plutocratische belangen. Samen met het Atlantisch geloof heeft deze evolutie de politieke ontwikkeling van de EU in de kiem gesmoord. Sinds Tony Blair heeft Washington Groot-Brittannië in de zak en sinds Nicolas Sarkozy kan van Frankrijk min of meer hetzelfde worden gezegd.
Duitse stemmen in de woestijn
Zo blijft alleen Duitsland nog over. Angela Merkel was duidelijk ongelukkig met de sancties maar stapte er uiteindelijk in mee aan de ‘goede kant’ van de Amerikaanse president. De VS hebben als de overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog immers nog steeds een grote speelruimte, dankzij een groot aantal bestaande samenwerkingsakkoorden.
Duits minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier werd geciteerd in de kranten en verscheen op tv, terwijl hij de sancties afkeurde. Hij wees naar Irak en Libië als voorbeelden van wat er gebeurt met escalatie en ultimatums. Ook hij ging uiteindelijk overstag en schaarde er zich achter.
Der Spiegel is één van de Duitse podia die nog hoop geven. Jakob Augstein, één van zijn columnisten, valt de ‘slaapwandelaars’ aan die de sancties goedgekeurd hebben en berispt zijn collega’s die Moskou met de vinger wijzen.
Gabor Steingart, uitgever van Handelsblatt, protesteerde krachtig tegen de Amerikaanse neiging “tot verbale en daarna militaire escalatie, isolering, demonisering en aanval tegen vijanden”. Hij trekt de conclusie dat de Duitse journalistiek “in een aantal weken is omgeslagen van koelbloedig naar geagiteerd. Het spectrum van opinies is verengd tot het zichtveld door het vizier van een scherpschutter.” Er zijn zeker nog wel meer journalisten in andere delen van Europa die gelijkaardige dingen zeggen. Hun stemmen zijn nauwelijks hoorbaar door de stormram van de smeercampagnes.
Opnieuw wordt geschiedenis geschreven. De uiteindelijke lotsbestemming van Europa wordt niet alleen bepaald door de verdedigers van het Atlantische geloof maar evengoed door hen die zich er niet toe kunnen brengen het disfunctioneren en totale onverantwoordelijkheid van de Amerikaanse staat in te zien.
Karel van Wolferen, 9 augustus 2014
Karel van Wolferen (1941) werkte sinds 1960 als freelance journalist. In 1972 werd hij correspondent Verre Oosten voor de Nederlandse krant NRC Handelsblad en schreef uitgebreid over o.a. de oorlog in Vietnam, studentenrevoltes in Zuid-Korea, de omverwerping van Marcos in de Filipijnen. Hij werd meermaals bekroond voor zijn journalistiek werk.
Van Wolferen heeft ook gepubliceerd over Japan, waar hij jarenlang heeft gewoond. De voorbije jaren schreef hij onder meer voor The New York Times, Le Monde, Die Zeit en voor een aantal Japanse kranten. Zijn boek The Enigma of Japanese Power (vertaald als Japan. De onzichtbare drijfveren van een wereldmacht, 1989) was een groot succes en werd in twaalf talen vertaald. Hij schreef meerdere boeken over de politieke economie van Japan en over de problemen van politieke veranderingen in de wereld. Voor het ogenblik werkt hij aan een boek over de gevolgen van het huidige Amerikaanse buitenlandse beleid.
© Karel van Wolferen 2014. Vertaling door Lode Vanoost van The Ukraine, Corrupted Journalism, and the Atlanticist Faith. Overname van de oorspronkelijke tekst na toestemming bij info@karelvanwolferen.com. Overname van deze vertaling mits bronvermelding, alleen voor niet-commerciële doeleinden.