Ga naar de inhoud

management, van nazisme tot heden

Fraudebestrijding Belastingdienst En Het Managementmodel Van Oberführer Reinhard Höhn. Bekend is geworden, dat de Belastingdienst de fraudebestrijding had opgezet vanuit een model waarbij de ambtenaren een minimumbedrag moesten binnenhalen. De top van de hiërarchisch georganiseerde dienst gaf dus een opdracht met een doelstelling, waarbij de ambtenaren moesten zien dat ze die doelstelling haalden, zo is op Nu.nl te lezen, in een artikel dat Trouw en RTL Nieuws citeert.

5 min leestijd

(Door Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen op Libertaire Orde)

De handelwijze van de Belastingdienst leverde veel heisa op. Een en ander veroorzaakte ook een ernstige verstoring van de maatschappij, iets dat bij crimineel gedrag zwaar zou meetellen in een strafmaat.

Tot een strafrechtelijk oordeel is het niet gekomen. Wel heeft de Commissie-Donner een onderzoeksrapport over deze affaire  afgeleverd. De Commissie deed onderzoek naar de manier waarop de Belastingdienst tewerk ging in verband met de kinderopvangtoeslag. In haar rapport is onder meer te lezen, zo merkt Nu.nl op, dat er sprake is van “morele corruptie, omdat de overheid belang krijgt bij het stopzetten van uitkeringen en het korten van toeslagen”. Volgens de commissie-Donner kregen mensen daardoor geen eerlijke behandeling. 

Een ‘eerlijke behandeling’ is een uitgangspunt in een rechtstaat. Wat je ook van Donner kan zeggen, een dergelijk uitgangspunt is iets wat hem aanspreekt. Maar niet alleen in veel landen om ons heen, ook in Nederland is er niet veel meer van de rechtstaat over, zo toonde ik onlangs aan (klik HIER). Het is dus de vraag of een ‘eerlijke behandeling’ het bereiken van de doelstelling, opgedragen aan de belastingambtenaren, wel voor de hand zou liggen. Bij de afweging daarvan kan men niet om de vraag heen welk managementmodel er bij de Belastingdienst wordt gehanteerd (maar ook bijvoorbeeld bij de politie als het om het halen van een minimum aantal opgegeven uit te delen bekeuringen gaat)? Gelet op de verschillende punten van gelijkenis moet ik aan het volgende denken.

Het management, van nazisme tot vandaag

In het Franse literaire maandblad Lire van maart 2020 werd in een klein stukje gewezen op het boek van de Franse historicus Johann Chapouto, getiteld Vrijheid van gehoorzamen, Het management, van nazisme tot vandaag (2020). Het boek gaat over een managementvorm die in de kern wat onschuldig heet ‘management door delegatie van verantwoordelijkheid’. In dit model is de uitvoerder van werk gehouden een doel te bereiken dat is gedefinieerd door zijn of haar hiërarchische meerdere. De uitvoerder beschikt daarbij over een relatieve autonomie hoe hij of zij dat doel zal bereiken. De relatieve autonomie maakt het dus mogelijk als uitvoerder van de opdracht zelf te bepalen hoe te werk te gaan. En juist dat laatste element maakt dat er wel eens wordt opgemerkt, dat in deze vorm van management iets van het anarchisme zit. Dat is termzwendel. Dit blijkt al uit het feit dat we met een hiërarchisch systeem van doen hebben waarin een hogere (verticale lijn) bepaalt wat er moet gebeuren en wat het resultaat moet zijn. Het heeft dus niets met het anarchisme van doen.

Wat maakt dan het boek van Chapouto zo interessant? Wel, hij is op zoek gegaan naar de initiatiefnemer en ontwikkelaar van dit managementmodel, zodat hij de ontwikkelingen ervan kon beschrijven. Hij kwam bij dat onderzoek terecht in de periode van het Derde Rijk. Zijn boek loopt door tot in het heden, wat de ondertitel verduidelijkt:

management, van nazisme tot heden. Om over die oorsprong en verloop naar het heden iets te zeggen vertaalde ik enige delen van de tekst die daarover op de site van de uitgever van het boek (Gallimard, Parijs) te vinden is. Het model blijkt afkomstig van Reinhard Höhn (1904-2000). Die wordt het archetype van een intellectuele technocraat in dienst van het Derde Rijk genoemd. Als jurist onderscheidt hij zich door de radicaliteit van zijn beschouwingen over de geleidelijke verdwijning van de staat ten gunste van de ‘gemeenschap’ die wordt gedefinieerd door ras en haar ‘vitale ruimte’. Hij is een briljante SS-ambtenaar – die de oorlog als Oberführer (Generaal) beëindigde.

‘Na zijn terugkeer in het burgerleven richtte hij in Bad Harzburg, in 1954, al snel een opleidingsinstituut voor management op. In de loop van enkele decennia heeft het de economische en zakelijke elite van de Bondsrepubliek gehuisvest: zo’n 600.000 leidinggevenden van toonaangevende Duitse bedrijven, om nog maar te zwijgen van 100.000 afstandsonderwijsstudenten, hebben door middel van zijn seminars en talrijke succesvolle handboeken kennis gemaakt met personeelsbeheer. Uitgangspunt van dit alles is de hiërarchische organisatie, waarvan de top de doelstellingen van het werk definieert. De uitvoerder is vrij om de middelen te kiezen en die toe te passen voor het bereiken van de doelstellingen. Dit was precies het beleid van het Derde Rijk om zich te herbewapenen, om de Slavische bevolking van de oostelijke gebieden uit te hongeren en om de Joden uit te roeien’.

Het is een gegeven dat na de jaren tachtig andere modellen het overnemen (bijvoorbeeld Japanse, minder hiërarchisch). Maar het nazisme blijkt een groots managementmoment te zijn geweest en levert nog steeds een van de matrixen van het moderne management. Niets zal mij nog kunnen verbazen als eens zal blijken, dat de aanstichters en volgers van het neoliberalisme uit dit vaatje hebben getapt.

Thom Holterman

[Cartoon ontleend aan Brumlord.]