Ga naar de inhoud

Michael Bakoenin: (3) Zijn Kritiek Op De Staat Nog Altijd Actueel

Naar aanleiding van het 200ste geboortejaar van Bakoenin publiceerde Agnès Pavlowsky enige tijd geleden een korte impressie over het leven van Bakoenin.  Daarin behandelde zij enkele zienswijzen van Bakoenin in relatie tot bepaalde denkbeelden van Marx. Nu volgt het derde deel over zijn kritiek op de staat, die nog altijd actueel is. Haar bijdrage is opgenomen in het veertiendaagse bijblad (nummer 48 van 27 februari 2014) van het Franse weekblad Le Monde libertaire. Die bijdrage draagt als titel ‘Bakounine, 3. Sa critique de l’état toujours d’actualité’. Hieronder een vertaling ervan. [ThH]

3 min leestijd

(Bron: Libertaire orde. Illustratie: Omslag van Bakoenin’s God & De Staat)

“De macht moet niet worden veroverd, maar worden vernietigd”.

Onderdrukkingsapparaat

De staat wordt door anarchisten begrepen als een onderdrukkingsapparaat bij uitstek. Anarchistische denkers hebben van het centralistische karakter van de staat een kernpunt voor hun kritiek gemaakt. En de staat waarin de democratie heet te heersen ontkomt daarom nog niet aan die kritiek. Want in zo’n staat zien zij een regime dat in naam wel het volk voor soeverein houdt, maar waarin zij die via de stembus een regering vormen, het volk schofferen en onderdrukken met hun bestuurlijke activiteiten en hun wetgeving. Kortom, democratie als macht van het volk voor het volk is een lachertje.

Bakoenin is een van de grimmigste ontmaskeraars van statelijkheid. Uit het feit dat de staat de macht opeist om te heersen, leidt hij af dat de bevolking beoordeeld wordt als te onbekwaam en infantiel om zichzelf te besturen. Het eerste wat de staat doet, is een maatschappij inrichten met een hiërarchisch geconstrueerde bestuursvorm, met in de top de besluitvormers die hun beslissingen laten gelden voor hen, die evenwel niet bij de besluitvorming betrokken zijn geweest. Dit heet, hoe men het ook wendt of keert: opleggen van besluiten.

De visie van Bakoenin op de staat ligt verankerd in de wereld van het tijdperk waarin hij leefde. Dat tijdperk wordt eerder gekarakteriseerd door dictatuur dan de staat. Voor afgaand aan hem verkondigde ook Proudhon dit al. In zijn Algemeen idee van de revolutie in de 19de eeuw schreef deze: “Geregeerd worden betekent in de gaten gehouden, geïnspecteerd, bespioneerd, geleid, overgoten met wetten en reglementen worden”. Kijken we goed, dan zien we dat deze kwalificaties passen bij de staat, zelfs als er geen sprake is van dictatuur.

Bij Bakoenin, zoals ook bij alle anarchisten, wordt de kritiek op de staat geleid door een zucht naar vrijheid. Dat laatste betekent evenwel niet een verwijzing naar maar doen waarin men zin heeft ten kosten van anderen. Bakoenin geeft vrijheid de betekenis van ‘afwezigheid van onderdrukking van anderen’. En vrijheid is innig verbonden met gelijkheid.

Anarchistisch federalisme

De staat stelt zijn eigen overheersende klasse in, die zijn eigen moraal en bestaansrecht kent. Als de staat zich niet uitdrukt in macht en religie, maar in een vrij stilzwijgend contract, dan belichaamt die staat een hoogste en collectief goed. Hij roept dan op tot opoffering voor hem – wat religieus klinkt. Die oproep doet hij omdat hij zich op de borst klopt de natie te vertegenwoordigen. Bakoenin verzet zich tegen een dergelijke heiliging, dat wil zeggen tegen wat hij de ‘theologie van de staat’ noemt. En dat is nog steeds actueel. Andere scenario’s om de maatschappij te besturen zijn daardoor moeilijk voor te stellen.

Bakoenin verdiepte de denkbeelden over federalisme van Proudhon. Bakoenin werkte een politiek en contractueel federalisme uit, waarop een nieuwe sociale orde rust die de individuele vrijheid en de egalitaire solidariteit ondersteunt. Dit sociale ideaal vormt het richtsnoer voor het vervangen van dirigisme door zelfbestuur, gedragen door gefedereerde communes (gemeenten) en vrije associaties van aan elkaar gelijke individuen: industriële arbeiders, agrariërs, kunstenaars…

Dit anarchistische federalisme, waar sprake is van combinaties van wederzijdse hulp en het laten verdwijnen van hiërarchie, is ver verwijderd van het statelijke federalisme zoals we het kennen van het hedendaagse Duitsland en dat van de Verenigde Staten. Voor hedendaagse anarchisten is het beter de experimenten van de FORA (de Argentijnse regionale arbeiders federatie) en die van de Spaanse CNT te bestuderen.

Agnès Pavlowsky