‘No Time’ van Naomi Klein
‘Hoe meer we praten over de noodzaak om de uitstoot te beheersen, hoe meer die toeneemt.’ Inderdaad is het enige wat sneller stijgt dan de emissies, de stroom van woorden waarmee we beloven ze te verlagen.” Dit is een citaat uit No Time het nieuwe boek van Naomi Klein dat bijzondere aanbeveling verdient voor mensen die geïnteresseerd zijn in klimaatverandering, duurzame ontwikkeling en transitie denken. In het boek gebruikt ze de klimaatcrisis als Leitmotiv om te argumenteren voor een paradigma verandering in onze economie.
Om de gevolgen van klimaatverandering, die nog maar eens overduidelijk worden weergegeven aan de hand van onderzoeken, drastisch te verminderen voldoen in de optiek van Klein een hoop van de huidige oplossingen, technische ontwikkelingen, visies en ideeën niet. Dit beargumenteert ze met talloze goed onderzochte, gedocumenteerde en helder beschreven voorbeelden. Bijvoorbeeld door de fossiele brandstoffen industrie te gebruiken als allegorie(?) voor het gehele neoliberale systeem.
Het voortdurend streven naar winst (micro) en groei (macro) uitgedrukt in puur monetaire waarden heeft ertoe geleid dat wij de natuur en dus onszelf hebben uitgebuit, misbruikt, mishandeld, gediscrimineerd en wat al niet meer. Het is deze vaak bewuste, vaak onbewuste, manier van denken die ons dusdanig van onszelf heeft vervreemd dat blijkbaar zo’n beetje alles geoorloofd is om dit streven te bereiken; onethisch, onrechtvaardig en onwettig handelen van individuen, bedrijven en overheden. De voorbeelden zijn overdonderend, overweldigend en soms zelfs choquerend met als dieptepunt het voorbeeld van een milieubeschermingsorganisatie die naar olie boort op door haarzelf aangekochte stukken land.
Klein besteedt ook aandacht aan de zin en onzin van het blijven hopen op technologische innovaties om al onze problemen op te lossen waarbij ze de toegevoegde waarde van technologische ontwikkelingen op lokale schaal (zoals zonne- en windenergie) op hoogte weet te schatten maar tegelijkertijd waarschuwt voor megalomane projecten zoals sun-blocking die rechtstreeks teruggrijpen op het Cartesiaanse idee dat de mens de aarde en de natuur kan beheersen.
Ook moeten we waken voor het zogenaamde groene neoliberalisme. De idee dat wij in het Westen onze manier van leven kunnen blijven behouden en dat landen in ontwikkeling een zelfde niveau van welvaart kunnen bereiken zonder dat dit ten koste zou gaan van onze leefwereld is een farce. Opvallend is ook hier weer de rol van milieubeschermingsorganisaties die door verstrengelingen met bestaande machtsstructuren vaak juist dat beleid steunen waar ze intrinsiek tegen zouden moeten zijn.
Tevens wordt de rol van de beruchte 1% rijkste mensen op aarde onder de loep genomen. Met name van hen die beweren mee te willen denken en te willen investeren in duurzame ontwikkeling vanuit een hoegenaamd humanistisch perspectief, maar die, ogenschijnlijk bewust, telkens de verkeerde strategieën en business modellen hanteren en daarmee doelen najagen die lijnrecht tegenover vermindering van CO2-uitstoot of welke vorm van duurzame transitie dan ook staan.
Klein betoogt dat een snelle structurele oplossing voor het klimaatprobleem ligt in het anders beschouwen van jezelf, je medemens en je leefomgeving. Relatief kleinschalige en lokale initiatieven die decentralisatie, democratie en eigendom ter discussie stellen en die verbindingen met elkaar zoeken als het gaat om grote projecten te bestrijden zoals in het geval van de regelmatig terugkerende Keystone XL pijpleiding project (een systeem van pijpleidingen voor het transport van synthetische ruwe olie en verdunde bitumen van de Athabasca-oliezanden in noordoost Alberta naar verschillende locaties in de Verenigde Staten) zijn volgens haar een onmisbare schakel in het oplossen van het klimaatprobleem. Een grote rol is hierbij weggelegd voor inheemse volkeren. Niet in de laatste plaats omdat deze volkeren vaak al een holistische levenswijze hebben in samenspraak met hun eigen leefomgeving, maar ook omdat zij opvallend vaak de juridische kracht kunnen hebben om bedrijven en overheden te dwingen te stoppen met grootschalige milieuvervuilende projecten. Bijvoorbeeld door simpelweg te verbieden dat er op hun land naar olie of schaliegas wordt geboord.
Dat Klein uitvoerig en gedegen onderzoek heeft gedaan voor dit boek is duidelijk. Ze heeft zelfs nagedacht over mogelijkheden om dit alles te financieren. Bijvoorbeeld door het principe van desinvesteren (maatschappelijk betrokken organisaties blijken opvallend veel geld te hebben geïnvesteerd in bedrijven die zich niks lijken aan te trekken van een dergelijke maatschappelijke betrokkenheid, maar simpelweg een hoog financieel rendement opleveren). Ook worden CO2-belasting, belasting op financiële transacties en nog een aantal andere mogelijkheden benoemd.
Toch wordt hier de rol van het monetair denken, dat een gevolg is van het neoliberale gedachtegoed (of zelfs wellicht de oorzaak), en degenen die daarin een cruciale rol spelen wat onderbelicht in mijn optiek. Juist het transitie denken leert ons dat wij heel anders tegen geld aan kunnen kijken en geeft ons de ruimte om eigen manieren van ruilen, betalen, sparen en rekenen te ontwikkelen. Daarmee ontkoppel je jezelf en ben je dus minder afhankelijk van het monetaire stelsel dat geregeerd wordt door de 1% en de grote multinationals waarbij met name de grote financiële instellingen een cruciale rol spelen. Doordat deze instellingen de macht hebben geld uit niks te creëren en te alloceren naar hun eigen maatstaven dwingen zij andere bedrijven, individuen en zelfs overheden tot monetair denken waardoor winstmaximalisatie en economische groei een dominante rol blijven spelen, terwijl deze manier van denken aantoonbaar bijdraagt aan de klimaatverandering. Een verdieping van dit onderdeel van de duurzame transitie zou mijns inziens een welkome aanvulling zijn op dit boek.
Klein heeft een heldere, duidelijk geschreven, holistische visie op onze wereld en de problemen waar zij zich voor gesteld ziet staan vanuit het perspectief van de aan de gang zijnde klimaatverandering. En hoewel dit wel weer een stroom van woorden is die belooft de CO2-uitstoot te verlagen is het toch onmiskenbaar van toegevoegde waarde in de duurzame transitie waar velen voor strijden.
——————–
Klein, Naomi (2014) No Time: Verander nu , voor het klimaat alles verandert, Breda: De Geus, ISBN 978 90 445 3376 7